The Da Vinci code door Dan Brown

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
Boekcover The Da Vinci code
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas kso | 2049 woorden
  • 5 juli 2007
  • 40 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
40 keer beoordeeld

Boekcover The Da Vinci code
Shadow
The Da Vinci code door Dan Brown
Shadow

Bibliografische steekkaart Titel: De Da Vinci Code
Auteur : Dan Brown
Druk: Vierendertigste druk mei 2005
Uitgave jaar: 2003
Uitgever: Luitingh – Sijthoff B.V. Amsterdam
Vertaald in Ned.: 2004 – 2005 door Josephine Ruitenberg

Het verhaal Het boek is heel duidelijk geschreven en om het te kunnen lezen en begrijpen heb je niet echt een ruimere context nodig. Het is wel fijn als je iets weet over Leonardo Da Vinci (1452-1519) bijvoorbeeld zijn beroemde schilderij de Mona Lisa (1503) dat in het Louvre in Parijs hangt. Leonardo, geboren in Italië en overleden in Frankrijk, was niet alleen schilder, maar ook tekenaar, beeldhouwer, architect, musicus, ingenieur, natuuronderzoeker en uitvinder. Hij had een grote interesse in het menselijk lichaam en een voorbeeld daarvan is de beroemde ‘mens van Vetruvius’, een tekening van een man in een cirkel met gespreide armen en benen. Het hoofd de armen en benen zouden dan de 5 punten van een pentagram vormen. Hij heeft ook de cryptex uitgevonden, een belangrijk element in het boek. Ook is een basiskennis van het verhaal van Jezus zoals het vastgelegd is in de bijbel, wel gemakkelijk. Het verhaal van Jezus zou namelijk tegengesproken worden door ‘de Heilige Graal’, het thema van dit boek.

De thematiek Het thema van het boek is de ‘Heilige Graal’ ook wel ‘San Greal’ genoemd en wat weer zou komen van ‘Sang Real’. Dit laatste zou betekenen: ‘Koninklijk Bloed’ of stamboom van Jezus. Deze Heilige Graal waarvan men altijd dacht dat dit de drinkbeker van Jezus was, zou helemaal geen beker zijn maar iets wat de vinder een enorme macht zou geven. Een macht die een keerpunt zou kunnen zijn voor de hedendaagse kerk.

Het hoofdmotief in het verhaal is dan ook het vinden van deze ‘Heilige Graal’. Het geheim hiervan wordt bewaard door vier hoogstaande figuren binnen de ‘Priorij van Sion’, een geheim genootschap ontstaan uit de vroegere Tempeliers. De vier leden (Senechaux) van dit genootschap worden allemaal vermoord. Jacques Saunière, conservator van het Louvre en leider en grootmeester van deze priorij, is de laatste. Hij heeft de kans gezien om het geheim niet verloren te laten gaan. Voordat hij stierf heeft hij een raadselachtige speurtocht uitgezet voor Langdon en zijn kleindochter Sophie Neveu.

Deze speurtocht zit vol met raadsels, codes en afbeeldingen die voornamelijk voort zijn gekomen uit het veelzijdige werk van Leonardo Da Vinci en dit verklaart de titel van het boek.

Er zijn een aantal personen/groeperingen die allemaal belang hebben in het vinden van deze ‘Heilige Graal’. Hierdoor wordt het boek heel spannend, fascinerend en zelfs leerzaam. Als lezer wordt je gestimuleerd om mee te denken en zoeken naar de oplossingen.

Het vertelperspectief Dan Brown heeft deze avonturenroman geschreven vanuit een hij/zij-vorm en vanuit een auctorieel standpunt. De schrijver staat dan boven het verhaal en weet alles van de personages. Deze vertelvorm maakt het mogelijk voor de lezer om het geheel te blijven overzien, vooral ook omdat er heel veel tegelijk gebeurd in een zeer korte tijd. Het boek valt daarom ook duidelijk onder het thrillergenre. De nadruk ligt op een vrij ingewikkelde plot, een vlug actieverloop en ingenieus opgebouwde spanning.

De structuur Het boek begint met een proloog gevolgd door 105 hoofdstukken en eindigt met een epiloog. Voor de proloog staan een tweetal verhelderende feiten. De schrijver gebruikt witregels bij belangrijke codes, citaten en ontcijferingen. Dit benadrukt deze belangrijke stukken tekst en maakt tevens de pagina aantrekkelijk. Het is een chronologisch verteld verhaal waarvoor de auteur 429 bladzijden nodig heeft voor de verteltijd van een halve nacht, een dag en een avond. Het verhaal speelt zich af in het heden maar heeft regelmatig flashbacks naar het verleden. Deze flashbacks dienen om bepaalde dingen te verduidelijken of verklaren. Vooral de personages hebben allemaal hun eigen verhaal en verleden en worden in de loop van het boek steeds verder uitgediept. Ook worden regelmatig historische elementen uitgelegd. Op deze manier maakt de schrijver een mooi en duidelijk boek met alle elementen op de juiste plaats. Voor de lezer blijft het boek boeiend en interessant tot het einde toe en de helderheid van schrijven zorgt ervoor dat je de draad niet snel kwijt raakt. Het is een boek waar je aan begint en niet meer stopt tot het uit is.

De personages Robert Langdon, hoofdpersoon: wordt omschreven als een rond, dynamisch karakter. Hij is kunsthistoricus en hoogleraar religieuze symboliek. Een man van normaal postuur met zwart haar dat al een beetje grijs aan het worden is, donkere stoppelbaard, doordringende blauwe ogen, een krachtige kaaklijn en kin met een kuiltje. Hij heeft aan aantal interessante boeken op zijn naam staan: “De symboliek van geheime sekten”, “De kunst van de illuminatie”, “De verloren taal van de ideogrammen” en hij is de schrijver van het boek over “Religieuze iconologie”. Langdon is een charmante man met een gezond verstand. Dat blijkt uit zijn veronderstellingen die vaak leiden tot resultaten bij de zoektocht. Omdat hij de tijd niet heeft is er in het begin geen sprake van romantiek. Wel weet hij keer op keer Neveu te verbazen met zijn intelligent taalgebruik. Pas als het verhaal wat gevorderd is, en er wat rustiger momenten aanbreken krijgt hij haar pas in het oog en groeit er iets van romantiek tussen hem en Sophie.

Sophie Neveu, hoofdpersoon: wordt omschreven als een rond, dynamisch karakter. Zij is agente bij de Franse politie afdeling cryptologie. Ze is de kleindochter van conservator Saunière. Door een traumatische ervaring in haar vroegere jaren, heeft zij het contact met haar opa verbroken. Wat deze ervaring inhield komt pas na drie kwart van het boek naar boven. Ze is een mooie vrouw met donkere haren en groene ogen. Een vrouw met een flinke dosis intelligentie, zelfvertrouwen, scherpzinnigheid, doortastendheid en helderheid. Haar ouders en broer en oma zijn lang geleden omgekomen bij een raadselachtig ongeluk en haar opa heeft haar opgevoed. Hij heeft haar veel geleerd over symboliek en haar voorliefde voor cryptologie is hierdoor aangewakkerd. Sophie en Robert zijn door haar stervende opa samengebracht, om het geheim te ontdekken. Samen ontsnappen ze uit het Louvre. Vanaf dat moment zijn ze aan elkaar verbonden en beleven een raadselachtige zoektocht naar geheim van de Heilige Graal. In het geheim van de Graal zou Sophie een afstammelinge zijn van Jezus en Maria Magdalena met Koninklijk bloed.

Bezu Fache, belangrijke nevenpersonage. Wordt omschreven als een rond, dynamisch karakter. Hij is hoofdinspecteur van de Franse recherche. Hij heeft het postuur van een kwade os. Zijn brede schouders steken ver naar achter en zijn kin zit constant aan zijn borst. Zijn plakkerig haar in een V-vorm geven hem het uiterlijk van een slagschip en zijn persoonlijkheid benadrukt dit helemaal. Hij is namelijk ten allen tijden een meedogenloos strenge man. Hij is ervan overtuigd dat Robert Langdon verantwoordelijk is voor de moord op de conservator omdat deze vlak voor zijn dood de woorden ‘Vind Robert Langdon’ met zijn eigen bloed op de vloer heeft geschreven. Maar door het hele boek heen heeft hij er een zware dobber aan om Robert ook daadwerkelijk te kunnen pakken.

Silas, een belangrijk nevenpersonage. Omschreven als een rond, dynamisch karakter. Hij is een magere albino monnik, die uit de goot gered is en bekeerd door Bisschop Aringarosa, hoofd van de Opus Dei. Silas is de werkende hand van de Leermeester. Hij pijnigt zijn lichaam met een cilice in het kader van zijn geloof. Hij gelooft in zijn meester en dat is een zegen, maar zijn meester is slecht. Deze heeft hem tot extremist gemaakt en laat hem moorden om de Graal in handen te krijgen in het belang van de Opus Dei.

Bisschop Manuel Aringarosa, nevenpersonage. Omschreven als een rond, dynamisch karakter. Hij is hoofd van de Opus Dei, een vaticaanse prelatuur en een zeer devote katholieke sekte die veel in opspraak is geweest. Hij wil deze sekte en het vaticaan redden door de Graal te vinden, met hulp en onder leiding van de Leermeester. Deze graal trekt namelijk het hele verhaal van Jezus in twijfel. Hij heeft Silas uit de goot gehaald en hem in de sekte opgeleid.

Sir Leigh Teabing, een belangrijk nevenpersonage. Omschreven als een rond, dynamisch karakter. Hij is een rijke Engelsman die al heel zijn leven op zoek is naar de Heilige Graal. Hij weet alles, echt alles, over de Priorij van Sion en de Heilige Graal. Hij is door polio in zijn kindertijd, slecht ter been maar heel levendig en kleurrijk. Hij vertelt Sophie samen met Robert het verhaal over de heilige Graal. Hij is heel behulpzaam en heeft er alles voor over om Robert en Sophie te helpen in hun vlucht voor inspecteur Fache, en belangrijker nog, hun zoektocht naar de Graal. Hij wil de waarheid over de Graal wereldkundig maken in tegenstelling tot de leden van de Priorij. Later blijkt hij ‘de Leermeester’ te zijn en het brein achter de moorden.

Jack Saunière, een belangrijk nevenpersonage. Vlak karakter en statisch omdat hij niet meer leeft maar we komen wel steeds meer van hem te weten. Hij wordt aan het begin van het boek vermoord maar heeft wel een belangrijke rol om het boek te kunnen begrijpen. Hij was conservator in het Louvre en is de opa van Sophie. Saunière was grootmeester en lid van de Priorij van Sion. Dit is een geheim genootschap dat in 1099 is opgericht met als voorgangers de tempeliers, en is een werkelijk bestaande organisatie. Een belangrijke opdracht in zijn leven was het bewaren van het geheim van de Graal om dit geheim niet verloren te laten gaan zet hij een raadsel uit voor zijn kleindochter Sophie. Ook Da Vinci blijkt lid te zijn geweest van deze Priorij.

Alle personages in het boek zijn met elkaar verbonden. Ze zijn allemaal op zoek naar de Heilige Graal. Zo zijn Langdon en Neveu een team, op zoek naar de Graal om het geheim hiervan niet verloren te laten gaan. Samen kunnen ze alle raadsels oplossen. Silas, bisschop Aringarosa en de Leermeester, een team dat ook op zoek is naar de Graal vanwege de enorme macht die deze graal zou geven in de katholieke wereld. Fache met zijn rechercheteam die door het hele boek Langdon op de hielen zit om hem te kunnen arresteren voor de moord op Saunière.

Tijd en ruimte Het hele verhaal speelt zich af in het heden en duurt een nacht en een dag. Het begint om half één ’s nachts, wanneer Langdon gewekt wordt door een telefoontje uit het Louvre in Parijs. De vlucht voor de politie en zoektocht start per auto, vanuit het Louvre in Parijs. Via de bank van Zürich in Parijs, waar de cryptex ligt, en met de hulp van bankier André Vernet gaan rijden ze met een geldwagen naar het grote luxe kasteel Chateau Vilette, van Leigh Teabing in Frankrijk, 20 minuten vanaf Parijs. Deze helpt hen met zijn privé-vliegtuig ontsnappen naar Engeland. In Londen gaat de zoektocht in een tempelierkerk verder en eindigt in de Rosslyn Chapel, 10 km ten zuiden van Edinburgh in Schotland aan het eind van de volgende dag. Het mysterie is niet opgelost, maar de boeven zijn gevangen en Sophie heeft haar familie gevonden. Langdon keert terug naar het Ritz hotel in Parijs en slaapt 2 dagen. Alle specifieke plaatsen zijn belangrijk in de zoektocht en brengt de oplossing via de codes dichterbij. Als Langdon alle informatie op een rijtje zet weet hij het geheim van de Heilige Graal op te lossen. Het antwoord ligt verborgen onder de grond in de glazen piramide van het Louvre. Het verhaal eindigt dus eigenlijk op de plaats waar het ook begonnen is!

De stijl Dan Brown is in staat om een goed leesbaar verhaal neer te zetten. Zijn schrijfstijl is duidelijk en begrijpelijk voor een breed lezerspubliek. Zijn woorden en zinnen zijn zo gekozen dat je als lezer de situaties duidelijk voor je ziet en het gevoel krijgt dat je zelf heel dicht bij de personages en het verhaal staat.

Alle gedachtes van de personages zijn cursief gedrukt waardoor ze duidelijk herkenbaar zijn en de lezer zo weet dat het gedachten zijn en dat niemand ze verder hoort. Deze cursieve zinnen worden door het hele boek gebruikt.

Verder kom je de codes en puzzels tegen in het boek, duidelijk in witruimten gezet en eventueel in speciaal schrift (zie pagina 285) of met behulp van tekeningen. Hierdoor trekken ze extra aandacht waardoor je ze ook gemakkelijk terug kunt vinden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "The Da Vinci code door Dan Brown"