Kubisme

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 5e klas vwo | 1730 woorden
  • 4 februari 2009
  • 71 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
71 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Hoe blijf jij online in balans?

Media zijn de hele dag om ons heen en dat is niet zonder effecten. Daarom staat de Week van de Mediawijsheid, die vrijdag is begonnen, in het teken van gezond schermgebruik. Hoe deel jij je schermtijd zo in, dat jij je er goed en gezond bij voelt? We vroegen het aan jongeren in deze video van HoeZoMediawijs.nl.

Lees meer

Tekenen presentatie Kubisme

Onder invloed van Paul Cézannes (1) en de primitieve kunst is het kubisme ontstaan. Paul Cézannes wordt hier genoemd vanwege zijn beroemde expositie waar veel kubisme-werken te zien waren. Het fauvisme droeg bij aan de vorming ervan omdat deze de kleuren losmaakte van de natuur. Er werden dus niet alleen maar natuurlijke kleuren gebruikt, maar ook hele felle kleuren en onnatuurlijke tinten. Veel mensen spreken van het werkelijke ontstaan bij Pablo Picasso en Georges Braque. Toen deze twee elkaar ontmoetten heeft Picasso een schilderij gemaakt ‘Les Demoiselles d’Avignon’. (2) Ook dit schilderij hing op de tentoonstelling van Paul Cézannes. Ze richtten zich vooral op vormen en dit fenomeen wordt zowel beschouwd als een reactie als uitbreiding op het expressionisme, omdat ze beiden (dus het expressionisme en het kubisme) strijden tegen de academie-dictatuur en het sterk doorgegeven naturalisme. Deze twee splitsen later op en het expressionisme komt vooral tot bloei in Duitsland en het Kubisme in Frankrijk. Het vernieuwende aspect dat kubisme naar voren brengt is dat het niet meer gaat om ‘Hoe leg ik mijn waarnemingen vast?’ maar om ‘Kan ik mijn waarnemingen vertrouwen?’ en ‘Kan ik volstaan met weer te geven wat ik door één oog zie?’

Periodes


Het kubisme wordt in drie periodes opgedeeld. Het geometrisch kubisme, het analytisch kubisme en het synthetisch kubisme.
Het geometrisch kubisme (2) liep van 1907 tot 1909. Braque en Picasso laten hier hun lineaire perspectief achter zich, omdat ze inzagen dat dit ook lang niet alles van de visuele waarheid kon weergeven. In de klassieke techniek werd er met het hoofd stil gezeten en gekeken met één oog naar wat men wilde weergeven. In deze stroming van het kubisme schildert men nogal herkenbare en samenhangende vormen, zoals huizen en fruit, maar deze schilderijen lijken op het eerste gezicht opgebouwd uit meetkundige vormen (cirkels, driehoeken, vierkanten). ‘Les Demoiselles d’Avignon’ is een goed voorbeeld van het geometrische kubisme, omdat je bijvoorbeeld duidelijk ziet dat er géén lijn is gebruikt om de ‘horizon’ aan te geven. Alle vormen zijn een beetje ‘hoekig’ en door de verschillende kleuren wordt goed aangegeven wat zich op de voorgrond en de achtergrond bevindt en het brengt dynamiek in het schilderij. Hieruit blijkt dat Picasso niet met zijn hoofd heeft stilgezeten en dit heeft geprobeerd weer te geven.

Analytisch


Het analytisch kubisme (3) liep van 1910 tot 1912 en richtte zich vooral op kubussen. Van het latijnse woord ‘Kubus’ (dobbelsteen) is het kubisme afgeleid en in deze stroming binnen het kubisme werden vaak kubussen gebruikt als basisvorm. De natuur werd hier afgebeeld in vormen als kegels, bollen, en (natuurlijk) kubussen, en alles werd vereenvoudigd. Kleuren werden minder belangrijk en grijze en bruine tinten overheersten, maar kleuren maakten later een opleving mee. De witte vlakken in de kunstwerken waren ook heel belangrijk als een versterkend object voor de rest van het vlak. Belangrijke onderwerpen binnen deze substroming waren landschappen, mensen en stillevens. Picasso en Braque gebruiken in deze stroming vormen in de vorm van fragmenten, die vaak en naast elkaar afgebeeld worden en samen met de witte vlakken toch een geheel vormen. Deze manier van schilderen mondt uit in het wisselen van perspectief in één schilderij en het wegcijferen van kleuren tegen vormen en structuren, waardoor vaak niet meer zichtbaar is wát er nou afgebeeld wordt. Hierdoor ontstaat een zekere hang naar abstractie, maar Picasso en Braque deinsen hier voor terug, omdat ze ervan overtuigd zijn dat alleen de werkelijkheid zoals ze zich aan ons toont de basis kan zijn van kunst. Het schilderij ‘vrouw’ van Georges Braque is een goed voorbeeld van analytisch kubisme omdat hier zeer duidelijk grijs en bruintinten de boventoon voeren. Het is ook niet meer héél duidelijk wat er afgebeeld wordt en het heeft iets van een collage door het wisselen van perspectief. Je ziet ook dat de witte vlakken gebruikt zijn om de lichtval te accentueren (bijvoorbeeld op de zijkant). Ook ‘portret van Vollard’ van Picasso (4) is een duidelijk voorbeeld van analytisch kubisme omdat ook doffe en donkere kleuren hier te zien zijn, en ook niet meteen bij de eerste aanblik duidelijk is wat afgebeeld wordt. Je ziet bij dit schilderij wel sneller dat een oudere man wordt bedoeld dan dat je bij schilderij 3 ziet dat een vrouw wordt afgebeeld.

Synthetisch


In het synthetisch kubisme, begonnen na 1913, vindt men het juist weer belangrijk objecten te herstellen. Niet door de oorspronkelijke staat weer te geven maar om de omtreklijn en de materie zo realistisch mogelijk af te beelden. Deze fase in het kubisme wordt ook wel de associatieve fase genoemd omdat alles weer zijn vorm en materiaal terug krijgt in schilderijen, in tegenstelling tot de voorgaande fase. Tegelijk wordt iets gezocht om de sfeer (van afgebeelde muziekinstrumenten) weer te geven met kleur. Ook worden er stukken krant, meubelbekleding en touw gebruikt om de realistische waarde van het schilderij eruit te halen, en kleur krijgt weer een rol. Een typisch voorbeeld van synthetisch kubisme is ‘Soldier of the first division’ van Kasimir Malevich (5). Een kenmerk dat hier duidelijk naar voren komt is dat kleur weer terug komt in het kubisme, en dat het het uiterlijk heeft van een collage. Dit wordt bereikt door de verschillende vakken in verschillende kleuren en patronen. Het centrale blauwe vak draagt aan het stapeleffect bij. Hierdoor ontstaat er diepte doordat er delen van vlakken wegvallen. Er worden ook gebruiksvoorwerpen gebruikt, zoals een thermometer en een postzegel, dit versterkt het effect van een collage (zoals wij nu plaatjes uit tijdschriften knippen en ze opplakken), én ze worden in hun werkelijke vorm weergegeven.

Picasso


Pablo Picasso is een van de bekendste schilders van het kubisme. Hij heeft in elke vorm een aandeel geleverd. Toen hij op de kunstacademie ‘La Lonja’ een serie portretten en grote figuren composities creëerde, brak hij al snel met zijn eerdere academische traditionele werkwijze, wat ook een gevolg was van zijn verblijf in een klein dorpje waar hij herstelde van zijn roodvonk. In Barcelona voelde hij zich meer op zijn plaats, maar wilde toch ook vaak Parijs bezoeken, omdat dit het middelpunt van de avant-garde was (6). Hij nam de basis van deze stijl dan ook snel tot zich, en beleefde zijn blauwe periode waarin zijn schilderijen uitstraalde dat hij het niet gemakkelijk had (7). Dit is een duidelijk voorbeeld van Picasso’s blauwe periode. Je ziet dat dit een schilderij met een deprimerende sfeer is, er zijn slechts koude kleuren gebruikt en blauw is de hoofdtoon. Het afgebeelde meisje slaapt of is dood, maar ziet er in ieder geval levenloos uit. Picasso gebruikt in dit schilderij sterke lijnen die een beetje hakkelig zijn, niet rond. Hierop volgt zijn roze periode, die ontstaan is door zijn huwelijk met Fernande Olivier. Dit waren eerder sensuele en rustige schilderijen, met onderwerpen als acrobaten, dansers, romantische harlekijnen en andere circusartiesten (8). Het is duidelijk dat dit jongetje binnen zijn roze periode past omdat hij een harlekijnspakje aan heeft en een rustige, zittende houding heeft. De geometrische ruiten op zijn pakje geven weer de kubistische invloed weer.Met onder andere vrienden Matisse en Braque ontwikkelde hij het kubisme, en schilderde het eerdergenoemde ‘les demoiselles d’Avignon’ in 1907(2). In dit schilderij zie je duidelijk dat hij minder naturalistische en meer geometrische figuren gebruikte. Hij liet zich ook inspireren door primitieve Afrikaanse kunst. Dit bezorgde onder andere zijn vriend Georges Braque een schok maar deze liet zich later inspireren door Picasso en ze werkten nu samen in de winter in Parijs en in de zomer op het platteland. Toen de eerste wereldoorlog uitbrak zijn ze uit elkaar gegaan omdat Braque dienst nam in het leger en Picasso een pacifist was. Veel vrienden trokken in het leger en zijn toenmalige vrouw Marcelle Humbert overleed, wat leidde tot een periode van depressies. Dit heeft tot gevolg gehad dat picasso de stijl van de collage ontdekte, maar zijn kunst werd steeds deprimerender (9). Je kunt in dit schilderij bijna niet echt meer iets herkennen, maar het moet een gitaar voorstellen.De kleuren zijn dof en donker. Deze twee aspecten dragen eraan bij dat de sfeer van dit schilderij moedeloos met een dreiging is. In 1917 werd hij gered door Jean Cocteau die hem meenam naar Rome om decors en kostuums te ontwerpen voor Parade, een ballet van Diaglhev. Hier trouwt hij met Olga Kochlova en tijdens haar zwangerschap maakt hij een reeks schilderijen van naakte vrouwen en kinderen (10). Dit is een portret van Olga in kubistische stijl. Typerend is dat ze naakt is en dat hij dit niet verstopt. De geometrische vormen leiden weer tot een beetje stijf geheel. Tot in de jaren ’20 en ’30 bleef hij in zijn verschillende stijlen schilderen.

Braque


Georges Braque is een Franse kunstschilder die samen met Picasso de grondlegger voor het kubisme was. Eerst heeft hij een opleiding tot huisschilder gevolgd maar is later toch overgestapt naar de Academie van Schone Kunsten in Parijs. Braque vond aansluiting bij de kunstenaarsbeweging ‘Les Fauves’ en schilderde hiervanuit scènes van havens(11). Toen hij bevriend raakte met Picasso leerde hij de stijl van het kubisme kennen en heeft zich hierdoor ontzettend laten beïnvloeden(3). Dit is een duidelijk voorbeeld van zijn kubistische invloeden. Vanaf 1939 ging hij ook beeldhouwen en sieraden ontwerpen (12) en in de jaren vijftig heeft hij het plafond van de Hendrik II zaal in het Louvre geschilderd (13).
Het kubisme bestond ongeveer tot 1920 en leidde zowel naar het dadaïsme als naar de abstracte kunst. Het dadaïsme lijkt vaak nog meer op een collage, met veel woordgroepen en zinnen erop ‘geplakt’. Ook worden er meer kleuren gebruikt. Abstracte kunst is daarentegen zeer uitlopend, en veel kubisten waren ook tegen abstracte kunst. Ook zijn er overgangen naar het purisme, het orphisme en het constructivisme.Het purisme heeft in sommige opzichten veel weg van het kubisme, maar in deze stroming is veel beter te zien wát er uitgebeeld wordt. Alles wordt zoals de naam al zegt in zijn ‘puurste’ vorm weergegeven. Het orphisme lijkt heel erg op het kubisme, maar in deze stroming worden ook veel rondere vormen gebruikt en zien we ook meer kleuren dan in het kubisme. Het constructivisme kwam vooral in Rusland en Oost-Europa voor en was veel grauwer dan het kubisme, omdat deze kunststroming aan zou moeten zetten tot arbeid.
Dit was mijn presentatie over het kubisme. Zelf vind ik het kubisme geen stroming die mij aanspreekt, en dan vooral het analytisch kubisme omdat ik dit té abstract vind en het een zeer grauwe indruk op mij maakt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.