Het ontstaan
Niemand weet precies waar en wanneer vuurwerk is uitgevonden. Waarschijnlijk bij toeval, doordat iemand per ongeluk salpeter morste (een chemische stof die vroeger wel eens gebruikt werd als vervanger van zout), tijdens het koken. Dat poeder viel in het houtvuur en begon enorm te knetteren.
Eeuwenlang ging men er vanuit dat het de Chinezen waren die het vuurwerk hebben uitgevonden. Tegenwoordig denkt men dat het Chinese vuurwerk is voortgekomen uit een vroegere ontdekking in Bengalen, het tegenwoordige Bangla Desh. De naam Bengaals
vuurwerk doet ons hier nu nog aan denken.
Hoe dan ook, in China gebruikte men al 2000 jaar geleden vuurwerk. Het werd gebruikt voor feesten, maar ook omdat men dacht dat de knallen boze geesten weg zouden jagen. Het heeft heel wat eeuwen geduurd voordat ook Europa van het bestaan van vuurwerk afwist.
Salpeter werd in Azië altijd al als een onderdeel van buskruit gebruikt. De Chinezen gebruikten dit samen met zwavel als een soort van lucifers. (In zwavel gedoopte stokjes). Dit deden ze al in de zesde eeuw na Christus. Pas in de dertiende eeuw kwam deze kennis via de Arabische wereld in Europa terecht. Via Italië en Duitsland bereikte deze kennis uiteindelijk Nederland.
Europa ontdekt het buskruit
Bij ons is vuurwerk pas sinds de middeleeuwen bekend. In de 14de eeuw maakt een Duitse monnik, Berthold Schwarz, een mengsel van enkele scheikundige stoffen waardoor een deel van het klooster de lucht in vloog. Vele geschiedkundigen zijn het erover eens dat hij , evenals de Chinezen, de juiste verhouding ontdekte tussen de stoffen salpeter, zwavel en koolstof en alzo buskruit maakte. We kunnen dit alleen nooit kunnen bewijzen, want alles is ontploft.
Buskruit en oorlog
Buskruit werd het eerst gebruikt bij het vervaardigen van wapens. Tot dan was de kruisboog het machtigste wapen.
De eerste keer dat er gebruik werd gemaakt van buskruit bij wapens was bij een Arabisch-Turks kanon. Dit werd in de 14de eeuw gemaakt. Het bestond uit een dikke houten pot die gevuld werd met buskruit. Het gat aan de bovenkant werd afgesloten met een ronde steen. Door een klein gaatje aan de zijkant kon men een brandende lont naar binnen steken waardoor de lading tot ontbranding kwam. De Europeanen verbeterden deze uitvinding. Ze maakten een primitieve mortier die vervaardigd was in ijzer en de vorm had van een wijnfles. Als projectiel werd geen steen maar een pijl gebruikt.
Grote veranderingen
De eerste grote verandering als gevolg van vuurwerk vond men dan ook in de
manier van oorlogvoering. Omdat vuurwapens voorwerpen van een grotere afstand konden treffen dan pijlen, kwamen gevechten van man tegen man steeds minder voor. Met kanonnen kon men massieve projectielen afvuren waardoor verdedigingsmuren vernietigd konden worden. Bovendien kon een goed gericht schot uit een vuurwapen de beste middeleeuwse wapenuitrustingen doorboren zodat gepantserde ridders geen nut meer hadden. Ook de voorbereiding voor een oorlog werd anders. Om wapens te maken had je een ingewikkelde industrie nodig.
Dank zij het buskruit werd de kolonisatie van Amerika mogelijk. Spaanse veldheren zoals Cortez en Pizarro slaagden er zonder veel problemen in hele Indiaanse stammen uit te moorden en aan hun gezag te onderwerpen omdat deze met primitieve pijl en boog moesten opboksen tegen de vuurwapens van de Spanjaarden.
Ongeveer 200 jaar geleden werd scheikunde een echte wetenschap en toen ging de ontwikkeling van vuurwerk met sprongen vooruit. Nu kun je vuurwerk in alle soorten en maten kopen en hoef je geen expert te zijn om het af te steken. Over strijkers, rotjes, kanonslagen en dergelijke is in de vorige eeuwen niet veel bekend.
Jaarwisseling
Natuurlijk werd de jaarwisseling vroeger ook al wel gevierd mat vuurwerk, maar de gebruiken waren heel anders dan nu. Er werd wel veel lawaai gemaakt. Dat was nodig om de kwade geesten weg te jagen die tussen kerstmis en nieuwjaar volop in de lucht zweefden. Hoe harder het lawaai, hoe beter. Daarom werd er veel met vuurwapens in de lucht geschoten.
In de loop van de 19e eeuw verdween het gebruik van buskruit op oudejaarsavond grotendeels. In de 20e eeuw kwam het volop terug.
Tijdens de Duitse bezetting hoorde men knallen genoeg en piekerden de meeste mensen er niet over het nieuwe jaar met vuurwerk te begroeten. Pas rond 1965 kwamen rotjes, zevenklappers, vuurpijlen en gillende keukenmeiden weer in trek. Het afsteken van kanonslagen stond wel stoer, maar werd veelal beschouwd als uitsloverij. Na een half uurtje was alles weer bekeken.
De Chinezen in Nederland deden er nog korter over. De uitvinders van het vuurwerk bouwden vroeg op de avond grote stellages op waar ze siervuurwerk op aanbrachten. Na de klok van 12 uur staken ze dit aan en binnen 10 minuten was alles voorbij. Natuurlijk las je toen in de krant ook over ongelukken, maar die kwamen niet vaak voor. Er werd niet geëxperimenteerd met eigen gemaakt vuurwerk en er waren geen dubieuze handelaren bij wie je al in oktober terecht kon voor onbetrouwbaar vuurwerk.
Momenteel komt 90 % van het totale vuurwerkaanbod uit China. De rest uit diverse Europese landen.
Vuurwerkcategorieën
Vuurwerk is grofweg in drie klassen in te delen: Professioneel (evenementen)vuurwerk, Professioneel vuurwerk mag alleen afgestoken worden doordeskundigen die daarvoor een vergunning hebben van een gemeente. Het is speciaal bestemd voor evenementen zoals koninginnedag of andere landelijke feesten.
Consumentenvuurwerk• is het vuurwerk dat tijdens de jaarwisseling door ons allemaal mag worden afgestoken, en is te koop in de winkels. Dit vuurwerk is in te delen in 2 categorieën: siervuurwerk: pijlen, fonteinen, vuurpotten• • Knalvuurwerk: rotjes, astronauten, 1000-klappers
Fop- en• schertsvuurwerk dat wordt verkocht als speelgoed: fop- en schertsvuurwerk horen onder meer trekbommetjes, klappertjes en knalbonbons.
Hoe werkt vuurwerk?
Je hebt vele soorten, maar een ding hebben ze allemaal gemeen: er zit kruit in dat ontploft. Zo’n ontploffing krijg je als je buskruit in een afgesloten buisje stopt en aansteekt. Er komt dan plotseling heel veel gas vrij, dat niet meer in dat kleine buisje past. Zit onder in het buisje een gat, dan spuit het gas eruit en stijgt het geheel op, net als bij een raket of een pijl. Zitten er in de bodem een paar kleine gaatjes in plaats van één grote, dan geeft dat een fluitend geluid, net als bij de dop van een fluitketel. Als je het buisje potdicht maakt, dan wordt de druk zo groot dat de hele boel uit elkaar spat, een explosie dus.
Behalve buskruit kun je ook andere blokjes met chemische stoffen in dat buisje stoppen. Het brandende kruit steekt op zijn beurt die blokjes weer aan en die geven van die prachtige gekleurde vonken.
Vuurwerklont
Om het kruit aan te steken gebruik je het lont. Die geeft je nog even de tijd om te maken dat je wegkomt, voordat de zaak in de lucht gaat. Zo’n lontje brandt razendsnel: de aansteektijd van een lontje is bij wet vastgesteld tussen 3 en 8 seconden. Dus niet te snel, anders kun je niet wegkomen. En niet te langzaam: anders ga je misschien nog een keer kijken waarom het zo lang duurt. Daarom is het bloedlink om vuurwerk af te steken als het lontje afgebroken is of als het halverwege is uitgegaan. Voor je het weet knalt het in je handen uit elkaar! Alle vuurwerk dat in Nederland in de handel komt, is voorzien van een lont. Als er een te kleine lont aanzit of als je het vuurwerk ergens langs moet strijken (strijkers) is dit gevaarlijk en bij wet verboden. De meeste ernstige letsels (amputaties) aan handen en onderarm worden veroorzaakt door te vroeg exploderend vuurwerk dat in de hand is afgestoken, zoals strijkers. Een lont is niet zomaar een touwtje! Het bestaat uit een aantal katoendraden die gedrenkt zijn in een papje van kruit en bindmiddel. Door het kruit brandt het lontje zo snel.
Effecten
Knalvuurwerk bestaat uit een papieren omhulsel waarin buskruit zit. De samenstelling van buskruit is al eeuwenlang dezelfde. Het is een mengsel van kaliumnitraat (salpeter), houtskool en zwavel. Siervuurwerk bevat naast buskruit stoffen die voor rook-, geluids- en lichteffecten zorgen. Het is opgebouwd uit karton, kunststof, klei en hout. Ongeveer 10 procent van het gewicht bestaat uit metalen.
De kleuren komen doordat er verschillende stoffen in het vuurwerk zijn gedaan. Iedere stof zorgt weer voor een andere kleur. Hier onder staat een rijtje stoffen die zorgen voor de kleuren:
Stoffen voor witte kleur in siervuurwerk: aluminium poeder, titanium poeder.
Stoffen voor groene kleur in siervuurwerk: bariumgiromaat poeder, bariumnitraat poeder, boor poeder.
Stoffen voor rode kleur in siervuurwerk: lithium, strontiumnitraat poeder.
Stoffen voor een blauwe kleur in siervuurwerk: koperoxide, kopernitraat poeder.
Stoffen voor een paarse kleur in vuurwerk: strontiumchloride+ brandstof zoals: houtskool.
Stoffen voor een gouden kleur in vuurwerk: ijzervijlsel + houtskool+ een brandstof zoals buskruit.
Zelf vuurwerk maken
Sommige mensen maken ook zelf vuurwerk.
Waar het natuurlijk allemaal mee begint is chemicaliën, gereedschap en kennis.
Chemicaliën
Er bestaan speciale leveranciers voor de benodigdheden voor vuurwerk, zoals Skylighter, en daarnaast is een aantal chemicaliën ook goed verkrijgbaar in supermarkten, doe-het-zelf winkels en dergelijke. Sommige minder goed verkrijgbare chemicaliën kunnen met wat moeite thuis worden gemaakt uit andere, beter verkrijgbare chemicaliën.
Hieronder is een opsomming gegeven van een aantal nuttige chemicaliën.
Aceton, Aluminium, Ammoniumchloride, Ammoniumnitraat, Bariumcarbonaat, Barium nitraat, Bariumperoxyde, Barium sulfaat, Bentonite, Boorzuur, Calciumsulfaat, Houtskool, Klei, Kolophonium, , Koper(I)chloride, Koper(II)oxide, Dextrine, Ethanol, IJzer, IJzeroxide (rood), , Mangaandioxide, Magnalium, Magnesium, Methanol, Salpeterzuur, Nitrocellulose, Parlon, Koper acetoarseniet, Pergu, Kalium chloraat, Kalium dichromaat, Kaliumnitraat, Polyvinylchloride (PVC), Schellak, Natrium nitraat, Strontiumcarbonaat, Strontiumnitraat, Strontiumsulfaat, Zwavel, Zwavelzuur, Titanium, Zink, Zinkoxide.
Gereedschap
Weegschaal: Het meest belangrijke gereedschap is een nauwkeurige weegschaal. Geschikte weegschalen zijn te vinden in winkels met kookbenodigdheden. Probeer er een te vinden die minimaal nauwkeurig is tot op 1 gram. Mortier en vijzel: Ook vrijwel onmisbaar zijn een mortier en vijzel, eveneens te koop in winkels met kookbenodigdheden. Een porseleinen set is ideaal, minder geschikt zijn hout, marmer en ruwe steensoorten. Sterrenpers: om geperste of gepompte te sterren te maken is een sterrenpers nodig. Gegeven zijn instructies voor een heel simpele maar goed bruikbare sterrenpers. Pers: Persen is veiliger en meer consistent dan slaan. Een simpele pers is te maken met makkelijk verkrijgbare materialen. Kogelmolen: Eveneens nuttig is een kogelmolen. Deze wordt gebruikt om chemicaliën tot een fijn poeder te vermalen. Het kan in sommige gevallen ook gebruikt worden om mengsels te maken, maar dit kan gevaarlijk zijn en het is belangrijk om zeer goed op de hoogte te zijn van wat wel en niet kan. Een kogelmolen is essentieel voor het maken van een goede kwaliteit buskruit. Raket constructie gereedschappen: Een aantal speciale raket gereedschappen zijn nodig voor het maken van raketten, zoals pennen, klemmen en stampers.
Vast afval
Na het afsteken van het vuurwerk blijft een deel van het vuurwerk op de grond liggen of valt al snel naar beneden. Dit is jaarlijks ongeveer 6 miljoen kilogram afval dat voornamelijk bestaat uit papier (van het knal- en siervuurwerk) en hout, kunststof en klei (van het siervuurwerk). Het merendeel komt bij het huishoudelijk afval en het straatvuil terecht. Het levert ongeveer 3000 ton afval op.
Luchtvervuiling
Tijdens de jaarwisseling is de lucht vol met fijn stof: smog. Behalve fijn stof komen er gasvormige stoffen (distikstofoxide, zwaveldioxide, methaan, koolstofdioxide, zwavelwaterstof en koolstofmonoxide) in de lucht terecht. Op sommige plaatsen kan de concentratie fijn stof in de nieuwjaarsnacht enkele uren 5 à 6 keer zo hoog zijn als normaal. De luchtvervuiling door vuurwerk is van tijdelijke aard. Over het hele jaar gezien veroorzaakt vuurwerk 0,4% (128,5 ton) van de uitstoot van fijn stof naar de lucht. Vuurwerk bevat verder zwart buskruit, dat een aanzienlijke luchtvervuiling geeft met zwaveloxiden, stikstofoxiden en fijn stof. Rond de jaarwisseling zijn de concentraties fijn stof in de lucht het hoogste van het hele jaar. Bij weinig wind of mist wordt de grenswaarde voor fijn stof ruimschoots overschreden. Vooral CARA-patiënten hebben veel last van deze luchtvervuiling.
Bodem en watervervuiling
Bij het afsteken van met name siervuurwerk komen naast verbrandingsgassen, ook metalen vrij, zoals barium, koper, strontium en antimoon. De totale emissie van deze stoffen overschrijdt echter geen maximaal toelaatbare grenzen in het oppervlaktewater, bodem of lucht. Dit geldt alleen niet voor koper, waarvan op veel plaatsen in het oppervlaktewater de concentratie boven de maximaal toelaatbare grens uitkomt. Het siervuurwerk veroorzaakt de grootste belasting voor het milieu. De kleureffecten worden veroorzaakt door milieuschadelijke zware metalen. Die blijven niet in de lucht zweven, maar slaan neer. Zo komt met het Nieuwjaarsvuurwerk maar liefst 100 ton barium, 40 ton koper, 30 ton strontium, 10 ton titaan en 5 ton antimoon in het milieu terecht. Aangezien er steeds meer vuurwerk wordt afgestoken, en dan vooral siervuurwerk, wordt deze milieuvervuiling nog groter. Dit geldt vooral voor koper. Circa 15% van de totale belasting van het oppervlaktewater door koper is afkomstig van vuurwerk. Koper is giftig voor planten en dieren, wanneer de natuurlijke gehaltes worden overschreden.
Niet allen het afsteken van vuurwerk is slecht voor het milieu. Ook het maken van vuurwerk in de fabrieken is slecht voor het milieu, omdat daar ook schadelijke stoffen bij vrijkomen.
Vuurwerk en dieren
Vuurwerk is niet alleen slecht voor het milieu, ook de dieren hebben er last van. Herhaaldelijk wordt gewezen op de stress die huisdieren ondervinden van en door vuurwerk. Er zijn pillen en poeders in de handel verkrijgbaar om de huisdieren tijdelijk te versuffen om de knal- en gilperiode te doorstaan. Natuurdieren daarentegen zijn volslagen onvoorbereid en totaal weerloos tegen onze vuurwerk \\\'aanvallen\\\'. Natuurdieren leggen rond en tijdens de jaarwisseling massaal het loodje. Slapende dieren worden in hun slaapplaatsen wreed opgeschrikt en in het holst van de nacht verdreven, opgejaagd, angstig, niet gewend om in het donker actief te zijn en minder georiënteerd dan bij daglicht. Nachtdieren worden opgeschrikt en verjaagd tijdens hun nachtelijke voedsel zoek- activiteiten. Maar erger nog, massa\\\'s natuurdieren worden door vuurwerk getroffen, sterven daaraan of raken gehandicapt voor het leven. Tijdens de jaarwisseling in 1999 werd bijvoorbeeld een wild om zich heen fladderende lijster aangetroffen in een voor een huis geparkeerde auto. Het beestje miste een poot en bloedde. De balans van dode dieren tussen gras en perk, langs water en plas, op daken en in tuinen, is op die eerste dag van het nieuwe jaar een intens trieste.
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
Doorgrondig geschreven en erg informatief stuk. Van ontstaan tot effecten van vuurwerk in het milieu.
12 jaar geleden
Antwoorden