The wonderful wizard of oz door Lyman Frank Baum

Schrijver/auteur: L. Frank Baum
Illustraties David McKee
Uitgave in: 1900
Uitgave plaats: Amsterdam

Doortje: Dorothy
Henk: Henry
Em: Em
Vogelverschrikker: Scarecrow
Toto: Toto

De samenvatting.
Het verhaal begint Als Doortje in Kansas is en het begint te stormen. Hun huis wordt meegevoerd met de storm en die komt terecht in het land van Oz. Wanneer ze uit haar huis komt kijkt ze heel verbaasd want er staan allemaal kleine mannetjes en een heks. Die vertellen haar het goede nieuws dat haar huis bovenop de boze heks van het oosten terecht is gekomen, maar haar grootste wens is nog dat ze terug kan naar Kansas om bij haar oom Henk en tante Em te kunnen zijn. De goede heks uit het noorden adviseert haar om naar de Tovenaar van Oz te gaan. Als ze even later op pad is volgt ze de gele weg naar de stad van Smaragd. Daar woont de tovenaar van Oz woont. Als ze al een tijdje met haar hondje Toto op weg is komt ze bij een groot veld waar een vogelverschrikker aan een grote paal hangt. Zij bevrijdt de Vogelverschrikker en die vertelt haar dat hij een grote wens heeft namelijk: om hersens te hebben. En zo gaan ze verder met zijn drieën langs de stenen weg. Na een tijdje komen ze bij een hutje waar ze uitrusten, de vogelverschrikker hoeft niet uit te rusten en gaat op de uitkijk staan. Wanneer ze weer wakker zijn horen ze iemand roepen. Ze lopen verder het bos in en zien daar ‘de blikken man’. De blikken man vertelt hun dat hij is vastgeroest en dan hij veel olie nodig heeft, en hij zegt ook dat er een oliekan in zijn hut staat. De Vogelverschrikker en Doortje helpen hem en de blikken man vertelt dat hij ook wel een wens heeft, hij wilt graag een hart hebben. Hij vertelt ook hoe hij van blik is geworden. Hij hield vroeger namelijk heel veel van een meisje en dus wilde hij met haar trouwen. Maar het meisje haar vader was er tegen, de vader van het meisje vroeg aan de slechte heks van het Oosten of ze er voor kon zorgen dat ze niet zouden trouwen. Toen de boswachter weer een keer hout aan het hakken was betoverde de heks zijn bijl en die vloog uit zijn hand naar zijn been waardoor zijn been eraf viel. Hij ging naar een blikslager en die maakte een nieuw been voor hem. Zo ging ook zijn beide armen eraf en de rest van zijn lichaam werd ook van blik omdat het er allemaal was afgesneden.
Met zijn vieren gingen ze verder op weg en later werden ze opgejaagd door een leeuw. De leeuw is een bange leeuw en hij vraagt of hij mee mag naar de Tovenaar van Oz omdat hij graag niet meer bang wilde zijn. Uiteindelijk gingen ze verder met zijn vijven op weg. Toen ze eindelijk door het bos heen waren, kwamen ze bij een heel grote rivier waar ze over moesten. Ze hadden geen idee hoe ze aan de overkant moesten komen. En toen kreeg de Vogelverschrikker een idee. Ze moeten een vlot bouwen, dus de blikken man ging aan het werk. Toen het vlot eindelijk af was staken ze de rivier over. Eenmaal over de rivier volgden ze een paadje met gele stenen. Na een poosje op dat paadje te hebben gelopen kwamen ze bij een heel groene stad: de stad van Smaragd waar de Grote Tovenaar van Oz woonde. Ze werden ontvangen in het huis van de Grote tovenaar van Oz, maar niet door de grote tovenaar zelf maar door zijn dienstmeisje. Zij zei dat ieder van hen op een aparte dag zou worden ontvangen. Doortje was de eerste. De grote tovenaar zou haar naar huis sturen als zij de heks uit het westen zou vermoorden. Daarna was de Vogelverschrikker aan de beurt en hij kreeg dezelfde opdracht en inruil daarvoor kreeg hij hersens. Ook de blikken man en de leeuw kregen hun wens als ze de heks uit het westen zouden vermoorden. En zo gingen ze op pad naar het westen. De heks was heel erg boos omdat ze haar kwamen vermoorden, dus eerst stuurde ze 40 kraaien die allemaal werden vermoord. De vogelverschrikker pakte ze bij hun nek en gooide ze op de grond. Daarna stuurde ze 40 wolven maar die kwamen niet ver want de blikken man met de bijl was ze te slim af en sloeg ze alle maal in mootjes. Daarna stuurde de heks 40 slaven op hun af maar ze waren geen partij voor de leeuw aangezien die ook wel trek had. En zo kwamen ze steeds verder. De heks was ten einde raad. Er was nog maar oplossing: ze moest de gouden kap gebruiken en de 40 vliegende apen oproepen. De 40 apen waren veel te sterk voor de vier reisgenoten. Ze pakten met hun vieren de blikken man vast en brachten hem naar een plaats waar allemaal puntige rotsen waren en gooiden hem daarin. De Vogelverschrikker zijn stro werd uit hem gehaald en hij werd in een boom gegooid. De leeuw namen ze mee naar het paleis van de heks en Doortje namen ze ook mee. De leeuw werd in een kooi gestopt en Doortje moest voor haar werken. Toen op een dag de heks de schoentjes van Doortje wou afpakken werd Doortje zo boos dat ze een emmer water over de heks heen gooide. Door het water smolt de heks. Aangezien de heks nu dood is, is iedereen weer vrij. De slaven van de heks waren ook vrij en hielpen Doortje met haar vrienden terug vinden. De Vogelverschrikker en de Blikken man werden helemaal opgeknapt. Maar hoe moesten ze naar huis? Doortje gebruikte de gouden kap en zei tegen de apen dat ze hun naar de stad van smaragd moeten brengen. Daar aangekomen gingen ze gelijk naar de Tovenaar van Oz maar het bleek dat de tovenaar eigenlijk een grote grap was. Hij kon niet echt toveren en hij had alles maar verzonnen. Hij gaf de vogelverschrikker een speldenkussen, de Blikken man kreeg een zelfgemaakt hart en de leeuw kreeg een drankje waar je lef van kreeg. Maar Doortje wou nog steeds naar huis dus gingen ze naar het zuiden dus gingen ze op pad ze kwamen bij een heel groot bos. De bomen hielden hun tegen. Dat kwam omdat het levende bomen zijn. Maar de blikken man bood hulp aan en hij hakte takken door waardoor iedereen er er snel tussendoor kon. Toen ze eindelijk bij de heks van het zuiden aankwamen vertelde de zuiderse heks dat ze eigenlijk al heel makkelijk naar huis zou kunnen ze moest gewoon met haar schoentjes tegen elkaar tikken. Doortje gaf de gouden kap aan de heks van het zuiden. De heks van het zuiden beval de vliegende apen de blikken man naar de Slaven te brengen waar hij tot koning werd verkozen. De Vogelverschrikker was koning van de stad van Smaragd geworden, en de Grote tovenaar van Oz is daar meteen weggegaan. De leeuw werd naar het donkere bos gestuurd. En Doortje ging naar huis met haar schoentjes.