Het verhaal speelt zich in Camp Green Lake af.
Stanley Yelnats is een jongen die altijd pech heeft. Op een dag staat hij onder een viaduct. Opeens vallen er een paar sportschoenen naar beneden. Stanley neemt ze mee naar huis omdat zijn vader uitvinder is en hij probeert oude gymschoenen te recyclen. Als Stanley naar huis rent wordt hij aangehouden door de politie. De sportschoenen blijken van de beroemde honkbalspeler Clyde Livingston te zijn. Stanley moet voor de rechter verschijnen wegens diefstal van deze bijzonderesportschoenen, die geveild zouden worden en waarvan de opbrengst naar een daklozenhuis zou gaan. De rechter laat hem kiezen, of naar Camp Green Lake of naar de gevangenis. Stanley komt uit een arm gezin en is nog nooit op zomerkamp geweest dus hij besluit om naar Camp Green Lake te gaan.
Als Stanley aankomt in het kamp heeft hij 9 uur in de bus gezeten. Stanley had een kamp verwacht met een groot meer, wegens de naam, maar in plaats daar van is het terrein dor en verlaten. Stanley ziet 1 droge, vlakke woestenij. Hij wordt door een bewaker naar een klein gebouw gebracht waar hij kennis maakt met Meneer de Heer. Meneer de Heer vertelt Stanley dat hij elke dag een gat moet graven. Op het kamp staan 6 grote grijze tenten met letters erop. Stanley slaapt in tent D. Meneer Pendanski is zijn leider. Hij slaapt met 6 andere jongens in de tent. Alle jongens hebben een bijnaam. Stanley krijgt als bijnaam holbewoner.
Het 1e gat dat Stanley moet graven is erg zwaar voor hem en hij heeft blaren op zijn handen gekregen, maar als hij hem af heeft is hij erg trots op zijn gegraven gat. Meneer de Heer heeft Stanley uitgelegd dat wanneer hij iets vind, hij het af moet geven aan de directeur en als het veel waard is krijgt hij de rest van de dag vrij. X-ray, 1 van de jongens bij hem in de tent, vraagt aan Stanley of hij zijn vondsten af wil geven aan hem zodat hij een dag vrij kan krijgen, want hij ziet slecht en vind zelden wat. Hij zit ook het langst op Camp Greenlake, dus Stanley vindt dat wel goed.
Paar dagen later als Stanley zijn gat aan het graven is, vindt hij een gouden huls met de letters KB. Na enige twijfels geeft hij het aan X-ray. Ze spreken af dat X-ray het aan het begin van de volgende dag zal inleveren zodat hij de hele dag vrij kan krijgen.
De volgende dag krijgt Stanley voor het eerst de directeur te zien. Het is een vrouw met rood haar. X-ray krijgt vrij. Met z’n allen moeten ze het zand bij het gat van x-ray nog een keer nakijken om te kijken of er nog wat tussen ligt, want x-ray heeft de directeur verteld dat hij het in zijn gat gevonden heeft maar in werkelijkheid lag het in het gat van Stanley.
De volgende ochtend graven ze weer met z’n allen bij het gat van X-ray. Dit gaat zo’n anderhalve week door en de directeur wordt pissig dat er nog steeds niks gevonden is. Stanley denkt er over na hoe hij de directeur kan vertellen waar hij de huls in werkelijkheid heeft gevonden. Op een dag, als de groep weer aan het graven is, steelt Magneet, ook 1 van de jongens uit groep D, een zak zonnebloempitten van Meneer de Heer. Als Magneet de zak naar Stanley wil gooien zodat Stanley wat kan pakken, valt die leeg in zijn gat. Net op dat moment komt Meneer de Heer langs en neemt hem mee naar de directeur. De directeur wordt boos op meneer de Heer en gaat met haar nagel waar nagellak, gemaakt van ratelslangengif, over zijn wang, de wang van Meneer de Heer is helemaal opgezwollen en hij geeft Stanley geen water meer.
Als Stanley weer bij zijn gat komt ziet hij dat Zero, een vriend van hem, zijn gat al heeft afgemaakt. Stanley besluit Zero te leren lezen, want dat wou hij graag. Ze spreken af dat ze iedere dag een uur zullen oefenen en dat Zero een uur het gat van Stanley zal graven. In bed denkt Stanley na over de letters KB op de huls en hij denkt dat die staan voor Kate Barlow. Kate Barlow was een bandiet die de overgrootvader van Stanley heel veel jaren daarvoor beroofd heeft in de woestijn.
De jongens krijgen ruzie omdat Zero het gat van Stanley graaft. De directeur komt er bij en zegt dat Stanley zijn eigen gat weer moet graven. Zero wordt boos en slaat meneer Pendanski met de schep bewusteloos en loopt weg. Stanley is boos op iedereen. Hij moet nu ook het gat van Zero graven. Als Zero de volgende dag nog niet terug is wil de directeur dat zijn gegevens vernietigd worden zodat niemand ooit te weten komt dat Zero ooit in Camp Green Lake gezeten heeft.
3 Dagen later, bij het flessen vullen, stapt Stanley in de auto van Meneer de Heer en hij rijdt keihard weg, maar hij rijdt in een gat. Stanley rent snel weg en komt niet meer terug. Hij wil Zero gaan zoeken. Stanley probeert richting de grote duim te lopen. Zijn overgrootvader had ooit naar de top van de berg geklommen en die leek op een duim. Bij die duim zou water zijn. Als Stanley al een uur heeft gelopen ziet hij nog steeds gaten. De duim lijkt steeds dichter bij te komen. Na een tijdje ziet hij een groot voorwerp liggen. Als hij er heen loopt ziet hij dat het een boot is die op de kop ligt. Daar ligt Zero onder. Hij ziet er slecht uit. In de boot liggen potten met iets erin, wat het is weten ze niet, Zero heeft het slorp genoemd. Opeens krijgt Zero erge buikkrampen. Stanley wil terug naar het kamp maar dat wil Zero niet. Samen lopen ze richting de grote duim. Na lange tijd klimmen zijn ze aangekomen bij de berg. Nu moeten ze nog omhoog klimmen naar de duim. Ze realiseren zich dat daar in de buurt water moet zijn want er zijn veel insecten en er groeit onkruid. Plotseling valt Zero neer en reageert niet. Stanley tilt hem op en neemt hem mee naar boven. Samen vallen ze in een gat met allemaal modder. Als Stanley gaat graven vindt hij tot zijn verbazing water en uien.
Als Stanley en Zero de volgende dag wakker worden verteld Zero dat hij de sportschoenen heeft gestolen uit een weeshuis. Hij had niet geweten dat ze van Clyde Livingston waren geweest. Clyde Livingston had ze geschonken aan het weeshuis voor daklozen.
Stanley en Zero eten veel uien. Na ongeveer anderhalf week besluiten ze terug te lopen naar het kamp. Als ze bij het gat aankomen waar Stanley de huls heeft gevonden klimmen ze daar in en wachten totdat iedereen slaapt. Na een hele lange tijd graven vinden ze een ijzeren koffer. Als Stanley uit het gat wilt komen schijnt de directeur met een zaklantaarn op zijn gezicht. Meneer Pendanski en Meneer de Heer zijn er ook bij. Stanley en Zero zitten onder de hagedissen. De directeur is er van overtuigd dat ze dood zullen gaan, want de hagedissen zijn dodelijk en zeer gevaarlijk.
Opeens komen er auto’s aan, daar stappen een vrouw en een man uit. De vrouw blijkt de advocaat van Stanley te zijn, ze vraagt wat er aan de hand is en dan antwoordt de directeur dat Stanley de koffer van haar gestolen heeft. Het bleek dat de advocaat de dag ervoor ook al in Camp Green Lake geweest was, maar toen had ze Stanley niet mee gekregen, want volgens de directeur had ze de goede papieren er niet voor. Wanneer de directeur de koffer van Stanley af wil pakken schreeuwt Zero dat de koffer van Stanley is. Op de koffer staat Stanley Yelnats geschreven. De overgrootvader van Stanley heette ook Stanley Yelnats. En de koffer is waarschijnlijk van hem geweest.
Stanley mag naar huis, maar hij wil Zero niet achterlaten. De vrouw wil de gegevens van Zero zien. Pendanski zegt dat ze verkeerd zijn opgeborgen en dat hij ze niet kan vinden. Zero mag mee met Stanley en de advocaat omdat er geen gegevens zijn.
Zero en Stanley zitten bij de advocaat in de auto. En voor het eerst in meer dan 100 jaar regent het in Camp Green Lake.
Holes door Louis Sachar
6.9- Boekverslag door een scholier
- 2e klas havo/vwo | 1394 woorden
- 17 oktober 2005
Stanley Yelnats is under a curse. A curse that began with his no-good-dirty-rotten-pig-stealing great-great-grandfather and has since followed generations of Yelnatses. Now Stanley has been unjustly sent to a boys' detention center, Camp Green Lake, where the boys build character by spending all day, every day, digging holes exactly five feet wide and five feet deep. …
Stanley Yelnats is under a curse. A curse that began with his no-good-dirty-rotten-pig-stealing great-great-grandfather and has since followed generations of Yelnatses. Now Stanley…
Stanley Yelnats is under a curse. A curse that began with his no-good-dirty-rotten-pig-stealing great-great-grandfather and has since followed generations of Yelnatses. Now Stanley has been unjustly sent to a boys' detention center, Camp Green Lake, where the boys build character by spending all day, every day, digging holes exactly five feet wide and five feet deep. There is no lake at Camp Green Lake. But there are a awful lot of holes.
It doesn't take long for Stanley to realize that Camp Green Lake isn't what it seems. Are the boys digging holes because the Warden is looking for something? But what could be buried under a dried-up lake? It's up to Stanley to dig up to truth.
Oefenen voor je mondelingen?
Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
moet op je spelling letten meidje lief!
18 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
jaa idd letop je spelling meidje liefff ...!!!!
13 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
Tyvm :P Door jou heb ik nu een 10 :D!
12 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
goed verslag
6 jaar geleden
Antwoorden