Samenvatting biologie, voortplanting
- Geslachtskenmerken: Kenmerken waaraan je een geslacht kunt herkennen.
- Primaire geslachtskenmerken: De geslachtskenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn.
- Secundaire geslachtskenmerken: Geslachtskenmerken die vanaf je tiende jaar ontstaan.
- Puberteit: De tijd, die vanaf je twaalfde begint, waarin je zowel lichamelijk als geestelijk verandert.
- Groeispurt: Vanaf je twaalfde begin je opeens heel erg te groeien.
Bij een man Bij een vrouw
Primaire geslachtskenmerken
- Penis - Vagina
- Balzak - Schaamlip
Secundaire geslachtskenmerken
- Schaamhaar - Schaamhaar
- Groeien - Menstruatie
- Baardgroei - Borstgroei
- Baard in de keel
===================================================================
Het voortplantingsstelsel van de man bestaat uit:
1. Teelballen: Produceren de zaadcellen (mannelijke geslachtscellen).
2. Zaadleider: Vervoeren de zaadcellen.
3. Zaadblaas: Voegt vocht toe aan de zaadcellen.
4. Prostaat: Voegt vocht met voedingstoffen toe aan de zaadcellen.
5. Penis: Dient voor het inbrengen van de zaadcellen in het lichaam van de vrouw
6. Zwellichamen: Kunnen zich met bloed vullen waardoor de penis stijf wordt (erectie)
7. Urinebuis: Voert urine af vanuit de urineblaas. Bij een zaadlozing komt het sperma hierdoor naar buiten.
8. Bijballen: Tijdelijke opslagplaats voor zaadcellen.
9. Balzak: Huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen.
10. (Zaadcellen: Spermacellen; Sperma = vocht uit de prostaat met miljoenen zaadcellen.)
11. Eikel: Top van de penis; Is erg gevoelig, het aanraken ervan kan ertoe leiden dat de man seksueel opgewonden raakt.
12. Voorhuid: De dunne huidplooi waarmee de eikel is bedekt.
13. Zwellichamen: Die veroorzaken een erectie.
Een zaadlozing kan plaatsvinden:
- Tijdens geslachtsgemeenschap.
- Masturbatie.
- Natte droom.
Zaadlozing:
- Penis beweegt op en neer in de vagina.
- Sperma komt met schokken uit de penis.
- 1 zaadlozing bevat er 100 tot 400 miljoen zaadcellen.
- Met de zweepstaar kan de zaadcel zich voortbewegen.
- Een zaadlozing geeft de man een lekker gevoel; een orgasme.
- Een man kan zelf voor een orgasme zorgen door middel van masturbatie.
Eierstokken
Hierin vindt de ontwikkeling van eicellen plaats
Eileiders
Vervoeren van eicellen
Baarmoeder
Hierin vindt de ontwikkeling van het ongeboren kind plaats
Vagina
Hierin komt sperma bij de geslachtsgemeenschap
Kleine schaamlippen
Vormen slijm waardoor de toegang tot de vagina glad wordt
Clitoris
Het ontvangen van prikkels die kunnen leiden tot een orgasme
Ovulatie: Het vrijkomen van een eicel uit een eierstok.
Bevruchting: Het versmelten van de kern van een mannelijke geslachtscel (zaadcel) met de kern van een vrouwelijke geslachtscel (eicel).
Innesteling: Het zich vastzetten in het baarmoederslijmvlies van het klompje cellen dat ontstaat uit een bevruchte eicel.
Menstruatie: Het afstoten van een deel van het baarmoederslijmvlies, wanneer de eicel niet is bevrucht.
Menstruatie:
- Vrouwen kunnen een menstruatie soms voelen als buikkrampen, doordat de spierlaag van de baarmoederwand zich daarbij samentrekt.
- Maandverband en tampons moeten regelmatig worden vervangen, omdat ze niet eindeloos vocht opnemen.
Bovendien kan bloed door bacteriën en schimmels bederven, waardoor infecties kunnen optreden.
- Één menstruatiecyclus duurt gemiddeld vier weken.
- Een menstruatiecyclus duurt niet bij elke vrouw even lang
En bij veel vrouwen vind de menstruatie onregelmatig plaats.
- De ovulatie vindt ongeveer veertien dagen na het begin van de menstruatie plaats.
3 manieren waarop seksualiteit een rol kan spelen in iemands leven:
- Voor de voortplanting.
- Voor het onderhouden van relaties.
- Als lustbeleving.
Heteroseksueel: Wanneer die persoon zich sterk aangetrokken voelt tot personen van het andere geslacht.
Homoseksueel: Wanneer die persoon zich sterk aangetrokken voelt tot personen van hetzelfde geslacht.
Biseksueel: wanneer die persoon zich sterk aangetrokken voelt tot personen van beide geslachten.
Periodieke onthouding:Methode om zwangerschap te voorkomen; hierbij hebben man en vrouw geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare periode van ongeveer vier dagen rond de ovulatie.
Condoom: Hoesje van rubber dat om de penis wordt geschoven
een condoom verhindert dat er bij geslachtsgemeenschap sperma in de vagina komt.
Hierdoor kan er geen bevruchting plaatsvinden.
Coïtus Interruptus: Methode om zwangerschap te voorkomen, waarbij de man vlak voor de zaadlozing zijn penis uit de vagina terugtrekt.
Pil: Bevat hormonen waardoor er geen ovulatie meer optreed in het lichaam van de vrouw.
Daardoor komen er geen eicellen vrij en kan er geen bevruchting plaatsvinden.
Morning-afterpil: Bestaat uit een kuur waarbij twee keer twee tabletten moeten worden geslikt binnen 24 en 36 uur na de geslachtsgemeenschap
Overtijdsbehandeling: Wordt de baarmoeder schoongemaakt en leeggezogen.
Abortus: Wordt onder plaatselijke verdoving met een zuigpompje het baarmoederslijmvlies met het embryo via de baarmoedermond weggezogen.
- De eerste delingen van de beruchte eicel vinden plaats in de eileider.
- De eerste weken van de zwangerschap krijgt het embryo voedingsstoffen van het baarmoeder slijmvlies.
- Na de eerste weken komt het embryo aan voedingsstoffen de de placenta of moederkoek.
- Het bloed van de moeder stroomt niet via de placenta en de navelstreng naar het embryo.
Het bloed van de moeder blijft gescheiden van het bloed van het embryo.
- Bloed dat in een bloedvat in de navelstreng van de placenta naar het embryo stroomt, bevat veel zuurstof en voedingsstoffen.
- Bloed dat in een bloedvat in de navelstreng van het embryo naar de placenta stroomt, bevat veel koolstofdioxide en andere afvalstoffen.
- De vruchtvliezen en het vruchtwater beschermen het embryo tegen stoten, tegen uitdroging en tegen wisseling van de temperatuur.
- Tijdens de zwangerschap wordt de baarmoeder groter.
- Tijdens het eerste deel van de zwangerschap verandert de ligging van het embryo in de baarmoeder steeds.
- Aan het eind van de zwangerschap heeft het embryo (foetus) steeds dezelfde ligging, meestal met het hoofdje naar beneden.
- Tijdens de zwangerschap worden de borsten groter.
De drie fasen bij de geboorte zijn: ontsluiting - uitdrijving – nageboorte.
Weeën: Samentrekkingen van de spieren in de baarmoederwand.
De vruchtvliezen verlaten het lichaam tijdens de nageboorte.
Het vruchtwater verlaat het lichaam tijdens de ontsluiting.
Het kind verlaat het moederlichaam tijdens de uitdrijving
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
Hoe komen jullie aan de informatie ik heb er echt wat aan !!
12 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Wij hebben biologieboeken met deze informatie.
b.t.w. sorry voor de late rea...
10 jaar geleden
A.
A.
DANK
12 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
Bij het voortplantingsorgaan van een man staat 2x zwellichamen!
8 jaar geleden
Antwoordeneen scholier
een scholier
Is dit een samenvatting voor heel het hoofdstuk of alleen voor een paar paragrafen? En welke paragrafen dan?
1 jaar geleden
Antwoorden