Dover door Gustaaf Peek

Beoordeling 7.6
Foto van Cees
Boekcover Dover
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 4223 woorden
  • 4 april 2008
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
24 keer beoordeeld

Boekcover Dover
Shadow
Dover door Gustaaf Peek
Shadow

Gebruikte editie voor het boekverslag Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum eerste druk: februari 2008
Aantal bladzijden: 220
Uitgegeven bij: Contact te Amsterdam

Beschrijving voorkant Op de blauwe voorkant staat de afbeelding van een containerschip.

Genre van het boek “Dover”is een psychologische roman over het illegale immigratieprobleem: mensen zonder thuis zijn ontheemd in een nieuw land. Er zijn verschillende soorten illegalen die in de roman worden gepresenteerd en die allen hun eigen problematiek kennen.

Aanleiding voor het schrijven van deze roman. In juni 2000 treft de Britse douane in een Nederlandse vrachtwagen de lijken van 58 Chinezen aan. Ze hebben de tocht illegaal gemaakt en zijn gestikt in de vrachtauto: slechts twee overleven de bizarre tocht: de anderen zijn gestikt. Gustaaf Peek heeft dit gegeven genomen voor zijn roman “Dover.” Maar het verhaal zelf is fictie.

De flaptekst De haven van Dover, juni 2000. De Britse douane opent de laadruimte van een Nederlandse vrachtwagen en vindt daar achtenvijftig dode Chinezen. Tussen deze slachtoffers van mensensmokkel zijn slechts twee overlevenden. In havenstad Rotterdam, startpunt van de fatale reis, komen verschillende werelden samen. Een jonge vluchteling houdt zich verscholen in een Chinese keuken, dag na dag werkt hij in het restaurant van Mr. Chow. Hij leert de Nederlandse taal via de ondertitels van films en ontmoet een bereisde jonge fotografe die zijn ondergrondse bestaan verlicht. Zijn beste vriend is een Afrikaanse krantenbezorger die leeft met de angst voor ontdekking. Tegelijkertijd ontfermt een verbitterde asieladvocaat zich over een tot prostitutie gedwongen meisje. In Dover vechten de personages voor een veilige bestemming, een laatste land om te blijven. Tijd en decor In de roman staat aangegeven dat het eerste hoofdstuk speelt in juni 2001. Dat is eigenlijk het einde. Daarna wordt verteld over de voorgeschiedenis van enkele illegalen. De datum waarop die pasage is gebeurd staat erbij vermeld. In Indonesië 1998. Dan beschrijft de roman zij het niet chronologisch vooral d e geschiedenis van Tony (een illegale Chinees) Bas, (een illegale Afrikaanse kindsoldaat) en Aylin ( een Oost-Europese prostituee) die gered wordt door een Nederlandse advocaat in slechte zaakjes Bernard. Het allerlaatste hoofdstuk wordt verteld door een 8-jarig meisje (de dochter van Aylin) Die was zwanger in 2000: het kan in dat laatste hoofdstuk dus 2008 of 2009 zijn.

Het heden van de roman speelt zich af in Rotterdam, in 2001. Daar is Tony de kok van een gerenommeerd Chinees restaurant. Hij bewoont een kamertje dat hem is toegewezen door zijn baas Mr. Chow. Dat kamertje is ook een symbolische ruimte: de kleine ruimte staat voor de geringe bewegingsvrijheid die de allochtonen in het land van opvang hebben. Tony wil eigenlijk niet gezien worden. Aylin moet zich schuilhouden voor haar pooier-bazen.

De titelverklaring. De roman is gebaseerd op de ontdekking van de dode Chinezen in de vrachtwagen in de haven van Dover.

Motto Er is sprake van een Engels motto, dat geleend is van een songtekst: I’am going back some day
Come what may
To blue bayou “

Oftewel : “ Ik ga ooit terug, wat er ook gebeurt naar Blue Bayou.” Het laatste hoofdstuk heet Blue Bayou. Daarin vertelt een 8-jarig meisje dat haar moeder (waarschijnlijk Aylin) en haar mogelijke vader (Bernard) ooit in Nederland hadden gewoond. Blijkbaar is Aylin teruggekeerd naar haar geboortedorp . Daarmee wordt het motto ingelost.

Samenvatting van de roman In het eerste hoofdstuk (Dover, juni 2000) vertelt een ikfiguur dat hij onderdeel uitmaakte van de lading Chinezen (ingescheept als tomaten) . In de vrachtauto is onvoldoende lucht en slechts twee van hen overleven de overtocht naar Dover.

Daarna maakt de lezer kennis met de hij-verteller Tony die illegaal in Nederland is en als kok in het Rotterdamse Chinese Restaurant werkt van ene Mr. Chow. Als illegaal maakt hij lange dagen en hij mag daarna naar een kleine woning die zijn baas voor hem heeft. Hij betaalt daar natuurlijk flink voor. Ook moet hij vieze klusjes opknappen voor mr. Chow: zo moet hij met een bestelbusje eveneens illegalen ophalen: hij beschikt nauwelijks over voldoende stuurcapaciteit en stratenkennis om die opdracht te vervullen. Hij moet acht mensen onderweg afzetten bij de laatste twee gaat het bijna mis, omdat ook het bestelautootje niet goed genoeg kan worden geventileerd. Op een parkeerplaats weet hij hen ternauwernood van verse lucht te voorzien. Het is een terugverwijzing naar hoofdstuk 1 en een vooruitwijzing naar het definitieve einde. Tony is geheel alleen in Nederland: zijn familie is in Indonesië achtergebleven of uitgemoord. Van zijn zus weet hij het zeker. Van zijn ouders niet. In een flashback hoofdstuk krijgt de lezer inzicht in de voorgeschiedenis van Tony, die dus in Indonesië woonde. Zijn ouders hadden een zaak (zo verkocht zijn moeder o.a. eten) Maar bij de onlusten in 1998 verdwijnen zijn ouders. Zijn vader heeft hem een paspoort en geld nagelaten (verstopt in een kluis) Zijn zusje wordt vermoord voor zijn ogen en deze Marlon koopt een tickett naar Nederland. Daar verdwijnt hij in de illegaliteit en neemt de naam Tony aan en gaat in dienst bij mr. Chow. Hij leert Engels door vaak naar de bioscoop te gaan en voa de ondertitels de woorden toch zich te nemen.

Zijn lotgenoot in de illegaliteit is Bas. Deze illegaal die de kranten ‘s morgens en ’s avonds bezorgt is eigenlijk een kindsoldaat uit Afrika. Hij heet daar Georges ( en later Telo, en Sebastien en later dus weer Bas) Hij doet dus als kind mee aan de kwelling van zijn medeburgers. Hij doodt o.a. een 40-jarige journalist, die hem nog wel voor zijn dood over de pracht van Parijs vertelt. Georges vlucht later onder valse naam uit zijn land. Hij gaat via Marokko als bootvluchteling naar Spanje, waar hij wordt opgepakt. Vervolgens vertrekt hij naar Parijs, maar vlucht tenslotte naar Nederland, waar hij de naam Bas aanneemt.

Samen wonen ze in een Rotterdamse woning, waarin ook de Nederlandse fotografe (Peek is zelf fotograaf!) woont. Ze heeft een hobby om ’s nachts gebouwen te fotograferen. Tony vindt haar erg leuk om te zien.

Een andere Nederlander die in de roman wordt gebracht is de ex-topjurist Bernard Fiss. Hij bemoeit zich juist met het behandelen van asielzoekers en het bezorgen van een paspoort voor hen. Hij is succesvol, krijgt een mooie aanbieding van zijn kantoor en zijn vrouw die op luxe gesteld is, ziet het wel zitten. Maar hij raakt indirect betrokken bij een schandaaltje met een auto-ongeluk waarbij twee jonge Oost-Europese vrouwen verongelukken. Het betekent einde carrière topavocaat en hij houdt zich daarna vooral bezig met het uitvoeren van vieze zaakjes voor criminelen als Mr. Chow en mijnheer Abdoe. Zijn vrouw ziet het niet meer zitten nu hij niet meer “the coming man” is en verlaat hem. Hij vestigt zich als zelfstandig advocaat en houdt zich bezig o.a. met het illegaal verschepen van vluchtelingen. Bij een van de zaakjes van Mr. Chow wordt hij gereden naar een loods. Daar zijn opnamen van een dierenpornofilm. Een meisje wordt gedwongen om daaraan mee te doen. Bernard Fiss pakt haar mee en sleurt haar in de auto. Hij laat zich bij zijn huis afzetten en neemt het meisje dat Aylin blijkt te heten mee naar zijn huis waar hij toch maar alleen woonde en zich aardig aan het verslonzen was. Thuis merkt Bernard dat deze Aylin die vrijwel geen woord uitbrengt zwanger is. Aylin is nog maar 19 jaar jong. Bernard is 35. Hij heeft intussen een deal met Abdoe en Mr. Chow dat ze een lading Chinezen naar Dover zullen brengen. Bernard moet voor de aanvoer zorgen. Hij wil er zelf ook beter van worden.

Kiki maakt een foto van Tony. Later zegt hij dat er niets op te zien is. Het is symbolisch voor zijn opvatting dat hij als illegaal onzichtbaar moet blijven in het land waar hij verblijft. Hij wil niet opvallen: hij is er niet. Kiki begrijpt dat niet. Ze gaat vaak op reis en is van plan om een reis naar Indonesië te maken. (het land waar Tony vandaan komt) Ze heeft nog een Nederlandse collega Linda met wie ze leuke dingen doet en uit eten gaat. Ze vertelt haar over Tony. Op een zondag gaat ze met Tony naar het strand (Scheveningen) Ze ervaren beiden een enorme vrijheid totdat Kiki (die Patricia blijkt te heten) haar moeder op het strand ziet. Haar moeder draagt een rode jurk en zegt dat dit strand vroeger de rustigste plaats van het hele land was.. Het gesprek is verder niet aangenaam. De relatie tussen Kiki en haar moeder Judith lijkt niet goed. Later die dag belt haar vader nog op.

Tony krijgt van mr. Chow te horen dat hij binnen een week naar Londen zal worden overgeplaatst, omdat hij daar in een restaurant van mr. Chow moet gaan werken. Hij heeft ook de zolder voor mr. Chouw moeten leeghalen, want er komen heel wat Chinezen die dezelfde illegale reis naar Dover zullen maken tijdelijk wonen. Bas vindt het erg jammer en ze besluiten nog een keer te gaan stappen, waarbij ze aan de drank gaan. Tony betaalt en hij wordt zelf enorm dronken. Bas brengt hem thuis. Kiki en Tony ontmoeten elkaar weer. Tony vertelt niet dat hij naar Engeland gaat en Kiki zal wel naar Indonesië vertrekken. In augustus zal ze terugkeren en Tony doet net of hij haar dan weer zal ontmoeten.

Bij Bernard wordt er ingebroken: zijn inboedel wordt vernield. Waarschijnlijk een wraakactie van Abdoe voor het weghalen van Aylin. Hij begint gevoelens te vertonen voor het meisje. Dan wordt voor de lezer het verleden van Aylin opgehaald. Ze woont in een land waar ze niet meer naar school gaat (blz. 108 kijkt ze in een atlas met Bernard en wijst de plaats Batoemi aan in Groesië; op de grens met Turkije). Ze valt in handen van de knappe jongen Samir. Hoewel haar broertje haar chaperonne moet zijn, hebben Samir en Aylin seks op het strand. Die relatie zet door en Aylin vertelt hem over haar grote wens om ooit naar Londen te gaan. Ook Samir zegt dat te willen en samen maken ze plannen om te vluchten. Op de bewuste dag komt wel een busje voorrijden, maar er zit geen Samir in. Zo valt Aylin in handen van vrouwenhandelaars en mag ze optreden in pornofilms. Het is in de loods waar de dierenpornofilm wordt opgenomen dat Aylin wordt aangetroffen door Bernard Fiss. Het contact met haar wordt steeds intiemer en ze hebben natuurlijk op een keer seks met elkaar. Daarna wordt verteld over de affaire van Bernard met het ongeluk en zijn ontslag.

Bernard gaat zijn auto verkopen en hij wil ervan door gaan, omdat mijnheer Abdoe achter zijn bedrog is gekomen en Algerijnen op hem afstuurt om hem te straffen voor zijn “verraad.” Hij wordt als hij met Aylin wil vluchten van de straat opgepakt door criminelen die werken voor Abdoe. Later wordt hij door Abdoe vermoord (in brand gestoken in de auto) Het laatste wat Bernard ziet, is een dansende Aylin.

Ook Bas voelt zich niet happy meer. Hij denkt dat hij herkend is door iemand uit zijn verleden en de lezer krijgt nog een flashback voorgeschoteld van een misdaad die hij als kindsoldaat in zijn land heeft gepleegd. Het is eigenlijk een droom, maar dan in de vorm van een herinnering.

Kiki heeft van Bas te horen gekregen dat Tony in een Chinees restaurant werkt. Ze wil met haar vriendin Linda daar gaan eten in de hoop Tony te ontmoeten. Maar daarvoor komt haar vader (die veel sympathieker lijkt dan haar moeder- de vrouw op het strand) afscheid van haar nemen. Daarna gaat ze met haar vriendin eten, maar Tony is niet aan het werk. Hij is immers op weg naar de plaats waar hij naar Engeland zal vertrekken. Kiki heeft een teleurgesteld gevoel: ze mist Tony.

Die is op weg naar de plek vanwaar hij zal vertrekken. Het is een blanke chauffeur die hen zal rijden. Ze krijgen een vuilniszak om hun behoeften te doen, maar de sfeer in de vrachtauto is benauwend. De fles water die Tony heeft meegnomen, wordt snel uit zijn handen gegrist. Plotseling is er ook een passage waarin de ondergang van de Titanic wordt beschreven. (blz. 210-211) Daarna wordt vertelt hoe benauwd Tony het heeft in de container, hij ziet zijn vader aan zijn geest verschijnen, hij neemt weer zijn oude naam Marlon aan en aan de laatste zin van dat hoofdstuk Haar lippen en neus (Kiki) raakten de zijne. Hij kuste haar tot hij sliep en verdronk in de duisternis van de dode lucht. mag je als lezer afleiden dat Tony de reis dus niet overleeft en derhalve niet de verteller van de eerste passage kan zijn.

Bas is vanuit zijn woning vertrokken. Hij is naar het strand gegaan. Hij gaat naast een vrouw zitten. Ze heeft een rode jurk aan en zegt dat het de rustigste plek van het land was. Het moet daarom de moeder van Kiki zijn. Bas denkt weer aan zijn droom van Parijs.

In het laatste hoofdstuk ‘”Blue Bayou” (zie het motto) is een 8-jarig meisje aan het woord. Het is daarom min of meer een epiloog. Ze vertelt aan de lezer dat haar moeder vroeger in Nederland heeft gewoon en dat haar vader ene Bernard was. Het moet derhalve de dochter van Aylin zijn: het zal dan ook ongeveer 2008 zijn. Vanwege de aanwezigheid van het roestende schip is het duidelijk dat Aylin teruggekeerd is naar haar geboorteplaats. Dat is de andere illegalen niet gelukt ( Tony en Bas)

Thematiek Het is duidelijk dat Gustaaf Peek in “Dover”de actuele problematiek van de illegalen in ons land aankaart. De drie illegalen worden via andere personages aan elkaar verbonden. Tony (die Marlon heette) is gevlucht uit Indonesië toen de grond voor Chinezen (ook allochtonen daar) te heet werd en zijn familie werd uitgemoord. Hij is illegaal in Nederland gaan werken, wordt uitgebuit door landgenoten en tenslotte is hij het slachtoffer van de overtocht. Het liefst is hij onzichtbaar in zijn nieuwe thuisland. Wanneer de autochtone fotografe Kiki een foto van hen neemt, wil hij later niet inzien dat hij erop staat. Het is het motief van de onzichtbaren”zoals Karel Glastra van Loon in zijn gelijknamige romen heeft behandeld.

Bas is zelf geen lieverdje geweest toen hij kindsoldaat was, maar daarna gevlucht naar het westen, waar hij zich niet op zijn gemak voelt : niet in Parijs maar tenslotte ook niet in Nederland. Hij is bang dat hij herkend is en wil weer op de vlucht. Via Kiki en haar moeder worden ze met elkaar in de roman verbonden.

Aylin is een onschuldige tiener (uit Batoemi op de grens met Turkije) die in handen valt van de loverboy van haar dorp. Naïef als ze is , gelooft ze in de toekomstdroom van Londen. Maar ze verzeilt door haar loverboy in de seksindustrie. De advocaat Bernard redt haar daar uit, maar dat wordt niet opprijs gesteld door de criminelen Abdoe en mr. Chow. Het geeft er alle schijn van dat hij wordt vermoord door Abdoe.

Aylin is de enige die het redt. Uit het laatste hoofdstuk dat de functie van een epiloog heeft, blijkt dat ze teruggekeerd is naar haar geboortedorp, waar ze een 8-jarig dochtertje heeft. Ze is de enige die kan dansen.

Het motief dat een grote rol speelt, is derhalve het motief van de illusie en de desillusie. Het mooie leven van Marlon wordt ingeruild voor het armzalige bestaan van de kok Tony. Die doet wat hem wordt opgedragen, maar dat wordt hem uiteindelijk fataal. De baan van kok in een Engels restaurant zal hij niet als beloning krijgen. Kiki blijft uit zijn bestaan.

Bas die een slechterik in zijn jeugd is, gaat naar zijn droomstad Parijs, maar moet daarvan vluchten wanneer hij vreest dat hij herkend is. In Nederland gaat zijn enige vriend Tony weg naar Engeland. Hij gaat naar het strand waar hij Judith de moeder van Kiki ontmoet en denkt aan zijn tijd in Parijs. Hij mag weinig illusies koesteren in het verder bestaan.

Bernard is een succesvol advocaat totdat het noodlot hem treft, Zijn vrouw hem verlaat en hij denkt dat hij met slimme trucjes de criminelen de baas kan zijn. Hij toont lef door het meisje Aylin weg te sleuren uit de opnamen van een pornofilm, maar moet daarvoor de prijs betalen: een veelbelovend bestaan wordt vernietigd.

Aylin ziet veel in een liefde met Samir en in hun beider voorliefde voor Londen. Maar ze wordt bedrogen door haar loverboy en raakt verzeild in de porno-industrie van Abdoe en Chow. Ze wordt gered door Bernard en lijkt het allemaal als enige goed doorstaan te hebben. Maar ook zij is teruggekeerd naar huis.

Kiki is eigenlijk ook gedesillusioneerd. Ze reist veel, fotografeert veel, maar dicht bij haar woont de illegale Tony in wie ze wel iets ziet. Ze fotografeert hem om hem in haar macht te krijgen ,maar hij ziet zich niet staan op haar opname. Dat is al een desillusie voor haar. Dan verdweijnt hij bovendien uit haar leven zonder dat ze afscheid kan nemen. Wanneer ze gaat eten in het restaurant, is hij al op weg naar zijn nieuwe bestaan in Dover.

Opvallend is ook het motief van de naamsveranderingen dat natuurlijk zo kenmerkend is voor illegalen. Je naam kwijt zijn betekent je identiteit kwijt zijn. Marlon wordt Tony , maar vlak voor zijn dood gelukkig weer Marlon, waardoor zijn vader hem kan ophalen. Georges wordt via Telo en Sebastien Bas. Nochtans is hij bang herkend te worden. Zelfs Kiki heeft eigenlijk een andere naam (Patricia) Ook daarmee en het feit dat ze bij de beide illegalen in hetzelfde huis woont, verbindt haar met Bas en Tony.

De structuur van de roman De roman begint met het eigenlijke einde: een ikfiguur (Tony) vertelt van de rampzalige overtocht naar Dover, waar 58 Chinezen de dood vinden omdat ze stikken in een slecht geventileerde container op een vrachtwagen. Daarna ontrolt zich voor de lezer het leven van enkele illegale allochtonen: die gevolgd worden in hun “heden”van Rotterdam en hun verleden. Voor Tony is dat een hoofdstuk in Indonesië waar opstand uitbreekt en hij weet te vluchten, Voor Bas is dat zijn vlucht uit Afrika waar hij als kindsoldaat optrad via Marokko, Spanje en Parijs naar Nederland. Voor Aylin is dat de liefde voor Samir en haar carrière in de prostitutie, waaruit ze door advocaat Bernard Friss wordt verlost. We komen via enkele hoofdstukken uit het verleden (meestal niet in tijd te traceren) erachter wat e ris gebeurd. Heden en verleden lopen dus in deze roman door elkaar heen. Aan het einde vindt de overtocht vanuit Nederland naar Dover plaats en dan zijn we dus eigenlijk weer aan het begin. Daarna volgt het laatste hoofdstuk waarin een 8-jarig meisje vertelt dat haar moeder vroeger in Nederland heeft gewoond. (eigenlijk is dit een soort epiloog)

Het verhaal wordt dus verteld in een aantal getitelde hoofdstukken.

Perspectief Er is een meervoudig perspectief in deze roman. Het eerste hoofdstuk heeft een ik-verteller (waarschijnlijk Tony) en de andere hoofdstukken worden vanuit het perspectief van de diverse personages verteld in de personale vertelvorm. De personale vertellers zijn achtereenvolgens : - Tony, de illegale Chinees - Bas , de Afrikaan die als kindsoldaat is opgetreden en naar Nederland is gevlucht - Aylin, de prostituee Uit Batoemi (Groesië) (blz. 108) een Russische deelstaat in de buurt van Georgië en Turkije die door advocaat Bernard Friss wordt gered. - Bernard Friss, de advocaat van louche zaakjes - Kiki, de Nederlandse fotografe en woonlotgenote van Tony en Bas. Ze ziet eigenlijk wel wat in Tony, maar het leidt allemaal tot niets. - Het 8-jarig meisje aan het einde van de roman (de dochter van Aylin)

Mijn mening “Dover”is een goed gecomponeerde roman over de desillusie van illegalen in Nederland. Door het wisselend perspectief krijgt de lezer een kijkje in de hoofden van de diverse personages. Om diverse redenen zij n ze in ons land terecht gekomen. Ondanks hun soms niet vlekkeloze verleden weet Peek hun een sympathieke indruk te laten maken. Maar in de roman van Peek valt geen moment te lachen om het armzalige bestaan van de illegalen. Een inktzwarte roman met een fatale afloop voor de protagonist. Maar ook met deze tweede roman geeft Peek er blijk van te kunnen schrijven over gevoelige onderwerpen als de allochtonenproblematiek. Een roman die wel wat inzicht vraagt van de lezer met betrekking tot structuur en verteltechniek, maar alleszins de moeite waard is. “Strak” vertelde verhaallijnen worden afgewisseld met poëtische passages. Mooi boek. Derhalve een waardering van 3 punten voor de lijst van www.scholieren.com.

Recensies In het NRC van 22 februari 2008 is Pieter Steinz heel positief over de roman: In zijn roman over de hel van het illegalenleven geeft Gustaaf Peek de onzichtbaren een stem. Met overdonderend resultaat. Dat Gustaaf Peek weinig boodschap heeft aan autobiografisch schrijven bleek twee jaar geleden al uit zijn debuut. [……] Ook in zijn tweede roman kiest de 33-jarige fotograaf- schrijver voor de macro-onderwerpen. Zoals de titel al suggereert gaat Dover over het lot van economische emigranten in het algemeen en over de vondst van 58 gestikte Chinezen in de laadruimte van een Nederlandse vrachtauto in het bijzonder: wereldnieuws in juni 2000, symbool van de nietsontziende mensensmokkel in de weken erna, en inmiddels weer half-en-half in de vergetelheid geraakt. Dover begint ijzersterk, met een lyrische, in de wij-vorm gestelde beschrijving van de mislukte overtocht. We hebben het niet gehaald, luidt de eerste alinea, waarna in twee bladzijden de gruwelijke details op elkaar volgen - in een rechte lijn van We vervingen een lading tomaten tot Twee van ons hebben het overleefd. In het volgende hoofdstuk verschuift het perspectief, en maken we in flashback kennis met Tony, een leergierige Chinees die de etnische zuiveringen in Indonesië is ontvlucht en in de keuken van een Rotterdams restaurant (en daarbuiten) vuile klusjes opknapt voor de mensensmokkelaar Mr. Chow. Tony is het belangrijkste personage van Dover, dat ons verder niet alleen een kijkje biedt in de geest van een voormalige kindsoldaat uit zwart Afrika, maar ook in die van een geronselde Afrikaanse vrouw die terechtkomt in de Hollandse prostitutie en op een haar na eindigt in een snuff movie in een Flevolandse polderloods.

Op www.recensieweb.nl beoordeelt Daan Stoffelsen op 23 februari 2008 de roman als volgt: Dat Dover een minder boek is, wil niet zeggen dat het een slecht boek is. Peek heeft niet de volle potentie van zijn personages, van zijn thema weten te bereiken. Maar hij is stilistisch sterk, hij weet in weinig woorden veel over te brengen, is bij tijd en wijle poëtisch (‘Hij wilde geloven dat hij de achtervolging van het fluisterende verkeer achter hem verzon’, als Bas bang is herkend te zijn door een landgenoot; bij Tony’s eerste ontmoeting met de Noordzee: ‘De zee wentelde zich wit onder zijn ogen. Golven rolden en vielen op het strand. Alles was minder blauw dan hij eerder had gedacht. Hij stond stil op de top van het duin. Voor het eerst dacht hij na over de geur van water.’), en schetst een realistisch en concreet beeld van de problematiek, met personages die misschien niet helemaal ingevuld zijn, maar uiterst menselijk zijn. Daarmee is Dover vooral een tweede stap in een hopelijk omvangrijk oeuvre, dat abstracte, impopulaire onderwerpen laat zien als dingen die iedereen raken. Een oeuvre dat zoekt naar dat wat de mensen van nu bindt: eenzaamheid in het gezelschap van velen.

In “De Volkskrant” van 21 maart 2008 zegt Evert Nieuwenhuis over de roman: Dover is een roman over mensen die veiligheid, geborgenheid en een toekomst zoeken. Op het eerste gezicht doet Dover denken aan Probeer het mortuarium van Eva Maria Staal, een literaire thriller over wapenhandel waar de auteur actief in zou zijn geweest. Beide boeken spelen in criminele milieus, en ze delen een realistische, harde stijl. ‘Wij vervingen een lading tomaten ’, zegt Tony over zijn reis naar Dover. Maar de fonkelende pen van Peek is veel subtieler dan het repeteergeweer van Staal. In enkele bladzijden weet Peek te ontleden hoe in 1997 de Indonesische rassenrellen tegen Chinezen ontstonden en hoe Tony en zijn familie eigenlijk altijd al wisten dat dit zou gebeuren. Of hoe Bas als 14-jarige soldaat met een rubberen slang zijn eerste bekentenis uit iemand sloeg, en waarom juist hem dat zo gemakkelijk af ging. Of waarom Aylin de mooie jongen Samir, het lokaas van mensensmokkelaars, wel moest geloven toen hij haar vroeg mee te gaan naar Londen. Net als voor Amadou is voor de hoofdpersonen van Dover onzichtbaarheid van levensbelang. Bas, de soldaat die martelde, zit graag in het raam van Tony om te kijken of hij landgenoten op straat ziet. Als hij vermoedt dat een van zijn slachtoffers hem heeft gezien, vertrekt hij naar een volgende stad. Tony laat zich op straat fotograferen door een Nederlands buurmeisje, waar hij heimelijk een oogje op heeft laten vallen. Als zij aan Tony de foto laat zien, zegt hij tot verbazing van de fotografe: ‘Er staat niemand.’

Over de schrijver Gustaaf Peek (1975) is geboren in Nederland, maar door voorouders uit verschillende landen komt hij nergens vandaan. Als buitenstaander in iedere omgeving beziet hij de wereld van een afstand en probeert hij deze van binnenuit te veranderen met confronterende, maar herkenbare verhalen en beelden. Hij studeerde Engelse taal- en letterkunde in Leiden en publiceerde eerder gedichten en verhalen in onder andere Lava, De Tweede Ronde, en Tzum. Daarna volgde hij een fotografieopleiding. Hij verdeelt zijn tijd tussen het schrijven en het vastleggen van de straat met een oude Mamiya 6x6 camera. De roman Armin is zijn debuut. (2006) “Dover” is zijn tweede roman. (2008)

REACTIES

J.

J.

Moet morgen een boekverslag hier over schrijven. Snap nu pas het boek bedankt! Het was opzichte wel een mooi boek hoor

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees