Duel door Joost Zwagerman

Beoordeling 7
Foto van Cees
Boekcover Duel
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 2288 woorden
  • 8 maart 2010
  • 259 keer beoordeeld
Cijfer 7
259 keer beoordeeld

Boekcover Duel
Shadow

"Voor zijn ogen zag Verhooff gebeuren wat nog niet was gebeurd en op datzelfde ogenblik al gebeurd leek te zijn: zijn hand, de vuist, het canvas. Hij had nooit een schilderijdoek horen uitscheuren. Er klonk een scherp gekraak als van een boomtak die in tweeën breekt – een onverwacht grof geluid voor zo’n frêle stuk linnen."
"Voor zijn ogen zag Verhooff gebeuren wat nog niet was gebeurd en op datzelfde ogenblik al gebeurd leek te zijn: zijn hand, de vuist, het canvas. Hij had nooit een schilderijd…

"Voor zijn ogen zag Verhooff gebeuren wat nog niet was gebeurd en op datzelfde ogenblik al gebeurd leek te zijn: zijn hand, de vuist, het canvas. Hij had nooit een schilderijdoek horen uitscheuren. Er klonk een scherp gekraak als van een boomtak die in tweeën breekt – een onverwacht grof geluid voor zo’n frêle stuk linnen."

Uit het Hollands Museum verdwijnt een hedendaags meesterstuk met een geschatte waarde van dertig miljoen euro. Museumdirecteur Jelmer Verhooff begint een zoektocht naar het verdwenen topstuk. Er ontstaat een tragikomisch kat-en-muisspel tussen directeur en 'dader', de jonge kunstenares Emma Duiker.

Duel door Joost Zwagerman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.


Feitelijke gegevens over het boek
Verschijningsdatum 1e druk: 9 maart 2010
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 95
Uitgeverij: Stichting CPNB
Het boek wordt uitgegeven als Boekenweekgeschenk 2010. Wie voor 12,50 boeken koopt tijdens de Boekenweek 2010 krijgt de titel “Duel”cadeau. Het boek is in een recordoplage afgedrukt. Het boek bereikt een oplage van bijna 1 miljoen exemplaren: nl. 956.000

Beschrijving van de cover
Een blauwe kaft met daarop een afbeelding van de goudkleurige lijst van een schilderij. Het boekje gaat immers over een zoektocht naar een ontvreemd schilderij .

Samenvatting van de inhoud
In de eerste proloog vermeldt Jelmer Verhooff dat hij als negenjarige indruk wilde maken op zijn klasgenoten door van de hoge duikplank af te duiken. Hij denkt daaraan terug wanneer hij met zijn vuist verderop in het verhaal door het canvas van een waardevol schilderij slaat.
In de tweede proloog vertelt de ik-verteller Jelmer Verhooff dat de meeste mensen vinden dat hij zo’n prachtige woning heeft. Hij woont namelijk in het Hollands museum, waarvan hij conservator is. Jelmer is bijna 40 jaar. Hij organiseert een tentoonstelling van jonge kunstenaars die een moderne opvatting over kunst hebben. De tentoonstelling heet “Duel.” Het motto ervan is: “Dutch artist challenged by modern masters”. Een van de jonge kunstenaressen Emma Duiker vindt het kopiëren van het schilderij Untitled No 18, 1962 van Mark Rotho namelijk ook kunst.

Nadat de tentoonstelling beëindigd is en hij boven in het museum zijn intrek heeft genomen, wordt hij acht maanden later door een restaurateur (Olde Hussink) gewaarschuwd. Hij beweert dat de echte Untitled No 18. niet meer in het museum hangt en dat er nu een nepschilderij hangt. Ze gaan naar Emma Duiker. Verhooff en Olde Hussing komen erachter dat Emma nog meer kopieën heeft en dat ze een kunstdoel voor ogen heeft (kunst moet niet in een museum worden tentoongesteld maar aan het volk worden teruggegeven) De echte Untitled is inmiddels een illegale reis door Europa begonnen. Ze laat op haar pc zien waar het echte schilderij gehangen heeft. Verhooff let goed op en ziet een bepaalde afbeelding op het scherm. Verhooff wil later haar pc hacken en via een mailprogramma van een handige scholier is dat een fluitje van een cent. Zo kan hij in haar pc komen en hij kan uit de afbeeldingen op de achtergrond afleiden dat het schilderij nu in Slovenië hangt.

Samen met Olde Hussink vliegt Jelmer naar Ljubljana. Ze ontmoeten op het vliegveld een Nederlandse taxichauffeur(Edo) die hen wel naar het kleine plaatsje wil brengen waar het kunstwerk hangt. Daar hangt het echte kunstwerk in de zon in een school. De restaurateur
wordt “gek.”, als hij dat ziet: kunst mag je zo niet tentoonstellen. Jelmer wil het stuk laten stelen en laat Edo Veerkamp (de taximan) contact zoeken met twee criminelen. Die willen voor 1000 € de man het stuk wel stelen.
Dat gebeurt ook, maar wanneer ze de volgende dag het werk komen brengen, willen ze meer geld, omdat ze geweld moesten gebruiken vanwege de aanwezigheid van een nachtwaker. Tijdens de ruzie die uitbreekt, slaat Jelmer met zijn vuist door het kostbare kunstwerk (34 miljoen naar de knoppen) Lachend gaan de inbrekers weg. Dat gaat een bom duiten kosten. Jelmer besluit het schilderij uit de lijst te halen, het op te rollen en het mee te nemen naar Nederland. Het moet echter in het bagageruim van het vliegtuig worden opgeborgen en ook dat is niet goed voor het schilderij vanwege de extreme koude.

Terug in Nederland moet Jelmer een oplossing vinden. Olde Hussink moet het schilderij gaan restaureren. In de tussentijd kan er misschien een glasplaat voor het nepschilderij gehangen worden? Hij sluit ook een deal met Duiker waardoor deze niets kan verraden. Wanneer hij thuiskomt, wordt hij gebeld door een bevriende wethouder die aankondigt dat er een vervanger voor hem zal worden gezocht. Bij voorkeur een buitenlandse vrouw. Misschien zal het bedrog dan uitkomen, vreest Jelmer.

Epiloog: bij de heropening van het Hollands merkt Jelmer al dat er veel minder mensen met hem praten. Hij is als het ware aan de kant geschoven. Dan komt er een man op hem af die zo trots is op het fraaie schilderij Untitled dat in het museum hangt, dat hij wil onderzoeken waardoor het zo mooi gebleven is. Jelmer vreest dat het bedrog nu toch zal uitkomen. Er is een vreemd einde.

Titelverklaring
“Duel” verwijst naar de tentoonstelling die jonge kunstenaars in hoofdstuk 1 van het verhaal in het Hollands (museum) organiseren. Na de tentoonstelling verdwijnt er een schilderij. Het echte is nagemaakt door een kunstenares Emma Duiker en de conservator van het museum gaat het echte schilderij proberen terug te halen.

Structuur
Er zijn twee prologen en daarna 12 genummerde maar ongetitelde hoofdstukken en daarna twee epilogen. De pro -en epilogen zijn gecursiveerd gedrukt. Op die manier ontstaat er wat de structuur betreft een cyclisch geheel. De twaalf hoofdstukken en de epilogen staan in chronologische volgorde.

Perspectief
In de eerste proloog, de 12 hoofdstukken en de tweede epiloog is er sprake van een hij-perspectief. Dit lijkt een personaal perspectief met auctoriale trekjes. De tweede proloog en de eerste epiloog zijn geschreven in de ik-vorm waarbij Jelmer Verhooff de verteller is.
De verteltijd is o.v.t.

De tijdlagen van het verhaal
Er worden geen data en jaartallen in het verhaal genoemd. Wel kun je aan enkele zaken zien dat er sprake is van een actueel verhaal. Vooral het gebruik van de pc met bepaalde programma’s is daarvan een bewijs.
Ook staat er in het verhaal dat de oorlog in Slovenië vijftien jaar geleden was. (blz. 44) De oorlog in Slovenië was afgelopen in 1991. Dat zou dus betekenen dat het verhaal omstreeks 2006 zou spelen.

Het decor van de handeling
Het Hollands Museum staat in Amsterdam. Daar begint het verhaal en eindigt het. Omdat Jelmer avonturen beleeft in Slovenië, kun je zeggen dat er sprake is van een queeste: de zoektocht met een bepaalde opdracht. Het middendeel speelt zich af in de buurt van Ljubljana.

Uitgewerkte thematiek
In het verhaal is sprake van een zoektocht naar een verdwenen kunstwerk. Het echte werk maakt een reis door Europa, terwijl een kopie in het museum hangt. De conservator van het museum reist naar het kleine dorp in Slovenië en laat daar het werk stelen. Daarbij gaat veel mis en hij veroorzaakt zelf dat het kunstwerk wordt vernield. Waarschijnlijk een symbolisch bedoelde handeling. Want het gaat in het verhaal vooral over de relatie tussen kunst en werkelijkheid. Diverse kunstopvattingen passeren de revue. Nergens wordt echt duidelijk wat de bedoeling van Zwagerman is.

Beoordeling scholieren.com
Misschien ben ik te negatief, maar ik vind “Duel” één van de zwakste (zo niet het zwakste) Boekenweekgeschenken van de laatste jaren. Wat ik allereerst al vreemd vind, is dat er een thema aan de Boekenweek wordt gehangen en dat dit thema niet in het verhaal van Zwagerman terugkeert. Er zijn nu twee losse elementen. Een boekje over een gestolen kunstwerk en een Boekenweek met het thema groei naar het schrijverschap.””
Ten tweede boeit het verhaal niet: er is een kunstwerk verdwenen, dat wordt opgespoord. Onhandigheid veroorzaakt schade en er is de vrees op ontdekking van het schandaal aan het einde. Geen bijzonder verhaal en bovendien geen greintje spanning. Misschien dat het werk meer moet worden gezien in het gehele oeuvre van Zwagerman met betrekking tot zijn opvatting over kunst die hij in eerdere romans en columns naar voren bracht. Maar hoeveel lezers zullen het werk van Zwagerman nog kennen. Acht jaar geleden bracht hij zijn laatste fictie-boek uit “ Zes sterren.”  En hij behoort toch meer tot de Amsterdamse kunstenaarskringen. Misschien is dat de reden dat de grote landelijke dagbladen (NRC en Den Volkskrant, Het Parool) overwegend positief schrijven, maar m.i. is het boekje voor het grote publiek veel minder geschikt.

Voor scholieren die vaak gretig gebruik maken van de dunne boekjes voor hun literatuurlijst, is dit m.i. geen aantrekkelijk nummer. Het verhaal over het verdwenen kunstwerk zal hun zeker niet boeien.
Bovendien is de bladspiegel onaantrekkelijk: pro -en epilogen die niet alleen afwijkend gedrukt zijn,(in een naar klein lettertype) maar bovendien vooral overbodig lijken. De prologen hebben geen functie en kunnen in het gewone verhaal worden opgenomen dan wel er aan vastgeplakt worden. De perspectiefwisseling van hij -naar ik en andersom is niet functioneel. Ook in de stijl is niets bijzonders op te merken. Overdreven opzettelijk lijkt de stijlfiguur die Edo Veerkamp hanteert om Nederlandse en Sloveense gezegden met elkaar te verbinden. (en dat voor een taxichauffeur)

De bladspiegel met te kleine letters is daarnaast onaantrekkelijk. Jammer, want Boekenweken brengen het moderne boek onder de aandacht. Maar ik vind de keuze van Zwagerman een misser.
De beste Boekenweekgeschenken van de laatste jaren waren toch “Zomerhitte” van Wolkers en “Een tafel vol vlinders” van Tim Krabbé.
“Duel”is een aardig boekje als je de geschenken verzamelt. Indruk op de lezers zal het niet maken. Ik ben benieuwd hoeveel mensen het tijdens de Gratis Treinreisdag van 14 maart  zullen uitlezen.
Zoals altijd bij Boekenweekgeschenken is de waardering voor de literatuurlijst slechts 1 punt, maar de amusementswaarde voor scholieren is dit jaar m.i. absoluut onvoldoende.

Relevante recensies
In het NRC van vrijdag 5 maart bespreekt Arnold Heumakers het geschenk in relatie met ander werk van Zwagerman en zijn opvatting over kunst en literatuur. Hij is eerst wel redelijk positief, maar besluit toch met het gegeven dat hij Zwagerman liever in zijn columns tegenkomt dan in de literatuur.
Helaas ook beter dan in zijn Boekenweekgeschenk, dat slechts vintage Zwagerman bevat. Niet meer, niet minder. De acht jaren van fictioneel stilzwijgen hebben geen literaire wedergeboorte gebracht. Dat is geen schande, maar ik zou zeggen: geef Zwagerman zo gauw mogelijk weer een wekelijkse column, want we gaan in de grote buitenwereld opnieuw wilde tijden tegemoet. De literatuur kan hem nog wel even missen, de krant niet.

Ook Arjen Peters in De Volkskrant is positief over het geschenk. Zwagermans terugkeer naar de fictie, acht jaar na de kleine roman Zes sterren, is een geslaagde. Duel is onderhoudend en nagenoeg foutloos (alleen ‘de opmaat voor wat volgen zou’ is een ongelukkig pleonasme). Met een satirisch oog heeft hij de soap rond de verbouwing van het Stedelijk Museum in Amsterdam gevolgd, en in zijn half opgetogen, half neerslachtige directeur Verhooff die als antikraakwacht maar in zijn eigen Hollands Museum voor moderne kunst gaat wonen, een museumdirecteur zonder museum, is de onfortuinlijke Gijs van Tuyl te herkennen, die tussen 2005 en eind vorig jaar manhaftig op de lege winkel zat te passen.

In het Parool van dinsdag 9 maart 2010 is Maarten Noll positief gestemd. 
Duel, zoals ook de laatste tentoonstelling van Verhooff in het Hollands Museum is getiteld, is - en daar zijn we de laatste jaren niet bepaald mee verwend - een meer dan aardig Boekenweekgeschenk. Zwagerman is dicht bij huis gebleven door te schrijven over wat hem na aan het hart ligt, en waar hij begeesterd over verhaalt: moderne kunst. [....]

Vanaf dan komt het verhaal echt op gang. Nog in het begin van de novelle blijft, niet helemaal onvoorspelbaar, als de tentoonstelling is afgelopen niet de echte Rothko achter in het Hollands Museum. De echte Rothko is onderdeel van een soort geef-de-kunst-aan-het-volk-project van Emma Duiker, waar ook weer de schaduw van Shorto over ligt.
Joost Zwagerman zet Verhooff, die weet dat hij na de verbouwing waarschijnlijk niet zal aanblijven als directeur (wat met Gijs van Tuyl is gebeurd), goed neer. De veelbelovende, selfmade museumdirecteur wordt beproefd en doet er alles aan om in de toekomst niet als anonieme of falende directeur te boek te staan.
Daarvoor heeft Zwagerman aan het einde van dit zeer genietbare, actuele en kundige Boekenweekgeschenk nog een paar mooie wendingen in petto.


Op www.recensieweb.nl is de beoordeling van recensent Bob Hopman op vrijdag 5 maart ook minder positief. \" De museumdirecteur onderneemt een queeste om zijn origineel terug te krijgen en ontwikkelt daarbij een zekere sympathie voor Duikers werk (‘De “menselijke maat” terugbezorgen aan heilig verklaarde topkunst – als er niet zoveel miljoen euro mee was gemoeid, school er veel goeds in’), maar als men hoopt op de omzwerving die men in klassieke Künstlerromans aantreft, de queeste waarin aan een jonge kunstenaar valt, groei doormaakt en – liefst samen met de lezer- tot een hernieuwde kunstopvatting komt, valt Duel toch tegen. Vooruit, het is pas ver in Oost-Europa dat de hoofdpersoon voor het eerst zijn sympathie voor Duikers project uitspreekt en dus een lichte groei in zijn kunstenaarsvisie lijkt te vertonen, maar zijn verandering komt schijnbaar uit het niets. Nergens is sprake van een hellevaart à la Orpheus, of een andersoortige zorgvuldige ontwikkeling tot het besef van kunstenaarschap. Ik vrees dat men de oorzaak eenvoudig kan vinden in een gebrek aan ruimte, de thematiek die Zwagerman behandelt lijkt te hoog gegrepen voor een klein werk als een Boekenweekgeschenk. \"

Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk
Bron: website cpnb
Joost Zwagerman (Alkmaar, 1963) debuteerde in 1986 op tweeëntwintigjarige leeftijd met de roman De houdgreep, één jaar later gevolgd door de verhalenbundel Kroondomein. Drie jaar later bereikte Zwagerman met de roman Gimmick! (1989) een groot leespubliek, gevolgd door
de bestseller Vals licht (1991) die genomineerd werd voor de AKO Literatuurprijs en in 1993 werd verfilmd. In 1994 volgde De buitenvrouw (1994). Van deze drie romans zijn meer dan 200.000 exemplaren per titel verkocht, van De buitenvrouw zelfs meer dan 300.000. Inmiddels behoort Joost Zwagerman tot de meest gelezen schrijvers van zijn generatie. Zijn werk verscheen in vertaling in Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Tsjechië en Japan.
Behalve romans en verhalen schrijft Joost Zwagerman ook poëzie. Inmiddels zijn er vijf dichtbundels verschenen. Joost Zwagerman schrijft sinds 1985 essays en kritieken voor Vrij Nederland en was enige jaren columnist van de Volkskrant en NRC Handelsblad. Geliefde onderwerpen zijn onder meer literatuur, beeldende kunst en popmuziek.
Van 1998 tot 2000 was Joost Zwagerman vaste gast in het Tv-programma Barend & Van Dorp. In 2003 en 2004 presenteerde Joost Zwagerman VPRO’s Zomergasten. In 2008 ontving hij de Gouden Ganzenveer voor zijn gehele oeuvre.

REACTIES

H.

H.

Aan deze ietwat lange samenvatting kan ik wel zien dat het een spannend boek is. Ik wil dit boek graag als voorbeeld gebruiken voor bijv. een boekverslag.

PS: Even aan de rest van de docenten: Kijk na of deze samenvatting niet is overgenomen zonder bronvermelding, anders is het plagiaat.

13 jaar geleden

K.

K.

er staat Olde Hussink tussen haakjes en paar zinnen daarna staat er Olde Hussing. Welke van de twee is het ?

13 jaar geleden

-.

-.

Er staat Olde Hussink, maar het moet Husink zijn, dus met één 's'

12 jaar geleden

W.

W.

dank u voor de samenvatting

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Duel door Joost Zwagerman"

Ook geschreven door Cees