Wat is kinderarbeid?
Wereldwijd werken er volgens schattingen van de Internationale Arbeidsorganisatie zo’n 250 miljoen kinderen, waarvan ongeveer een kwart alleen al in India.
Kinderarbeid is dat een probleem? Je zou zeggen van niet, want in Nederland hebben tienduizenden kinderen een bijbaantje: oppassen, autowassen van de buurman? Dat is inderdaad geen probleem. Het wordt wel een probleem als kinderen door hun werk niet naar school kunnen, of als het werk hun ontwikkeling en gezondheid bedreigd. In India is het heel normaal als een meisje van 10 jaar de hele week als dienstmeid werkt of dat een jongen van 11 jaar lange dagen maakt in een levensgevaarlijke glasfabriek. Zo worden ze niet alleen van hun jeugd beroofd, maar ook hun toekomst ziet er niet erg goed uit. Vat dit soort arbeid zijn er meer dan 200 miljoen kinderen in de wereld de dupe, waarvan ongeveer 50 miljoen alleen al in India.
Volgens de Indiase wet ben je een kind als je jonger dan 14 jaar bent. Als je beneden die leeftijd het merendeel van de dag voor geld of goederen werkt, dan verricht je kinderarbeid. Volgens de tellingen van de Indiase regering zijn er nu ongeveer 20 miljoen werkende kinderen, waarvan 2 miljoen werkzaam zijn in gevaarlijke industrieën zoals vuurwerk, lucifer, mijnbouw, tapijtindustrie. Maar volgens onderzoek waren er in 1983 zeker al 44 miljoen werkende kinderen. Als er, behalve toename van de bevolking, niks veranderd is, zal dat aantal nu opgelopen zijn tot ongeveer 65 miljoen.
Kinderarbeid of Kinderwerk
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen kinderarbeid en kinderwerk. Veel Indiase kinderen werken namelijk mee op het platteland, in het eigen bedrijfje van hun ouders of in het huishouden. Zolang deze en andere werkzaamheden genoeg tijd overlaten voor onderwijs en voor spel, is er sprake van kinderwerk. Er is sprake van kinderarbeid als kinderen werk verrichten dat een bedreiging vormt voor hun ontwikkeling en geestelijke en lichamelijke gezondheid. Vaak werken ze in vieze omgevingen en worden ze slecht betaald. Een werkdag voor kinderen tussen de 3 en 14 jaar van acht of veertien uur zonder vrije dagen voor een kwartje per dag is in India heel normaal.
Van werkende kinderen in India zijn naar schatting 10 miljoen het slachtoffer van een vorm van slavernij of gebonden arbeid. Meestal gaat het om kinderen die gedwongen worden te werken om een schuld van hun ouders af te betalen. De kinderen die de schulden moeten wegwerken krijgen meestal nog minder betaald of krijgen helemaal geen loon. Zo kan de schuld nooit worden afgelost, waardoor de geldschieter een zeer goedkope arbeidskracht in dienst heeft. Schuldslavernij is volgens de Indiase wet verboden. Deze wet wordt door gebrek aan controle en door de macht van de geldschieters aan hun laars gelapt.
Een speciale groep werkende kinderen zijn de straatkinderen. Je hoeft in India maar rond te lopen of je ziet kinderen schoenen poetsen, in hotels of restaurants werken, sigaretten verkopen of vuil verzamelen. In de hoofdstad New Delhi zijn dat er naar schatting al 300.000 kinderen. Vaak zijn het kinderen die met hun ouders in krottenwijken wonen of kinderen die zijn weggelopen van huis en op straat wonen. Ze moeten hard werken om te kunnen overleven, ze worden ook vaak nog eens misbruikt of bedreigd door hun bazen. Er zijn ook een stuk meer werkende meisjes dan jongens. Dat komt omdat ouders eerder hun zoon naar school sturen dan hun dochter. Meisjes doen ook vaak thuis het onzichtbare werk dat minder gewaardeerd word, maar soms nog zwaarder is dan het werk op het platteland of ander werk buitenshuis. Zo werken er voornamelijk meisjes in de luciferindustrie in Zuid-India en beginnen meisjes soms al op hun vijfde met het rollen van beedis (lokale sigaretten). Vaak doen ze naast het werk thuis ook nog eens werken bij rijke gezinnen als dienstmeid. Uit onderzoek blijkt dan ook dat alleen al in New Delhi 20.000 meisjes onder de veertien jaar hele dagen werken bij rijke gezinnen. Jongens daarin tegen doen vaak werk waarvoor meer vaardigheden nodig zijn, en waarvoor ze dus eerst naar school moeten.
Oorzaken Kinderarbeid
Kinderarbeid is niet het gevolg, maar een oorzaak van armoede. De oorzaken van kinderarbeid in India liggen in het verre verleden. De oude traditie van slavenhandel, door gezinnen die arm en kansloos zijn, is een van die oorzaken. (kinder) Slavernij is in India dan ook nog erg aanwezig, waar de arme volwassenen en hun kinderen het slachtoffer van worden. Veel mensen zien hen nog steeds als minderwaardigen en als oud vuil. Omdat ouders geen geld hebben voor onderwijs kunnen de kinderen geen vak leren, daarom moeten ze werken om te overleven, waardoor ze later geen goede baan kunnen krijgen en altijd arm zullen blijven.
Vaak moeten kinderen in chemische fabrieken werken, wat kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen zoals skelet- spiermisvorming, chemische vergiftiging, sneden, ademhalingsaandoeningen of ernstige verbrandingen.
Misschien dat één op de honderd kinderen naar school gaat en een vak kan leren, de rest blijft ongeschoold arbeider en hebben dus geen enkele kans op groei of ontwikkeling. Ze zullen de rest van hun leven het slachtoffer blijven van uitbuiting en misbruik. Ze worden dan ook vaak bedrogen omdat ze niet kunnen lezen of rekenen. Volgens Unicef India is uitbuiting van de zwakken en kansarmen de hoofdoorzaak van kinderarbeid. Armoede heeft daar in zoverre mee te maken dat arme mensen het meest kwetsbaar zijn voor uitbuiting. Als er geen wetten of organisaties zijn die bescherming bieden, dan moeten volwassenen elk loon accepteren dan hen wordt aangeboden. Of accepteren dat hun ‘goedkopere’ kinderen worden ingehuurd. En waar kinderen werken gaan vaak ook de lonen van volwassenen omlaag. Waardoor de gezinsinkomen eerder omlaag gaan dan stijgen, en de kinderen dus helemaal onmisbaar zijn. Daarom laten ze de kinderen soms ook wel thuis om voor het huishouden te zorgen voor de kleinere broertjes en zusjes of om voor het vee te zorgen.
Toch blijkt dat armoede op zich geen reden hoeft te zijn voor kinderarbeid. In een van de armere deelstaten van India - Kerala – gaan wel bijna alle kinderen naar school. De inkomsten zijn er minder ongelijk dan in de rest van India. De arbeiders zijn er beter opgeleid en verdienen daardoor een hoger loon. De wetten die hun belangen beschermen (ook die van kinderen), bijvoorbeeld de Kinderarbeidwet, wordt er beter uitgevoerd. De deelstaatregering steekt veel meer geld in het basisonderwijs. Het gevolg is dat in Kerala het merendeel van de kinderen kunnen lezen en schrijven waardoor ze meer kans hebben op een betere baan en dus een hoger loon. In de meeste andere deelstaten van India is dat nog niet de helft van de kinderen.
Het bedriegen van kinderen blijft bestaan door het ontbreken van goed en verplicht onderwijs en effectieve wetgeving tegen kinderarbeid. Dat maakt het voor werkgevers makkelijk en aantrekkelijk om goedkope kinderen in dienst te nemen in plaats van volwassenen. Een voordeel voor de werkgevers is dat kinderen minder tegenspraak geven. Kinderen kunnen niet zoals volwassenen een vakbond vormen en zich samen inzetten voor meer loon en betere arbeidsomstandigheden.
Wat voor soort werk moeten kinderen doen?
Kinderen in de huishouding:
Het meeste werk dat voorkomt is huishoudelijke werk. Vaak werken ze bij rijke, maar ook minder rijke families. Vaak worden ze slecht behandeld en leven in slechte omstandigheden. Ze hebben geen eigen slaapplaatsen, waardoor ze op de grond moeten slapen. Het eten dat ze krijgen is slecht, ook worden ze uitgescholden en geslagen. De meisjes die in de huishouding werken maken vaak dagen van 18 uur per dag. Ze moeten alles voor zichzelf doen, zonder steun van anderen. Kinderen worden hierdoor helemaal afgesloten van hun omgeving, daardoor blijft het werk goed verborgen. Daarom wordt het ‘onzichtbare arbeid’ genoemd.
Kinderen op het platteland:
De kinderen in de landbouw werken vaak op thee-, suikerriet- of tabaksplantages. Kinderen de hele dag op het platteland, zonder voorzieningen of geschikte werkkleding. Het is behalve zwaar ook nog eens erg gevaarlijk, omdat ze gewassen moeten oogsten waar de giftige bestrijdingsmiddelen nog vanaf druipen. De landbouwchemicaliën maken de kinderen ziek, ze krijgen huisziektes, huisaandoeningen of ademhalingsproblemen.
Kinderen in industrie:
Als er veel handarbeid gedaan moet worden nemen ze vaak kinderen, omdat ze erg goedkoop zijn. Voorbeelden: metaalbewerking, mijnbouw, kledingindustrie of steenhouwerijen. In de steenhouwerijen moeten de kinderen stenen kapot slaan, waardoor ze in grote wolken stof werken. Dit kan leiden tot luchtaandoeningen, of diepe wonden door stenen die kapot springen. In de tapijtindustrie is veel kinderarbeid te vinden. Handelaren halen kinderen al vanaf hun 5e jaar bij hun ouders weg voor het weven en knopen van tapijten. De kinderen moeten vaak dag en nacht wonen en werken in dezelfde ruimte. Soms worden ze zelfs vastgeketend aan weefgetouwen, zodat ze niet kunnen ontsnappen.
De straat is hun werkplaats:
Veel kinderen proberen op straat geld te verdienen, door fruit en groente te verkopen, schoenen poetsen van voorbijgangers, het wassen van autoramen of ze proberen mensen te trekken door middel van muziek. Sommige kinderen zoeken op vuilnisbelten naar bruikbare spullen, die ze weer verkopen aan handelaars. Veel kinderen stelen, omdat ze voor de opbrengst van een enkele diefstal vaak uren moeten werken. De werkomstandigheden op straat kunnen extreem gevaarlijk zijn. Ten eerste omdat er veel concurrentie is tussen de straatkinderen. Iedereen wil een goed plekje waar veel toeristen komen om hun schoenen te laten poetsen. Veel kinderen beginnen met werken rond 5 of 6 uur ’s ochtends om een goed plaatsje te krijgen.
Kinderen in de prostitutie:
De meisjes en jongens kiezen er niet zelf voor om de prostitutie in te gaan, maar worden verkocht door familieleden of ontvoerd door kinderhandelaren. De ouders en de kinderen denken dat ze een baan krijgen in de huishouding of in een winkel. Maar als ze eenmaal ver van huis zijn komen ze erachter dat ze als prostituee moeten werken. Ze worden dan in een bordeel vastgehouden waar ze bijna niet kunnen ontsnappen. De meisjes worden verkocht voor € 300 tot € 600. Van het geld dat de klant betaalt gaat het meeste naar de baas. Het meisje krijgt maar tussen de 10 en 200 roepies ( 1 roepie is ± 5 cent ). Ze verdienen zo weinig dat ze zich zelf nooit vrij kunnen kopen. Als het ze gelukt is te ontsnappen zijn ze nog niet altijd veilig. Soms komen de kinderhandelaren de meisjes gewoon weer ophalen bij de ouders.
Meisjes lopen allerlei grote risico’s: ongewenste zwangerschappen en de meest gevreesde dodelijke ziekte aids.
Kindsoldaten:
Zolang er al oorlogen zijn worden er kinderen ingezet als soldaten. Kinderen zijn erg populair, ze zijn makkelijk te beïnvloeden en doen wat hen gezegd wordt. Ook is de kans klein dat ze vluchten en eisen geen soldij. Vroeger hadden ze taken die niet zo gevaarlijk waren, bijvoorbeeld verkenner. Tegenwoordig worden ze vaker als echte soldaten ingezet.
Kinderen die in een omgeving met geweld opgroeien, zien dit als normaal. De reden om te gaan vechten kan zijn wraak nemen voor de dood van familie leden. Sommige willen ook graag soldaat worden en gaan uit zich zelf in dienst, maar de meeste worden daartoe gedwongen. Als ze eenmaal soldaat zijn geworden, worden ze op verschillende manieren tot geweld aangezet. Onder invloed van drugs, die hen wordt gegeven, zijn ze tot de meest vreselijke daden in staat.
Kinderrechten in India
In de grondwet die India na zijn onafhankelijkheid in 1947 aannam, staat dat geen kind jonger dan 13 jaar in een fabriek of mijn mag werken, noch enige gevaarlijke arbeid mag verrichten. Sindsdien heeft India diverse wetten aangenomen om kinderarbeid in winkels, fabrieken, mijnen, op plantages en bij de productie van sigaretten te verlagen. In 1986 werden deze vervangen door de Kinderarbeidwet. Maar de Kinderarbeidwet is eigenlijk niet alleen ongeschikt om het probleem echt aan te pakken, ook de uitvoering ervan is slecht. Er zijn te weinig controleurs. Als er een zaak voor de rechtbank komt, dan blijft deze vaak jaren ‘in beraad’. De straffen voor het overtreden van de Kinderarbeidwet zijn ook zo laag dat de werkgevers gewoon doorgaan met hun praktijken.
Al met al zijn de wetten tegen kinderarbeid maar op ongeveer 8% van alle werkende kinderen van toepassing. Voor de rest van de werkende kinderen zijn er eigenlijk geen wetten dien hen beschermen. Dat komt doordat er veel kinderen geboren worden die niet officieel geregistreerd zijn. Meestal kun je dan zonder geboortebewijs niet worden ingeschreven op school en geen beroep doen op medische voorzieningen. Daardoor wordt een niet-geregistreerd kind veel gemakkelijker het slachtoffer van ontvoering en uitbuiting. Want wie officieel niet bestaat, is immers onbeschermd. Ouders in ontwikkelingslanden realiseren zich vaak niet of onvoldoende dat een geboortebewijs voor hun kinderen geen bijzaak is maar noodzaak. Tot ze hun kind naar school willen sturen of willen laten inenten. Dan krijgen ze te horen dat hun zoon of dochter zonder een geboorteakte nergens aanspraak op kan maken.
Organisaties
Er zijn allerlei organisaties die zich inzetten tegen kinderarbeid, de grootste ervan zijn:
• Unicef
• PLAN International
• ILO
Unicef:
Unicef komt op voor de rechten van kinderen wereldwijd. Unicef wijst regeringen op hun verantwoordelijkheden, maar is zelf ook natuurlijk actief! Unicef steunt projecten in bijna 160 landen. Vooral op het gebied van gezondheidszorg, water, voeding, scholing enz. Bij fabrieken waar veel kinderen werken bouwt Unicef kleine schooltjes. ’s Morgens werken de kinderen en ’s middags krijgen ze gratis les. Zo verdienen ze geld en leren toch gelijk voor een betere toekomst. Unicef vindt dat dwangarbeid door kinderen en kinderprostitutie verboden moeten worden. Net als alle arbeid die door kinderen gedaan wordt jonger dan 12 jaar. In 1995 is het Rugmark ingevoerd, dat is een merkteken op de achterkant van een tapijt. Zo weet je dat het niet door kinderen is geweven. Eén procent van de prijs van een tapijt gaat naar Unicef. Die kunnen dat geld weer gebruiken om acties te voeren tegen kinderarbeid.
Plan International:
In ontwikkelingslanden probeert Foster Parents Plan (PLAN International) in samen werking met Unicef de ouders duidelijk te maken dat het registreren van hun geboren kinderen noodzakelijk is. Eerst hielpen ze alleen kinderen in oorlogsgebieden en die seksueel misbruikt werden, maar toen ze hoorden van de miljoenen naamlozen gingen ze daar ook voor strijden. Het is wettelijk vastgelegd dat je een geboortebewijs kosteloos moet kunnen aanvragen. Toch vragen lokale overheden er geld voor. Dit is een hoofdreden voor armen om niet naar de burgerlijke stand te gaan en hun kinderen te laten registreren. Dan komt er voor de bewoners ook nog eens de verre reis bij naar het dichtstbijzijnde registratiekantoor. Zonder een geboortebewijs kan men niet:
- niet ingeschreven worden op school
- niet gedoopt worden in de kerk (vooral bij katholieken)
- geen bankrekening openen
- niet solliciteren voor een baan
- niet naar een ander land reizen
- niet stemmen
- geen rijbewijs behalen
- niet voor de overheid werken
- geen pensioen verkrijgen
- niet trouwen
In 1999 is er een verdrag ondertekend waarin ze beloofden te streven naar een volledige geboorteregistratie van kinderen.
ILO:
De ILO is de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties.De ILO komt op voor de rechten van kinderen. Het afschaffen van kinderarbeid kost een hoop geld maar het levert het zevenvoudige op. Dit staat in een rapport van de International Labour Organisation. De kosten om kinderen (weer) naar school te laten gaan en uit de werkplaats te halen worden geschat op 760 miljard dollar met een winst van 5,1 biljoen dollar in de toekomst (rond 2020). Er mag niet teveel gebruik gemaakt worden van kinderen, ze mogen geen gevaarlijk werk doen en er moet genoeg tijd zijn om naar school te gaan. De ILO vindt dat kinderen leerplichtig moeten zijn, en dat het de beste manier is om kinderarbeid aan te pakken. Omdat de meeste gezinnen geen schoolgeld kunnen betalen zou het onderwijs gratis moeten zijn.
Nawoord:
We vonden het leuk om ons werkstuk over het onderwerp kinderarbeid te doen. Het sprak ons erg aan, omdat we er graag meer over wilden weten. Dat komt omdat we zelf ook een baantje hebben, en wilden dus weten hoe dat er in ontwikkelingslanden en toe ging. We hebben veel geleerd over de kinderarbeid in ontwikkelingslanden en wat voor baantjes de kinderen allemaal doen om maar een beetje geld te kunnen verdienen. In deze tijd zou kinderarbeid helemaal niet meer voor mogen komen. Als je leest hoe afschuwelijk deze kinderen behandeld worden en in wat voor omstandigheden ze leven, ga je wel anders denken over hoe ‘goed’ deze wereld wel niet is. We hopen dat dit onderwerp u aan het denken heeft gezet.
Kinderarbeid
6.6- Profielwerkstuk door een scholier
- Klas onbekend | 2697 woorden
- 24 juni 2004
- 115 keer beoordeeld
6.6
115
keer beoordeeld
ADVERTENTIE
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.348 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Student Hanne en scholier Naomi over studiekeuzes: 'Het is jouw toekomst'
Amarins (26) studeert Scheikunde in Amsterdam: 'Ik wil graag weten hoe de wereld werkt'
Riquelme (13) turnt op topniveau: 'Het is echt hard werken'
REACTIES
1 seconde geleden