A. Voor het kijken
1. Maak een lijstje van de vijf laatste films die je gezien hebt. Geef van elke film aan in welk genre je het zou indelen. Gebruik hierbij eventueel de film- kijkwijzer in je CKV1 boek. Bespreek en vergelijk jou lijstje met die van je klasgenoten. Welke voorkeur spreekt uit je filmkeus?
Film: Genre
Lord of the Rings: Fictie
Ocean’s eleven: Actie
The Bourne Identity: Actie
Stir of echoes: Thriller
Slackers: Humor
Hieruit komt een voorkeur voor actie hoewel ik die niet specifiek heb. Ik vind heel veel films leuk als er maar een leuk verhaal achter zit en een goede cast. Dat is niet specifiek actie. Juist bij actie (denk bijvoorbeeld aan James Bond) zit er meestal niet echt een verhaal achter maar gaat het om het aantal ontploffingen. Humor is wel een favoriet genre, maar het ligt er wel aan wanneer ik een humoristische film kijk. Dat genre is vooral leuk met meerdere mensen zodat je samen kan lachen. Speelfilms en filmhuisfilms en ook thrillers zijn leuk maar ook bij deze genres ligt het eraan wanneer je ze ziet.
Conclusie hiervan is dat ik niet een bepaalde voorkeur voor een genre heb.
2. Lees de citaten en ga na bij wie de uitspraken horen.
A. Ik had geen scenario, ik had alleen maar twee of drie regels.
B. Pure actie en een spannend verhaal is het belangrijkste in een film
C. Je wilt mensen iets anders laten zien, dan wat ze al kennen uit hun eigen leven
D. De saaiheid van mijn jeugd zie je terug in deze film en in feite vertellen de kleuren precies hetzelfde verhaal.
A. hoort bij een Iraanse filmmaker
B. hoort bij een 16-jarige scholier
C. hoort bij een filmhuisdirecteur
D. hoort bij een Nederlandse regisseur
3. De filmmaker Peter Greenaway zei ooit: Het is zonde om het medium film alleen te gebruiken om een verhaal mee te vertellen. Bedenk een aantal andere doelen waar een filmmaker met zijn film naar kan streven, behalve het vertellen van een verhaal.
Iemand kan een film gebruiken voor verschillende doelen. Een paar voorbeelden daarvan zijn propaganda. Daar werd veel gebruik van gemaakt in de Tweede Wereldoorlog. Een ander doel is mensen iets leren. Van dit doel wordt veel gebruik gemaakt op zenders als Nederland 3, op het programma Z@ppelin. Weer een ander doel is mensen een boodschap meegeven of een biografie maken. Met deze doelen vertel je wel een verhaal maar niet zomaar fictie.
B. Tijdens het kijken
1. Kies een filmfragment uit het programma dat je ziet, dat je nadrukkelijk ‘anders’ vindt, dan wat jij gewend bent in films te zien. Beschrijf wat er anders is, maak duidelijk wat er anders is.
Ik vond het fragment van die Nederlandse regisseur duidelijk anders. Het ging eigenlijk nergens over, het was heel saai en niet kleurrijk zoals in de meeste films. Het ging meer om dat je ergens naar keek dan dat er echt iets gebeurde. In de meeste films blijft de actie,humor, romantiek enz. aan de lopende band aangevoerd worden. In dit fragment maar heel af en toe. Het is niet mijn type film. Ik hoef niet perse een echte Hollywoodfilm te zien, een filmhuisfilm is ook prima, maar dit fragment vond ik niet leuk.
2. Ga tijdens het kijken na of je de citaten van vraag 2 aan de juiste persoon hebt toegekend.
Ik denk dat ik dat goed heb gedaan.
3. Welke van de getoonde filmfragmenten spreekt je met name aan en zou je wel meer van willen zien of weten? Beschrijf dit fragment, vertel ook wat je eraan boeit.
Dit is hetzelfde fragment dat ik bij vraag één heb gebruikt. De dorpsbewoners die erin spelen zijn helemaal in paniek en vluchten van hun huizen weg. Het was een erg kort fragment, ik zou die film wel verder willen zien. Ik vraag me namelijk af waar het over gaat en wat er gebeurt op dat moment. Het lijkt me ook heel erg leuk om de film te zien omdat het niet is gespeeld door professionele acteurs, zoiets heb ik nog nooit gezien.
4. In het programma komen drie filmmakers aan het woord. Beschrijf van alle drie wat je kenmerkend vindt aan hun manier van werken.
Bachman Ghobachi:
Zijn onvoorbereide en gedurfde manier van werken. Hij had bijvoorbeeld geen
scenario bij de film en hij gebruikte actuers die nog nooit geacteerd hadden.
Erik de Bruyn:
Zijn film was over drie jongens die op een van de waddeneilanden op vakantie zijn,
ze hebben niets te doen. Dit is een heel alledaags en “saai” onderwerp.
Kenmerkend aan zijn manier van werken vind ik dat de film heel gewoontjes is en
volgens mij laat hij zien wat hij vroeger heeft meegemaakt.
Otesanek:
Hij heeft een hele andere kijk op dingen dan de meeste mensen, ik kan niet precies
uitleggen hoe hij op dingen kijkt. Maar hiedoor krijg een heel ander soort film dan de
meeste films.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
handig! bedankt heb er veel aan (neem niet alles o0ver hoor ;))
13 jaar geleden
Antwoorden