Poëzie thema: eenzaamheid

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • 5e klas vwo | 637 woorden
  • 11 maart 2002
  • 88 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
88 keer beoordeeld

Het thema van dit poëzieverslag is \"Eenzaamheid\". Godfried Bomans - Spleen
Spleen
Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemelijk te vervelen. Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.

.............. Op dit gedicht zal ik wat verder ingaan. Ik vind dit echt het toppunt van eenzaamheid. Ik zie het helemaal voor me dat een kind uit het raam zit te staren en zo wanhopig graag een vriendje wil hebben om mee te spelen, dat hij zichzelf in tweeën wil delen. Dat vind ik echt het laatste redmiddel: als je niemand hebt maar tegen jezelf gaan praten. Het spreekt me erg aan, ook doordat het zo kort is. Ik kan me die eenzaamheid heel goed voorstellen, omdat ik vroeger toen ik heel klein was altijd alleen thuis zat en heel graag een zusje wilde om leuke dingen mee te doen. Dat heb ik uiteindelijk ook gekregen, maar daarvóór had ik het hier beschreven kindje kunnen zijn. Door de titel merk je ook dat hij zich verveelt: hij heeft het woord \'spelen\' vervormd tot \'spleen\'. Ook dat deed ik vaak, net zo lang woorden vervormen, tot ik soms niet eens meer op het echte woord kwam. Het is een heel kort, simpel, rijmend gedicht. Je zou het als twee coupletten kunnen zien, maar er zit geen witregel tussen. Het klopt helemaal, als je onnoemelijk als \'onnoem\'lijk\' uitspreekt, maar dat deed ik automatisch. Echt onverwachte momenten zaten er niet in, misschien \'ik wou dat ik twee hondjes was\'. Dat is wel apart. Volgens mij is het juist zo krachtig, omdat het eenvoudig is. Ik vind het ontzettend knap hoe Bomans dat gevoel in vier zinnetjes heeft kunnen verwoorden. Dat beeld, daarmee raakt hij gewoon precies de goede snaar. Het blijft me boeien, ik heb het al zo vaak gelezen en nog steeds vind ik het geweldig. Max Dendermonde - De troost van de stilte
De troost van de stilte
Eenzaamheid komt in soorten; sommigen zijn licht, zoals: in een overzees land een brief ontvangen: de liefste schrijft met hetzelfde vuur en verlangen
waarmee jij, dromende van haar, de nacht doorging.

Haar brief vult rumoerig de uren: lieveling, lieveling. Marsmuziek klinkt voor wie van een ander
verzekerd is. De winterkou aait aan zijn wangen
als hij naar de post holt met een goudnieuw gedicht

Ja, die eenzaamheid is feestdaglicht om te dragen, maar een wittere gloed in de avond begint
voor wie niets heeft, een liefste niet, geen hond, geen kind,

zichzelf alleen, die nooit naar de post hoeft te draven, nimmer een brief ontvangt, maar die vol en geladen
schrijft, schrijft, en daarin de troost van zijn stilte vindt.

.............. Ik vind dit niet echt een bijzonder mooi gedicht, maar ik kan me wel voorstellen wat de dichter bedoelt. Als je iemand hebt om te missen, ben je minder eenzaam dan als je helemaal niemand hebt. Ik vind het mooi hoe dat wordt beschreven: iemand die nooit naar de post hoeft, omdat hij toch geen brief krijgt.

Clara Eggink - Van Lieverlede
Van lieverlede
Van lieverlede ga ik wel begrijpen
waar ik mij ruimer open stel
en het hart al minnende gaat rijpen, dat ik, als ik mijn liefden tel
wel nader tot de mens kan treden, maar zij niet delen in mijn lot. Ik kies dit in een koele vrede. Ik min hen zeer, maar weet tot slot
alleen te zijn, van lieverlede.

.............. Ik vind dit een beetje een raar gedicht, omdat het niets bij mij oproept. Bij de meeste gedichten ben ik gewend dat ik meteen een beeld voor me zie, maar dit gedicht kan ik alleen begrijpen. Daarom heb ik het ook gekozen. Ik snap wel wat er wordt bedoeld, maar het spreekt me absoluut niet aan. Rutger Kopland - De dwaas bij het raam
De dwaas bij het raam
M.B< Dagen en dag, alleen bij het raam, denkt de dwaas zijn vreemde gedachten, denkt wat hij wil. Maar niemand wil iets weten, ze weten alleen hij is dwaas
en wat hij denkt is geen antwoord. Maar de dwaas bij het raam hij kijkt over de stad
naar de klok van de kerk en de tijd gaat voorbij. Het gaat voorbij, als een hoofd in de mist. De man met zijn duizend gedachten die duidelijk weet
wat niemand wil weten, bij
iedere slag, die hij hoort weet
wat hij verliest en verloor, de dwaas bij het raam hij kijkt over de stad
naar de klok van de kerk en de tijd gaat voorbij. En niemand kijkt of schijnt
te kijken naar wat hij ziet
en niet kan laten zien. .............. Dit is het tweede gedicht waar ik dieper op in zal gaan. Niemand weet wat er omgaat in het hoofd van een \'dwaas\'. Dit gedicht laat zien dat er ook niemand is die dat wil weten, omdat hij gek is. Ik vind dat op de één of andere manier ontroerend. Of eigenlijk krijg ik medelijden. Hij staat helemaal niet in contact met de buitenwereld, de mensen zien hem alleen maar voor het raam staan en schrijven hem af als \'gek\'. Toen ik alleen de titel gelezen had, zag ik al een beeld van een man in z\'n eentje voor het raam, zonder iemand die het iets kan schelen hoe hij over de dingen denkt. Soms zie je op straat geestelijk gehandicapte mensen lopen (of rijden) en dan probeer ik me altijd voor te stellen hoe het moet zijn om je altijd kind te voelen en tóch te weten dat je dat niet bent. Ik vraag me af hoe die mensen de wereld in kijken, wat ze van mensen vinden die niet gehandicapt zijn, en of ze wel echt beseffen dat ze dat zijn. Je ziet toch bij sommigen (op televisie vooral) dat ze wel weten dat ze anders zijn. Ik ben ook benieuwd wat ze nou wel en niet begrijpen, want ik denk dat veel mensen die er weinig vanaf weten (waaronder ik) geestelijk gehandicapten onderschatten. Natuurlijk weet ik niet zeker of de dwaas in dit gedicht wel geestelijk gehandicapt is, maar je krijgt toch een beeld van de gedachten van iemand die als \'gek\' beschouwd wordt. Ik denk dat dit gedicht me aanspreekt, omdat ik die denkwereld heel graag wil begrijpen. Het gaat volgens mij over een dwaas die iets weet wat al die mensen, die hem als gek zien, niet weten of niet willen weten. Namelijk dat de tijd voorbij gaat en dat ze tijd verliezen. En omdat alle andere mensen niet willen weten wat hij denkt, zullen ze dat ook nooit te weten komen. De vorm is vreemd, misschien gekozen om de vorm van de gedachten van een dwaas uit te drukken. Het ziet er wel leuk uit, maar daardoor is het wel ingewikkelder om te lezen. Ik heb geen echte onverwachte momenten of beeldspraak in het gedicht kunnen ontdekken. Misschien is de kerkklok een soort beeldspraak, om de tijd uit te beelden? Ik vind dit gedicht goed, maar niet ontzettend mooi. Het boeide me en raakte me ook wel, maar ik zie geen droomwereld voor me door het prachtige taalgebruik. Dat heb ik bij andere gedichten wel gehad. Niet omdat het niet realistisch was, maar door mooie taal is een gedicht net als dromen. Bert Schierbeek er
er valt
er valt geen (jij viel) er valt geen woord (nu) geen woord meer te zeggen (jij viel) valt er geen woord meer
valt er stilte
viel er
onder de zon
viel er geen woord meer
lag je stil
onder de zon
geen woord meer
dood stil .............. Het is in een aparte vorm geschreven en dat vind ik aan de ene kant wel leuk, maar aan de andere kant leest het heel vervelend. Ik moest het een paar keer lezen om alles gezien te hebben. Ook hier zag ik wel meteen bij de eerste keer een beeld voor me. Door deze vorm lijkt het alsof de schrijver gewoon zijn gevoel heeft opgeschreven, of de woorden waar hij op dat moment aan dacht. Ik denk dat hij bewust heeft gekozen voor de spatie tussen \'dood\' en \'stil\', daardoor weet je dat het gaat over iemand die dood is. Bert Schierbeek - Ik denk... ik denk... ik denk
als het regent
laat ze niet nat worden
en als het stormt
vat ze geen kou
en ik denk ook
dat dat denken
niet helpt
want je wordt nooit meer
nat noch vat je een kou
want het regent
noch waait ooit
meer voor jou .............. Ik weet het niet zeker, maar aangezien dit gedicht ook van Schierbeek is, denk ik dat het over dezelfde persoon gaat. Het gaat niet hoofdzakelijk over eenzaamheid, maar ik vond dit gedicht gewoon heel mooi. Vooral de laatste zin greep me erg aan. Ik heb nooit een dierbaar iemand verloren, toch krijg ik door dit gedicht een idee van hoe dat moet voelen. Ik krijg hierdoor ook onmiddellijk medelijden met Schierbeek, maar dat kan aan mijn levendige fantasie liggen. Hugo Claus - Tussen droom en daad
Tussen droom & daad
Onder de wijde eik zat ik
toen zij kwam, zij die ik verzon. Haar huid was heet van de zon. Mijn begeerte griende
maar zij kon het niet horen. Ik wil dat verdoemde gedroomde koren
in brand steken
maar waar haal
ik gedroomde benzine? .............. Deze man is zo eenzaam, dat hij maar gezelschap gaat verzinnen. Dat is eigenlijk best triest. Nou moet ik zeggen dat ik zelf ook wel eens iemand verzin om mee te praten, maar dat is niet omdat ik zo eenzaam ben. Dat vind ik gewoon leuk om te doen. De gedachte vind ik wel mooi, maar het is niet zo verwoord dat het me diep raakt. \'Waar haal ik gedroomde benzine\' is op zich wel grappig, maar ik vind het niet in het gedicht passen. Paul van Ostayen - Eenzame stad
Eenzame stad
.............. Als je deze woorden allemaal voor je ziet, dan krijg je inderdaad het beeld van een eenzame stad. Dat vind ik wel bijzonder. Alleen dat \'HOE-HOE\' kan ik niet echt plaatsen. Het geeft een soort verrassingseffect, opeens een hard geluid. Misschien is dat ook wel een kenmerk van een eenzame stad, dat je schrikt van een onverwacht geluid als je alleen door de stad loopt. Doordat dit gedicht zo eenvoudig is, spreekt het me wel aan. Ik hou niet van lange gedichten waarin alles wordt uitgelegd, behalve als er echt niets overbodigs in staat. De volgende gedichten heb ik van Internet gehaald. Er stonden geen schrijvers bij, maar volgens mij zijn het allebei amateurs. Verwelken verscheurd door woelige gevoelens
de drang naar splitsing van mijzelf
om iedereen te kunnen helpen
en zorgen voor een leven zonder pijn
maar soms voel ik mij geleefd
vertrapt door voetstappen
die mij kleiner en kleiner wegdrukken
in de logge zwarte grond
als ik bloei word ik afgesneden
om verder te bloeien in andermans vaas
als ik daar sta, kleurrijk voor de ander
voel ik dat ik langzaam verwelk .............. Grappig dat het over een bloem blijkt te gaan op het eind. Het gaat eigenlijk niet echt over eenzaamheid, toch vind ik dat er een soort eenzaamheid uit spreekt als je alleen maar leeft om te bloeien en dan ook nog eens in een vaas wordt gezet om te verwelken. Het eerste stuk vind ik trouwens los staan van de rest van het gedicht. Ik snap niet wat het met die bloem te maken heeft. Een beetje vaag, maar wel aardig. Missen Een pijl zonder boog
Een kogel zonder geweer
Een raket zonder brandstof
Een punt zonder speer
Ik voel me niet compleet
Het geheel is uit elkaar
En als ik je niet kan raken
Zal ik je missen, nietwaar? .............. De woordspeling in dit gedicht vind ik erg leuk. Ik weet niet wat ik er nog meer over kan vertellen, maar toen ik het las vond ik gewoon dat het bij de rest moest. De laatste zin vind ik mooi gevonden.

REACTIES

T.

T.

het gedicht: de dwaas bij het raam, is onvolledig. Er is een hele alinea vergeten. Ik heb dit zelf te laat gezien en nu is mijn gedicht in de poezie bundel van 6 VWO onvolledig!

17 jaar geleden

J.

J.

Beste scholier/docent/redactie,
Bij toeval op deze site beland en er even doorheen "gebladerd". Wat mij direct bij de eerste regel (zelfs al bij de titel) van het gedicht "De dwaas bij het raam" opviel, is dat het hetzelfde ritme heeft als "The fool on the hill" van de Beatles. Onmiskenbaar. Gewoon verbazingwekkend dat dit kennelijk niemand nog is opgevallen. Ik weet niet of Kopland een zeer vrije vertaling heeft willen maken (ik ben niet zo geinteresseerd in poezie en mijn middelbare schooljaren liggen langst achter mij) of of hij slechts inspiratie uit het Beatles-nummer heeft geput. Maar dat er een link is tussen dit gedicht en die (melancholieke) song is overduidelijk. Hartelijke groeten uit een zonnig Middelburg, Johanneke de Vries Noorbergen

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.