Titel: Redders met de Kameleon Auteur: Hotze de Roos
Samenvatting: De jongens Sietse En Hielke stonden vandaag erg vroeg op. Want de smederij was sinds vandaag 25 jaar geopend en dat kon niet ongemerkt voorbij gaan. Ze bedachten een plan en gingen de hele smederij versieren met bloemen. Sietse wou de bloemen uit moeders tuin halen maar Hielke hield hem tegen. Want als je dat zou doen dan was je nog niet jarig. Sietse kwam op het idee om bij de buurman bloemen uit de tuin te halen. Maar dan had je een nog groter probleem Hielke ging naar het weiland om daar bloemen te plukken. Sietse mokten wat en ging toen ook helpen. Gerben was de koeien aan het melken in het weiland. En zag Sietse en Hielke ijverig bloemen plukken. Na even gingen ze naar de smederij en versieren de hele smederij met bloemen. Op de werkbank legde ze een doosje met tabak en zette buiten een vlag neer ( op zijn kop ). Ze gingen vader op wachten met veel lawaai. Van het lawaai werd ie niet zo vrolijk maar toen ie de smederij zeg was dat al weer goed. Vader was erg tevreden met zijn kado en de jongens gingen een plan. Ze zegen een oud wiel met een spaak er tussen uit en bonden dat voor aan zijn sloep. Vader kwam ze halen en ze gingen snel nar huis ze gingen in het boothuis op Gerben wachten die ze in de verten al zagen aan komen. Toen Gerben er was kwam vader de Smid kijken naar de laatste schooldag. De volgende dag was de vakantie aan gebroken en toen de klok sloeg en heel het dorp de klok hoorde gingen Hielke en Sietse als eerste naar huis. Vader pesten ze een beetje omdat het vakantie was en vroeg of ze hem konden helpen en dat kon wel. Nadat ze de boterhammen ophadden hielpen ze vader met een kar waar buizen oplagen naar de boterfabriek te rijden. Ze kwamen Zwart tegen (politieagent) en die hield ze aan omdat de buizen te lang waren. Er moest een rode vlag aan omdat de buizen zolang waren vader haalde een rode zakdoek uit zijn overal en bond die aan 1 van de buizen. Ze liepen weer verder toen ze bij de melk fabriek aankwamen hielp de machinist vader de buizen verder de fabriek in te rijden. Hielke en Sietse gingen het terrein verkennen. Achter kwamen ze Gerben tegen die hard aan het werk was hij vroeg of de jongens even wilden helpen en dat deden ze. Gerben ging even wat te drinken halen maar hij bleef wel lang weg. En Hielke en Sietse dachten dat Gerben en al het werk lied doen en verzonnen waarom de boot zo langzaam ging hij ontdekken het al snel en Gerben wis ook al snel wie het had gedaan. Hij sprong van zijn boot af en ging de jongens zoeken hij was pisnijdig !! Hij kon de jongens niet vinden en ging weer verder. Opeens zag hij de jongens die er natuurlijk snel weg waren. Hij sprong van zijn boot en ging achter ze aan maar ze waren al spoorloos verdewenen en Gerben voer weer verder. De volgende dag kwam Cor bij de buren van Sietse en Hielke Logeren. Cor ging meteen naar Sietse en Hielke toe ze hadden elkaar vorig jaar al ontmoet en dat was dollen pret. Ze gingen meteen met de Kameleon varen en zagen dat er op een eiland in het meer mensen kampeerden en daar gingen ze kijken. Ze voeren rond het eiland en 1 van de mannen riep dat ze weg moesten wezen waar op Sietse antwoorden dat je hier gewoon mocht varen. De 3 mannen die op het eiland kampeerden stapten in hun motorboot en voeren achter de Kameleon aan. De Kameleon makten een bocht maar de motorboot voer recht door ze gingen op een jacht af. Hielke, Sietse en Cor besloten om te gaan vissen en zochten een goed plekje tussen het riet. Het lukten niet met het vissen en Sietse kwam op het idee om te gaan snoeken. Sietse had al snel beet maar het topje van de hengel brak af en de snoek zwom weg. Sietse starten de Kameleon en ze voeren achter het stukje hengel af maar de snoek trok het naar beneden en de hengel kwam een stukje verder op weer boven. Sietse voer heel langzaam naar het stukje hengel en voor dat Hielke het kon pakken herhaalde de snoek het zelfde spelletje. Opeens kwam het stukje hengel weer boven drijven Hielke pakten het snel maar de snoek had de lijn door gebeten en was weg gezwommen. Ze besloten om naar huis te gaan maar toen zagen ze de motorboot van de kampeerders en gingen kijken. Ze probeerden een jacht los te trekken wat vast lag maar het lukten niet. Sietse vroeg of ze konden helpen en de eigenaar van de jacht begon te lachen. Met die schuit dat lukt je nooit hahaha zij ie. Maar Sietse vroeg om een kurkenzak ( een stootkussen ) en duwden in plaats de jacht makkelijk weg. De eigenaar van de jacht bedankte de jongens en de jongens voeren naar huis. Toen ze thuis aan kwamen stond daar de eigenaar van de jacht met 20 liter benzine de jongens bedankte de eigenaar en riepen vrolijk te gelijkertijd: ’Nu kunnen we de hele vakantie varen’. De volgende dag zou de viswedstrijd plaats vinden en die begon om 4 uur s’morgens dus ze wilden vroeg opstaan. Maar ze hadden zich verslapen en Cor kwam ze om half 7 uit bed halen. Ze gingen snel naar de vis plek en gingen kijken. Ze ontdekten dat Gerben lag te slapen en haalde en grap uit. Ze hadden de hoorn van de slager weg gehaald en aan de vislijn gebonden. De slagen was naar zijn hoorn op zoek en toen hij die niet kon vinden riep hij dat de viswedstrijd was afgelopen en niemand had iets gevangen dus geen prijs. Een van de vissers ging Gerben wakker maken en zij: ‘Jij hebt zeker ook niks gevangen of wel’. En nog half slapen greep Gerben naar zijn vishengel. En hij zag dat zijn dobber helemaal onder water was. Hij haalde hem binnen en riep hard: ‘ik heb beet’ iedereen kwam kijken en zag hoe Gerben de hengels boven haalde iedereen keek gespannen toe. Toen haalde hij de hengel boven en wat hing er aan de hoorn van de slager! Iedereen lag in een deuk en Gerben ging kwaad naar huis. Die volgende dag was het snik heet en iedereen zocht koelen plekjes op. Ook Sietse en Hielke. Er kwam een praam aan die gemaakt moest worden de eigenaar van de praam liep weg en zij tegen de jongens dat hij straks kwam zegge wat er aan gebeurd moest worden. Hielke en Sietse gingen snel kijken en zagen al snel de mast die in het midden stond en besloten om er mee te spelen ze gingen omstebeurt aan de mast hangen er zwierde rond. Toen dat goed ging probeerde ze het gelijk en opeens schoot de mast los en vielen ze in het water. Oei als vader dat zag waren ze nog niet jarig en ze besloten om stiekem weg te glippen. Ze gingen snel weg trokken hun overallen uit en legde die te drogen in het gras. Hielke kwam op het idee te gaan zwemmen maar dat was daar verboden. Toch gingen de jongens zwemmen maar toen Zwart daar aan kwam en de jongens bij hen riep gingen ze er snel van door en Zwart kon de niet bij houden in zijn dikke pak. Dus liep hij terug en nam de overallen in beslag en bracht ze naar vader. De jongens kwamen Gerben in een praam tegen en voeren met hem mee. Hij zette de jongens bij de smederij af en de jongens liepen stiekem naar de waslijn. Want daar hingen hun overallen te drogen. Ze trokken de overallen aan en besloten om de smederij binnen te lopen zonder te laten merken dat ze iets gedaan zouden hebben. Zwart keek verbaast op en liep daarna boos weg en vader kon er ook wel om lachen. Toen Cor de volgende dag terug kwam had hij een krantenknipsel bij waar op stond dat er een motorboten race wordt gehouden in Krooswijk. Daar wilden de jongens wel naar toe en vroegen het aan vader. Ze hadden al bedacht dat ze in de grote praam konden vader vond het goed maar ze moesten het wel aan de kapitein vragen van de boot. En die vond het goed als er een vertrouwd persoon mee ging. Dus die gingen ze snel zoeken ze vroegen het aan Gerben en die had er wel zin in. Dus Cor ging snel naar huis om het te vragen van tante mocht het niet. Dus kwamen ze op het idee om het aan de vader en moeder van Cor te vragen Cor ging daarom terug naar de stad. Die avond nog kwam Cor blij de smederij in gestapt en riep vrolijk: ‘ik mag mee!!’. Dus daar gingen ze op weg naar Krooswijk. Ze Voeren door de grachten en ze zagen de mensen lachen en praten en het was heel gezellig. Ze moesten voor het eerst overnachten en ze hadden vis als avond maal gegeten en dat was smullen. Voor dat ze gingen slapen vertelde Gerben nog een mooi verhaal. Uiteindelijk gingen ze slapen en ze sliepen al snel als rozen. Tot Sietse plotseling wakker schoot hij hoorde iets hij maakte Gerben snel wakker en daardoor ook de rest. Gerben vroeg wat er was en Sietse zei: ‘luister maar’. Ze hoorde een soort piepend geluid ze gingen kijken Sietse starten de boot en voeren naar de kant toe ze zagen nog een man weg rijden. Plotseling zagen ze een zak drijven ze haalde de zak boven en daar zat iets in een levend dier ze maakte de zak open en er kwam een klein hondje uit. Ze gingen weer naar binnen en vroegen of ze de hond mochten houden ‘natuurlijk’ zij Gerben ‘wat dacht je dan dat we hem weer terug gooien’. En zo voeren de Schippers weer verder met een passagier extra. Uit Eindelij kwamen ze \'s morgens aan in Krooswijk en schreven ze zich in voor de race. \'s Middags werd de motorboot race gehouden. Ze starten in groepen van 5. De Kameleon starten in de laatste groep en wat niemand had verwacht maar toch gebeurde de Kameleon werd eerste. Nu was de laatste race de winnaars eerdere race’s moesten tegen elkaar het was een nek aan nek race. Maar de Kameleon had 1 voordeel ze hadden de binnen bocht en daardoor kwamen ze 1 meter voor de andere boten te liggen. En ja hoor de Kameleon werd eerste met ½ meter voor sprong. Die zelfde dag nog gingen ze snel naar huis ze moesten over nachten in een soort sloot want in de vaar geul kwamen te veel boten langs. Ze sliepen rustig en de volgende dag gingen ze al vroeg uit bed om snel naar huis te gaan. Toen ze thuis waren gekomen werden ze feestelijk onthaald. Omdat het namelijk in de krant stond wisten vader en moeder en de tante van Cor het al. Die nacht werd een storm achtige nacht de dijk was doorgebroken en de polder liep vol water. Ze gingen met zijn alle helpen Sietse en Hielke Gingen met de Kameleon en Probeerde te redde wat er te redde viel. Ze bevrijden alle dieren die er waren en die werden in een ander weiland onder gebracht. Ze alle dieren waren gered behalve de kippen van 1 boer die waren verdronken omdat ze in hun hok opgesloten zaten.
Eigen mening: Het boek was spannend ik raad het anderen mensen aan om ook te lezen. Het leukste van het boek vond ik de race. Het saaiste hoofd stuk vond ik toch wel dat vader ging vissen en dat Hielke en Sietse zich verslapen hadden en dat Cor ze wakker kwam maken. Het hele boek is goed vertelt alleen het is niet echt een boek voor ouderen mensen. Het is meer voor kinderen tot de 10 jaar. Alles was overzichtelijk en het waren leuke hoofdstukken. Alleen 1 ding en dat vond ik ook een beetje raar. Het Boek heet de ‘Redders met de Kameleon’ en er is eigenlijk maar 1 hoofdstuk waar over gaat dat ze met de Kameleon dieren redden. Terwijl ze het ook ‘De kameleon wint de grote race’ hadden kunnen noemen want er gaan wel 5 hoofdstukken over de race en het gaan naar de race en het terugkomen en er gaat maar 1 hoofdstuk over het redden dat vond ik wel een beetje raar. Maar voor de verder rest is het wel een goed boek.
Informatie over de auteur: Hotze de Roos is op 24 november 1909 geboren in Langezwaag, in Friesland dat nu deel uitmaakt van de gemeente Opsterland. Hij was het derde kind uit een gezin met vijf kinderen. Zijn vader had een middelgroot bouwbedrijf en is enige tijd loco-burgemeester van de gemeente Opsterland geweest. Als kind was Hotze de Roos een jongen die er met zijn jongere broer veel op uittrok. Na de lagere school en de ambachtsschool is hij op 17-jarige leeftijd begonnen als timmerman bij een aannemer. Begin 1930 werd hij als gevolg van de crisis van de jaren dertig werkloos. In 1932 nam Hotze de Roos deel aan een werkgelegenheidsproject rond de bouw van de eerste volkshogeschool van Nederland, het Allardsoog in Bakkeveen, een plaatsje op het punt waar de provincies Friesland, Groningen en Drente aan elkaar grenzen. In deze tijd schreef hij ook stukjes voor de krant die voor en door de werklozen werd gemaakt. Hotze de Roos beschreef hierin zijn ervaringen tijdens het project. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog schreef hij de verhalen die hij op zijn werk hoorde op en verwerkte die in 1948 in een boek dat hij de titel gaf \' Sietse en Hielke, de belhamels van de dorpssmid\'. Met dit manuscript stapte hij op de fiets en reed naar Alkmaar, naar Uitgeverij Kluitman. Naar zijn mening was Kluitman dé toonaangevende jeugdboekenuitgeverij van Nederland. Na een aantal weken kreeg De Roos antwoord dat zijn manuscript zou worden uitgegeven. De oorspronkelijke titel (Sietse en Hielke, de belhamels van de dorpssmid) werd echter veranderd in \'De schippers van de Kameleon\'. Hiermee was de uitgave van het eerste deel uit een van de meest populaire jeugdseries van Nederland een feit. De eerste uitgave werd geïllustreerd door Pol Dom. Tot 1991 zijn er meer dan 13 miljoen exemplaren verkocht. In Nederland is dit waarschijnlijk het hoogste aantal boeken dat ooit van een nog in leven zijnde auteur van jeugdboeken werd verkocht. Het aantal verkochte exemplaren ligt nu hoger dan 15 miljoen ! Het grote succes van de Kameleon-serie , ligt voor een belangrijk deel in de herkenbaarheid van de in de boeken beschreven avonturen en situaties. In 1980 kreeg Hotze De Roos zijn eerste en laatste prijs voor zijn oeuvre : een zilveren pen van een basisschool uit het Friese Terherne. Op 7 juli 2001 werd er een standbeeld voor hem onthuld in Terherne. Bij de fans beter bekend als het ‘Kameleondrop’ een dorp in Friesland, waar ze de sfeer van de kameleonboeken proberen na te bootsen. Door de onthulling van dit standbeeld heeft H. De Roos toch nog de erkenning gekregen die hij zo verdiende.
REACTIES
1 seconde geleden
O.
O.
respect voor je boekverslag
13 jaar geleden
Antwoorden