Opvattingen van filosofen over verschillende vragen

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 1602 woorden
  • 21 maart 2004
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
27 keer beoordeeld

De vragen , met het commentaar van de filosofen:

1. Gebeurt alles in de wereld met toeval of heeft alles wat gebeurt een bepaald doel? 2. Hoe zouden mensen moeten leven om gelukkig te worden? 3. Bestaat er een oerstof, waarvan alles gemaakt is? 4. Kun je twee keer in dezelfde rivier stappen? 5. Bestaat er buiten het lichaam een ziel of iets dergelijks? 6. Bestaat er een natuurlijke schaamte of preutsheid? 7. Zal degene die weet wat goed is, ook automatisch het goede gaan doen
8. Bestaat er een absolute waarheid, iets waar iedereen het over eens is? 9. Waar houdt de ruimte op? 10. Wat is filosofie volgens jou/jullie?

1. Demokritos: Alles is toeval. Volgens hem is er geen teleologisch (doelmatig) , maar wel een mechanische wereld. Alles wat gebeurt kan verklaard worden door noodzakelijkheid, wetmatigheid en toeval. 2. Socrates: Om gelukkig te zijn moet je volgens Socrates volgens je overtuiging handelen. Protagoras: Alles is relatief. Dus geluk is ook relatief. Daarom hangt van de mensen zelf af om te bepalen hoe ze moeten leven om gelukkig te worden. 3. Thales: Water is de oerstof van alles. Alles is uit water ontstaan en alles veranderd na het leven weer in water. Anaximander: Er zijn verschillende werelden, die bestaan uit het “grenzeloos onbepaalbare”. Wat dit precies is, is niet duidelijk. Anaximenes: De oerstof waar alles van gemaakt is, is lucht. Water is samengeperste lucht. Aarde, water en vuur ontstonden uit lucht. Empedokles: Er is niet een oerstof zoals verschillende filosofen beweren.. Volgens hem zijn er vier oerstoffen of elementen: aarde, lucht, vuur en water. De veranderingen in de natuur ontstaan doordat deze 4 stoffen worden gecombineerd en weer ontbinden. Dit gebeurt onder invloed van haat en liefde. Deze veranderingen kunnen we waarnemen. Demokritos: Hij is de bedenker van de atoomtheorie. Volgens hem waren de kleinste deeltjes atomen (=ondeelbaar). Ze waren de bouwstenen voor de natuur. Ze moesten eeuwig zijn, want niets kan uit niks ontstaan. Er zijn eindeloos veel atomen in de natuur. Ze zijn onveranderbaar en ondeelbaar. Ze zijn allemaal gelijk wat betreft kwaliteit, maar niet qua grote. Atomen waren dus de oerstof. 4. Herakleitos: Volgens hem stroomt alles (panta rei). Alles is dus in beweging en niks duurt dus eeuwig. Je kan niet 2x in dezelfde rivier stappen, omdat de rivier altijd weer wat anders is, net als jijzelf. 5. Pythagoras: Er bestaat zeker een ziel. Het lichaam is de kerker voor de ziel. De taak die de mens heeft is het volledig vrijlaten van de ziel. De ziel is het goede, dus het goddelijk, maar het lichaam is aards en slecht. Dit vormt een belemmering voor de vrije ontplooiing van de geest. De ziel is wel eeuwig, want de ziel kwam in een ander lichaam terug. Demokritos: De ziel is iets tastbaars want ook dit bestaat uit atomen. Na de dood valt ook de ziel uiteen, waardoor er een einde komt aan waarneming en bewustzijn. 6. Sofisten: Het is niet natuurlijk of aangeboren, maar het ligt eraan in welke maatschappij je leeft. Preutsheid of niet heeft met de gewoonten van de maatschappij te maken. 7. Socrates: Volgens hem zal de mens die weet wat goed is, ook goed handelen. Als we verkeerd handelen, komt dat doordat we het niet weten hoe het wel moet. Daarom is het volgens hem belangrijk dat wij onze kennis vergroten. Niemand handelt bewust slecht. 8. Sofisten: De waarheid is subjectief. Het gaat er niet om op de waarheid te vinden, maar om anderen van jouw waarheid te overtuigen. Hieruit kan je concluderen dat er niet een waarheid is, maar net zoveel waarheden als er mensen zijn. Dus de sofisten geloofden niet in een absolute waarheid. Socrates: De waarheid is objectief en de taak van de mens is het achterhalen van de objectieve waarheid. Er is dus wel een absolute waarheid. 9. Pythagoras: Er is geen eind, de ruimte is onbeperkt. 10. Eigen definitie: Nadenken over de mysteries van het leven, zoals \'wat gebeurt er na de dood\', en de diepere betekenis zoeken achter de alledaagse verschijnselen.

Reactie op de mening van de filosofen:

1.Demokritos: Ik ben het niet helemaal met hem eens. Ik ben van mening dat veel toeval is, maar zeker niet alles. Er zijn wel degelijk dingen in de wereld die een doel hebben. 2.Socrates: Dat ben ik niet met hem eens, soms moet je naar overtuiging handelen maar de vraag is of het je gelukkig maakt. Zo kan een arts bijvoorbeeld euthanasie plegen omdat zijn overtuiging zo is. Maar of dit hem gelukkig maakt is maar de vraag (dat kan ik me niet voorstellen) Protagoras: Ik ben het er mee eens dat dingen relatief zijn. Zeker abstracte begrippen zoals geluk zijn relatief. Daarom hangt van de mensen zelf af om te bepalen hoe ze moeten leven om gelukkig te worden. 3. Thales: Ik ben het niet met hem eens omdat het wetenschappelijk is aangetoond dat de oerstof iets ander is. Het is ook niet logisch dat water de basisstof van alles is. Stel je voor dat wij voor 100% uit water bestaan, dan zouden wij ,bij het zwemmen, oplossen in water. Dus het is onmogelijk. Anaximander: De omschrijving van zijn voorstelling is nooit duidelijk uitgekomen en kan ik dus ook niet beoordelen. Anaximenes: Het kan niet omdat het al anders is aangetoond. Empedokles: Ook zijn theorie is niet aannemelijk omdat het vreemd is dat elementen zich ontbinden onder invloed van liefde en haat. Dit zijn ontastbare begrippen, en die kunnen tastbare dingen, niet kapot maken. Je kan niet met liefde een boom kapot maken, in letterlijke zin dan. Demokritos: Ben ik het wel mee eens, wat hij atomen noemt, noemen wij niet zo (wel: quarks), maar het is toch knap dat hij door logisch nadenken zo’n theorie heeft ontwikkelt. Ik ben het ook helemaal eens met zijn theorie, op een paar kanttekeningen na, die hij echt niet kon weten, want die zijn later (net als zijn theorie) aangetoond. Ik ben het ermee eens, omdat het wetenschappelijk is aangetoond.. Hij was zijn tijd dus ver vooruit. 4. Herakleitos: Ik ben het helemaal eens met hem, zoals ik bij de beantwoording van mijn vraag al aangegeven had. Een rivier is nooit hetzelfde, altijd is er wel een visje of een waterplantje anders. Dat is precies dezelfde mening als die van Herakleitos dus ik ben het met hem eens. 5. Pythagoras: Ik ben het wel eens met zijn mening dat de ziel bestaat, maar de gedachte dat het lichaam een kerker is vind ik te ver gaan. Ik denk juist dat het lichaam en de geest elkaar aanvullen. De ziel beïnvloedt ons lichaam en andersom. De ziel zorgt voor onze stemming, en de ziel kan weer op zijn beurt beïnvloedt worden door de staat van ons lichaam. Zoals ze in het Latijn zeggen: Een gezonde geest in een gezond lichaam. Het vult elkaar dus aan. Demokritos: Ik ben het niet met hem eens, want een ziel is niet iets tastbaars. Je kunt het niet aanraken, je kunt het niet zien. Het is iets mysterieus wat we niet kunnen aanraken. Volgens Demokritos valt de ziel na het leven uiteen, ook dat ben ik niet met hem eens. Ik geloof dat onze ziel het lichaam ontstijgt en “ergens” naar toe gaat. 6. Sofisten: Ik ben het met hen eens, zoals al bleek in het antwoord bij bijlage 1. Het is aangeleerd gedrag, dat staat voor mij persoonlijk voor 100 % procent vast. 7. Socrates: Dat ben ik niet met hem eens. Ik denk dat mensen die weten dat iets slecht is, soms toch in de verleiding komen om dat slechte te doen. Voor de mens is het aantrekkelijk om het slechte te doen. Volgens Socrates begaat niemand een slechte daad bewust. Maar er zijn natuurlijk heel veel koelbloedige seriemoordenaars, die juist genieten van het slechte en zich bewust zijn van hun daad. Daarom ben ik het niet met zijn theorie niet eens.

8. Sofisten: Dat ben ik met hen eens, er zijn heel veel verschillende mensen, voor wie er allemaal een andere waarheid is. We zullen het nooit met zijn allen over iets eens zijn, maar we proberen elkaar wel te overtuigen (met argumenten of wapens) van onze waarheid.Socrates: Er is geen absolute waarheid, omdat er zoveel verschillende mensen zijn. Er is geen waarheid die objectief is, dus kan je die ook niet achterhalen. Israël noemt bijvoorbeeld leden van Hamas terroristen, terwijl de Palestijnen hen vrijheidsstrijders noemen. Hier kan je een lange discussie over voeren, maar je zult er nooit uitkomen. Voor de ene is het de waarheid dat het terroristen zijn, voor de ander zijn het vrijheidsstrijders. Dat zijn 2 waarheden, waarbij voor beiden wat te zeggen is Het is dus niet te achterhalen wat de objectieve waarheid is. 9. Pythagoras: Dit is een onduidelijk en vaag antwoord. Overal zit een einde aan, ook aan de ruimte. We gaan tegenwoordig uit van de oerknaltheorie, waarbij een klein bolletje met alle materie zich razendsnel begon te verspreiden. Vanaf dat moment dijt de ruimte steeds verder uit, dit is een constant proces. Uit verschillende metingen is gebleken dat deze theorie klopt. Pythagoras had nog niet de beschikking over deze apparatuur. De grens ligt zover weg dat het bijna onbeperkt is. Het gaat om zulke grote getallen, dat het wel onbeperkt lijkt. Toch is het niet onbeperkt, omdat de ruimte nog steeds plaats heeft om uit te dijen. Er is dus nog een stukje dat niet “ruimte” is, daarom is de ruimte niet onbeperkt. Bovendien: Aangezien de ruimte uitdijt is er dus een rand die zich steeds verder verspreidt. En aangezien er een rand is, kan je concluderen dat de ruimte niet onbeperkt is. Bij die rand houdt de ruimte op. Het is echter onmogelijk om een getal te noemen, omdat die rand zich voortdurend verplaatst.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.