Samenvatting Extreem Luid & Ongelooflijk Dichtbij / Extremely Loud & Incredibly Close van Jonathan Safran Foer
Krijg nou wat… / What the?
Ik-persoon heeft een rijke fantasie. Hij gebruikt Franse en Engelse woorden. Hij speelt tamboerijn. Na de dood van zijn vader heeft hij een mobiel gekregen. Voor zijn negende verjaardag heeft hij van zijn oma een abonnement op National Geographic, een witte blazer (hij draagt alleen maar witte kleren) en zijn opa’s camera gekregen. Zijn opa is bij zijn oma weggegaan, toen het jongetje nog niet geboren was. Het jongetje, genaamd Oskar Schell, mag geen tv kijken en heeft twee keer in zijn leven in een limousine gereden. De eerste keer was in de Sunshine Limousine naar een begraafplaats in (de buurt van) Manhattan, waar waarschijnlijk zijn vader werd gecremeerd. De chauffeur heette Gerald Thompson. Oskar praatte erg veel tegen hem en tegen zijn moeder; hij is erg bijdehand voor zijn leeftijd en hij heeft veel kennis van dieren, net als zijn opa. Hij denkt dat zijn moeder niet van hem houdt. Hij was atheïstisch, maar nu niet meer. Hij heeft de reservesleutel van het huis aan postbode Alicia gegeven, zodat zij de pakjes binnen kan leggen, wanneer huismeester Stan weg is.
Oskar wilde altijd de juwelierszaak van zijn familie overnemen, maar nu niet meer. De tweede keer dat Oskar in een limousine zat, ging hij de lege kist van zijn vader opgraven. Zijn vader was erg slim. Samen deden ze op zondag Verkenningsexpedities. Voor het laatste spel, dat zij nooit hebben afgemaakt, kreeg Oskar een plattegrond van Central Park. Hij ging een paar avonden achter elkaar met zijn metaaldetector op zoek naar metalen voorwerpen. Hij vond allerlei voorwerpen, maar het raadsel kon hij niet oplossen.
Op de avond voor de dood van zijn vader luisterden ze samen naar een Grieks sprekende man op de korte golfradio en vertelde zijn vader een verhaal over het zesde district van New York.
Een paar weken na de zwarte dag (de aanslagen op 11 september) ging Oskar veel brieven schrijven, o.a. aan Stephen Hawking. Oskar’s vader stopte hem altijd in, vertelde prachtige verhalen en las met hem uit de New York Times, waar altijd fouten in stonden. Hij rook altijd lekker naar scheerzeep en maakte Oskar rustig. Op de zwarte dag mochten de leerlingen eerder naar huis. Oskar luisterde naar de ingesproken berichten van zijn vader, die zei dat ze zich niet zorgden hoefden te maken om hem.
Overige personen:
• Sensei Mark, de jiujitsuleraar
• Ron, waarschijnlijk de stiefvader van het jongetje
• Tandpasta en de Minch
• De poes Buckminster
Waarom ik niet ben waar jij bent 21-5-63 / Why I’m not where you are 5/21/63
Thomas, de opa van Oskar, vertelt aan zijn ongeboren kind dat hij woorden verloor, zoals ‘Anna’, ‘en’, ‘willen’, ‘verlangen’, ‘jammer’, ‘verlies’, enz. Op het laatst kon hij alleen nog maar ‘me’ zeggen, maar dat ook woord verloor hij. Hij had altijd een opschrijfboekje bij, zodat hij dingen op kon schrijven die hij wilde zeggen. Aan het eind van de dag las hij de pagina’s van zijn leven door: ‘Ik wil twee broodjes’, ‘En iets lekker zou er ook wel ingaan’, ‘Sorry, maar ik heb het niet kleiner’, ‘Start spreading the news…’, ‘Een gewone, graag’, ‘Dank u, maar ik zit helemaal vol’, ‘Geen idee, maar het is al laat’, ‘Help’ en ‘Hahaha!’. Als kind sprak hij erg veel en dacht hij veel na, maar het nadenken bracht hem geen geluk. Hij heeft één vriend: meneer Richter, met wie hij naar de dierentuin van Central Park is geweest en met wie hij erg veel lachte. Foto van een slot. Toen hij zijn toekomstige vrouw ontmoette, de moeder van zijn ongeboren kind aan wie hij nu schrijft, in de Columbian Bakery op Broadway, waren al zijn woorden al op. Zij ging naast hem zitten aan het tafeltje en zei dat ze zag dat hij alles kwijt was. Toen hij haar door middel van het schrijfboekje duidelijk maakte dat hij niet kon praten, schreef ze in het boekje: ‘Trouw alsjeblieft met me’. Hij bladerde terug en gaf achtereenvolgens de antwoorden ‘Hahaha!’, ‘Het spijt me, maar ik heb niet kleiner’, ‘Geen idee, maar het is al laat’ en uiteindelijk bladerde hij terug naar de tekst: ‘Help’.
Googolplex / Googolplex
Voor zijn moeder heeft het jongetje een armband gemaakt, die zij droeg bij de begrafenis. Het jongetje had hem aanvankelijk aan de zwerver Sonny willen geven, of aan Lindy, de aardige oude vrouw die voorbijgangers rondleidingen aanbiedt door het Museum of National History.
Het lijkt er volgens Oskar op dat mama haar man niet mist en dat zij verliefd is op Ron. Oskar raakte zelf een paar jaar na de dood van zijn vader in paniek van een heleboel dingen, o.a. van onder de douche gaan en in een lift stappen. Hij kan ook niet goed slapen. Bij de inloopkast van zijn vader ziet Oskar dat de smoking van vader over de stoel. Hij begrijpt niet waarom het pak niet in de kast hangt bij de andere pakken. Ook staat er een blauwe vaas op de bovenste plank. Hij gaat op een stapel van tragedies van Shakespeare staan om bij de vaas te kunnen. Dan valt de vaas kapot. Midden in de scherven glas vindt Oskar een envelopje. Er zit een dikke, kleine sleutel in. Hij probeert of de sleutel in één van de sloten van het huis past, maar dat lukt niet.
Daarna gaat hij voor het eerst liegen. Hij zegt tegen zijn moeder dat hij ziek is en thuisblijft. Tegen Stan zegt hij dat hij naar de drogist gaat om keelpastilles te halen. Hij gaat echter naar de slotenmaker Frazer en Zonen. Walt zegt dat het waarschijnlijk een oud sleuteltje van een bewaarkluis is. Wanneer Walt hem vraagt of hij niet naar school moet, zegt Oskar dat het vandaag Martin Luther King-dag is. Wanneer hij weer thuis is, is er een briefje voor hem van vriend Ringo. Er zit een T-shirt bij. ’s Avonds ziet Oskar dat op de achterkant van de envelop het woord ‘Black’ staan. De volgende ochtend zegt hij tegen zijn moeder dat hij weer niet naar school kan, omdat hij verdrietig is om een heleboel dingen in de wereld. Hij gaat naar de schilder- en tekenbenodighedenzaak. Daar laat hij het envelopje zien aan de dikke vrouw. Zij merkt op dat het woord ‘Black’ met een rode pen is geschreven. Normaal schrijf je, wanneer je een rode pen uitprobeert, het woord ‘Red’, namelijk de kleur van de pen, of je schrijft je eigen naam. Het kan betekenen dat Oskar op zoek moet naar een man of vrouw die Black heet. Op het kladblokje in de winkel staat de naam Thomas Schell tussen de uitprobeersels van andere mensen. Het is de naam van de vader van Oskar. Zijn naam blijkt overal tussen de spullen te staan. Het is inmiddels een jaar geleden dat Oskar’s vader dood is gegaan en in de computer ziet de mevrouw geen enkele aankoop van meneer Schell, of hij heeft contant betaald. Bovendien liggen de kladblokken daar nog geen jaar lang.
Oskar schrijft een brief aan zijn Franse leraar Marcel en doet zich in die brief voor als zijn moeder. Oskar zal geen Franse les meer volgen. Hij kan nu elke zaterdag en zondag mensen in New York bezoeken die Black heten en hij vraagt die mensen of zij weten wat de sleutel in de vaas in de kast van zijn vader deed. Zijn moeder, die altijd zo bezorgd is, vraagt tijdens de 8 maanden dat hij door New York zwerft, helemaal niet waar hij naartoe gaat. Hij vertelt ook niet aan zijn moeder over de sleutel en de vaas; het is iets tussen hem en zijn vader. ’s Avonds in bed bladert hij door zijn boek met Dingen Die Me Zijn Overkomen. Foto sleutels uit slotenzaak, foto wekker, foto man met schedel in zijn handen, plaatje met lijnen, foto parende schildpadden, foto doosje met diamanten, foto met ik weet niet wat, foto van stad (waarschijnlijk New York), ingezoomde foto van foto met ik weet niet wat, afbeelding van het in groene letters geschreven woord ‘Purple’, foto van met tennisracket die op de grond ligt, foto van vingerafdrukken die zijn bezorgde moeder op het politiebureau heeft laten maken van Oskar, foto van twee naakte oermensen en foto van een astronaut en mannen daaromheen. Midden in de nacht stapt Oskar uit bed en luistert naar de stem van zijn vader op de ingesproken berichten. Op de zwarte dag kocht hij na het luisteren van de berichten dezelfde telefoon en verwisselde deze met de telefoon met de ingesproken berichten, zodat zijn moeder ze niet kon horen. Het beschermen van zijn moeder was namelijk zijn belangrijkste raison d’être.
Later die nacht praat hij met zijn oma via de walkietalkie, die in de flat tegenover hem woont. Oskar maakt in zijn hoofd een lijstje met degenen van wie hij het meest houdt: 10 Walt, 9 Lindy, 8 Alicia, 7 Farley, 6 De Minch/Tandpasta (gedeelde plaats) 5 Stan 4 Buckminster 3 Mama 2 Oma 1 Papa.
Mijn gevoelens / My feelings
Brief van de oma van Oskar aan Oskar op 12 september 2003. Zij moest thuis in Dresden als meisje de post halen en maakte een brief van 14 januari 1921 zonder naam erop open. Veel woorden waren door een censor gewist. De brief was 15 jaar na dato pas bezorgd. De brief, in het Duits, was van een man die in een Turks werkkamp zat. Het meisje wilde achter de identiteit van de dwangarbeider komen door handschriften te vergelijken. Ze vroeg of haar lieve vader, de overgrootvader van Oskar, een brief aan haar wilde schrijven. Hij wist niet met welke reden hij schreef, dus hij schreef maar iets. Zo deed ze dat ook bij een moordenaar uit de gevangenis waar haar oom cipier was en later zelfmoord pleegde, bij haar pianoleraar, de zus van haar moeder, haar schoolvriendinnetje Mary en haar grootmoeder, die een brief van 67 kantjes schreef aan haar kleindochter. Het was haar levensverhaal. In totaal verzamelde ze 100 brieven van iedereen die ze kende. Ze had ook een brief van Thomas, de vriend van haar oudste zus Anna. Zeven jaar later, toen zij (oma van Oskar, toen nog jong) in Amerika hopeloos op zoek was naar werk, zag zij Thomas in een bakkerij. Hij ontkende eerst dat hij Thomas was. Hij kon niet praten. Op zijn rechterhand stond ‘Nee’ getatoeëerd. Hij wilde beeldhouwer worden, maar dat was niet gelukt. Vanaf toen ging hij haar elke dag beeldhouwen, in zijn huis met de vele dieren. Hij probeerde haar te vormen naar Anna. Ze trouwden. Einde brief van oma naar Oskar.
Het enige dier / The only animal
Oskar begint zijn zoektocht. Hij begint bij Aaron Black in Corona, in Queens. Foto stad met een soort stalen gevaarte. De man uit de intercom klinkt niet erg vriendelijk. Hij weet niets van een sleutel in een envelop. Hij belt hem daarna weer op. Ze krijgen een gesprek en Oskar vertelt over de dood van zijn vader Thomas. Omdat Oskar bang is voor liften, smeert hij hem wanneer de zieke man vraagt of hij naar de negende verdieping komt. De volgende die hij bezoekt, is Abby Black in Bedford Street. Foto van haar smalle huis. Het lukt hem om binnen te komen bij de mooie vrouw, die zegt dat ze Thomas Schell niet kent en dat de envelop haar niets zegt. Er is een man in het huis, die plotseling iets heel luid zei, maar ze reageerde er niet op. Foto van een huilende olifant, die in de keuken naast de telefoon hangt. Ze zet lekkere dingen voor hem op tafel (aardbeien, druiven en koekjes) en maakt koffie voor hem. De vrouw is epidemioloog. Oskar vertelt dingen over olifanten. Opeens moest ze huilen. Oskar begrijpt niet waarom. De man komt binnen, zegt iets onverstaanbaars en gaat weer weg. Ze reageert er niet op en moet later weer huilen. Ze kan niets vertellen over de sleutel. Ze is 48. Foto van de achterkant van haar hoofd. Oskar wil zoenen, maar dat vindt ze geen goed idee. Hij geeft haar zijn kaartje. Daarna gaat hij naar huis. Hij gaat naar oma toe, die hem stevig omhelst. Ze mag hem vanwege privacyredenen niet meer zien in de badkamer. Sinds de dood van zijn vader heeft hij – op Buckminster na – niemand zo vaak gezien als zijn oma, maar toch weet hij niets over haar verleden en haar levensverhaal. Een paar maanden na de dood van zijn vader gingen Oskar en zijn moeder naar Multi Opslag, de opslagloods in New Jersey waar zijn vader spullen bewaarde die hij niet meer nodig had, maar die ooit nog van pas konden komen. Daar vindt Oskar een babyfoon, die hij gaat gebruiken om met oma te communiceren. Foto van waarschijnlijk de knopjes van de babyfoon. Na de dood van zijn vader krijgt Oskar gesprekken met dr. Fein.
Waarom ik niet ben waar jij bent 21-5-63 / Why I’m not where you are 5/21/63
Vervolg brief van Thomas (de opa van Oskar) aan zijn ongeboren kind. Thomas en zijn vrouw hadden allerlei vreemde regels in huis. Zo hebben zij het nooit over vroeger en ze slapen nooit twee keer in hetzelfde beddengoed. Wanneer zij gaat douchen, geeft hij de dieren te eten. Zij wil almaar Engelse literatuur lezen, zodat het lijkt alsof ze niet uit een ander land komt. Samen hebben ze ‘Nietsplekken’ en ‘Ietsplekken’ ingesteld. Je mag niet naar een Nietsplek kijken. Thomas bezoekt vliegvelden om te kijken naar de vreugde die mensen hebben wanneer zij familieleden of vrienden weer zien. Het was een ongelukkig bestaan samen.
Lege bladzijde met: ‘Neem me niet kwalijk, weet u hoe laat het is?’
Thomas denkt op het vliegveld aan de eerste ontmoeting met zijn vrouw. Haar vader kwam op bezoek bij zijn vader, ze waren vrienden en praatten over kunst en literatuur, tijdens de oorlog praatten ze alleen nog maar over de oorlog. Zij was toen 17 en hij 15. Foto van een deurklink met slot. Na hun korte gesprek wilde hij haar zo graag nog een keer zien, dat hij elke dag naar haar huis toe liep, met zijn hoofd naar de grond, zodat hij niet herkend wordt. Hij zag haar nergens, totdat hij tegen haar aan botste en zij beiden op de grond vielen.
Lege bladzijde met: ‘Weet u hoe laat het is?’
Zij had altijd de dwang om hem in te smeren met zonnebrandcrème. Hij spoorde haar aan om haar levensverhaal op te schrijven met een schrijfmachine. Ze had slechte ogen. Na jaren gezwoegd te hebben, laat ze het enorm dikke werk aan hem zien. Dan herinnert hij zich, dat hij jaren terug het lint uit de machine had getrokken. Alle blaadjes zijn dus blanco. Hij verzwijgt het voor haar en doet net alsof hij het werk echt gaat lezen.
Lege bladzijde met: ‘Weet u hoe laat het is?’
De vader van Anna stelde zijn intellectuele vriend Simon Goldberg voor aan Thomas, die beeldhouwer wilde worden. Die dag bedrijven Anna en Thomas voor het eerst de liefde achter de schuur van haar vader.
Lege bladzijde met: ‘Weet u hoe laat het is?’
Thomas en zijn vrouw (de oma van Oskar) praten over het boek dat zij schrijft.
Lege bladzijde met: ‘Neem me niet kwalijk, maar waar kun je vliegtickets krijgen?’
Thomas gaat zijn vrouw voorgoed verlaten. Door middel van handgebaren communiceren ze. Foto van deurklink. Hij maakt haar duidelijk dat hij naar het vliegveld gaat.
Achtereenvolgens lege bladzijden met de teksten:
‘Eén ticket naar Dresden, graag’
‘Wat doe jij hier?’
‘Je moet naar huis. Je had al in bed moeten liggen.’
‘Ik zal je wel thuisbrengen.’
‘Doe niet zo eigenwijs. Je vat zo nog kou.’
‘Je vat zo nog kouder.’
Mineur zwaar mineur / Heavy boots Heavier Boots
Oskar heeft met zijn klasgenoten het toneelstuk ‘Hamlet’ uitgevoerd. Zijn oma was erg luidruchtig tijdens de voorstellingen en reageerde verkeerd op dingen. Veel van de Blacks die Oskar eerder had opgezocht, waren komen kijken naar de uitvoering. Twaalf weken daarvoor was Oskar op bezoek bij Abe Black op Coney Island. Met hem ging hij in de achtbaan. Daarna bezocht hij Ada Black, een rijke vrouw in Manhattan. Beiden wisten niets te vertellen over de sleutel en Oskar kon ook geen verdere aanwijzingen vinden.
De volgende Black die hij bezocht, woonde toevallig één verdieping boven hem. Hij sprak erg hard en had een lapje voor zijn oog. Zijn vrouw was 24 jaar geleden gestorven. Zijn huis stond vol met spullen. Hij hield sinds het begin van zijn journalistieke werk een biografische index bij met alle namen die hij later misschien nog eens zou moeten opzoeken. De man heeft veel gereisd in zijn leven, maar komt nu zijn huis niet meer uit. Oskar doet het gehoorapparaat aan van de meneer. Black begint te huilen nadat hij weer hoort. Er komt een zwerm vogels voorbij (zie foto). Om half vijf had Oskar repetitie voor Hamlet. ’s Avonds stopte zijn moeder hem in. Oskar zegt dat hij niet begraven wil worden; hij vindt het onzin dat de kist van zijn vader leeg is. Hij wil ook niet dat mama verliefd wordt op Ron. ’s Nachts heeft zijn moeder zijn blauwe plekken gezien. Hij stompt zichzelf.
Mijn gevoelens / My feelings
Vervolg brief van oma naar Oskar. Haar man, Thomas, heeft een kromme rug maar nog steeds de ruwe handen die hij vroeger ook al had. Hij heeft zijn trouwring nog om. Zij schreef in werkelijkheid helemaal geen levensverhaal; ze drukte achter elkaar op de spatie van de schrijfmachine. Zij deed alsof haar ogen snert waren, maar dat was niet zo. Ze zijn in een ruimere flat gaan wonen. Hij heeft overal foto’s van gemaakt, zodat de flat weer precies in de oude staat opgebouwd kon worden, als er iets gebeurd was. Hij maakte van alle deurknoppen foto’s. Het was volgens haar geen ongelukkig huwelijk, ze konden samen veel lachen en om een doel in hun leven te hebben, hielpen ze elkaar heel de dag. Ze konden net rondkomen van de juwelierszaak. Ze kreeg behoefte aan een kind en hield de zwangerschap lang verborgen. In zijn opschrijfboekje schreef ze in het donker in bed op dat ze zwanger was. De volgende dag wist ze dat hij wegging. Ze achtervolgde hem op het vliegveld en haalde hem over om weer terug te gaan. Een dag later ging hij alsnog weg. Zij liet alle dieren los en niemand kwam meer terug. Ze denkt aan Anna, die zij zag zoenen met Thomas. Zij en Anna kusten elkaar ook een keer, ze was nooit meer zo verliefd geweest. Toen de oorlog dichterbij kwam, stortte haar vader in. Bij een bombardement is het huis afgebrand. Ze vond geen één foto mooi van zichzelf. Als kind kond ze om alles huilen, ze probeerde steeds minder te voelen.
Geluk, geluk / Happiness, happiness
Oskar laat in de klas een interview met Tomoyasu horen, een vrouw die haar dochter Masako verloor bij de aanslagen. Jimmy Snyder pest hem. Foto poes, daar legde Oskar iets over uit in zijn spreekbeurt. ’s Avonds kan Oskar niet slapen en begint uitvindingen te doen. De volgende ochtend komt de oude meneer Black van 103 jaar oud om Oskar te helpen met zijn zoektocht. Ze gaan langs bij een vrouw die Spaans spreekt, maar Agnes Black is met de aanslagen overleden, want zij was serveerster in Windows on the World. Misschien heeft zij dus wel de vader van Oskar gekend. Ook bezoekt het tweetal Albert Black, Alice Black, Allen Black en Arnold Black, zonder resultaat. Op dinsdag morgen heeft Oskar een gesprek met dr. Fein, dat niet goed verloopt. Het gesprek dat zijn moeder daarna met hem voert, lijkt ook niet goed te gaan. Oskar luistert het gesprek af met zijn stethoscoop. Foto van een gebouw met iets in de lucht.
Waarom ik niet ben waar jij bent 12-4-78 / Why I’m not where you are 4/12/78
Brief van Thomas (opa van Oskar) aan zijn (ongeboren) kind. Alles wat fout is, is rood omcirkeld. Dat deed de vader van Oskar altijd. Thomas vertelt aan zijn zoon Thomas over het bombardement op Dresden. Hij heeft zijn ouders daarna nooit meer gezien. Bij het bombardement raakte Thomas een deurknop aan met zijn handen, die daardoor smolten. Anna is zwanger van hem geraakt.
Het zesde district / The sixth borough
De vader van Oskar vertelt over het zesde district, waar eerst Central Park zou hebben gelegen.
Mijn gevoelens / My feelings
Vervolg brief van oma aan Oskar. Zij was in de logeerkamer toen de aanslagen plaatsvonden. De vader en moeder van Oskar waren toen 12 jaar getrouwd. Oma kende haar nu 15 jaar. Oma gaat naar Oskar toe en gaat bij hem onder het bed liggen om te wachten op mama en papa die moeten thuiskomen. Alleen moeder komt thuis. Oskar loog dat er niets op het antwoordapparaat stond. Zijn moeder loog dat haar man niet een bespreking had in het gebouw waar de aanslagen op gericht waren. Moeder ging posters met de foto van haar man (oma’s zoon) ophangen. Hij werd niet gevonden. Er vond een uitvaart plaats met een lege kist. Die dag ontving oma een brief van Thomas, waarin stond: ‘Het spijt me’. Hij was terug.
Levend en alleen / Alive and alone
Na 6,5 maand wilde meneer Black niet meer meehelpen met de zoektocht van Oskar. Hij ging naar oma. Ze was niet thuis. In haar kast vindt hij een heleboel enveloppen zonder brieven erin, geschreven van 31 mei 1963 tot de zwarte dag. Er was wel een andere man; Oskar dacht dat het de huurder was. Het is waarschijnlijk zijn opa, want hij kan niet praten en communiceert met briefjes, maar dat weet Oskar op dat moment niet. Oskar vertelt over zijn zoektocht en de vele Blacks die hij bezocht heeft. Hij vertelt uitgebreid over Georgia Black op Staten Island en Ruth Black, die op het Empire State Building woont en daar rondleidingen geeft. Daarna laat Oskar de 5 ingesproken berichten van zijn vader horen aan de man. Hij vertelt dat hij wil weten hoe zijn vader is gestorven, zodat hij dat niet steeds hoeft te bedenken. De man (opa van Oskar) haalt op dezelfde manier zijn schouders op als dat zijn vader dat deed. ’s Avonds in bed kan Oskar weer niet slapen en bedenkt van alles. Dan krijgt hij een gedachte die heel dicht bij hem is en heel luid is: hij gaat papa’s lege kist opgraven. Foto van de handen van zijn opa met ‘ja’ en ‘nee’ erop, die Oskar heeft gemaakt.
Waarom ik niet ben waar jij bent 11-9-03 / Why I’m not where you are 9/11/03
Lege bladzijde met ‘Ik kan niet praten, het spijt me.’
Lege bladzijde met: ‘Ik heet Thomas.’
Lege bladzijde met: ‘Het spijt me.’
Foto van een deurknop met slot.
Lege bladzijde met: ‘Toch spijt het me.’
Brief van Thomas (opa van Oskar) aan zijn zoon Thomas. Hij herinnert zich de keer dat oma thuiskwam met de limousine na de begrafenis en dat hij een briefje had gegeven aan de huismeester, die hij aan haar gaf. Zij deed een briefje op het raam met de tekst: ‘Ga niet weg’. Zo ging dat een aantal dagen door, totdat hij weer bij haar binnen mocht komen. Zij ging weer voor hem poseren en hij raakte haar aan. Zijn zoon Thomas is hem eens komen opzoeken; hij deed alsof hij een journalist was. Opa heeft Oskar en de oude man gevolgd in hun zoektocht. De oude man had het door en sprak met hem bij het Empire State Building. Hij zei dat opa de zoektocht met Oskar moest voortzetten. Als ze thuis zijn, zegt de oude man dat hij niet meer meedoet met de zoektocht. Daarna gaat Oskar naar oma, die er niet is. Dan volgt de ontmoeting met opa, die nu vanuit opa’s kant beschreven wordt. Oskar weet dan niet dat het zijn opa is. Hij moet een steentje tegen het raam gooien als hij hem nog nodig heeft. Dat doet hij, want hij gaat de lege kist met hem opgraven. Het opschrijfboek van opa raakt vol, hij schrijft alle zinnen over elkaar waardoor het onleesbaar wordt.
Een eenvoudige oplossing voor een onmogelijk probleem / A simple solution to an impossible problem
De dag nadat Oskar met zijn opa (hij denkt nog dat het de huurder is) de lege kist heeft opgegraven, gaat hij naar de flat van meneer Black, maar hij is er niet. Er is wel een vrouw, die zegt dat hij zijn flat gaat verkopen. Oskar zoekt in de kaartenbak met biografieën naar het kaartje van meneer Black en naar zijn vader. Die zit er niet tussen, maar wel zijn eigen naam: ‘Oskar Schell: zoon’. Hij bezoekt Peter Black, die een baby heeft. Hij luistert een bericht van 8 maanden terug af, van Abby Black, die toch wel iets weet van de sleutel. Hij had haar een keer bezocht, zij moest huilen en hij wilde met haar zoenen, maar dat vond ze geen goed idee. Hij gaat er nu opnieuw naartoe, zij vertelt dat ze toen ruzie met haar man had en daarom niets kon vertellen over de sleutel. De man, die nu haar ex is, weet wel iets van de sleutel. Oskar komt erachter dat zijn moeder wist van zijn zoektocht, want zij kreeg Abby aan de lijn nadat zij wat had ingesproken. Zijn moeder wist dus steeds waar hij naartoe ging en daarom vroeg ze nooit waar hij naartoe ging. Ze had iedereen van tevoren getelefoneerd dat Oskar hen zou bezoeken. Ook meneer Black wist ervan en misschien wisten oma en de huurder (opa) het zelfs. Na het bezoek aan Abby, waar hij haar omhelst heeft en bij haar uitgehuild heeft, gaat hij naar William Black op kantoor. Dat is de ex-man van Abby. Foto van de achterkant van zijn hoofd. Oskar vertelt dat hij een envelop heeft gevonden met zijn naam erop en hij laat de sleutel zien. William is verrast en vertelt dat zijn vader 2 jaar geleden is overleden. Die vader kreeg te horen dat hij over 2 maanden dood ging en dat gebeurde ook. In die 2 maanden schreef hij aan iedereen brieven. William, zijn zoon, verkocht na zijn dood al zijn bezittingen op een veiling. Daarna las hij de brief die zijn vader voor hem geschreven had. Hij was heel zakelijk. Aan het eind stond vermeld dat in een blauwe vaas in de slaapkamer een sleutel zat, die paste op een kluis in hun bank. De vaas was toen al verkocht aan de vader van Oskar. Oskar wil erg graag weten hoe zijn vader op hem overkwam. Zijn vader had de vaas gekocht, omdat hij een week later iets te vieren had met zijn vrouw. Hij had een tafel in haar favoriete restaurant geboekt, het moest een soort gala-avond worden. Vandaar dat de smoking over de stoel hing. William was dus de sleutel kwijt en ging op zoek naar de vader van Oskar. Ook hij hing posters op, net als zijn moeder. Hij kon hem niet vinden. Oskar vertelt iets wat hij aan niemand heeft verteld: na het luisteren van de ingesproken berichten belde zijn vader met zijn mobiele telefoon naar huis. Oskar kon niet opnemen. Zijn vader vroeg 11 keer achter elkaar: ‘Ben je daar?’ Het leek dus alsof het echt naar Oskar gericht was. Het duurde tot 10.28, het moment waarop het gebouw instortte. Foto sleutel. Oskar overhandigt de sleutel aan William, hij wil niet mee naar de bank, hoewel hij wel geïnteresseerd is in wat er in de kluis zit. Als hij weer thuis is, staat de huurder (zijn opa) op hem te wachten onder de straatlantaarn. Oskar vertelt dat hij het gevonden heeft. Donderdagavond is Oskar’s vader Thomas precies twee jaar dood. Samen gaan ze zijn lege kist opgraven. Oskar krijgt een brief van Stephen Hawking, aan wie hij al meerdere keren geschreven heeft, maar hij kreeg steeds een standaardbrief terug met de melding dat Stephen al zijn brieven leest en probeert te beantwoorden. In de persoonlijke brief die Oskar nu krijgt van Stephen Hawking, bewondert Stephen Oskar. Hij nodigt hem uit om een paar dagen naar Cambridge te komen. Hij ziet voor hem een mooie toekomst in de exacte wetenschappen. Hij vertrouwt hem en noemt hem zijn vriend.
Mijn gevoelens / My feelings
Vervolg brief van oma aan Oskar. Opa komt midden in de nacht met modder aan zijn broek thuis bij oma. Hij heeft samen met Oskar de brieven in de lege kist gelegd. Haar leven speelde zich in haar hoofd andersom af, van het heden tot en met het begin van de schepping. Oma eindigt de brief met de boodschap dat het altijd nodig is om mensen duidelijk te maken dat je van ze houdt.
Prachtig en waar / Beautiful and true
Ron blijkt zijn vrouw en dochter te hebben verloren door een auto-ongeluk. De moeder van Oskar heeft hem ontmoet op een praatgroep voor mensen die een familielid hebben verloren. Oskar beschrijft hoe zijn opa en hij met de limousine van Gerald ’s nachts naar de begraafplaats gingen en de kist opgraven. Ze deden er de brieven van opa in. Later komt Oskar pas te weten dat de man geen huurder, maar zijn opa was. Wanneer hij ’s nachts thuiskomt, zit zijn moeder op de bank. Ze is niet boos en Ron ook niet. Ze huilen, knuffelen en praten. Het blijkt dat zijn vader zijn moeder op de zwarte dag heeft opgebeld, om te zeggen dat hij uit het gebouw was, maar dat loog hij, om Oskar gerust te stellen. Achtereenvolgens bladzijden met afbeelding van een vallende man uit het gebouw, maar dan omgekeerd. Einde boek.
REACTIES
1 seconde geleden
H.
H.
Het is Oscar,
niet Oskar.
Pff, vwo 6...
12 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
het is met een k.
10 jaar geleden
-.
-.
Het is wel Oskar, pff... VWO6 dus.
12 jaar geleden
AntwoordenZ.
Z.
En primer lugar quiero darle las gracias que desea compartir esta información con nadie y lo puso en Internet.
No puedo añadir mucho más, ya que tan perfectamente y también conocí a una cifra muy alta para el Inglés, y quiero darle las gracias.
Yo escribo en español porque no holandés tan bueno en la escritura.
Muchas gracias.
12 jaar geleden
Antwoorden-.
-.
Goede samenvatting! Alleen een paar details kloppen niet.
11 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
goeie samenvatting! een klein detail , de vader van oskar werd niet gecremeerd maar het lichaam van zijn vader is niet gevonden(waarschijnlijk) en daarom begraven ze een lege kist.
11 jaar geleden
Antwoorden