Maatschappijleer pta hoofdstuk 1 politieke besluitvorming
§ 1 Politiek
Politici
Mensen die de verantwoordelijkheid hebben bij belangrijke politieke kwesties. De beslissingen die zij nemen zijn belangrijk voor alle mensen in dit land. Ze beslissen o.a. leerplicht verzekering straffen e.d.
Er zijn 3 politieke lagen in een land
· Het hele land
· De provincie
· De gemeente
Internationaal heb je de Europese Unie (invoering euro) en de verenigde naties (militairen)
Politici kunnen niet zomaar alles beslissen wat ze willen want · Ze moeten zich houden aan de grondwet · Ze worden gevolgd door de media · De vrijheid van de politici word beperkt door de kiezers
Gezag (de macht) · Is wettelijk geregeld · Wordt gecontroleerd door de bevolking · Wordt geaccepteerd door de burgers
Hoe kun je invloed hebben op de politiek? · Stemmen (verkiezingen van de 2e kamer heeft het hoogste opkomstpercentage, verder heb je gemeente verkiezingen provinciale en Europese) · Lid worden van een politieke partij (3% is lid van een politieke partij, zo kun je het verkiezingsprogramma beïnvloeden en proberen om je verkiesbaar te stellen voor de 2e kamer of de gemeenteraad · Contact opnemen met politici via een spreekuur of telefonisch · Een verzoek indienen · De pers benaderen · Lid worden van een actiegroep · Burgerlijke ongehoorzaamheid (door b.v. de belasting niet te betalen of beschadigen van objecten. § 2 politieke stromingen en partijen ideologie (het geheel van ideeën over de mens relaties en de inrichting van de samenleving) ideologieën hebben duidelijke standpunten over · Normen en waarden · Sociaal economische structuur · Machtsverdeling
Progressief
Ø Vooruitstrevend (pleiten voor grote veranderingen, actiegroepen)
Ø Positieven en negatieve veranderingen
Conservatief
Ø Behoudend (kijken meer naar het verleden en naar wat al behaald is)
Ø Traditionele waarden en normen zijn belangrijk
Ø Rectionair oude regels van vroeger weer opnieuw invoeren
Links
Ø Progressief
Ø Gelijkwaardigheid (ze komen op voor mensen met een achterstandspositie, gelijke kansen voor iedereen op onderwijs werk inkomen)
Ø Bescherming voor de zwakkere
Rechts
Ø Conservatief
Ø Persoonlijke en economische vrijheid
Ø Eigen initiatief, mensen moeten hun eigen gang kunnen gaan, de overheid moet zich nergens mee bemoeien alleen als het echt nodig is. Zo kunnen mensen zich onderscheiden van anderen
Liberalisme
ontstond in het eind van de 19e eeuw als gevolg van de Franse revolutie, de burgerij kwam in opstand want de almacht/ koning had te veel macht.
· Vrijheid, mensen moesten zelf meer huneigen gang kunnen gaan. Vooral de fabrikanten en de kooplieden waren voor het liberalisme
· Conservatief, mensen moesten zelf hun hoofd boven water houden. De liberalen willen de uitkeringen zo laag mogelijk houden. De VVD is in ons land het meest liberaal.
Socialisme
Deze stroming ontstond ook in de 19e eeuw op reactie op het Liberalisme.
· Gelijkheid, liberalen en socialisten streven allebei naar het welzijn van de mens alleen de liberalen leggen de nadruk op de individuele vrijheid. Socialisten denken dat dan het recht van de sterkste gaat gelden, hun uitgangspunt is gelijkwaardigheid
· Communisme, de ideeën van karl marx waren dat hij dacht dat de fabrikanten de arbeiders altijd zullen uitbuiten. Hij vond daarom dat alle producten in de handen van de overheid moesten komen. Niet alleen de producten maar ook de macht kreeg de overheid hierdoor in handen. In de begin jaren 90 werd het communisme in Europa afgeschaft.
· Sociaal democraten, de socialisten zijn gematigder dan de communisten. Ze vinden alleen wel dat de overheid sturend moet optreden en dat de zwakken in de samenleving beschermd moeten worden. Verder vinden ze dat inkomen macht en kennis meer verspreid moet worden. De PvdA is de grootste socialistische partij in nederland.
Christen democratie
Deze stroming zit in het politieke midden. Deze stroming streeft naar een samenleving op grond van het christendom, hierin is niet de mens het belangrijkst maar God. Ze zitten in het midden omdat ze niet echt kiezen voor de werknemers of de werkgevers.
De politieke partijen
Een partij bestaat uit een groep mensen die dezelfde ideeën hebben over de manier waarop deze samenleving geregeerd moet worden. Van links naar rechts zijn de partijen: SP | groen links | PvdA | D66 | CDA | VVD | GPV,RPF,SGP
PvdA.
· Socialistisch
· Kennis macht en inkomen moet gelijk worden verdeeld
· De overheid moet de ec sturen om werkloosheid tegen te gaan
· Lage inkomens moeten sneller stijgen dan de hoge
· Buitenlanders die langer dan 5 jaar in dit land zijn moeten kiesrecht krijgen
CDA (christen democratisch Appèl)
· Politieke midden
· Gezin is de basis van de samenleving
· Mensen moeten meer voor elkaar zorgen
· Vrouwen mogen niet alleen beslissen over een abortus
· Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor een goede opvoeding
VVD (volkspartij voor Vrijheid en Democratie)
· Rechts van het midden
· Liberaal
· Persoonlijke en economische vrijheid voor mensen en bedrijven
· De overheid moe zo min mogelijk ingrijpen op de ec en pers vrijheid zodat de vrijheid niet word aangetast
· Bezuinigen op overheidsuitgaven
· Grote inkomensverschillen zijn toegestaan
D66 (democraten 66)
· Iets links
· In 1966 opgericht door mensen die vonden dat de politiek was vastgelopen
· Mensen moeten meer worden betrokken bij de politiek
· Gevangenisstraffen moeten worden vervangen door alternatieve straffen
· Wil dat de burgers zelf de minister president kiezen die dan zijn ministers aan wijst
Groen links
· Links van pvda en is in 1989 ontstaan door samenvoeging van drie kleine partijen
· Vind bescherming van het milieu belangrijk
· Bedrijven moeten gedwongen worden schoner te poduceren
· Matigen van ec groei en bezuinigen op defensie
· Gratis openbaar vervoer voor vervanging van de auto
· Homos moeten de zelfde wetten en regels krijgen als gewone paren
Klein rechts
· Drie christelijke partijen ( staatkundig gereformeerde partij SGP, gereformeerd politiek verbond GPV en de reformatisch politieke federatie RPF
· Iedereen moet leven volgens de bijbel
· Voor moord moet de doodstraf mogelijk zijn
· Samenwonen staat niet gelijk aan het huwelijk
· Abortus en euthanasie gelijk aan moord dus beide zijn straf baar
SP (socialistische partij
· Meest links
· Niet alleen politiek maar ook direct voor de mensen, gezondheidscentra en een milieutelefoon
· Voor de armen, rijke moeten meer belasting betalen
CD (centrum democraten)
· Meest rechts (aanhang in grote steden)
· Verloren in 1988 al de zetels in de 2e kamer
· Toename van buitenlanders is de oorzaak van alle problemen
· Ontwikkelingshulp moet worden afgeschaft
§ 3 rechtsstaat en democratie
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
Goeie samenvatting!:) thnQ!
20 jaar geleden
Antwoorden