Hoofdstuk 6:
Par. 1
Eerste kalenders gebaseerd op regelmaat van de bewegingen van zon maan sterren en hemel.
Vorm van de maan verandert in de maandà deze vormen heten schijngestalten.
Eerste uitbreiding model: de maan draait in 29,5 dagen om de aarde. Tweede uitbreiding model: de aarde draait in een jaar om de zon.
Zonnewijzers oudste klokken die bestaan. 2 manieren maken van kalender: 1. uitgaan van de maan 2. uitgaan van de zon. Aarde draait om zon in 365,25 dagen. Schrikkeljaar= eens in de 4 jaar telt de maand februari 29 dagen. De aarde draait in oostelijke richting om haar as. Spoortijd= vroeger waren de tijden over grote afstanden verschillendà een vaste tijd op de spoorwegen bedacht. Biologische klok = een natuurlijk dag en nacht ritme.
Par. 2
Aarde om de zon met 100000 km/h. in de zomer de zon hoger dan in de winter.
De wisseling van stijgen van zeewater is vloed en dalen van zeewater is eb dit is het getij.
Het getij heeft een periode van 12 uur en 25 minuten. Het getij wordt veroorzaakt door de maan -à door de aantrekkingskracht. Bij zonsverduistering is het altijd nieuwe maan. Maan staat dan precies tussen zon en aarde. Een zonsverduistering duurt maar 7 minuten.
Maansverduistering is als de aarde tussen de zon en de maan staat. Door de schaduw van de aarde verduisterd de zon dan. Dit kan wel 3 kwartier duren. Gedeeltelijke verduistering is als er maar een deel wordt verduisterd. De banen van de maan en de aarde maken een hoek van 5°
Par. 3
Behalve aarde zijn er nog 8 planeten die draaien om de zon. Het duurt heel lang voordat je met de huidige techniek bij een andere planeet komt. Ook nu zijn er ruimtevaartuigen onderweg om de planeten te verkennen. Gemiddeld 1 keer in de 10 jaar kun je een komeet zien met het blote oog. = een brok ijs en vuil met een staart eraan. Meteoren zie je als ze met hoge snelheid de dampkring in komen meestal zijn ze dan helemaal verbrandt. Als een meteoriet toch door de dampkring slaat kan dat grote gevolgen hebben en laat hele grote kraters achter. Ooit was het zonnestelsel een grote wolk stof en gas. Door de onderlinge aantrekkingskracht kwam het steeds dichterbij elkaar. Het vormde een platte schijf. Waaruit voor een groot deel de zon bestaat. De aarde is ook uit deze wolk ontstaan. Het hele heelal is ontstaan uit dezelfde bouwstenen. Dus alles en iedereen maakt deel uit van het universum. Buiten het zonnestelsel zijn de sterren die als lichtpuntjes te zien zijn.
Een ster heeft een diameter van ongeveer een miljoen kilometer. De zon is een ster van gem. grote. Sterren geven licht in plaats van het terug te kaatsen zoals de planeten. Ze zijn erg heet omdat ze zo groot zijnà grote zwaartekracht. Opp zon is 5500 graden. Het centrum is 15000000 graden. Afstand zon-aarde is 150 miljoen kilometer. Zonlicht heeft 8 minuten nodig om de aarde te bereiken.
Par. 4
Je ogen worden minder gevoelig als er lang ligt op schijnt daarom zie je pas na een tijdje de sterren als je naar buiten kijkt. Hoe donkerder hoe groter je pupillen worden.
Telescoop werkt hetzelfde als een vergrootglas. Er wordt meer licht in opgevangen en het vergroot het beeld. Als je een camera aan de lens vastmaakt kun je beter foto’s vergelijken dan dat je alles vergelijkt. Als je de lensopening zo groot mogelijk houdt verzamel je zo veel mogelijk licht (belichtingstijd). Foto’s zijn niet altijd handig want je moet het op de computer zetten en soms zijn bepaalde golflengtes niet eens goed opgevangen.
CCD chip zitten 10duizenden lichtgevoelige cellen. Veel beter dan fotorolletje
REACTIES
1 seconde geleden