Gebruikte editie voor het boekverslag
Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum eerste druk: 16 januari 2008
Aantal bladzijden: 376
Uitgegeven bij: Augustus te Amsterdam
Beschrijving voorkant
Er is een rode voorkant met in grote zwarte letters de titel van de roman.
Genre van het boek
Snijpunt is een psychologische roman over een zoektocht naar geluk, rechtvaardiging, schuld en boete.
De aangeleverde flaptekst
Twee levens, Nora Damave en Guido Kaspers, ooit verbonden in een huwelijk waaruit Franca is voortgekomen. Twee generaties in een veranderende wereld, drie personen die op een snijpunt van hun leven komen.
Nora Damave, stabiel en altijd positief, wordt tijdens een ruzie aangevallen door een leerling van islamitische afkomst, waarbij ze wordt gestoken met een mes. Ze eist gerechtigheid, maar ze ontmoet wantrouwen, vermomd als redelijkheid: wat werd er gezegd? Kan de daad zijn uitgelokt?
Guido Kaspers, zoon van een Italiaanse gastarbeider die hij nooit heeft gekend en medewerker van een bibliotheek, wil de wereld versteld doen staan met een spectaculaire ontdekking: de ware identiteit van de cultschrijver van zijn generatie, E. Fischer, ‘de Meester’, die na zijn wereldwijde succes in de jaren zeventig spoorloos is verdwenen. Wanneer Guido niet terugkeert uit Umbrië, gaat de zestienjarige Franca haar vader zoeken – een daad die haar onvermijdelijk de volwassenheid in schopt en drie levens in een maalstroom van gebeurtenissen en ervaringen sleurt.
In Snijpunt raakt Nelleke Noordervliet aan de thema’s van deze tijd: wat vermag het humanisme tegen de behoefte aan religie; waarom willen mensen geloven; hoe verwerf je waardigheid en zelfrespect?
Samenvatting van de inhoud
Deel 1 Nora Damave, lerares geschiedenis op een havo/vwo-school, wordt in het eerste hoofdstuk van de roman neergestoken door een Marokkaanse jongen met een vlindermes. De reden die door hem wordt aangevoerd, is dat ze te weinig respect voor hem toont. Ze heeft een flinke snee in haar arm opgelopen. Het vreemde is echter dat de schoolleiding tweeslachtig reageert op het incident. Ze is zelf conrector, maar het lijkt erop alsof de schoolleiding het haar min of meer kwalijk neemt dat ze neergestoken is. Ook door haar dochter Franca wordt haar dat min of meer kwalijk genomen. Franca zit op dezelfde school en ziet dat er zich om de Marokkaanse jongen een beweging ontstaat die de schuld in de schoenen van de conrectrix wil schuiven. Franca leeft bij haar moeder, maar tijdens de afwezigheid van haar gescheiden vader Guido Kaspers moet ze de planten bij hem in zijn woning water geven. Guido is namelijk een maand op vakantie naar Italië. Franca heeft een goede relatie met haar vader, eigenlijk beter dan met haar moeder. Ze is zestien jaar en haar ouders zijn 10 jaar geleden uit elkaar gegaan: het initiatief voor de scheiding lag bij Nora.
Frans, de rector op de school van Nora, wil haar min of meer dwingen thuis te blijven, en zij gaat dat advies in eerste instantie opvolgen. Nora trekt zich wat terug, gaat zeilen rond een eiland dat ze ook nog uit jaar jeugd kent. Haar ouders hebben daar een huisje gehad. Ze denkt na over het begrip schuld en respect en belt vanuit haar “onderduikadres”naar Franca. Nora gaat daarna een bezoek brengen aan de ouders van de Marokkaanse jongen. Dat lijkt niet erg handig en zinvol, want ze stuit op een muur van onbegrip bij zijn familieleden. Ali’s vader verwijt haar dat zijn zoon in de gevangenis zit.
Franca wacht in het huis van haar vader op zijn terugkomst, maar zonder een bericht of een sms-je te hebben gestuurd verschijnt hij niet op de geplande datum. Daarna gaat Nora met Franca mee naar Guido’s huis. Ze raadpleegt zelfs stiekem zijn computer en meent op een USB-stick een gedeelte van Guido’s informatie over de schrijver E. Fischer mee. Dat is een filosoof-schrijver uit de zestiger en zeventiger jaren van de 20e eeuw die vier zogenoemde alfabetromans heeft geschreven A-B-C-D. Daarna is hij eigenlijk spoorloos verdwenen . Thuis kan Nora dan de informatie over wat Guido van de man weet, na te lezen. Ze heeft ook gezien dat er een Nora-documentenmap in haar ex-mans computer bestaat en dat is eigenlijk allemaal informatie over haar door Guido opgesteld. Ook die kopieert ze.Op school wordt ze tijdelijk vervangen als conrector door een vriendje van de rector. Het druist wel in tegen haar rechtvaardigheidsgevoel.
Franca zoekt intussen via Google naar de relatie tussen haar vader en de schrijver Fischer. Ze komt dan terecht bij een journalist Paul Erkelens die indertijd een spraakmakend interview met de schrijver heeft gehouden, wat misschien mede de oorzaak van zijn spoorloze verdwijning was. Ze brengt hem een bezoek en Paul geeft haar wat informatie over Fischer. Hij denkt ook wel dat Guido Kaspers naar Italië vertrokken is om speurwerk naar de verdwijning van Fischer te doen.
Nora krijgt bezoek van de advocaat van Ali, maar het bezoek loopt op een mislukking uit. Nora leest de documenten over haar en Guido die vanaf de eerste ontmoeting tot en met de scheiding gaan. Ze is afkomstig uit een milieu waarin de vader als classicus werkte en Guido was toch uit een ander milieu afkomstig. Hij werkt in de universiteitsbibliotheek en in het gezin van de Damaves voelt hij zich de mindere van haar broers en haar vader. Hij lijdt min of meer aan een minderwaardigheidscomplex. Het huwelijk verloopt niet goed en op het laatst is er sprake van een verkrachting binnen het huwelijk door Guido. Deze ruwe vrijpartij betekent de inleiding tot de scheiding die door Nora is aangevraagd. Beiden zijn nu veertigers met een zestienjarige dochter Franca, die tien jaar was toen de scheiding een feit werd. Nora ziet wel dat Franca meer gevoelens koestert voor haar vader dan voor haar.
Deel 2 Guido Kaspers verblijft in Italië. Hij is in de streek Umbrië. In zijn speurwerk heeft hij namelijk gezien dat de oneven hoofdstukken van Fischers werk het anagram U-M-B-R-I-A opleverden. Tijdens zijn verblijf in een klein dorp ontmoet hij een oude Italiaanse vrouw die hem een bijzondere anekdote vertelt over haar onderwijzer die in 1933 door de bliksem werd getroffen, min of meer voor dood werd weggebracht, maar het later toch overleefde. Het was meester Aldo Burrone. Guido denkt een spoor van de oude schrijver E. Fischer gevonden te hebben en wanneer hij hoort dat deze onderwijzer op een landgoed heeft gewoond dat de naam l’ Angelo Pescatore droeg, ziet hij een relatie met de naam Engel Fischer. Dat is de namelijk de vertaling van de naam van het landgoed. In het interview dat Paul Erkelens ooit heeft afgenomen, stond een foto van de schrijver afgebeeld en hij laat de volgende dag deze foto zien aan de vrouw. Maar de ze is nu veel minder toeschietelijk. Ze ontwijkt de antwoorden.
We krijgen dan als lezer een historische terugblik op de jeugd van Guido. Zijn moeder Nelly (kapster) raakt in 1962 verliefd op een Italiaanse gastarbeider Guido Wanneer ze echter vertelt dat ze zwanger is, verdwijnt hij met de noorderzon. In 1963 wordt Guido geboren, wat betekent dat hij in het verhaal-heden 42 jaar is. Guido heeft zijn vader nooit gekend, wat voor de lezer natuurlijk inhoudt dat de zoektocht naar de verdwenen schrijver E. Fischer meteen een zoektocht naar zijn verdwenen vader is. Het Vatersuch-motief is immers een klassiek literair motief.
Guido die de havo volgt, ontmoet Nora Damave, dochter van een leraar klassieke talen. Tegen de vader vertelt hij over de schrijver E .Fischer, en de man legt de relatie die Fischer zou hebben met de klassieke schrijver aan hem uit. In het gezin van de Damaves voelt Guido zich niet echt op zijn gemak: wat opleiding betreft moet hij het onderspit delven en de broers van Nora kijken ook min of meer op hem neer.
Guido vervolgt zijn spoor in Italië. Hij komt erachter dat er nog nazaten van de oude schrijver zijn. Een neef die ook Aldo Burrone heet, wil echter niets zeggen. Er lijkt een familiegeheid te zijn. Hij is advocaat. Maar enkele dagen later belt hij toch op om contact te krijgen met Guido. Hij vertelt nu iets meer omdat Aldo Burrone (de schrijver Fischer) in 1939 verdwenen is uit het zicht, omdat hij zich schuldig waande aan de dood van zijn broer. Ook de familie denkt er zo over. Op blz. 167 vertelt Guido wat er zo belangrijk is aan het werk van Fischer. De mens moet vier belangrijke weerstanden overwinnen: het ego, de sekse, het bezit en de tijd om in een toestand van sublimatie en evenwicht te geraken. Hij vertelt deze filosofie aan de herbergier van het hotel dat op het landgoed van l’Angelo Pescatore staat.
Guido denkt daar ook na over zijn relaties en huwelijk met Nora en zijn zielsverwantschap met zijn dochter Franca. Nora wilde verschilpunten altijd maar uitpraten en daar kon Guido niet tegen. Omdat hij zich ook minderwaardig voelde ten opzichte van de rest van de familie, was zijn gedrag veranderd. Hij had haar een keer geslagen en na de ruwe verkrachting was de scheiding een feit geworden.
Guido heeft opnieuw contact met de neef Aldo Burrone en die denkt nu ook echt dat zijn oudoom de schrijver E. Fischer is. Hij wil Guido wel verder helpen en ze sluiten een bondgenootschap om de man (zo die nog in leven is) te gaan zoeken. Hij moet inmiddels 95 jaar zijn, want uit de familiestukken blijkt dat hij in 1910 geboren is. Aldo Burrone kwam als communist op tegen het fascistische Italië onder Mussolini. Hij verraadt zijn broer Jacopo. Hij heeft een brief van de schrijver die hij bij zijn verdwijning in 1939 heeft achtergelaten, waarin hij zich uitlaat over de waarheid, het communisme en het fascisme. In de brief herkent Guido de ideeën van Fischer die hij heeft geuit in de zogenaamde alfabetboeken. Maar Fischer heeft die ideeën zelf ook weer uit andere, zelfs Middeleeuwse bronnen. Dat komt hij te weten via Google. Er is een notaris geweest Jacopone de Todi. Na de dood van zijn vrouw Vanna was hij waanzinnig geworden en daarna minderbroeder. In een klooster heeft hij zijn ideeën over het leven en de waarheid opgeschreven. Guido gaat naar de plaats waar deze Jacopone in 1306 begraven is. Hij ziet een schuur waarop koperen plaatjes zijn aangebracht en dat is eigenlijk de crypte van het oude klooster uit de Middeleeuwen. Wanneer hij de crypte bezoekt, krijgt hij een extatische ervaring. Hij beseft dat hij nu heel dicht bij de Meester is, omdat die in de brief van 1939 aan deze plaats heeft gerefereerd. Hij vermoedt dat hij dood is en op die plaats begraven is. Hij wil zich dan ook volledig overgeven.
Hij hallucineert en hij krijgt een mes aangereikt.
Deel 3
Franca is in het begin van dit deel op bezoek bij opa en oma Damave. Ze voelt zich in dit elitaire gezelschap helemaal niet thuis. Ook hoort ze dat Ali weer op school is: hij is vrijgelaten in afwachting van zijn proces, maar Nora is toch min of meer de boosdoener. Franca heeft het in haar hoofd gezet om haar vader te gaan zoeken die zich zonder te melden nog steeds in Italië bevindt. Ze steelt de bankpas van haar moeder, neemt geld op en vertrekt per vliegtuig naar Italië. Nora is toch wel even radeloos omdat haar dochter nog maar 16 jaar is. Ze neemt contact op met Paul Erkelens, de journalist, en die vertelt haar dat Franca bij hem geweest is. Nora zegt dat ze meteen naar Franca wil gaan om haar terug te halen en min of meer biedt Paul zich aan mee te gaan. Hij is natuurlijk meer geïnteresseerd in Fischer, maar wanneer hij Nora op Schiphol voor het eerst ontmoet, ziet hij dat ze best aantrekkelijk is en hij fantaseert over zijn eventuele erotische belevenissen met haar.
Franca is intussen in Italië aangekomen en ze ontmoet een Amerikaanse student die wel bereid lijkt haar vader te zoeken. Hij heet Gil. Natuurlijk komt het omdat het jonge mensen zijn al snel tot een toenadering en zoen. In de jeugdherberg van Assisi is geen plaats meer voor hen en ze besluiten bij een vriend van de student te overnachten. Maar op die avond drinken ze te veel drank en de dronken Franca wordt door Gil en diens vriend bruut verkracht: het is haar inwijding in de wereld van de volwassenen. Ze stapt uiteraard onder de douche en wast zich grondig, want dat doe je altijd bij een “literaire verkrachting.” Maar ze is nog steeds vastbesloten om haar vader te zoeken en van een andere vriend van Gil krijgt ze een sms-je dat de Fiat Croma van haar vader is gesignaleerd in een dorpje. Ze rijdt daar met de bus naar toe.
Intussen zijn Nora en Paul haar dicht genaderd. Ze lopen ook de jeugdherbergen af en krijgen informatie over Franca. Nora valt echter in het hotel en dat levert haar een hersenschudding op waardoor ze moet rusten. Maar met barstende koppijn gaat ze de volgende dag weer op zoek. In de nacht die Paul wakend heeft doorgebracht, beseft hij dat Guido het juiste spoor van Fischer heeft getraceerd. Hij vertelt dat tegen Nora. Later praten ze over de relatie tussen haar en Guido, de aanval van Ali. Dat brengt het gesprek op de waarden van het humanisme en de waarden van de religie en de normen van de mensen in bepaalde culturen. Een week na Guido’s bezoek aan l’Angelo Pescatore (het hotel ) zijn ze daar ook en ze horen dat hij er geweest is. Later speuren ze alle hotelletjes in Todi af. Ze komen erachter in welk hotel hij verblijft en ze sporen ook het adres van Aldo Burroni op. Paul herkent de trekken van de man die hij als E. Fischer heeft geïnterviewd.
Franca is op weggegaan naar de plaats waar Guido’s auto is gesignaleerd. Ze gaat in de auto zitten wachten, maar er komt geen vader Guido aanzetten. In een kroeg in de buurt achterhaalt ze het adres van de oude schrijver Fischer. Daar belt ze aan en ze staat ineens oog in oog met de oude man. Hij ziet in haar de reïncarnatie van zijn schoonzusje Anna de geliefde van zijn broer Jacopo. Daarom is hij genegen haar alles te vertellen. En hij begint…..
Nora en Paul zijn op weg naar Franca, maar ze kunnen haar nog niet vinden. Terug in het hotel komt het niet tot seks. Eigenlijk verlagen ze wel naar elkaar, maar seks is een duidelijke stap te ver. Paul berust in die situatie. Toch voelt hij wel wat voor Nora. Ze gaan de volgende dag op weg naar E. Fischer en ze rijden achter de auto van de advocaat aan. Paul en Aldo ( de advocaat) zullen naar binnen gaan en Nora blijft achter. Ze gaat een schuur binnen waarop koperen plaatjes zijn aangebracht en staat dan plotseling voor een situatie die te bizar voor woorden is. Liggend op de crypte van Jacopone heeft Guido zichzelf met het mes gecastreerd. Zijn ballen liggen er nog bij en hij is ernstig gewond. Waarschijnlijk heeft hij het gedaan om zo dicht mogelijk bij de door hem bewonderde Meester te zijn. Een bal is voor de meester , de andere bal is voor “de vrouw”. Nora gaat hulp halen en Paul helpt haar Guido het huis van Fischer binnen te dragen. Wanneer de oude man ziet dat Guido zichzelf heeft gecastreerd, slaat hij hem flink op zijn hoofd. Dat had hij uit opoffering nooit mogen doen, vindt Fischer. Deze volledige overgave heeft hij nooit gewild.
Slot
Het slot speelt op de dag dat Jan Damave wordt gecremeerd in Westerveld. Het is oktober 2005. Hij is plotseling overleden aan een hartstilstand. Nora is met haar familie en Paul op de plechtigheid. Guido houdt zich op de achtergrond wat afzijdig. Hij is hersteld van zijn verwonding, want in Italië hadden ze hem naar het ziekenhuis gebracht. Paul wordt door de familie Damave wel geaccepteerd als de nieuwe vriend van Nora.
Guido krijgt het inzicht dat hij het gedaan heeft om van Nora los te komen. Hij komt thuis van de crematie en leest nog de gedachten van E. Fischer in diens laatste boek D over de aankomst van de ziel in het rijk van de dood.
Want ook ik hoor bij uw gezegend mensensoort
Ik ben een zoon van de aarde en de sterrenhemel
Het noodlot trof me en de werper van bliksems
Maar ik heb me bevrijd uit de cirkel van diep verdriet
En stap lichtvoetig in de cirkel van vreugde.
Daarna zoekt wat spullen bij elkaar, pakt zijn koffers en vertrekt. Stapt hij lichtvoetig in de cirkel van de vreugde ?)
Titelverklaring
De drie personen Guido, Nora en Franca bevinden zich op een snijpunt in hun leven. In deel 3 worden ze weer met elkaar verenigd omdat hun levens op dat moment weer een raaklijn hebben. Guido was op zoek naar de waarheid betreffende E. Fischer, Franca zoekt haar vader en zichzelf op weg naar de volwassenheid en Nora vindt dat ze haar dochter moet zoeken. In Umbrië worden ze met elkaar geconfronteerd. Bovendien is een belangrijke figuur uit het leven van Guido gevonden.
De titel “Snijpunt” wijst natuurlijk ook wel op de motor waarmee het verhaal start. De Marokkaanse leerling die de conrector Nora verwondt omdat ze te weinig respect voor hem heeft getoond.
Structuur en/of verhaalopbouw
De handeling wordt verteld in drie grote delen, die op zich weer zijn onderverdeeld in hoofdstukken die genummerd zijn. Na deel 3 komt er een “Slot” dat min of meer als een epiloog kan worden beschouwd.
Deel I 13 hoofdstukken (blz. 7-106)
Deel 2 14 hoofdstukken (blz. 109-217)
Deel 3 15 hoofdstukken (blz. 219-360)
Slot (blz. 362-376)
Er is sprake van een chronologisch tijdverloop in de roman. Het is echter wel zo dat delen van deel 2 parallel worden verteld met gebeurtenissen in deel 1. Deel 3 komt in ieder geval na de afhandeling van deel 1 en 2, want daarin zijn ook Franca en Nora beiden op weg naar Italië. Het slot speelt weer enkele weken(maanden) later in Nederland. In de delen die voornamelijk chronologisch worden verteld, komen ook enkele passages voor die in het heden spelen. Voor het gevoel van de lezer echter is “Snijpunt”een overwegend chronologisch vertelde roman.
Door de laatste scène is er toch wel sprake van een open einde.
Het begin is een opening in handeling (in medias res)
Gebruikt perspectief
Het perspectief wisselt vaak en is dus meervoudig. De drie belangrijkste personale vertellers zijn Nora. Franca en Guido. In deel I wisselen alleen Nora en Franca elkaar af. In deel 2 is alleen Guido aan het woord en in deel 3 zijn vooral Nora en Franca de vertellers. Omdat ze in de hij/zijvorm vertellen, noemen we hen personale vertellers. Maar je kunt als lezer niet ontkennen dat er ook steeds auctoriale vertelsituaties zijn: er is dan een zg. alleswetende verteller die de handeling impliciet becommentarieert en dus eigenlijk wat afstand neemt van zijn vertellersfiguren.
Tijd van het verhaal
Hoewel er geen concrete data en jaartallen in de roman wordne genoemd, kan de lezer wel vaststellen dat de handeling zich in het jaar 2005 voltrekt. Dat kan door deze conclusie te trekken m.b.t. de verstrekte gegevens over de teruggetrokken schrijver E.Fischer. Dit is een pseudoniem van Aldo Burrone en daarvan worden door een neef (die advocaat is) later de geboortegegevens verstrekt. Deze Aldo werd geboren in het jaar 1910 en wanneer Guido hem gaat opzoeken in Italië, is hij 95 jaar. En optelsom levert dan het hierboven genoemde jaartal op.
Plaats van handeling
Deel I speelt zich af in Nederland. Nora wordt op een school door een Marokkaan neergestoken. Er worden weer geen namen en plaatsen genoemd, maar in deel 3 wordt de vader van Nora gecremeerd in Westerveld, waar ook de resten van Pim Fortuyn in eerste instantie werden begraven. Het deel in Nederland speelt zich dus in Noord-Holland af. Het belangrijkste deel van de roman echter speelt zich af in Umbrië, de prachtige Italiaanse streek waarheen E. Fischer vertrokken is na het schrijven zijn alfabetromans. In deel 2 vertrekt Guido naar Italië en de ontknoping (de castratie van hemzelf) geschiedt ook daar.
Motto
Er is geen motto en ook geen opdracht.
Thema, motieven en interpretatie
Snijpunt is een klassiek boek met een queeste thema. Er zijn maar liefst drie zoektochten te onderscheiden. Guido heeft zijn echte vader (van Italiaanse afkomst) niet gekend, heeft door zijn relatie met Nora een minderwaardigheidscomplex opgelopen en heeft zich gestort op de biografie van de door hem bewonderde schrijver E.Fischer. (niet toevallig natuurlijk een Italiaanse schrijver) Hij heeft door speurwerk ontdekt dat de man in Umbria is opgegroeid en begeeft zich in 2005 naar de streek in Italië waar hij meer informatie denkt te krijgen. Omdat hij niet op het afgesproken tijdstip thuis is zonder een bericht te zenden, wil zijn dochter Franca die meer voor haar vader sympathie voelt dan voor haar moeder hen gaan zoeken. Het impliciete Vatersuchmotiv van Guido wordt in de persoon van Franca daarmee heel expliciet.
Tegelijkertijd zoeken beide personages naar meer: Guido gaat op zoek naar de waarheid betreffende begrippen als religie, mystiek en extase en wil de “volledige overgave” bereiken volgens de normen van zijn grote Meester. Volgens diens idee in zijn alfabetboeken moet je ego,sekse, bezit en tijd kwijtraken om die toestand te bereiken. Franca is daarnaast op zoek naar haar volwassenheid. Ze raakt in Italië bevriend met een Amerikaan die haar lijkt te helpen maar “deze vriend”ontpopt zich als een vijand wanneer hij haar wanneer ze teveel gedronken heeft verkracht. Een al te ruwe initiatie in de grote mensenwereld. Ook op een andere manier wordt ze geconfronteerd met de harde wereld. Haar vader wordt gecastreerd bij de oude Meester binnengebracht die deze vorm van zelfkastijding niet kan waarderen. Beide elementen doen aan de ideologie van W.F. Hermans denken: het vriend-vijandmotief en de
trap na waaruit de doelloze missie voor de omstanders wordt duidelijk gemaakt ; te vergelijken met de dood van Henri Osewoudt in De Donkere Kamer van Damocles
en met Alfred Issendorf in “Nooit meer slapen “ Zijn zoektocht is in materieel opzicht geslaagd (de schrijver is gevonden) maar in ideëel opzicht eigenlijk tevergeefs geweest: wat hij trachtte te bereiken, wordt door zijn grote leerMeester veracht. Zijn ontmanning is eigenlijk al in de roman aangekondigd, want het is een herhaling van de klassieke geschiedenis van Attis en Cybele die in de tekst wordt aangehaald (blz. 134- 135) door de vader van Nora. Ook Attis ontmant zich door extase en zinsbegoocheling als offer aan de volledige overgave.
De derde zoektocht is die van Nora: wanneer ze merkt dat haar dochter naar Italië is vertrokken, vindt ze dat ze haar achterna moet reizen. Met hulp van de journalist Paul Erkelens weet ze zowel Franca, Guido als Fischer op te sporen. Ook Nora is door het voorval met de geweldplegende Marokkaan op zoek naar de zin van het bestaan. Voor haar is de humanistische opvoeding die ze vooral van haar vader heeft meegekregen een leidraad in haar bestaan, maar net als de religie is het humanisme een geloof met goede en slechte kanten. In haar gesprek met Paul in het Italiaanse Umbrië komt ze er niet echt uit.
Mijn mening
Snijpunt is geen gemakkelijk boek voor scholieren. De meningen over de literaire kwaliteit lopen in de diverse recensies ook sterk uiteen. (zie hieronder onder Recensies ) Ze variëren van een opvatting dat Noordervliet in de roman alle rode draden perfect aan elkaar verbindt (Daniëlle Serdijn) tot aan de opvatting van Arie Storm dat het boek literaire onzin is. Persoonlijk vind ik het jammer dat de motor van het verhaal (de aanslag van Ali op Nora) na deel 1 nauwelijks meer wordt uitgewerkt. Ook in diverse recensies is dit opgemerkt. Wanneer zo iets belangrijks (geweld in het onderwijs) de opening van je verhaal is, wil je als lezer waarschijnlijk wel dat dit gegeven wordt uitgewerkt. Na het bezoek van Nora aan de ouders van de dader wordt er nauwelijks meer aandacht aan dit motief besteed.
In deel 2 wordt de zoektocht van Guido beschreven: hij vindt tenslotte zijn oude meester en in een moment van extase doet hij een klassieke daad van Attis in diens relatie tot Cybele na: zichzelf ontmannen. Het wegsnijden van de sekse is het teken van de volledige overgave: maar de roman wordt dan wel bizar. Ook het einde kan daarom voor scholieren onbevredigend zijn.
Wat voor mij als lezer begon als een daad van agressie door een middelbare scholier, verzandde na deel 1 in een zoektocht die me sterk deed denken aan De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch.
Voor een goed begrip van de roman lijkt me herlezen dan ook wel noodzakelijk. Strepen aanbrengen in het boek en verwijzingen in het boek noteren lijkt bovendien een voorwaarde om de roman goed te kunnen analyseren en te begrijpen. Het is de vraag of Nederlandse scholieren die tijd en moeite wel willen investeren. Ik kon het bijvoorbeeld zelf niet opbrengen om de zoektocht naar de waarheid van Nelleke Noordervliet nog eens uitvoerig over te doen. Daarvoor ontbrak toch teveel spanning. Mulisch’zoektocht heb ik inmiddels enkele keren gelezen. “Snijpunt” had m.i. de helft korter gekund wanneer de schrijfster niet alles had uitgelegd aan de lezer en zich bovendien beperkt had tot één van de verhaaldraden: de aanslag van Ali op Nora of de zoektocht van Guido naar Fischer.
Stijl en beeldspraak
Het was bovendien de eerste keer dat ik werk van Nelleke Noordervliet heb gelezen.
( “ Mevrouw Gigengack" niet meegerekend) Wat me erg opviel was, dat ze wel heel veel beeldspraak (metaforen) in haar roman gebruikt. Bovendien vond ik veel metaforen te gezocht en daardoor af en toe zelfs lelijk en ongepast. Nu is dat een kwestie van smaak, maar misschien kunnen onderstaande voorbeelden duidelijk maken wat ik bedoel.
- (blz. 23) … hij probeerde een hand zo groot en zo roze als een dubbele kipfilet op Nora’s schouder te leggen..
- (blz. 25) .. maar haar voornemen haar dochter te vragen naar haar contact met de tegenpartij lag als een dode tak naast de boom.
- (blz. 31) ..Niets hoefde de kijker te ontgaan, hij lag aan het infuus van het wereldnieuws
- (blz. 38) Zijn eer, de eer van de familie, de eer van Marokko, de eer van de godsdienst het was geen klein bier, die affaire die daar zwaar als alle parfums van Arabië tussen hen in om het koperen blad hing
- (blz. 57) Guido’s wezen, verborgen in de bits en chips van de Dell, lag als een patiënt onder narcose op haar operatietafel.
Dit lijstje kan met gemak worden aangevuld met soms mooie maar vaker gezochte metaforen.
Gemiddeld gebruikt Noordervliet op elke bladzijde wel minstens twee metaforen en in een boek van 376 bladzijden kan dat wel eens te veel worden.
Ook kan ik me wel ergeren aan te lange zinnen als in het volgende fragment. Franca geeft op bladzijde 44 bij het passeren van een begraafplaats aan dat ze nog nooit een dode heeft gezien.
Dat daar achter het hek driediep in smalle kuilen de kisten waren opgestapeld, waar de geraamten als het waaibomenhout was verteerd door de bodem van hun houten bed waren zakten naar een diepere laag totdat om die botten alle spaanders waren verdwenen en de voormalige mensen innig verstrengeld, aarde en schelpenzand in schedel en oogkassen, een flard van het doodshemd nog om hun ribben, wachtten op de schudder van de graven of op de Jongste Dag, dat zag ze met een huivering voor zich.
Voor mij hoeft een dergelijke gedachte niet, maar ik geef toe dat andere lezers dit misschien een mooie passage vinden.
Over de stijl schrijft Anne-Marie van der Poel op de site van www.literairnederland.nl nog het volgende
Kwalijker dan de gebrekkige uitwerking van de thematiek is de schrijfstijl van Noordervliet. Niet alleen blijven de personages plat en daardoor totaal interessant, ze slaat ook regelmatig de plank mis in de karakterisering van haar hoofdpersonen. Zo lijkt niet de juiste toon te kunnen vinden om Nora, Guido en vooral de jonge Franca overtuigend neer te zetten. Als het jonge meisje besluit op eigen houtje haar vader te gaan zoeken lezen we: ‘Haar intuïtie, een radio die ’s nachts verre zenders zoekt, vertelde haar dat Guido’s verdwijning wel degelijk met Fischer te maken kon hebben (…) en niet met een zoektocht naar zijn biologische vader, wat door opa en oma was geopperd, hoewel je nooit wist in hoerverre hij die twee queesten met elkaar hoopte te combineren.’
Afgezien van de lelijke beeldspraak vraag ik me af welk meisje van vijftien het woord ‘queeste’ in de mond zal nemen. Iets verder doet Noordervliet een andere poging om Franca te karakteriseren: ‘Met een beetje goede wil kon ze aan Fischer nog wel een leesdossier overhouden, zonder dat ze de shit daadwerkelijk hoefde te lezen.’
Het lijkt of Noordervliet er wat ‘straattaal’ doorheen heeft willen gooien om te bewijzen dat ze echt wel weet hoe een jonge tiener praat.
De schrijfstijl van Noordervliet hapert op meerdere plekken. Lelijke beeldspraak en taalgebruik als ‘Bang, bang, bang was ze opeens. Alsof ze boven aan een hoge glijbaan stond, zo voelde ze haar maag samenkrimpen’ gaan irriteren, net als het feit dat Noordervliet de lezers veel te veel bij de hand neemt. Ze expliciteert álles. Als de lezer al lang en breed door heeft dat de ‘queeste’ van Guido de zoektocht naar zijn eigen vader moet vervangen, legt Noordervliet het nog even uit: ‘Guido koesterde de aantekeningen als betrof het zijn eigen verloren gegaande familie.’
Of, als Nora het huis van Guido binnenkomt: ‘De geur trof haar. Ze herinnerde zich die niet. Had hun gezamenlijke huis altijd haar geur gedragen? Dat hij los van haar bestond en zijn eigen atmosfeer had bracht haar in verwarring. Anderen zijn er toch alleen om in hun functie voor jou en liggen daarbuiten als slappe poppenkastpoppen in een doos?’
Zo zijn er te veel voorbeelden om op te noemen. Ze maken van Snijpunt een roman waarin Noordervliet haar lezers volledig onderschat en ze haar eigen doelstellingen niet haalt.
Conclusie
De roman is niet geschikt voor vmbo-Tl. Alleen een heel geroutineerde lezer van het havo-niveau moet zich eraan wagen. Wanneer “Snijpunt”uiteindelijk toch zijn weg naar de literatuurlijsten van het voortgezet onderwijs zal vinden, zal dit voornamelijk de lijst van de vwo- of gymnasiumleerling zijn.
Ik ben benieuwd wat de amusementswaarde voor die groep leerlingen zal zijn. Mijn eigen inschatting is dat dit misschien een kleine voldoende kan worden. Geen 5 sterren-roman zoals Serdijn in haar recensie in De Volkskrant aangeeft, maar ook geen dikke onvoldoende van Arie Storm in Het Parool. Niettemin verdient een leerling die het aandurft, een waardering van drie punten op de scholieren.comlijst te krijgen.
Recensies
De tegenstellingen over de geloofwaardigheid en het niveau van de roman zijn in diverse kranten erg groot. Ronduit lyrisch wordt Daniëlle Serdijn in De Volkskrant van 18 januari 2008. Ze kent vijf sterren aan de roman toe wat de hoogst mogelijke waardering is. Grappige bijkomstigheid is dat je aanvankelijk geen barst gelooft van het project van Guido. Niet in werkelijkheid (E. Fischer, voor de zekerheid gegoogeld, is een specialiste in persoonlijkheidsstoornissen), maar ook in het kader van de roman geloof je hem niet. Wanneer Guido’s zoektocht toch concreet ergens heen leidt, ruik je niet alleen ineens W.F Hermans, maar heeft Noordervliet bovenal haar lezers goed en genadeloos te pakken. Wij geloven haar, haar personages en hun verhaal. Het onwaarschijnlijke, die kluns van een Guido met z’n debiele speurtocht, is geloofwaardig geworden. Zo bewijst de schrijfster in een elegante beweging haar thematiek: geloven is fictie. Andersom geldt ie evenzeer: fictie is geloven – maar dat is een wat gebruikelijker stelling.
En alsof dat nog niet genoeg is: handige zinnen, technisch vernuft, een goede losse stijl, geestigheden, impliciete commentaren op het onderwijs, een generatiekwestie – dit boek richt zich werkelijk tot iedereen. Zelfs de liefhebber van ongecompliceerde doorkijkjes in het Italiaanse landschap wordt bediend. Op een paar inhoudelijke kleinigheden na heeft Noordervliet overal aan gedacht. Dit boek benoemt, analyseert en spreekt een duidelijker taal dan om het even welk manifest. En het is ook beter geschreven. Wat een rijkdom.
Maar een dag eerder is Noordervliet al “afgebrand”in Het Parool door Arie Storm. Al tijdens het lezen van Snijpunt, de nieuwe roman van Nelleke Noordervliet, vroeg ik me af waarom het eigenlijk onzin is een boek als dit literair te noemen. [….]Ja, zo komt de \'literatuur\' aan haar slechte naam. Je zou bijna zeggen dat het terecht is dat het onderwijs erin op de scholen meer en meer wordt teruggedrongen.[…..] Er is inderdaad het verhaal van de lerares die door de leerling wordt gestoken. Verder is er een zoektocht naar een als een kluizenaar levende en inmiddels hoogbejaarde cultschrijver. Ook is er het verhaal van een zestienjarig meisje dat haar weg moet vinden in het leven, en dat terwijl haar ouders gescheiden zijn. Die vader heeft trouwens een Italiaanse achtergrond en is gefrustreerd omdat hij geen universitair onderwijs heeft genoten. Hij is op zoek naar respect. Vooral van zijn ex-vrouw. En daar hebben we de zaak zo\'n beetje rond, want respect en Marokkanen en Italianen - dat hoort allemaal bij elkaar.
De verhalen worden trouwens niet soepel door elkaar heen verteld. Na het eerste deel horen we vrij weinig over die steekpartij. Het mes wordt dan vrijwel uitsluitend nog metaforisch opgevoerd. Of in spreekwoordelijk taalgebruik: \'Dit is de andere kant van het mes dat aan twee kanten snijdt.\'
Ook Jeroen Vullings op 02-02-2008 in “ Vrij Nederland is overwegend negatief: Nelleke Noordervliet lijkt met Snijpunt een ongemakkelijke roman over het nu te hebben willen schrijven. Maar De onwaarachtigheid van personages en verteltoon doet het realisme teniet.[….] Net als (de immer voort¬redenerende) Noordervliet dat doet, doordat zij in Snijpunt toont dat woorden het afleggen tegen iets dat we maar bij gebrek aan beter ‘werkelijkheid’ moeten noemen. Ik kan dat aanduiden als het failliet van het humanisme en het stranden van verlichtingsidealen op de naar geloof hunkerende mens die een meester behoeft. Maar dan vertolk ik slechts Noordervliets intentie. De roman an sich maakt zo’n lezing niet waar.[….] Dat zit ’m vooral in de onwaarachtigheid, die het beoogde realisme teniet doet. Ik doel op de onwaarachtigheid van personages die out of character spreken, waarmee hun inconsistentie en daarmee ongeloofwaardigheid pijnlijk benadrukt worden. Zo is daar de zestienjarige Franca die eerst een geleerd woord niet begrijpt, even later spreekt met de taal van een mondige grootstedelijke intellectueel of termen bezigt uit grootmoeders doos: ‘spekkoper’. Later verhaalt een oud besje over vroeger, waarbij ze, in intiem bedoelde herinnering, waarlijk makkiaans toegankelijk geschiedenisles geeft – over ‘de Georgische despoot’, het monstrueuze fascisme en ‘die geheel andere ideologie’: het perfide communisme.[…] Alsof Noordervliet wil schreeuwen: lezer, niet alle Marokkanen zijn even erg als deze schoft. Dat weten we heus wel, ook zonder de Doekle Terpstra’s dezer wereld die op Noordervliets schouder meetikken: ‘Onverschilligheid, egoïsme, ontworteling waren begrippen van alle tijden, aanwezig in alle klassen.’
Noordervliet stapt daarmee onnodig uit haar boek, ten gunste van een dogmatisch cliché. Regelmatig dacht ik: had de Joost Zwagerman van De buitenvrouw – wo bestu bleven? – dit boek maar geschreven, dan zat er vaart in, waren de platitudes overboord gegooid, de metaforen niet overdreven en misplaatst geweest, en was het materiaal beter gebruikt.
Toch: zelfs naverteld is Snijpunt geen dwingende, ongemakkelijke roman over nu. Guido’s zoektocht naar de B. Travenachtige cultschrijver komt het best uit de verf, maar had ook dertig jaar geleden kunnen plaatsvinden. Als Nora, Guido, Franca, Nora’s nieuwe vriend en de langgezochte schrijver uiteindelijk in Umbrië samenkomen, is Ali de messentrekker allang uit zicht. Eigen familie eerst, in deze veelbesproken tijden. Zo verwordt een roman die met heet krantennieuws inzette, tot een tranenloze aflevering van Spoorloos.
Positief is daarentegen de recensie in Trouw van 17 januari 2008: Deze twee lijnen, de wereldse van het multiculti-probleem, en de tijdloze van het zoeken naar de graal, verweeft Noordervliet op ingenieuze wijze met de zoektocht van Nora en Guido\'s dochter Franca, kind van haar tijd, op zoek naar zichzelf. \'Snijpunt\' is dus beslist geen gratuit zoekboek voor literaire puzzelaars maar een roman waarin de schrijfster belangrijke thema\'s van onze tijd verbeeldt. Achter de verhalen gaat onmiskenbaar een maatschappijvisie schuil, vertolkt door Nora: ?Wij leren kinderen voor zichzelf op te komen.[…..] Goed, \'Snijpunt\' is een interessante tijdsroman met boeiende contrasten en scherpgeformuleerde opvattingen en dat alles geschreven in de van Noordervliet bekende robuuste, nuchtere en soms toch ook poëtische stijl. Eén opmerking moet me van het hart: in de verschillende verhaallijnen speelt het toeval wel een heel erg grote rol, het is kennelijk niet moeilijk om je dochter of je vader in een land als Italië op te sporen, er staat altijd wel een bekende Fiat Croma op de goeie plek of een plaatselijke bewoner wijst je feilloos de weg. Ook het pseudoniem van E. Fischer, vertaling van Angelo Pescatore, hebben betrokkenen direct door. Wat dat betreft zou dit boek mooi als leidraad kunnen dienen voor tv-programma\'s als \'Opsporing verzocht\' of Spoorloos\'.
Het zou me niet verbazen als Noordervliets belangstelling voor de geschiedenis, met haar nu eenmaal onontkoombare loop der dingen, die opmerkelijke toevalstreffers hebben gegenereerd.
Dat de touwtjes van deze roman dus als het ware te voorbeeldig aan elkaar geknoopt zijn, laat overigens wel zien dat Noordervliets grootste krachten elders liggen, in boodschap en stijl.
\'Noordervliet raakt diepe kernen. Snijpunt is niet zomaar een roman. Bij eerste lezing zie je decontouren, ruik je de wind, deint het gras op de helling, maar het vergt herlezing om óver de dijk te kunnen kijken en meer te begrijpen. [Noordervliet] weet met razende vaart en veel verve emoties invoelbaar te maken. Niet door ze te beschrijven, maar juist door ernaar te gissen. En wat een feest van woorden levert dat op, met krachtige, beheerste en originele beeldspraak die je steeds zou willen citeren. Vondsten zijn het en Noordervliet heeft het helemaal onder controle. [...] Snijpunt toont het failliet van het humanisme, het failliet van het geloof. Alles wijst erop dat alleen de verbeelding de mens kan redden. Zolang we ons niet proberen in te leven in de ander, komen we niet verder, lijkt de auteur te willen zeggen. En dat vergt moed. Moed van de personages, moed van de schrijver en moed van de lezer. Dat maakt Snijpunt tot een uiterst dappere roman.\' - Fleur Speet in Het Financieele Dagblad
Over de schrijfster en haar romans
NELLEKE NOORDERVLIET (1945) studeerde Nederlands in Leiden en Utrecht en was een tijdlang actief in de gemeentepolitiek (PvdA) in Monster. Rond 1980 begon ze aan een fictief dagboek van Multatuli’s eerste vrouw, barones Everdina Huberta van Wijnbergen. Het boek verscheen uiteindelijk in 1987 als Tine of De dalen waar het leven woont. Meteen werd Noordervliet erkend als een van de belangrijkste hedendaagse Nederlandse schrijvers.
Met haar volgende romans viel ze regelmatig in prijzen en nominaties. Bij uitgeverij Augustus verschenen van haar de roman Pelican Bay (2002), de verhalenbundel Mevrouw Gigengack. Uit het leven van een dame (2004) en de essaybundel Een plaats voor de geestdrift (2004). In februari 2005 publiceerde zij Altijd roomboter, een mengeling van memoire, geschiedschrijving, fictie en essay, dat elf drukken beleefde en waarvan er meer dan 30.000 exemplaren werden verkocht. In april 2006 verscheen Veeg teken en op 16 januari 2008 is haar nieuwe roman "Snijpunt" verschenen.
Snijpunt door Nelleke Noordervliet
8- Boekverslag door Cees
- Docent | 6502 woorden
- 17 februari 2008
- 78 keer beoordeeld
8
78
keer beoordeeld
Bewaar of download dit verslag!
Om dit verslag toe te voegen aan je persoonlijke leeslijsten of te downloaden moet je geregisteerd zijn bij Scholieren.com.
26.807 scholieren gingen je al voor!
Ook lezen of kijken
Hoe stemden scholieren op de Top2000?
Zo wordt kerst op andere plekken in de wereld gevierd
Naïm won twee keer de Nederlandse Wiskunde Olympiade: ‘Het is echt mijn passie’
REACTIES
1 seconde geleden