Titel: Warenar Auteur: P.C. Hooft Jaar van uitgave: 1617 Jaar van uitgave vertaalde versie: 1991 Vertaler: H. Adema Druk: 2
Geef een complete titelbeschrijving van de gelezen teksteditie. Warenar is de titel van het boek. Je kan het wordt opsplitsen in \"ware nar\". Dit betekent een echte-gek. De hoofdpersoon is een \"ware nar\", zijn naam is ook Warnar. Hij is natuurlijk vernoemd naar een nar, althans zo heeft P.C. Hooft hem genoemd. Warnar is een echte gek. Niemand vindt Warenar aardig en zelf vertrouwd hij niemand, zelfs zijn eigen meid niet. Het belangrijkste motief is natuurlijk de pot met goud en Warenars ongegronde woedeaanvallen ten opzichte van iedereen. Hij wordt meerdere keren zomaar boos op zijn meid, maar verder slaat hij ook de kok en hofmeester, die het avondmaal moesten voorbereiden, zonder reden in elkaar. Hij is gewoon paranoïde en verdenkt iedereen van stelen. Dus een echte gek. Wanneer dan zijn pot met goud wordt gestolen, en hij hem uiteindelijk terug krijgt wordt hij ook helemaal niet boos, terwijl je dat wel verwacht, omdat hij voor die pot met goud leefde. Hij is dus echt gek.
Plaats de tekst in de (cultuur) historische context. Ga na of de onderstaande begrippen op de door jou gelezen tekst van toepassing zijn en leg de begrippen die van toepassing zijn goed uit met concrete verwijzingen naar de tekst. Hervorming, Tachtigjarige Oorlog, stedelijke gedragscode, rederijkers, Renaissance, humanisme, lering en vermaak, emblematiek, analogiedenken, petrarkisme, sonnet, stedelijke functie van toneel, ethisch-didactisch doel, tragedie, komedie, klucht, Fransclassicisme, rationalisme, empirisme, Verlichting, spectatoriaal tijdschrift, kinderliteratuur, imaginair reisverhaal, opvoedkundige zedenroman, sentimentalisme.
Tachtigjarige Oorlog: De Tachtigjarige Oorlog heeft eigenlijk niet zoveel met het verhaal zelf te maken. Het is de oorlog tussen Spanje en de Nederlandse onafhankelijkheidstrijders. Het verhaal zelf is in deze periode geschreven. Toch komen in het boek een paar stukjes terug die slaan op deze oorlog. Lecker heeft net de schat van Warnar gestolen en zegt: \'Poe, al die kleine koninkjes! Ik ben de koning van Spanje, Die elke keer als hij naar nummer honderd gaat Een graafschap loost of anders wel een markizaat.\' Hij vergelijkt zich hier met de koning van Spanje, degene die zoveel land en rijkdom heeft, dat hij alles kan doen wat hij wil. Een ander belangrijk punt van de 17de eeuw is dat mensen graag vrede wilden. De mensen in dit boek worden snel vergeven, ook als de daden die ze gedaan hebben heel erg zijn. Daarom zou je kunnen zeggen dat het iets te maken heeft met de Tachtigjarige Oorlog
Stedelijke gedragscode:
De stedelijke gedragscode is hoe de mensen zich in de steden moeten gedragen, of zich nu gedragen. In dit stukje vertelt Rijckert hoe de rijke vrouwen zich gedragen
Natuurlijk ook in het deel dat Rijckert zijn moeder vertelt dat hij de dochter van Warnar heeft verkracht en dat ze nu zwanger is, laat zien wat je eigenlijk niet moet doen. Je moet niet met je dronken kop meisjes verkrachten. Maar het laat ook zien wat je dan weer wel moet doen, als je iemand hebt zwanger gemaakt, trouw dan ook met diegene en dat doet Rijckert ook uiteindelijk.
En als laatste in het stukje dat Lecker de schat steelt en hem uiteindelijk toch terug geeft. Het laat zien dat je niet moet stelen. En de laatste zinnen die hij zegt; \'Vrolijk klap ik in mijn handen. Als het spel u is bevallen, Vraag is u vriendelijk: klap dan mee met z\'n allen.\' laat zien dat je blij moet zijn voor anderen en dat alles uiteindelijk toch wel weer goed komt.
Rederijkers: De rederijkers zelf komen niet zoveel in dit verhaal voor. Het is een genootschap van allerlei dichters. Alleen is het zo dat de schrijver, Pieter Cornelisz Hooft, een rederijker is. Verder komt het woord rederijker één keer terug in de tekst. Rijckert vertelt in zijn verhaal over de stedelijke gedragscode van vrouwen dat de vrouwen het allemaal zo mooi weten te zeggen. Dat ze altijd hun woordje klaar hebben staan, dat de Brabantse rederijkers, laat staan de Hollandse, hier geen woord tegenin kunnen brengen. Hij laat zien dat de stadse vrouwen dus beter zijn de rederijkers, die altijd al mooie praatjes hebben.
Historische context Bij een blijspel traden mensen uit de lagere klassen voor het voetlicht op. Kenmerken van blijspelen waren, de taal was meer spreektaal, het eindigde met een happy end, de hoofdpersonen waren gewone mensen en er komen typische figuren in voor. Ook zitten in blijspelen veel komische elementen. Als ik kijk naar Warenar dan zie je dat de spreektaal duidelijk naar voren komt. Warenar bestaat uit alleen maar dialogen. Ook vind je in Warenar een duidelijk happy end. Warenar krijgt zijn pot met geld terug. Deze schenkt hij aan Ritsert die hem op zijn beurt doorgeeft aan Lecker zodat hij zijn schuld kan afbetalen. Ritsert die trouwt met Klaartje. Warenar is trots op zijn kleinkind dat zojuist is geboren want het heeft veel weg van Warenar zelf. Kortom iedereen is happy.
De mensen die een rol spelen in Warenar zouden zo uit het dagelijkse leven uit de 17e eeuw kunnen zijn geplukt. Het zijn gewone mensen met hun plus- en minpunten. Wat wel is dat elk personage een typetje is. Warenar is bijv. een vrek, Geertruid is de koppelaarster, Rijckert is de gemakkelijke losbol, Ritsert de vurige maar realistische minnaar, zo heeft elk personage zijn eigen type.
Er zitten veel komische elementen in Warenar. Een voorbeeld hiervan is dat op een gegeven moment wil Ritsert tegen Warenar vertellen dat hij de vader is van het kind van Klaartje. Dus Ritsert zegt van ik heb het gedaan. Maar Warenar zijn pot met goud is ook gestolen op dat moment. Dus Warenar denkt dat Ritsert bedoeld van ik heb het gedaan, ik heb de pot gestolen. En dat brengt een komische situatie met zich mee. Een blijspel had een duidelijke functie: het publiek een spiegel voorhouden. Het toneel diende een ethisch-didactisch doel. Met ethisch-didactisch bedoelen we welke normen en waarden er in die samenleving golden. Warenar is verblind door zijn pot met goud. P.C. Hooft wil hiermee duidelijk maken dat gierigheid niet goed is. Hooft hield zijn publiek een spiegel van hebzucht voor.
Op welk publiek was de gelezen tekst oorspronkelijk gericht en welk(e) doel(en) wilde de auteur ermee bereiken? Het is op de bewoners van de steden gericht. Het speelt zich namelijk af in Amsterdam en de stedelijke gedragscode wordt weergegeven. Ook is het voor mensen die al hun geld oppotten en niets uitgeven, gierige mensen. Het verhaal begint ook met een inleidend stukje, wat een proloog is tussen mildheid en gierigheid. Hij wilde de mensen laten zien dat je niet gierig moet zijn, maar dat je ook niet alles moet uitgeven. Er zit zeker een moraal in. In de proloog staat ook vermeldt dat Plautus het heeft laten opvoeren voor de burgers en edelen van Rome. Ik denk dus dat het ook voor de burgers en edelen in Amsterdam is geweest. Niet alleen omdat het er staat, maar ook hoe het geschreven is. Het uiteindelijke doel is natuurlijk amuseren. Warenar is namelijk een blijspel, en het doel van een blijspel was amuseren.
REACTIES
1 seconde geleden