Geschiedenis
Lesotho, vroeger bekend als Basutoland (oftewel Basoetoeland), zocht, onder leiding van het toenmalige koning-stamhoofd, na enkele oorlogen met de Zuid-Afrikanen begin 20e eeuw, bescherming bij de Britten. Het koninkrijk werd uitgeroepen tot een Brits protectoriaat(*) en later tot een aparte kolonie van de Britten. Pogingen vanuit Zuid-Afrika in de eerste helft van de 20e eeuw om zeggenschap te krijgen over Basutoland werden bestreden door Mosjoesjoe I en zijn “chiefs”. Basutoland werd onafhankelijk in 1966 en werd Lesotho. Onmiddellijk na de onafhankelijkheids-proclamatie ontstonden er in het land, dat een monarchie was geworden en lid werd van het Britse Gemenebest, ernstige tegenstellingen tussen de premier, Leabua Jonathan, leider van de nationale partij, en de Motlotlehi (de jonge koning Mosjoesjoe), omtrent de bevoegdheden van deze laatste.
Na de verkiezingen verloren te hebben in 1970, kondigde Jonathan meteen de noodtoestand af, ontbond de Nationale Vergadering, en koning Mosjoesjoe II en Mokhehle en andere leden van de (winnende) BCP-partij werden gearresteerd. De verkiezingen werden door hem ongeldig verklaard. In de jaren die volgden bleek “chief” Jonahan niet erg succesvol met het uitbreiden van zijn machtsbasis en de aanmoediging van oppositiepartijen om deel te nemen aan de interim Nationale Vergadering,die in het leven geroepen was in 1973. Verkiezingen die in 1985 werden uitgeroepen werden door alle oppositiepartijen geboycot en gewapende activiteiten vanuit de Lesotho Liberation Army (LLA), de militaire vleugel van de BCP-partij, namen toe. In 1986 vond er een militaire staatsgreep plaats onder leiding van generaal-majoor Justin Lekhanya. De uitvoerende en wetgevende macht kwam in handen van koning Mosjoesjoe II die hierbij geadviseerd werd door een militaire raad en een ministerraad. In 1990 ontwikkelde er zich een conflict tussen Mosjoesjoe II en Lekhanya waarna de eerste werd verbannen. Koning Mosjoesjoe II werd opgevolgd door zijn zoon, koning Letsie III(zie voorblad)
In 1991 werd er opnieuw een staatsgreep gepleegd onder leiding van kolonel (later generaal-majoor) Elias Phitsoane Ramaema, lid van de Militaire Raad. In 1993 werden er verkiezingen gehouden die gewonnen werden door de BCP. Mokhehle werd benoemd tot premier. De BCP bleek echter niet in staat een politieke eenheid te creëren en er was voortdurend sprake van politieke en sociale ongeregeldheden. In 1994 vond een “koninklijke coup(*)” plaats waarbij koning Letsie III de regering van Mokhehle ontbond en delen van de grondwet ongeldig verklaarde, op grond van algemene ontevredenheid met het BCP-bestuur. Onder internationale druk werd koning Letsie (mijn favoriet trouwens, een vriendelijk man!) echter gedwongen het vorige bestuur in ere te herstellen waarbij koning Mosjoesjoe II ook de plaats van monarch weer innam. Letsie werd uitgeroepen tot kroonprins, en volgde Mosjoesjoe II na zijn dodelijk verkeersongeval in 1996 op als koning.
In maart 1997 kondigde Mokhehle aan het politieke toneel te willen verlaten voor de verkiezingen van 1998. Interne rivaliteit binnen de BCP deden hem echter besluiten in juni 1997 een nieuwe partij op te richten, het Lesotho Congress for Democracy (LCD), dat de leidende partij werd. Dit werd Mokhehle niet in dank afgenomen door de oppositie en veroorzaakte politieke onrust.
De meest recente verkiezingen (25 mei 2002) werden gewonnen door de LCD. Kort daarop besloot premier Mosisili het kabinet drastisch te herschikken. Zijn vastberadenheid om de economie te hervormen en decentralisatie(*) tot een centraal thema te maken, heeft de relatie met de donoren(*) sterk verbeterd.
(*): Achteraan verklaard in de verklarende woordenlijst
De staat
Lesotho is nu een constitutionele monarchie(*). De koning, wiens positie overerfbaar is, is het staatshoofd maar heeft geen uitvoerende of wetgevende verantwoordelijkheden. De uitvoerende macht ligt bij het kabinet, onder leiding van de premier. De premier is tevens hoofd van de militaire eenheden. De wetgevende macht wordt uitgeoefend door de Nationale Vergadering met, tegenwoordig, 120 leden die tenminste elke vijf jaar worden gekozen in de context van een meerpartijen-systeem. De Senaat bestaat uit 22 zogenaamde traditionele “chiefs” en 11 door de koning genomineerde leden.
Binnenlandse politiek
Er heerst reeds een geruime tijd een voedselcrisis in Zuidelijk Afrika. Lesotho heeft hier ook onder te lijden; het heeft 2 achtereenvolgende slechte oogsten gehad. Momenteel zijn er in Lesotho 650.000 mensen afhankelijk van voedseldonaties. Dit aantal zal naar alle waarschijnlijkheid alleen maar toenemen, aangezien er de komende tijd nog meer droogte wordt voorspeld.
Mensenrechten
De rechten van de mens worden over het algemeen door de overheid van Lesotho gerespecteerd, al is er in bepaalde gebieden sprake van problemen op dit vlak. Tussen de overheid, de politie, de veiligheidsdienst en de militaire eenheden bestaat geen duidelijke vertrouwensrelatie wat de huidige onrustige sociaal-politieke situatie niet ten goede komt. De grondwet voorziet in een onafhankelijk rechtsstelsel, maar in de praktijk blijkt er toch een grote invloed uit te gaan van de overheid. De omstandigheden in de gevangenissen zijn slecht te noemen(net als in Zuid-Afrika trouwens), maar niet levensbedreigend. De rechten van vrouwen zijn beperkt maar er bestaan verschillende vrouwenorganisaties die de participatie van vrouwen in het democratiseringsproces proberen te bevorderen. In commerciële ondernemingen is er veelal sprake van kinderarbeid. Vrijheid van meningsuiting wordt wel gerespecteerd. Er zijn verschillende onafhankelijke kranten in omloop die het regeringsapparaat kritiseren. Er bestaan echter geen onafhankelijke radio- en televisiestations. Sinds 1993 is het mogelijk om publieke bijeenkomsten te organiseren zonder toestemming van de politie.
Sociale situatie Onderwijs Alhoewel er in Lesotho sprake is van een hoge alfabetiseringsgraad kan de onderwijssector de vraag nauwelijks bijhouden. Er hebben de laatste tijd geen verbeteringen plaats gevonden van de onderwijsfaciliteiten en de uitslag van de examens heeft een achteruitgang in de resultaten aangetoond. In 1996 is er een nieuwe wet op het onderwijs aangenomen waarmee wordt gestreefd het schoolmanagement te verbeteren en het effect van de onderwijsinspecties te vergroten. 75% van de meisjes volgt lager onderwijs, wat één van de hoogste cijfers is in sub-sahara Afrika(*) .Het cijfer voor de jongens is mij onbekend. Er bezoeken echter veel minder meisjes en jongens het hoger onderwijs, respectievelijk 31% en 21% (1996). Dat minder jongens dan meisjes onderwijs genieten is een gevolg van het feit dat jongens betrokken zijn bij het hoeden van vee waardoor zij vaak voor langere tijd van huis zijn. Het veehoeden heeft een belangrijke rituele betekenis en is een vereiste voor een jongen om \'man\' te worden. Ze worden hier dus gemaakt naar het stereotyp, zoals de buitenstaanders ze kennen, of toch de Zuid-Afrikanen… Een probleem is wel dat het onderwijs niet verplicht is en dat vooral kinderen in de rurale gebieden(*) vaak thuisblijven om mee te helpen. Lesotho voorziet sinds kort ook in technische en andere beroepsopleidingen en er is een universiteit aanwezig waar echter niet zo veel studenten aan verbonden zijn als zou mogen worden verwacht. Wel natuurlijk de vrouw van onze Letsie, kb is haar naam (zie video-fragment) Gezondheidszorg Met de gezondheidszorg is het redelijk gesteld in Lesotho. 80% van de bevolking heeft toegang tot diensten verleend door de gezondheidszorgsector. Wat hoog is vergeleken met het gemiddelde van 57% voor sub-sahara Afrika. Slecht sanitair (+ hygiëne) bevordert echter het ontstaan van bepaalde ziektes en er is ook sprake van ondervoeding wat verergert in tijden van droogte. Het aantal AIDS-gevallen neemt ook enorm toe waarvoor nu een speciaal programma is ingesteld, gericht op preventie en controle.
De opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden