Raspoetin
De zeer gelovige tsarina Alexandra was tijdens haar pogingen om een zoon te krijgen in contact gekomen met allerlei mystici. Een daarvan was de in 1871 in Siberië geboren Grigori Jefimovitsj Novitsj, bijgenaamd Raspoetin (= de losbandige). Hij was de zoon van een dief en alcoholist en was van boerenafkomst. Alhoewel hij in 1895 was getrouwd en drie kinderen had, leidde hij het leven van een rondtrekkende ‘starets’. Dat is een man die in de Russisch-orthodoxe religie als een soort geestelijke leidsman optreedt. Hij trok ook erg veel rond door Rusland. Door zijn roep van heilig wonderdoener had hij grenzeloze populariteit gekregen, vooral onder rijke vrouwen in Rusland. Raspoetin deed zich voor als profeet en wonderdoener. Zo werd hij in 1905 ook geïntroduceerd in de kring van de keizerlijke familie ter genezing van de hemofilie van de troonopvolger Alexej. Het scheen dat als Alexej een aanval had of hevig bloedde, dat meteen stopte als Raspoetin bij hem kwam.
Hij kreeg vooral via de bijgelovige tsarina een buitensporig grote invloed, ook op politiek gebied. Hij beweerde ook dat het tsarendom alleen van de politici gevaar te vrezen had, terwijl het volk de heersers adoreerde. Zonder opleiding en kennis van zaken benoemde hij ministers. Voor flinke bedragen (smeergeld) zorgde hij ervoor dat diverse mensen hoge politieke functies kregen. Velen die in kringen rond het hof verkeerden waren erg ongelukkig met de steeds groter en belangrijker wordende rol die Raspoetin speelde. De grote corruptie van de Russische topambtenaren en het wangedrag van Raspoetin dwongen Nicolaas’ verwant Grootvorst Nikolai en zijn eigen moeder Maria om de tsaar te verzoeken de machtige monnik uit het tsarenpaleis te verwijderen. Maar de tsaar en de tsarina wilden daar niet van horen. Daarom besloten Russische monarchisten Raspoetin te doden. Zij noemden deze vreemde man met zijn lange baard, enge ogen en hypnotiserende krachten de ‘heilige duivel’ en de ‘waanzinnige monnik’.
Op 7 december 1916 nodigde vorst Joesoepov Raspoetin uit in zijn paleis. Men bood hem vergiftigd gebak en madeira aan, terwijl de andere samenzweerders boven zaten te eten; maar Raspoetin gaf geen teken van ongemak. Nadat er twee uren waren verstreken waarna Raspoetin nog steeds gewoon leefde hield Joesoepov het niet meer uit en schoot Raspoetin met een geweer in zijn rug. De dokter had hem bijna dood verklaard, maar ineens stond hij weer op en viel Joesoepov aan. Raspoetin rende krijsend van woede naar boven. Op de een of andere manier wist de man het erf te bereiken. Daarna werd hij nog een paar keer beschoten tot hij eindelijk dood was. De vijf samenzweerders wikkelden het lijk in een gordijn en schoven dit onder het ijs van de Neva rivier.
Uiteindelijk zou Raspoetins invloed op Nicolaas en Alexandra fataal voor de monarchie zijn.
b. Buitenlandse politiek
Alexej’ s geboorte in augustus 1904 betekende een kort, maar schitterend tegenwicht tegen Ruslands rampzalige oorlog met Japan, die zes maanden eerder was begonnen.
De Japanse oorlog was op de volgende manier ontstaan.
Op het gebied van de buitenlandse politiek was tsaar Nicolaas stuurloos. Hij had geen vaste ideeën of plannen. Het enige dat hij meende, was dat Rusland een onmetelijk groot rijk moest blijven, en zo mogelijk nóg groter worden. Daarom had hij in 1895 Port Arthur verworven aan de Stille Oceaan. Dit was een belangrijke haven omdat hij ijsvrij was. Daarna had Rusland ook een groot deel van Mantsjoerije in Azië bezet. Vanaf 1903 begonnen de Russen Korea te bezetten. Maar de Japanners vonden dat niet zo prettig, omdat zij vonden dat de Russen nu wel erg dichtbij kwamen. Daarom gingen de Japanners in 1904 in de tegenaanval.
In februari 1904 vielen de Japanners de Russische vlootbasis in Port Arthur aan. Dit betekende oorlog. Nicolaas dacht dat dit een fluitje van een cent zou zijn: niemand verwachtte echter dat het kleine Japan het geweldige Russische leger kon verslaan!
Maar dit viel flink tegen. De Japanners bleken een hele sterke vloot te hebben en ze waren heer en meester op zee. Ze konden overal landen waar ze wilden. Bovendien waren er op het Aziatische vasteland veel meer Japanse dan Russische troepen.
Het liep dus heel anders dan verwacht. De Russen dachten dat het een korte, snelle overwinning zou worden. Integendeel: het werd een vernederende nederlaag. Het ergste kwam in januari 1905 toen Port Arthur overgegeven moest worden aan de belegerende Japanse strijdkrachten.
Het verlies van de haven Port Arthur was de vonk die het kruidvat dat Ruslands maatschappij was, tot ontploffing bracht.
c. Binnenlandse politiek
De tsaar had gedacht dat hij met de oorlog tegen Japan (die hij zeker zou winnen, dacht hij) de aandacht van zijn volk, dat steeds ontevredener en onrustiger werd, zou kunnen afleiden. De sociale structuur van het keizerrijk Rusland was namelijk in deze jaren flink gaan scheuren. Er waren misoogsten geweest in 1897 en 1898, gevolgd door hongersnood en massale migratie van boeren naar de steden. Banken gingen failliet en de wisselkoers van de roebel was niet stabiel door de snelle industrialisatie van Rusland, dat weinig op veranderingen was voorbereid.
Er was dus een degelijke binnenlands beleid nodig. Maar het was bekend dat tsaar Nicolaas in binnenlands beleid telkens een andere adviseur had en nu eens naar deze, dan weer naar die luisterde. Dit betekende dat er op de Russische troon een vacuüm zat, dat niemand de touwtjes stevig in handen had.
Ook hield Nicolaas koppig vast aan zijn politiek van ‘russificatie’, dat wil zeggen dat alle bewoners van het grote Rusland als Russen moesten leven. Hij duldde niet dat minderheden zoals joden, Polen, Oekraiëners vasthielden aan hun eigen cultuur, godsdienst e.d.
Het gevolg van deze economische en sociale problemen was dat hij onder zijn volk steeds meer tegenstanders kreeg, mensen die het niet eens waren met zijn starre en stuurloze politiek. En toen was er op 1 januari 1905 ook nog het vernederende verlies van Port Arthur.
Bloedige Zondag
De politieke situatie was het meest explosief in St. Petersburg. In januari 1905 groeide een kleine staking in een staalfabriek snel uit tot een massaal arbeidsconflict. Alles wat de demonstranten nodig hadden was een leider en deze verscheen in de persoon van vader Grigorij Gapon, een jonge priester die in het geheim werkte voor het ministerie van Binnenlandse Zaken, maar die zich nu ontpopte als een revolutionair. Hij was het die op het idee kwam een mars te organiseren naar het Winterpaleis om de tsaar een petitie aan te bieden. Het volk wendde zich rechtstreeks tot de soeverein. In de petitie werd gevraagd om fundamentele hervormingen, waaronder de oprichting van een grondwetgevende vergadering en het verlenen van algemeen kiesrecht. Niemand vertelde de tsaar van de ophanden zijnde mars tot de nacht van 21 januari. Niemand leek rekening te hebben gehouden met de mogelijkheid dat de tsaar inderdaad met de demonstranten een ontmoeting zou hebben en naar hun grieven luisteren. In plaats daarvan had de minister van binnenlandse zaken troepenversterkingen laten aanrukken.
Op 22 januari begon de mars vreedzaam en meer dan 100.000 personen uit de arme delen van de stad stroomden naar het Winterpaleis. Zij droegen iconen en afbeeldingen van Nicolaas II en de stemming was goed, vol verwachting. Sommigen zongen liederen, waaronder het volkslied ‘God behoede de tsaar!’ Maar voor de stoet het Winterpaleis had bereikt, kwam het tot een treffen met zwaarbewapende troepen. Nog liepen de demonstranten door. Toen openden de soldaten het vuur. Honderden werden bij deze slachtpartij gedood, onder wie veel vrouwen en kinderen die uit solidariteit waren meegelopen, volledig te goeder trouw. Dit was de gebeurtenis die bekend kwam te staan onder de naam
‘Bloedige Zondag’, de directe aanleiding tot de revolutie in 1905.
Nicolaas zat in een van zijn andere paleizen en hoorde van het drama. Het enig commentaar dat van hem bekend is, is de aantekening ‘Pijnlijk en verdrietig’ in zijn dagboek.
Vele maanden hield Nicolaas voet bij stuk, terwijl de revolutie om zich heen greep, met een woeste golf van opstanden, stakingen, muiterijen, moorden, het doorsnijden van elektrische leidingen en het opblazen van spoorlijnen, een opstand onder de boeren die uiteindelijk iedere uithoek van Rusland in zijn greep kreeg. Duizenden opstandelingen werden zonder vorm van proces doodgeschoten tijdens de er op volgende repressie, maar de stakingen gingen door en de opstand verspreidde zich. De keizerin zei hiervan dat het was ‘als een paard dat zeer vast in de hand gehouden en op hol was geslagen omdat de teugels gevierd waren.’ Zij bedoelde daarmee dat je het volk vooral niet te veel vrijheid moet geven, want dan gaat alles mis. De tsarina wilde het liefst dat alles bleef zoals het altijd al geweest was. Het was vroeger toch ook goed gegaan toen het volk niets te zeggen had? Zij was dus politiek een zeer behoudende (conservatieve) vrouw, en had daarmee invloed op het beleid van haar man, de tsaar.
De binnenlandse crisis werd heviger in mei 1905, toen ‘de Japanse apen’ de Russische vloot in de Straat Tsoesjima (tussen Korea en Japan) hadden vernietigd, die helemaal uit Europa naar het Verre Oosten was gevaren om de oorlogskansen te keren. Deze slag bij Tsoejima was voor het tsarenrijk helemaal een onverdraaglijke vernedering. Deze laatste ramp maakte de keizer duidelijk dat hij nog maar één ding kon doen: vrede sluiten.
Het kwaad was intussen geschied. De Russen hadden altijd twee zekerheden: hun land, Rusland was een groot, machtig en onverslaanbaar rijk. En verder was Nicolaas II, ‘Vadertje tsaar’, een goed en wijs man, die goed zorgde voor zijn volk en die je dus altijd kon vertrouwen.
Maar na alle economische ellende blies de nederlaag bij Tsoejima het vuur van de revolutie nog verder aan. De Russen waren geschrokken: hun land was dus helemaal niet zo machtig als ze dachten. En na Bloedige Zondag waren ze ook niet zeker meer of Vadertje Tsaar wel zo goed voor hen zorgde.
In plaats dat de tsaar iets deed om de situatie te verbeteren, bleef hij met zijn familie al die tijd teruggetrokken in Peterhof aan de Finse Golf, vanwaar Nicolaas in noodgevallen uit Rusland kon vluchten, zoals zijn regering redeneerde. De familie maakte ook geen tochten op het keizerlijk jacht ‘Standart’ uit angst dat het schip tot zinken zou worden gebracht.
Tenslotte brak in oktober 1905 een nationale spoorwegstaking uit en zag de tsaar zich gesteld voor de keuze tussen een militaire dictatuur met zijn oom, de opperbevelhebber van de troepen, grootvorst Nikolaj Nikolajevitsj als dictator of toe te geven aan de realiteit en aan Rusland een grondwet te verlenen. Hij deed het laatste, maar pas nadat zijn oom gedreigd zichzelf dood te schieten als de tsaar niet zou inbinden. In het zog. Oktobermanifest stemt de tsaar in met meer rechten en bevoegdheden voor de Doema (= Russisch parlement).
In de volgende jaren wordt er telkens een nieuwe Doema gevormd omdat er onenigheid is tussen de Tsaar en zijn ministers. Nicolaas is erg wankelmoedig. Vaak belooft hij eerst iets aan de Doema, maar dan trekt hij het weer terug. Hij ontslaat een van zijn beste ministers, een ander wordt vermoord – en zo blijft het voortdurend erg onrustig in Rusland.
Bloedige Zondag
De politieke situatie was het meest explosief in St. Petersburg. In januari 1905 groeide een kleine staking in een staalfabriek snel uit tot een massaal arbeidsconflict. Alles wat de demonstranten nodig hadden was een leider en deze verscheen in de persoon van vader Grigorij Gapon, een jonge priester die in het geheim werkte voor het ministerie van Binnenlandse Zaken, maar die zich nu ontpopte als een revolutionair. Hij was het die op het idee kwam een mars te organiseren naar het Winterpaleis om de tsaar een petitie aan te bieden. Het volk wendde zich rechtstreeks tot de soeverein. In de petitie werd gevraagd om fundamentele hervormingen, waaronder de oprichting van een grondwetgevende vergadering en het verlenen van algemeen kiesrecht. Niemand vertelde de tsaar van de ophanden zijnde mars tot de nacht van 21 januari. Niemand leek rekening te hebben gehouden met de mogelijkheid dat de tsaar inderdaad met de demonstranten een ontmoeting zou hebben en naar hun grieven luisteren. In plaats daarvan had de minister van binnenlandse zaken troepenversterkingen laten aanrukken.
Op 22 januari begon de mars vreedzaam en meer dan 100.000 personen uit de arme delen van de stad stroomden naar het Winterpaleis. Zij droegen iconen en afbeeldingen van Nicolaas II en de stemming was goed, vol verwachting. Sommigen zongen liederen, waaronder het volkslied ‘God behoede de tsaar!’ Maar voor de stoet het Winterpaleis had bereikt, kwam het tot een treffen met zwaarbewapende troepen. Nog liepen de demonstranten door. Toen openden de soldaten het vuur. Honderden werden bij deze slachtpartij gedood, onder wie veel vrouwen en kinderen die uit solidariteit waren meegelopen, volledig te goeder trouw. Dit was de gebeurtenis die bekend kwam te staan onder de naam
‘Bloedige Zondag’, de directe aanleiding tot de revolutie in 1905.
Nicolaas zat in een van zijn andere paleizen en hoorde van het drama. Het enig commentaar dat van hem bekend is, is de aantekening ‘Pijnlijk en verdrietig’ in zijn dagboek.
Vele maanden hield Nicolaas voet bij stuk, terwijl de revolutie om zich heen greep, met een woeste golf van opstanden, stakingen, muiterijen, moorden, het doorsnijden van elektrische leidingen en het opblazen van spoorlijnen, een opstand onder de boeren die uiteindelijk iedere uithoek van Rusland in zijn greep kreeg. Duizenden opstandelingen werden zonder vorm van proces doodgeschoten tijdens de er op volgende repressie, maar de stakingen gingen door en de opstand verspreidde zich. De keizerin zei hiervan dat het was ‘als een paard dat zeer vast in de hand gehouden en op hol was geslagen omdat de teugels gevierd waren.’ Zij bedoelde daarmee dat je het volk vooral niet te veel vrijheid moet geven, want dan gaat alles mis. De tsarina wilde het liefst dat alles bleef zoals het altijd al geweest was. Het was vroeger toch ook goed gegaan toen het volk niets te zeggen had? Zij was dus politiek een zeer behoudende (conservatieve) vrouw, en had daarmee invloed op het beleid van haar man, de tsaar.
De binnenlandse crisis werd heviger in mei 1905, toen ‘de Japanse apen’ de Russische vloot in de Straat Tsoesjima (tussen Korea en Japan) hadden vernietigd, die helemaal uit Europa naar het Verre Oosten was gevaren om de oorlogskansen te keren. Deze slag bij Tsoejima was voor het tsarenrijk helemaal een onverdraaglijke vernedering. Deze laatste ramp maakte de keizer duidelijk dat hij nog maar één ding kon doen: vrede sluiten.
Het kwaad was intussen geschied. De Russen hadden altijd twee zekerheden: hun land, Rusland was een groot, machtig en onverslaanbaar rijk. En verder was Nicolaas II, ‘Vadertje tsaar’, een goed en wijs man, die goed zorgde voor zijn volk en die je dus altijd kon vertrouwen.
Maar na alle economische ellende blies de nederlaag bij Tsoejima het vuur van de revolutie nog verder aan. De Russen waren geschrokken: hun land was dus helemaal niet zo machtig als ze dachten. En na Bloedige Zondag waren ze ook niet zeker meer of Vadertje Tsaar wel zo goed voor hen zorgde.
In plaats dat de tsaar iets deed om de situatie te verbeteren, bleef hij met zijn familie al die tijd teruggetrokken in Peterhof aan de Finse Golf, vanwaar Nicolaas in noodgevallen uit Rusland kon vluchten, zoals zijn regering redeneerde. De familie maakte ook geen tochten op het keizerlijk jacht ‘Standart’ uit angst dat het schip tot zinken zou worden gebracht.
Tenslotte brak in oktober 1905 een nationale spoorwegstaking uit en zag de tsaar zich gesteld voor de keuze tussen een militaire dictatuur met zijn oom, de opperbevelhebber van de troepen, grootvorst Nikolaj Nikolajevitsj als dictator of toe te geven aan de realiteit en aan Rusland een grondwet te verlenen. Hij deed het laatste, maar pas nadat zijn oom gedreigd zichzelf dood te schieten als de tsaar niet zou inbinden. In het zog. Oktobermanifest stemt de tsaar in met meer rechten en bevoegdheden voor de Doema (= Russisch parlement).
In de volgende jaren wordt er telkens een nieuwe Doema gevormd omdat er onenigheid is tussen de Tsaar en zijn ministers. Nicolaas is erg wankelmoedig. Vaak belooft hij eerst iets aan de Doema, maar dan trekt hij het weer terug. Hij ontslaat een van zijn beste ministers, een ander wordt vermoord – en zo blijft het voortdurend erg onrustig in Rusland.
d. Eerste Wereldoorlog
In de zomer van 1914 raakte Rusland in oorlog met Oostenrijk en Duitsland.
Het begin van de oorlog werd in Rusland, evenals overal elders in Europa, met overweldigende geestdrift begroet in een orgie van nationalistisch gevoel waardoor iedereen verrast werd. Het volk vergat Raspoetin. Zij vergaten hun ontevredenheid met het regime van de tsaar, en beloofden de tsaar en het land te verdedigen. Tienduizenden mensen vielen op hun knieën voor het Winterpaleis en zongen het volkslied toen Nicolaas en Alexandra verschenen om hen te begroeten op het balkon op de dag van de oorlogsverklaring. Ook de Doema steunde de oorlog. De naam van de hoofdstad veranderde van Sint Petersburg, dat te Duits klonk, in Petrograd, een Russische vorm van de naam.
Het enthousiaste volk juicht tsaar Nicolaas toe
Het volk zou minder enthousiast geweest zijn, indien het de toestand waarin het leger verkeerde, geweten had. De Russische soldaat kon goed vechten, maar zijn leiders wisten weinig van de moderne oorlogvoering en velen van hen waren onbetrouwbaar. De aanvoer van goederen was een probleem, er waren niet genoeg wapens en munitie. Binnen een jaar hadden de Russen Polen, een stuk van Litouwen, en een groot stuk van de Oekraïne en Wit-Rusland verloren. Miljoenen manschappen waren gedood of gevangengenomen.
Nicolaas toonde nu zijn zwakheid en Alexandra haar kracht. Meer en meer handelde de tsaar op haar advies – en zij werd door Raspoetin geleid. In september 1916 nam Nicolaas op aandringen van zijn vrouw en tegen het advies van elk weldenkend mens het oppercommando over. Hij verving daarbij zijn oom, Nikolaj Nikolajevitsj als opperbevelhebber. (Alexandra haatte Nikolaj, die één van Raspoetins felste tegenstanders was geworden en had heftig aangedrongen op zijn ontslag.) Doch dit kon niets aan het verloop van de oorlog veranderen. In 1916, toen de verschrikkelijke Russische winter voor de deur stond, stierven de manschappen aan het front met duizenden. (Aan het eind van 1917 waren er meer dan drie miljoen Russen gesneuveld.) De soldaten die het overleefden, begonnen uit het verslagen leger te deserteren. In Rusland zelf stortte de economie helemaal in, de regering van de tsaar desintegreerde, terwijl de keizerin, doodmoe en onder de slaapmiddelen, alleen nog maar naar Raspoetin luisterde. Kort hierna werd Raspoetin vermoord
4) De ondergang
Al deze factoren overziend (Raspoetins fatale invloed, de catastrofale binnenlandse situatie, de dramatische verliezen in de oorlog) kon het alleen nog maar slecht aflopen met tsaar Nicolaas. De oorlog bespoedigde de ondergang van de tsaar.
Heel Rusland was verzwakt en uitgeput en wilde dat de oorlog zo snel mogelijk zou ophouden. Velen hadden ook het vertrouwen in de tsaar verloren. In februari 1917 werd Petrograd geteisterd door stakingen, die door oproeren en rellen werden gevolgd. Voor de tsaar werd de toestand onhoudbaar en op 16 maart 1917 deed hij, gedwongen door de omstandigheden en in een uiterste poging de situatie te redden, afstand van de troon. Hij kreeg huisarrest in zijn paleis. Een paar maanden later wordt hij met zijn vrouw en kinderen overgebracht naar een stad in Siberië.
In oktober 1917 vond de Oktoberrevolutie plaats, waarbij de communisten de macht grepen. Dezen hadden inmiddels veel aanhang gekregen, niet alleen omdat ze vonden dat iedereen gelijk moest zijn en geen verschil tussen arm en rijk zou horen te zijn, maar vooral omdat ze wilden dat er vrede kwam. De leider van de fanatiekste communisten (bolsjewieken) heette Lenin. Hij is het die de opdracht gaf dat op 17 juli 1918 tsaar Nicolaas, tsarina Alexandra en hun vijf kinderen werden geëxecuteerd.
Daarmee kwam een einde aan het tsarenrijk.
5) De allerlaatste tsaar
Toch was Nicolaas niet de laatste tsaar. Hij had in maart 1917 namelijk afstand gedaan ten gunste van zijn jongere broer Michaïl. Dit betekende dat deze officieel was Zijne Majesteit Michaïl II, keizer van alle Russen. Hij accepteerde het feit dat hij de nieuwe tsaar was – maar trad diezelfde dag (3 maart) weer af, omdat hij zag dat zijn positie onhoudbaar was.
Een jaar later werd Michaïl vermoord door de bolsjewieken.
6) Gebruikte literatuur
Kurth, Peter, Tsaar (Toronto 1995)
Paoli, Dominique en Boulay, Cyrille, Nicolaas II en zijn familie (Parijs 1992)
Crawford, Rosemary en Donald, Michael & Natasha (London 1997)
Radzinsky, Edward, De laatste Tsaar (London 1992)
Ik heb ook het internet gebruikt. Ik heb op het internet diverse sites bezocht over de tsaren. Onder andere de site www.intromanovsociety.com
REACTIES
1 seconde geleden