Vijfjarenplan

Het vijfjarenplan

Het onderwerp van mijn verslag is het eerste vijfjarenplan van Rusland. Mijn hoofdvraag is \"Hoe succesvol was het eerste vijfjarenplan?\" Ik heb hiervoor 5 deelvragen bedacht. 1 Wat is een vijfjarenplan? 2 Wat wilde Stalin met het vijfjarenplan bereiken? 3 Waren er nadelen voor de boeren en arbeiders? 4 Hoe ging het met de industrie en de landbouw? 5 Is het doel van het vijfjarenplan bereikt?

Het vijfjarenplan was dat erin 5 jaar tijd een grote, zware industrie moest worden opgebouwd. Daarom maakten ze een plan voor de productie. In dat plan staat hoeveel elk bedrijf moet produceren binnen een bepaalde tijd. Daarbij werd niet gelet op de kwaliteit en de vraag naar het product. De economie vloeiend laten lopen door middel van een vijfjarenplan wordt ook wel een planeconomie genoemd, de regering heeft hier vooral erg veel over te zeggen. Het tegenovergestelde van een planeconomie is vrije markt.

Omstreeks 1925 leefde 75% van de bevolking op het platteland en rond 1950 al 65% in steden. Dat kwam door het vijfjarenplan. Het eerste vijfjarenplan duurde van 1928 tot eind 1933. De bedoeling van het vijfjarenplan was in een korte tijd zoveel mogelijk te produceren. In hoog tempo moest er van alles en nog wat worden gebouwd en daarvoor was er heel veel geld nodig. Dat geld kon verdiend worden met het exporteren van voedsel. Dat zorgt er weer voor dat de landbouw veel meer moest opbrengen. Al die kleine boerderijtjes konden daar niet voor zorgen, dus moesten ze samen werken en zo kregen ze een groot bedrijf. Zo’n bedrijf heet in het Russisch: ‘Kolchoz’.

Er waren veel nadelen voor de boeren en arbeiders. De boeren moesten veel harder werken in een Kolchoz. Ook moesten ze hun eigen bezittingen afstaan aan de regering. Ze verdienden ook minder dan eerst, toen ze hun eigen boerderijen nog hadden, want nu moesten ze veel produceren tegen een lage prijs. Door al deze nadelen voor de boeren, gingen ze protesteren. Maar Stalin onderdrukte de boeren met geweld. Ook de arbeiders waren niet echt blij met het vijfjarenplan, want ze moesten met machines omgaan. Daar hadden ze nog niet veel ervaring mee, omdat ze van het platteland kwamen. De arbeiders kregen ook een laag loon, maar als ze goed hun best deden, konden ze een hoger loon krijgen en een woning. Maar de meeste arbeiders leefden in slechte woonomstandigheden. Het bouwen van fabrieken was belangrijker dan het bouwen van huizen voor de arbeiders. Ook heerste er honger bij de arbeiders. Als je eisen ging stellen, kon je worden ontslagen.

Voor het vijfjarenplan moest het goed gaan met de industie en landbouw, als dat niet het geval was, zou het vijfjarenplan niet slagen. Voor informatie over de industrie heb ik in het geschiedenisboek gekeken naar de hoeveelheid die gepland was en de hoeveelheid die geproduceerd is. Hieruit blijkt dat het bij de landbouw een beetje blijft schommelen. Bij de zware industrie is er veel vooruitgang door de jaren heen. De productie was wel beter, maar nog niet zo goed als dat het gepland was. Bij de lichte industrie was de hoeveelheid die produceerd werd even hoog. Het veranderde bijna niet.

Het vijfjarenplan was zeker gelukt. Er was zelfs zo hard gewerkt, dat er in plaats van 5 jaar over gedaan werd, alles klaar was na 4 jaar. Als je kijkt naar het doel van Stalin: Dat er in een korte tijd zoveel mogelijk geproduceerd moest worden is het vijfjarenplan wel geslaagd. Maar als je kijkt naar de boeren en arbeiders is het vijfjarenplan niet geslaagd, want zij waren niet blij met de planeconomie. Ze hadden lange werkdagen, slechte woonomstandigheden, lage lonen, enz.

Het vijfjarenplan is in mijn ogen van de ene kant wel succesvol maar van de andere kant niet. Het doel van Stalin was wel bereikt, namelijk dat er in een korte tijd zoveel moest worden geproduceerd. Maar de boeren en de arbeiders hadden het wel erg moeilijk. Ze moesten al hun grond en vee afstaan aan de overheid en moesten in een hoog tempo werken in een kolchoz, ze hadden een laag inkomen, want ze moesten veel produceren voor weinig geld. Ook hadden ze vaak lange werkdagen, weinig voedsel en slechte woonomstandigheden. De arbeiders en de boeren konden moeilijk gaan protesteren, want ze kunnen daardoor ontslagen worden.