1 Zakelijke gegevens
a auteur
Jan Wolkers, 1925
b titel/ondertitel Terug naar Oegstgeest: De titel van het boek slaat op de herinneringen van Jan Wolkers die hij heeft aan zijn jeugd in Oegstgeest. Hij gaat in het boek, als volwassene, ook letterlijk terug naar Oegstgeest. Hij bezoekt zijn ouders, hij rijdt langs zijn eerste school en gaat langs zijn ouderlijk huis. Hij haalt herinneringen op aan de plaatsen waar hij geweest is: wat voor herinnering hij aan zijn ouders heeft, aan het huis, aan zijn oude buurvrouw, aan de kruidenierswinkel van zijn vader, aan zijn school, aan zijn vrienden en zijn baantjes. Hij denkt dus terug aan al de dingen in zijn jeugd die hij in Oegstgeest heeft meegemaakt. Hij gaat dus in zijn gedachten terug naar Oegstgeest, maar hij gaat ook letterlijk terug naar Oegstgeest. Het hele verhaal speelt zich ook af in Oegstgeest.
c overige zakelijke gegevens
(omslag) Ontwerper: Jan Vermeulen
Uitgever: Meulenhoff Amsterdam
Eerste druk: november 1965
Gelezen druk: negentiende druk, april 1975
Aantal Hoofdstukken: 16, niet genummerd, wel getiteld
Aantal bladzijden: 252
Inhoudsopgave: wel
Ondertitel: geen
d genre psychologische roman
2 Motivatie
Ik heb dit boek gelezen omdat ik graag een keer een boek van Jan Wolkers wilde lezen, en dit boek van hem bij ons thuis op de plank stond. Ik had ook al wat van het boek gehoord, en ik wilde het al een keer lezen. Ik wilde ook graag een boek lezen van een bekende schrijver voor letterkunde, want dan is het gemakkelijker om informatie over de schrijver te vinden in werken als het Kritisch Literatuur Lexicon of het Lexicon voor literaire werken.
3 Eerste reactie
Ik vond het niet zo’n leuk boek; ik vond dat er niet zoveel in gebeurde, omdat je de hele tijd met herinneringen te maken kreeg die soms nogal langdradig waren. Ik vond het wel schokkend wat Jan met de dieren in de tuin en later op het laboratorium deed: ze op een zo gruwelijk en pijnlijk mogelijke manier vermoorden. Ik vroeg me soms wel af of hij wel helemaal goed bij zijn hoofd was. De hoofdstukindeling vond ik wel leuk gedaan; om het hoofdstuk beschrijft hij eerst iets concreets: hij gaat ergens langs, langs zijn school of ouderlijk huis, en hij haalt wat herinneringen op. Het volgende hoofdstuk gaat hij helemaal terug naar vroeger en vertelt hij weer allemaal herinneringen. Het hoofdstuk daarna gebeurt er weer iets, en dan gaat de schrijver daarover vertellen. Die hoofdstukken waarin iets concreets gebeurd heten ook allemaal Terug naar Oegstgeest.
4 Samenvatting
a opdracht Niet van toepassing
b motto
‘‘If seven maids with seven mops
Swept it for half a year,
Do you suppose,’ the Walrus said,
‘That they could get it clear?’
‘I doubt it,’ said the Carpenter
And shed a bitter tear’’
Lewis Carrol, Through the Looking-glass
Uitleg: Jan Wolkers probeert, door terug te gaan naar Oegstgeest, voor de laatste keer herinneringen op te halen, en ze dan uit zijn hoofd te bannen. (het zijn nogal negatieve herinneringen). In dit motto staat dat als je heel hard probeert de boel schoon te krijgen, het waarschijnlijk niet zal lukken. Als je het in een keer goed probeert te doen door er goed aan te denken, is de kans groter dat je het uit je hoofd zal krijgen.
c inhoud In \'Terug naar Oegstgeest\' gaat Jan Wolkers ook werkelijk terug naar Oegstgeest. Hij bezoekt zijn ouders, gaat naar de plek waar hij vroeger werkte en naar het graf van zijn broer. Hij doet veel herinneringen op als hij weer terug gaat, herinneringen aan vroeger. Hij probeert deze herinneringen te verbannen uit zijn hoofd. Jan Wolkers is geboren op 26 oktober 1925, op de verjaardag van zijn vader. Het gezin is streng gereformeerd, het geloof dat Jan later niet zal volgen. Hij is voor zijn ouders geen makkelijk kind, omdat hij niet het brave jongetje is wat zij van hem verwachten. Doordat het gezin waar Jan in opgroeit erg groot is, moeten Jan en zijn broer noodgedwongen het bed delen. Ze hebben een haat-liefde verhouding, omdat Jan veel bewondering heeft voor zijn broer, maar ook vaak een hekel aan hem heeft. Jan merkt pas hoeveel hij van zijn broer houdt als die is gestorven in de oorlog aan difterie. De herinneringen aan de lagere schooltijd zijn verschillend omdat Jan stiekem verliefd was op juffrouw Vink uit de 1e klas, maar een hekel had aan mevrouw Hakkenberg uit de 2e klas. Door zijn slechte cijfers gaat hij naar een andere school, waar het beter gaat, maar ook daar kan hij niet zo goed opschieten met de leraren. Daarom gaat hij naar de MULO. Daar gaat het ook niet zo goed en Jan besluit te gaan werken in de winkel van zijn vader en moeder, de delicatessenzaak die door het gebrek aan klanten een simpel kruidenierszaakje werd. Na een paar jaar zoekt hij andere baantjes. Eerst werkt hij in het ziekenhuislaboratorium, waar hij de testdieren moet verzorgen. Na een tijdje wordt Jan ontslagen, omdat hij de dieren op gruwelijke wijze vermoordt. Hij gaat werken in de tuin van en boomgaard van een rijke landheer. Hij stopt daarmee omdat hij een beter baantje heeft gevonden bij een lijstenmaker in Leiden. Jan ontdekt dat hij tekenen erg leuk vind en gaat daarom naar de grafische school in Leiden. Daar krijgt hij een vriendinnetje, maar hun relatie loopt al snel stuk, omdat hij haar niet kan geven wat ze wil. In 1944 sterft zijn broer aan difterie.
5 Onderzoek van de verhaaltechniek
a thema De ik-figuur die op zoek is naar zijn jeugd in Oegstgeest, herinneringen ophalen van vroeger en erover nadenken.
b motieven - Het geloof: de vader van Jan was heel streng gereformeerd, en het geloof was heel belangrijk voor hem. Het drukte dus ook een stempel op zijn gezin. Het had ook een grote invloed op Jan, maar die heeft zich later tegen het geloof gekeerd. Hij vond dat het geloof belangrijker werd gevonden dan het welzijn van het gezin, en daar was hij het niet mee eens. - Het martelen van dieren: als kind deed hij het al: insecten langzaam verbranden, of de pootjes er een voor een aftrekken. Ik denk dat hij het deed om de dieren te overheersen, het gevoel te krijgen dat hij de baas was. In het laboratorium begon het met medelijden, omdat de dieren anders toch pijnlijk stierven maakte hij ze zelf maar dood. Maar later werd het bij hem zeker nog pijnlijker voor ze, doordat hij ze zelf ook bewust ging martelen met een collega van hem. - De dood: Toen de broer van Jan stierf was hij daar kapot van, maar ook toen hij dode soldaten zag in de oorlog en toen er op school een klasgenoot was overleden was hij daar heel erg van onder de indruk. Ook het doden van dieren vond hij blijkbaar heel plezierig om te doen. De dood maakte veel indruk op hem en was belangrijk in zijn leven.
c verband titel, ondertitel en thema In het thema gaat hij terug naar Oegstgeest om herinneringen op te halen, en zo luidt de titel ook. Dat is ook het verband tussen de titel en thema.
d structuur Het boek is verdeeld in hoofdstukken. Ieder hoofdstuk is getiteld, maar niet genummerd. Ik vond het wel apart ingedeeld; in het ene hoofdstuk gebeurt er iets concreets (hij gaat meestal ergens heen), en daar haalt hij wat herinneringen over op, en het volgende hoofdstuk gaat hij zeg maar door over dat onderwerp waar hij geweest is, en daar haalt hij een heel hoofdstuk lang herinneringen over op. De hoofdstukken waarin hij ergens heen gaat (dat is om het hoofdstuk) heten allemaal Terug naar Oegstgeest.
e perspectief Het verhaal is geschreven in een ik-perspectief (in dit geval de schrijver zelf, Jan Wolkers). Je leest zijn gedachten en zijn handelen vanuit hemzelf. Bijvoorbeeld: ‘Vanmiddag ben ik terug naar Oegstgeest gegaan.’ (blz. 28)
f ruimte Het hele verhaal speelt zich af in Oegstgeest. De dingen die hij zich weet te herinneren uit zijn jeugd over zijn geboorteplaats Oegstgeest en de mensen die daar wonen, zijn familie; daar gaat het hele verhaal over.
g tijd In het boek staat dat Jan in 1925 is geboren, en hij vertelt verder tot ongeveer het eind van de oorlog (dus rond 1944-1945). Hij vertelt eerst over zijn jeugd toen hij een jaar of zes was, zijn ervaringen op zijn school en met zijn onderwijzers. Hij vertelt ook hoe hij toen dacht en wat hij toen graag deed (zoals insecten martelen en andere dieren vangen), en hij gaat steeds verder tot hij een jaar of zestien is.
h personages - Jan Wolkers: De hoofdpersoon van het verhaal, alles vanuit zijn perspectief geschreven, auteur van het verhaal. Het gaat over zijn jeugd (in Oegstgeest) en hoe hij dat heeft beleefd. Hij is erg dwars en eigenwijs. Hij probeerde het zijn ouders vaak moeilijk te maken, terwijl ze het al moeilijk genoeg hadden met het grote gezin en de crisistijd. Hij martelde als jong kind al insecten uit de tuin, zelfs op latere leeftijd ook nog in het laboratorium. - Vader van Jan: Jan had wel respect voor zijn vader, maar hij was vaak erg dwars tegenover hem. Zijn vader is erg christelijk, en vind zijn geloof het allerbelangrijkste. Hij was soms streng tegen zijn kinderen, vooral tegen Jan, maar hij hield heel veel van ze en was ook soms bezorgd om ze. Hij vond Jan vaak een vreemde jongen, maar hij hield wel veel van hem. - Moeder van Jan: Rustige, verlegen, lieve vrouw. Ze zegt niet zoveel. Ze heeft heel veel kinderen gekregen. - Broer van Jan: Was belangrijk voor Jan, hij was ouder dan Jan. Ze hadden soms ruzie met elkaar, maar hij de broer was wel goed voor Jan, hij nam hem soms mee en dan gingen ze samen iets doen; fietsen bijvoorbeeld. De broer van Jan stierf in 1944, Jan had daar heel veel verdriet over.
i schrijfstijl Het taalgebruik is gewoon alledaags, maar in sommige citaten over vroeger is het taalgebruik wat ouderwetser: ‘Zoals mijn vader tegen mijn moeder zou zeggen: ‘Daar zijn we weer mooi doorgerold, vrouw.’ Ik vind dat niet heel erg van deze tijd klinken. Zijn zinnen zijn vaak gewoon kort en niet mooier gemaakt dan ze zijn.
j plaats in de literatuurgeschiedenis Uit het Kritisch Literatuur Lexicon: ‘Vanaf met name deze roman komt de politieke visie van Wolkers nadrukkelijk naar voren. Die visie is antikapitalistisch en antikolonialistisch. In zijn literaire werk en daarbuiten kiest hij partij voor een andere maatschappij die niet op vernietiging van de creatieve vermogens uit is, die zich niet tegenover de natuur opstelt, die niet de hebzucht ten batte van enkele machten predikt. Wolkers laat zijn hoofdpersonages in boeken als Turks fruit, de Walgvogel, en De perzik van onsterfelijkheid af en toe ondubbelzinnig uitvaren tegen politiek verval en tegen politici (Drees, Beel, Colijn) die een kapitalistisch-paternalistische koers voorstonden.’
k informatie over de schrijver ‘Jan Hendrik Wolkers is op 26 oktober 1925 te Oegstgeest geboren als derde kind in een gereformeerd gezin dat later tien kinderen zou omvatten. De Colijn-gezinde ouders dreven een levensmiddelenwinkel, die in de dertiger jaren door de crisis steeds minder omzet haalde. Wolkers bezocht vanaf 1938 de christelijke mulo in Leiden, maar werd al snel van school gehaald om in de winkel te helpen. Vanaf eind 1939, als de winkel opgeheven is, tot 1943 had hij diverse baantjes, waaronder dierenverzorger op een laboratorium, tuinjongen bij een multimiljonair en jongste bediende op het distributiekantoor in Oegstgeest. In 1943 dook hij onder in Leiden, waar hij tekende en schilderde op de academie Ars Aemula Naturae. In 1944 overleden kort na elkaar zijn oudste broer Gerrit Johannes en zijn jongste zusje Beatrix, beiden aan difterie. Vanaf 1 oktober 1945 stond hij ingeschreven bij de dagopleiding aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten. Hij studeerde van 1949-1953 beeldhouwkunst aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam en nam in 1954 deel aan de zomeracademie van Giacomo Manzù in Salzburg. In 1957 ging Wolkers op uitnodiging van de Franse regering een jaar bij Ossip Zadkine in Parijs werken. Daar begon hij te schrijven. ‘De verschrikkelijke sneeuwman’ in aanzet een toneelstuk, was zijn eerste verhaal. Hij debuteerde in augustus 1957 met twee gedichten in de Kroniek van Kunst en Kultuur, daarna verscheen een toneelstukje in Podium (1958) en volgde regelmatig verhalen in Tirade, Hoos, De Gids, Merlyn en Podium. Wolkers ontving in 1963 ook de Novelleprijs van de gemeente Amsterdam voor de verhalenbundel Serpentina’s Petticoat. Deze prijs van f2.500,- stuurde hij in maart 1966 terug uit protest van de Amsterdamse politie tegen de provo’s tijdens en na het huwelijk van Beatrix en Claus. Terug naar Oegstgeest werd in 1966 bekroond met een prijs van de Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren. Enkele van zijn romans zijn verfilmd: Turks fruit in 1972, Kort Amerikaans in 1979, Brandende liefde in 1983 en Terug naar Oegstgeest in 1987. De hem voor zijn hele literaire oeuvre toegekende Constantijn Huygensprijs in 1982 werd door hem geweigerd. In interviews had hij al aangekondigd geen Nederlandse literaire prijzen meer in ontvangst te willen nemen., omdat de critici zijn werk steeds rancuneuzer en slordiger zouden bespreken.’ Uit het Kritisch Literatuur Lexicon.
6 Beoordeling
Nu ik wat dieper op het verhaal ben in gegaan, snap ik het wat beter, maar ik vind het er niet leuker op geworden. Ik vind het nog steeds heel erg hoe hij met dieren omging, ik vind het echt niet kunnen. Ik denk nu dat hij toch beter bij zijn hoofd is dan ik eerst dacht, en dat die omgang met dieren alleen in zijn jeugd voorkwam. Ik vond het verhaal toch wel een beetje te langdradig, want ik had soms echt moeite met mijn aandacht erbij houden. Het boek zette me op veel punten wel aan het denken; bijvoorbeeld over hoe het er in de crisistijd aan toeging bij Jan thuis, dat er overal op bezuinigd moest worden en dat het een hele zware tijd is geweest. Ook dat Jan het waarschijnlijk toch wel zwaar te verduren heeft gehad, omdat hij in zo’n groot gezin leefde en veel moest helpen thuis. Je kon ook wel merken dat Jan niet zo erg van die mooie lange zinnen hield, maar het het liefst gewoon zo simpel mogelijk hield met korte, alledaagse zinnen. Ik vind dat de gebeurtenissen wel erg realistisch zijn geschreven; ik kon me soms wel goed in de personages inleven. Ik vond de beschrijvingen van mensen en dingen ook vaak mooi, want zo kwam je toch weer goed in het verhaal. Het boek had een gesloten einde, wat ik ook wel prettig vond omdat het verhaal soms vrij ingewikkeld was. Ik vond het trouwens wel raar dat ‘Elke gelijkenis van figuren in dit boek met bestaande personen op toeval berust’ want het was autobiografisch geschreven. Ik denk dat hij het verhaal een beetje heeft aangepast om het makkelijker leesbaar te maken of iets dergelijks. Ik denk wel dat ik nog eens een boek van Jan Wolkers ga lezen, maar dan eentje waar wat meer in gebeurd en het verhaal niet helemaal gebaseerd is op herinneringen uit het verleden, want ik vond dat wel een wat saai. Ik had niet zoveel van het boek verwacht, dus het boek viel me ook niet echt tegen.
REACTIES
1 seconde geleden