Jesus (1999)

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Filmverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 5155 woorden
  • 10 februari 2004
  • 99 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
99 keer beoordeeld

Inleiding

Dit verslag gaat over de film Jezus of Nazareth. Ik heb de titel gekozen omdat ik hem zelf hem bedacht en hem zelf wel leuk en goed vond. Want uiteindelijk draaide het erom dat hij de man was met een boodschap van god. Dus daarom heb ik de titel: Een verhaal over een man met een boodschap van god gekozen. Ik van de film op zich wel interessant want het gaat natuurlijk toch over een persoon die heel belangrijk is geweest in de geschiedenis. En dan maakt het nog niet eens uit of hij wel echt bestaan heeft. Hij heeft erg veel betekent en dat kun je nu nog merken door zijn afbeeldingen in kerken enz. Ook kun je het merken aan hetgeen dat er een bijbel is met verhalen over hem er in en dat er verscheidene films over zijn leven zijn gemaakt.

Op het begin van de film wordt er in een synagoge over een Messias gesproken. Een Messias is een Joodse profeet die door god word gezonden om de wereld van de ellende te verlossen en er vrede te brengen. Het geloof van de Messias gaf de gelovigen weer moet en hoop in bange en gevaarlijke tijden. Na de dienst in de synagoge zag je de verloving van Jozef en Maria die dus zouden gaan trouwen, de verloving was er om ervoor te zorgen dat de bruidegom de bruidsschat bij elkaar kon sparen. Die bruidsschat diende er weer voor dat als de man en vrouw uit elkaar zouden gaan dat dan de bruid nog wat geld had om te overleven. ’s Nachts krijgt Maria bezoek van een engel die je niet in de film ziet maar die vertelt dat ze zwanger van god zal worden. De engel vertelt ook over haar tante Elisabet die in verwachting is van de latere Johannes de Doper. Zo is er dus sprake van 2 wonderbaarlijke zwangerschappen. In het paleis van Herodes is ook het bericht ontvangen dat er weer een Messias zal worden geboren. Ze praten negatief over hem want ze zijn bang dat de Messias de macht van hen zal afpakken die ze namen de Romeinse keizer hadden. Ze waren bang dat de Messias het volk tegen hen op zou zetten Elisabet vraagt aan god of die Maria wil zegenen omdat zij de moeder van de uitverkorene is, ook knielt ze voor Maria. Ze noemt Maria de gezegende onder de vrouwen. De vrucht sprong in Maria’s schoot toen god de stem van haar hoorde. Toen het kind van Elisabet op de achtste dag na zijn geboorte werd besneden kreeg het ook zijn naam. Het besnijden werd gedaan als teken van het verbond. Ook Jozef krijgt een droom en in zijn droom word Maria bedreigd. Een verschijning verteld tegen Jozef dat Maria is bevrucht door de heer en dat het kind de naam Jezus(de verlosser) moet krijgen. Hierna volgt de bruiloft van Jozef en Maria. Ondertussen organiseren ze in het paleis van Herodes een volkstelling. Ze moesten allemaal terug naar de plaats waar hen familie vandaan kwam. Iedereen was tegen deze volkstelling; het volk en Herodes want het was slecht voor de economie maar het moest van Rome dus ging het evengoed door want de Romeinen hadden het land bezet. Jozef een Maria gaan op weg naar Betlehem en ondertussen zoeken de koningen de ster die ergens in de lucht hangt. De ster betekent dat er iets groots staat te gebeuren. Ze berekenen waar het ongeveer zal gebeuren; ze berekenen waar de koning zal worden geboren die hen bevrijd van het kwaad. Ze hebben gevonden dat hij zal worden geboren in Betlehem. Jozef een Maria zijn ondertussen in Betlehem aangekomen en Jozef is op zoek naar onderdak. Hij komt bij een herberg en daar kan het niet, een vrouw genaamd Abigail, zegt dat ze in een grot verbouwd als stal kunnen gaan overnachten. Iedereen ziet nu de ster boven de stal staan. Jezus werd in de stal geboren en de vrouw komt kijken en ziet het kindje, ook komen de herders kijken en ze zeggen dat een engel hen heeft opgedragen om te komen. De engel zei dat er een verlosser in de stad van David zou worden geboren. Herodes hoort dat er mensen zijn grenzen hebben overgestoken. Omdat Herodes bang is voor de nieuwe leider wil hij een lijst met alle pasgeborenen. Op de achtste dag na zijn geboorte wordt Jezus besneden in de tempel en krijgt hij de naam: Jezus. Er is een oude man op zoek naar het kind en die man heet Simeon en heel er lang op gewacht. Hij voorspelt dat er een zwaard door Maria’s hart zal gaan. Als Jozef en Maria in de rij staan voor het inschrijven horen ze een Romeinse soldaat zeggen dat hij een lijst wil met alle pasgeborenen wil hebben als ze dat horen zijn ze bang voor Jezus en ze vluchten. Ze komen de drie wijzen tegen en Jezus krijgt: goud, wierook en mirre. Herodes geeft opdracht om alle jongetjes onder de 2 in Betlehem te laten vermoorden, dit was overigens voorspeld in het oude testament. De soldaten vermoorden alle kinderen in de stad en de ouders verzetten zich natuurlijk hevig. Ondertussen zijn Jozef en Maria naar Egypte gevlucht en komen pas terug al Herodes overleden is. Als ze terug komen gaan ze naar Nazaret. Jezus moet ook timmerman worden net als Jozef, want zo ging dat vroeger. In de synagoge doet Jezus op zijn twaalfde zijn Bar Mitzwa dan moet je voorlezen uit de Thora. Volgens de joden word je dan volwassen, want als je 12 was mocht je meer naar de tempel in Jeruzalem. Daar gingen ze dan heen met Pesach: bevrijding uit de slavernij in Egypte ten tijd van Mozes. De Joden hebben in de synagoge niet alleen een hoofddeksel maar ook een gebedskleed. Sabbat is de zevende dag van de week en is de joodse rustdag het is zeg maar de zaterdag bij ons. Op deze dag had Jezus ook zijn Bar Mitzwa gedaan. Zeloten zijn een joodse godsdienstige verzetsorganisatie tegen de Romeinse overheersing. Johannes de Doper en Jezus zijn intussen 30 geworden en de opvolger van Herodes heet ook Herodes. De nieuwe Herodes wil trouwen met de vrouw van zijn broer en die pikt hij dus in. Dat is heiligschennis en Johannes verzet zichzelf hiertegen en vraagt iedereen zich te bekeren en hij gaar de mensen dopen. Jozef is overleden en Jezus gaat zich laten dopen door Johannes in de Jordaan. Johannes zegt dat niet hij Jezus maar Jezus hem moet dopen. Er komt een duif uit de hemel. Johannes die heeft ook 2 leerlingen die discipelen genoemd worden. Die discipelen heten Andreas en Filippus en ze worden de leerlingen(discipelen) van Jezus. Johannes zegt en vind dat Jezus groter moet worden en hijzelf kleiner. Er komen soldaten van Herodes die Johannes moeten arresteren. De profeet zit gevangen bij Herodes. Jezus, gaat terug naar zijn stad en gaat onmiddellijk naar de synagoge en gaat voorlezen uit de rol van Jesaja. Jezus, zegt dat het koninkrijk van god uitgekomen is maar dan niet op zichtbare wijze. De mensen reageren negatief en geloven hem niet. Jezus vind dit niet erg en zegt een profeet word in zijn eigen woonplaats niet geëerd. Jezus vlucht daarom naar een ander dorp genaamd Kaspernaüm bij het meer van ballilea. Hij kan bij Simon Petrus logeren die daar in het dorp woont. Hij gaat weer in de synagoge praten, de mensen reageren weer negatief en willen bewijzen voor wat hij zegt dus hij moet de duivel uit een gek iemand halen. Dit doet hij en iedereen is onder de indruk van hem. Jezus komt nog een Johannes tegen en vraagt hem om ook een van zijn discipelen te worden, dit doet Johannes. Simon Petrus komt op een dag terug met zijn vissersboot en hij heeft helemaal niks gevangen en Jezus zal nog een keer met hem uitvaren en dan vangen ze opeens heel veel vis en Jezus zegt: ‘Ik zal jullie vissers van mensen maken’ en vraagt hiermee dus of zij ook zijn discipelen willen worden. Als Jezus in het huis van Petrus is vragen ze hem om een verhaal te vertellen en Jezus doet dat. Ze komen Mattheus(levi) tegen dat is de tollenaar dus degene die altijd geld ophaalt van de mensen en het aan de Romeinen geeft. Daardoor is hij niet erg geliefd en Petrus enz. willen dat Jezus niets met hem te maken krijgt maar Jezus is er voor iedereen dus ook voor Matheus. En Jezus zegt dat je volgens hem het leven van god gekregen hebt. Jezus is uitgenodigd in het huis van Petrus en ook Mattheus nodigt hem uit om te eten, hij gaat naar Mattheus toe. Er wordt een verlamde man binnen gedragen en Jezus vergeeft hem zijn schulden en zegt: ‘sta op en loop naar huis.’ Als Jezus bij Mattheus heeft gegeten word er gesproken van een schandaal omdat Mattheus een tollenaar is een van de mensen die aan de onderkant van de samenleving stond. Maar het christendom en jodendom zijn er voor iedereen en dus ook voor de ‘laagsten’ van de samenleving. Jezus vraagt ook petrus om zijn discipel te worden maar dan moet petrus wel alles achterlaten. Jezus gaat weer naar Mattheus en had gevraagd of Petrus meeging, hij was niet meegegaan maar daar kreeg hij spijt van en ging alsnog heen. Jezus verteld het verhaal van de verloren zoon en Mattheus moet de jongste zoon voorstellen, Petrus de oudste en Jezus de vader. Petrus ziet in dat hij fout geoordeeld heeft over Mattheus en vraagt om vergiffenis. Ondertussen zit Johannes de Doper nog steeds gevangen en gaat Herodes naar hem toe en vraagt hem wat hij van hem wil. Herodes biedt Johannes vrijheid aan als hij de menigte in bedwang houdt. Herodias de vrouw van herodes bereidt een listig plan voor om Johannes weg te krijgen ze vraag aan der man wat hij voor de bruiloft wil ze zegt:’salomé?’ dat was haar dochter. Herodas zei ja. Jezus ging naar Gallilea, waar de mensen al op hem staan te wachten. Jezus zegt dat hij niet is gekomen om de vrede te brengen maar om het zwaard te brengen. Dat wil zeggen dat als je kiest voor god je en bepaalde positie krijgt. Ook zegt Jezus de laatsten zullen de eersten zijn en de eersten zullen de laatsten zijn. Dat wil zeggen dat de ‘laagsten’ bij god een streepje voor hebben en dus met bepaalde dingen eerder aan de beurt komen dan de rijkere/machtigere mensen. Er komt een man naar Jezus toe die zegt dat zijn dochtertje Jaïrus doodziek is en vraagt of Jezus haar wil genezen. Er komt het bericht dat ze al overleden is maar Jezus zegt dat ze slaapt en spreekt een spreuk daarna zegt hij dat ze moeten gaan kijken bij Jaïrus. Ze gaan kijken en Jaïrus leeft weer. De betekenis: wie zich door Jezus bij zijn hand laat nemen word zelf ook weggetrokken uit het doodse bestaan naar het levende. Er was een man genaamd Thomas en die geloofde niks als hij het niet met eigen ogen had gezien. Hier komt ook de uitdrukking ongelovige Thomas vandaan. Zo zei Thomas ook tegen Jezus dat hij het niet geloofde en dat het niet zo was wat Jezus allemaal kon. Toen hij het had gezien van Jaïrus geloofde hij het wel omdat hij het met eigen ogen had gezien. Evengoed bood hij hiervoor zijn excuses aan bij Jezus. Jezus vraagt of Thomas hem wil volgen en dus of hij zijn discipel wil wezen. Thomas gaat op dit aanbod in en word dus de volgende discipel van Jezus. Er praten 2 discipelen over het feit dat als ze bij Jezus zijn aangesloten ze niet meer terug kunnen naar hun eigen oude vertrouwde leventje, dus hebben ze echt alles moeten opgeven. Bij Herodes is het feest en Salomé gaat voor hem dansen omdat Herodes Jarig is. Nadat ze voor hem een erotische dans heeft opgevoerd vraagt ze aan hem of hij haar het hoofd van Johannes de Doper wil schenken. Dit wil dus zeggen dat Johannes moet worden onthoofd en daarmee dus moet worden vermoord. Dit wordt gedaan en zo komt Johannes de Doper aan zijn einde. De zeloten willen wraak nemen op de dood van de Doper en vragen zich af of ze ook Jezus als leider moeten nemen. Johannes wordt begraven door de zeloten. Judas Iskarioth van de zeloten word een discipel van Jezus om uit te vinden of hij de juiste leider is voor de zeloten. Maria van Magdela is een hoer en iedereen zelfs de kinderen in het dorp haten haar. Er proberen een paar kinderen zelfs haar huis in de brand te steken. Een klant van haar verteld haar over Jezus en zegt dat Jezus er voor iedereen is dus ook voor de minderen en dus ook voor haar. Jezus trekt intussen rond en iedereen kent hem nu en wil hem ook zien en ontmoeten. Er is nog een groep mensen de Farizeeërs; ze willen erg op de joden lijken maar zijn eigenlijk schijnheilig. Jezus heeft ook erg vaak ruzie met ze omdat ze zich niet goed gedragen als joden. Maar Jezus zei: ‘Maak je niet bezorgd over de dag van morgen want elke dag heeft zijn eigen kwaad.’ Het verhaal van de rijke jongen die een vraag had. Die vraag luidde: ‘Hoe kom ik later in de hemel’ Het antwoord was: ‘Je moet je aan 2 dingen houden.’ Die dingen zijn: - Houdt je aan de 10 geboden. - Verkoop alles wat je bezit een geef het aan de armen en volg Jezus. De bedoeling van Jezus met dit antwoord was dat je geen 2 heren kunt dienen (En God Heeft Geld). Judas sluit zich aan bij de discipelen. Hij biedt zijn diensten aan voor Jezus. De anderen hebben hem gevolgd omdat ze erg blij zijn dat hij er is, en omdat ze hem mogen volgen. Hij mag dus blijven. Jezus staat op het land van Gallilea en reist van stad naar stad en van dorp naar dorp om zijn verhalen te vertellen en om mensen te genezen. Verhaal van de wonderbaarlijke spijziging: 5 broden en 2 vissen. Ichtus (vis): - Jezus - Christus - Theos (god) - Uios (zaad) - Soter (verlossen) Brood des leven: 5 = Volheid, volledigheid
2 = 2 handen. Als Jezus zichzelf breekt heeft hij voldoende eten (goddelijk voedsel). De zeloten praten met elkaar en vragen zich nog steeds af of Jezus de geschikte leider is. Jezus is in het huis van een Farizeeër en Maria van Magedela bekent schuld voor het verkeerde verleden van haar. De vrouw kust zijn voeten en zalft ze. Ze onderwerpt zichzelf aan Jezus (als je iemand ontving werd je gereinigd of moest je jezelf reinigen). Dit gebeurt niet bij Jezus Maria komt en reinigt hem. Hij zegt: ‘Ga en zondig niet meer.’ De volgelingen van Jezus worden uitgezonden en moeten het koninkrijk van god onder de mensen preken. Ze moeten afhankelijk zijn van wat een ander heeft. Als de discipelen weer terug komen vraagt Jezus aan ze: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ Na het antwoord moeten de discipelen de vraag zelf beantwoorden: ‘Wie zeggen jullie dat ik ben?’ Het antwoord van Petrus was: ‘De Messias.’ Dit antwoord levert hem de sleutel van de hemelpoort op. De zoon van de levende god. Petrus de Rots zo wordt hij vanaf nu genoemd. Jezus draagt zijn discipelen op om nog niet te vertellen dat hij de Messias is. Nu breekt de beslissend en belangrijke fase aan van Jezus namelijk dat hij naar Jeruzalem gaat om te lijden en te sterven. Leven van Jezus. 2 fasen: - periode van het rondtrekken en preken in Gallilea - periode in Jeruzalem. Het lijden en sterven van Jezus
Jezus is met allemaal mensen op een plek en spreekt ze toe. Het zijn allemaal armen en dus mensen die lijden aan de samenleving. In het tweede deel spreekt hij het gebed: ‘onze vader’. Petrus is wakker geworden uit zijn slaap. Hij zegt tegen de andere discipelen dat het hen plicht is om Jezus tegen te houden om naar Jeruzalem te gaan. Dit omdat Jezus zelf al weet dat hij in Jeruzalem gedood zal worden. Jezus gaat evengoed naar Jeruzalem. In Jeruzalem is net het Joodse paasfeest begonnen waarin men terugdenkt aan de bevrijding van Egypte. Onderweg naar Jeruzalem wordt Jezus verteld dat zijn vriend Lazarus op sterven ligt. Hij komt later te horen dat Lazarus al gestorven is en Jezus gaat naar het graf van Lazarus. Hij geeft opdracht om de steen voor het graf van Lazarus weg te rollen. Hij gaat voor de opening van het graf bidden en zegt tegen Lazarus dat hij eruit moet komen. Dit mag omdat hij in Gods ogen nog een taak te volbrengen heeft. Jezus kom aan in Jeruzalem en ze zijn bij de tempel. Jezus word naar binnen gehaald door een heel grote menigte die in hem de nieuwe leider ziet. Hij gaat naar de tempel waar heel veel geofferd wordt. Jezus verwijdt Jeruzalem dat het een hoer is geworden en dat god het niks uitmaakt dat er zoveel geofferd wordt. Hij wil niet dat er van een godsdienst een handel wordt gemaakt en hij laat alle kraampjes in de tempel omgooien. Een of andere schriftgeleerd verteld Jezus dat hij geschokt is na wat Jezus heeft gedaan. Hij vraagt Jezus of hij de tempel wil vernietigen maar Jezus zegt dat dit niet kan omdat het een huis van god is. Jezus zegt ook vernietig de tempel en ik zal het na 3 dagen doen herrijzen. Jezus gaat daarna preken in de tempel en verteld de mensen dat hij is gekomen om te dienen en niet om gediend te worden. Hij vertelt de mensen dat als je iemand helpt die lijdt je dat niet alleen voor jezelf en diegene doet maar ook voor mij en god. Dus roept hij iedereen op om goed en vreedzaam voor elkaar te zijn. Een zeloot genaamd Barrabas verteld Jezus dat de zeloten wel voor hem willen vechten met als doel hem de nieuwe leider te maken. Maar Jezus vind dit geen goed plan en roept Barrabas op tot geweldloosheid en tot vergeving van je vijanden. Jezus is bezig met kinderen aan het zegenen, de kinderen maken vaal lawaai en er wordt aan Jezus gevraag of hij de kinderen een beetje stil kan houden. Hij vertelt de kinderen daarna een verhaal. Ook gaat hij weer in de tempel preken en hij heeft het weer over vergeving van je vijanden. Er is een vrouw betrapt op overspel en ze word naar Jezus gebracht en er wordt aan hem gevraagd wat met de vrouw te moeten doen. Ze willen eigenlijk dat ze gestenigd wordt. Dat wil zeggen dat er allemaal stenen naar haar toe worden gegooid daar allerlei mensen totdat ze dood is. Jezus zegt dat degene die zonder zonde is de eerste steen moet gooien. Daarmee bedoeld hij dat iedereen gestraft zou moeten worden voor zijn zonden. Ook zegt hij dat niemand over het leven van anderen mag beslissen en dat dit alleen mag als je helemaal volmaakt ben. Er komt een Romeinse hoofdman naar Jezus omdat zijn knecht op sterven ligt en hij vraagt Jezus hem te genezen.Jezus wil met de hoofdman meegaan maar de hoofdman geloofd dat Jezus machtig genoeg is om alleen maar het bevel te geven. Daarmee geeft de hoofdman gelijk aan dat hij meer gelovig is dan de meeste joden. Jezus zegt tegen de man dat door zijn geloof z’n knecht genezen is. Een moment later komen de mannen van de hoofdman om te zeggen dat zijn knecht genezen is. In Jeruzalem is ook een blinde bedelaar en Jezus laat de man naar hem toe komen en zorgt ervoor dat de man weer kan zien. De hoge priester komen er aan die tegen Jezus zijn omdat ze denken dat hij de mensen verkeerd inlicht en omdat ze bang zijn dat hij hen macht afpakt. Ze zeggen dat God de blinde man genezen heeft en niet Jezus, ze zeggen zelfs dat Jezus een zondaar is. De priesters vonden zichzelf helemaal geweldig en vonden dat ze boven alles en iedereen stonden en dat maakt Jezus kwaad en hij scheld de priesters uit. Hierdoor is een deel van het volk het met Jezus eens en een ander deel weer niet. Er breken door dit alles rellen uit en sommigen willen Jezus zelfs dood hebben en willen hem stenigen. Nicodemus is een Farizeeër die niet tegen Jezus is maar meer voor hem, hij waarschuwt Jezus niet meer in de openbare gelegenheden te verschijnen want daar loopt Jezus gevaar. Er is daar al het gebeuren een vergadering van het Sanhedrin dat is de joodse raad en ze vragen zich af wat ze met Jezus moeten doen. Nicodemus is ook op die vergadering aanwezig en verdedigt Jezus. Het is vlak voor de gevangenneming en Jezus viert het avondmaal met zijn leerlingen. Dan verandert hij het joodse Paschamaal in het Christelijke avondmaal. Tijdens het Paschamaal wordt nog steeds de uittocht uit Egypte gevierd ten tijde van Mozes. Tijdens het avondmaal herdenkt men het lijden en sterven van Jezus met brood en wijn. Brood wijst naar het lichaam van Jezus. Wijn wijst naar het vergoten bloed. Tijdens het maal worden er liederen gezongen. Ook vertelt Jezus dat hij zal sterven en dat Petrus hem 3 keer verloochend voordat de haan kraait, dat wil zeggen dat Petrus 3 keer ontkent dat hij Jezus kent voordat de haan heeft gekraaid. Jezus verteld ook dat 1 van hen Jezus zal verraden en hiervoor wijst hij Judas aan als degene die Jezus overlevert in de handen van zijn vijanden. Jezus heeft het daarna over de verandering van het Paschamaal en hij geeft het brood en wijn door op zijn leerlingen. Ook geeft hij ze een nieuw gebod dat ze elkaar lief moeten hebben zoals hij hen heeft liefgehad. Hierna gaan ze naar het hof Gethsemané en daar word Jezus door Judas aangewezen. Jezus heeft er op dit moment moeite mee dat hij weet wat er staat te gebeuren. Judas verraadde Jezus door hem een kus te geven dit had hij met de tempelwachters afgesproken zodat die wisten wie Jezus was. Judas wist niet dat ze Jezus wilden doodmaken dat is ook voor hem een paar stappen te ver en hij heeft het er moeilijk mee. Zelf is hij dus min of meer ook verraadden. Het proces tegen Jezus is tegelijk ook een soort verhoor. Er is erg veel verdeeldheid in de joodse raad. Omdat er niet zoveel tegen Jezus te vinden valt is iedereen die tegen Jezus is beschuldigingen tegen hem aan het zoeken. Er wordt aan Jezus in de naam van eeuwigheid gevraagd of hij de Messias is de zoon van god. Jezus zegt dat hij inderdaad de zoon van god is. Hiermee heeft Jezus zichzelf veroordeeld. Hij wordt naar Pontius Pilatus gebracht, Pontius Pilatus is de Romeinse stadhouder. Hij wordt naar Pilatus gebracht omdat de joodse raad zelf geen doodstraf mag uitvoeren. Hij kan nog niet beslissen omdat hij de stad uit is en bijna terugkomt. Uiteindelijk heeft Petrus 3 keer ontkend dat hij Jezus kende voordat de haan kraaide. Judas heeft zichzelf opgehangen aan een boom omdat hij een zodanig schuldgevoel had tegenover Jezus. Als Pilatus terugkomt naar Jeruzalem zijn er ondertussen rellen aan de gang. Hij zit helemaal niet te wachten op een zaak over het geloof en wil Jezus eigenlijk helemaal niet veroordelen. De joodse raad zegt dat Jezus zichzelf koning van de joden noemde. Dit wordt geteld als hoogverraad en dat word zwaarder gestraft. Jezus moet binnenkomen bij Pilatus en aan hem word gevraagd of hij een koning is en Jezus zegt: ’Ja.’ Omdat Jezus heeft bekent wordt hij door 2 erg gespierde mannen geslagen met zwepen. Als ze hem hebben afgetuigd doen ze hem een mantel om en een kroon van prikkers op omdat hij zichzelf een koning noemde. Daarna moet Jezus weer naar Pilatus en de priesters toe en er wordt aan hem gevraagd te praten maar dit doet Jezus niet. Pilatus zegt dat hij Jezus kan vrijlaten of dat hij hem kan laten kruisigen. Het volk mag beslissen of Barrabas of Jezus dood moet. Degene die ter dood veroordeeld word wordt dus gedood en de ander word vrijgelaten. Het is Pascha en dan is het een joodse traditie dat er een ter dood veroordeelde word vrijgelaten. Het volk kiest ervoor dat Barrabas mag worden vrijgelaten en dat Jezus moet worden gekruisigd. Het duurt niet erg lang voordat Jezus word gekruisigd. Hij moet door heel Jeruzalem lopen met de dwarsbalk van het kruis op zijn rug omdat de plaats waar de kruisigingen worden uitgevoerd buiten Jeruzalem ligt. Onderweg naar deze plek wordt Jezus hoofd dat onder het zweet zit afgeveegd door een vrouw. Volgens verhalen blijft de afdruk van Jezus’ hoofd over in de doek genaamd: ‘de doek van Veronica.’ Als Jezus op het kruis hangt worden zijn handen vastgespijkerd dit was een extra marteling want die was niet de gewoonte. Jezus zou op dezelfde dag als dat hij werd gekruisigd nog dood gaan. Vlak voor zijn dood citeert hij het schrift psalm 22. Er zijn verhalen dat er Romeinse soldaten waren die er wel 2 tot 3 dagen over deden om dood te gaan. De mensen die werden gekruisigd die stonden op een balk en als het te lang duurde voordat hij doodging dan werden zijn benen gebroken. Bij Jezus gebeurde dit niet bij de 2 mannen die naast en stonden en tegelijk met Jezus werden gekruisigd gebeurde dit wel. Dit gebeurde omdat je doodging doordat je armen de hele tijd scheef stonden tegenover je middenrif. Dan kon je uiteindelijk geen adem meer halen en dus ging je dood. Een moordenaar die naast Jezus staat vraagt hem om vergiffenis vlak voor zijn dood, hij krijgt vergiffenis. Hij zal samen met Jezus naar het paradijs gaan. Dit is een voorbeeld van dat het nooit te laat is om vergeving te vragen. Als Jezus dood is mogen Maria en Maria van Magdela nog even naar het kruis omdat ze hiervoor toestemming krijgen van een Romeinse officier. Het was dezelfde officier die en doodzieke knecht had die door Jezus is genezen. Als Jezus is gestorven zal hij op de derde dag van zijn dood zal hij weer opstaan uit zijn graf. Hij verschijnt dan alleen aan zijn volgelingen. Johannes krijgt van Jezus de opdracht voor zijn moeder te zorgen. De man van de joodse raad Nicodemus heeft spijt. Natuurlijk ook Petrus rouwt om de dood van Jezus. Het lichaam van Jezus mag worden meegenomen omdat hierom is gevraagd. Dit gebeurt vlak voor zonsondergang want daarna is de sabbat en dan mag je niet meer werken. De joden waren bang om dat wat Jezus had gezegd dat hij op de derde dag van zijn dood zou opstaan. Ze zijn bang dat de discipelen het lichaam van Jezus stelen het ergens anders begraven en dan zeggen dat hij is opgestaan. Ze willen dat de Romeinen het graf bewaken en vragen dit aan Pilatus. Dit zal ook gebeuren. Er zijn op zondagmorgen 3 vrouwen op weg naar het graf van Jezus, ze hebben zalven en kruiden mee. Ze zijn van plan om het lichaam van Jezus te balsemen. Dit mocht niet op de sabbat dus vandaar dat ze het op zondagmorgen doen. Dit waren de vrouwen die ook naar Jezus toe gingen toen hij nog aan het kruis hing. Het waren Maria, Maria van Magdela en nog een onbekende vrouw. Ze werden tegen gehouden door de Romeinse soldaten die het graf bewaakten. De soldaten vragen wat ze komen doen en ze leggen het uit waarna ze naar binnen mogen. De soldaten gaan mee naar het graf om de steen die ervoor ligt weg te rollen. Onderweg naar het graf zijn er gestaltes die zeggen: ‘Wat zoeken jullie levenden bij de doden?’ Dit wordt ook nog een keer herhaald. Dan ontdekken ze dat Jezus verdwenen is. Dat zien ze omdat de kleren er nog wel liggen maar Jezus zelf niet. De discipelen zijn nog op een geheime plaats in Jeruzalem. Daar krijgen ze het bericht te horen dat Jezus verdwenen is. Er ontstaat een twijfeling over wat er gebeurd is sommige denken dat hij gestolen is en sommige dat hij opgestaan is. Maria van Magdela komt en zegt dat ze Jezus al heeft gezien. Ze geloven haar gedeeltelijk niet. Thomas is de aanvoerder van de discipelen die er niet in geloven. Hij is niet voor niets ongelovige Thomas. Petrus is de enige die er in gelooft en hij probeert de anderen er van te overtuigen. Jezus verschijnt uiteindelijk ook aan de discipelen en hij geeft ze de opdracht om zijn boodschap uit te dragen aan de hele wereld. Zij waren zijn getuigen. Ze waren zijn discipelen(leerlingen) en werden nu apostelen(gezondenen). Het geloof van Jezus is doorgebracht van generatie op generatie en zo verder zodat er nu nog over hem gesproken word als de zoon van god. De Vragen:

Waar ging de film over?

- De film ging over het leven van Jezus van Nazareth.

Waar deed de figuur Jezus jou aan denken. Welke gevoelens/gedachten riep dat bij jou naar boven (meelijden, bewondering of ergernis)?

- Het figuur Jezus deed mij denken aan een machtig iemand waarnaar iedereen luister. Ik kon Jezus hiervoor ook al dus ik dacht ook vaak aan Jezus zelf. Ik heb veel bewondering voor die man die zomaar alles durfde te zeggen en te doen. Ook bewonder ik hem omdat hij zijn leven heeft gegeven voor anderen en omdat hij veel geleden heeft.

Wat vond je het kenmerkende van Jezus woorden en daden?

- Het kenmerkende vond ik dat er achter bijna alles wat hij zei een dubbele betekenis zat en dat je vaak goed moest nadenken en dat moest je willen om hem te begrijpen. En zijn daden daaraan vond ik kenmerkend dat hij altijd dingen deed om mensen te helpen.

Hoe reageerden de mensen uit Jezus tijd op hem?

- Een heleboel mensen geloofden in hem en volgenden hem maar er waren ook erg veel mensen die hem niet geloofden en hem haten en hem zelfs dood wilden hebben. Ze waren dan bang dat Jezus hen macht wou afpakken.

Welke figuren uit de geschiedenis doen je aan Jezus denken en waarom?

- Mozes omdat die ook op de wereld was gekomen met een taak van god. En ook een beetje Napoleon omdat die ook helemaal vanaf onderop omhoog klom en uiteindelijk veel mensen voor en tegen zich had. Het Slot Ik heb bijna geen andere bronnen gebruikt als mijn aantekeningen. Ik heb alleen 1 plaatje gebruikt vanaf het Internet. Het adres was: http://nascholing.hs-ipabo.edu/katechese/bouwstenen/evangelieverhalen/afb_ev/kaart.jpg

Het meest opvallende stuk uit het leven van Jezus vond ik dat hij er toch voor koos om te worden vermoord en op het kruis hing en toen nog iets citeerde. En dat hij de man naast hem nog vergaf.

REACTIES

R.

R.

geweldig filmverslag!!!!!!!!!!!

20 jaar geleden

M.

M.

Tanx Pieter
scheelde weer wat werk.

20 jaar geleden

M.

M.

Ik vind die 5 zelfs te hoog

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Jesus (1999)"