Primaire gegevens:
Auteur: Manfred Gregor
Titel: Die Brücke
Opgedragen: ‘den Müttern gewidmet’
Verschenen: 1958 (gelezen uitgave 1981)
Aantal blz: 175
Gelezen op: tussen 4 en 11 april
samenvatting van de inhoud
Het begin van ‘Die Brücke’ is een herinnering: een nog onbekend persoon, man, staat op een brug van een kleine stad en beschrijft wat hij voelt. Hij voelt zich verbonden met de brug, heel sterk zelfs, maar je weet dan nog niet waarom. De inleiding eindigt heel mooi met een korte dialoog die hij zich herinnert: ‘Ich möcht’hier begraben sein!’ seufzte der eine. ‘Ich nicht’, sagte der andere und weitete die Lungen in einem tiefen Atemzug, ‘Ich möchte hier leben!’
Und sie meinten beide das gleiche.
Het eigenlijke verhaal begint dan pas, eind april 1945. Zeven jongens vormen een ‘Verein’, een soort kleine legereenheid. Twee weken daarvoor zijn ze uit hun klas gehaald (er zaten 7 jongens en 8 meisjes in hun klas) om getraind te worden. Ze zijn allemaal 16 jaar oud maar verder totaal verschillend: van de stille ‘bangerik’ die in een fictieve heldenwereld leeft (Siegi Bernhard) tot de van-de-buitenkant-vastberaden en muzikale ‘snob’ Ernst Scholten. Ze worden ‘gestationeerd’ bij de brug van hun kleine stad. Ze komen onder bevel van een onderofficier, de eerste heet ‘Schaubeck’ en is een klootzak. (anders kun je het niet zeggen). Gelukkig wordt hij al na een paar bladzijden weggebombardeerd na een ‘luchtalarm’. Hierna krijgen de jongens een aardige onderofficier: Heilmann. Helaas komt ook hij niet meer terug, als hij wapens/ zandzakken gaat halen om de brug te versterken. (inmiddels is het bevel van hogerhand (een generaal) gegeven dat de brug moet worden verdedigd (dus niet bijv. opgeblazen), letterlijk wordt gezegd: ‘Ich erwarte, dass die Brücke unter allen Umständen gehalten wird. Verstanden?’). De jongens hebben dan dus geen leider meer, maar houden zich aan de uitspraak van de generaal vast, dat de brug tot het uiterste (in feite: de dood) verdedigd moet worden. De generaal had verder gezegd, dat de jongens nog versterking zouden krijgen, ze krijgen dit inderdaad in de vorm van 10 oude mannen. Deze mannen vluchtten echter binnen een dag. Eigenlijk vlucht daarna iedereen, alleen hebben de jongens dat niet zo door, er komen immers steeds meer wagens en tanks over de brug die de aftocht blazen.
Ondertussen worden in het boek steeds kleine deelhoofdstukjes over steeds een van de jongens of een bepaalde bijpersoon ingevoegd, dit gaat dan over het leven van vóór de oorlog of vóór de ‘stationering’. Je komt meer te weten over de bezigheden en denkmanieren van elk van de jongens van voor de oorlog, en die zijn vaak al vreemd of bijzonder vóór dat ze ‘in het verhaal zitten’. En dit allemaal terwijl de Amerikanen steeds dichterbij komen. Ze zijn nog maar op een paar kilometer afstand.
De eerste die sterft is de ‘kleine’ Siegi Bernhard, hij sterft een zelfgekozen ‘heldendood’. De jongens weten niet wat ze moeten: een gaat heel hard bidden, maar de dreiging van de doorrollende tanken blijft aanwezig, en al na een uur zijn ze hier volledig op gericht. Als de tanks in zicht komen en op een meter of 20 zijn, lukt het de jongens op de een of andere manier maarliefst twee tanks tot stoppen te dwingen en een aantal Amerikaanse soldaten dood te schieten. De Amerikanen zijn echter met heel veel, en zitten ook al in de huizen langs de oever van de rivier. De jongen (Jürgen Borchart) die in de boom naast de brug zit, een vondst waar de jongens erg trots op waren, is de volgende die sterft. Terwijl hij een Amerikaan in het vizier heeft (letterlijk) ziet deze hem ook en is hem te snel af. Jürgen valt dood uit de boom. De andere jongens hebben dit op een na echter niet door.
Na dit incident gaan er nog drie dood in zwaar gevecht, alleen Ernst Scholten en Albert Mutz blijven leven, maar ze hebben de brug gehouden! Doodmoe staan ze daar nu op en willen naar huis gaan (iets waar ze zich eerder steeds te trots voorelkaar voor voelden) of iniedergeval om aflossing vragen. Ze komen dan een legerwagen tegen en zien dat die kisten gaan plaatsen op de brug. Ernst Scholten weet wat dat betekent: ze gaan de brug opblazen en hij wordt door een soort haat bevangen. Ze hebben immers zo hard gevochten en zulke offers geleverd en 2 tanks gestopt! Scholten wordt zo woedend dat hij een geweer pakt en laad en de luitenant bedreigd. Albert Mutz loopt eerst weg van zijn schoolvriend, maar redt hem toch door de luitenant neer te schieten als de luitenant Scholten dreigt te vermoorden. (hij maakt al een ‘pistool-trekkende’ beweging). De twee staan nu weer ‘aan één kant’ om de brug héél te houden, dat is nu hun doel. (…) De zeer gelovige Mutz heeft er veel moeite mee, maar doodt uiteindelijk toch een luitenant/officier om zijn vriend te redden. Samen gooien ze de kisten springstof in het water. Als Mutz naar zijn Scholten kijkt, blijkt deze echter ver heen te zijn, hij sterft een bladzijdenlange dramatische dood. Mutz is ten einde raad, denkt zelfs aan zelfmoord, raakt dat geweer al aan, maar denkt dan aan zijn moeder. Hij keert om ‘de brug is heel gebleven’ en loopt de stad in..
Het einde van het boek is weer schuingedrukt, het ‘vervolg’ op de inleiding. De overpeinzende persoon op de brug bleek Albert Mutz, enige overlevende van de zeven jongens, tien jaar later. Ik vind het een sterk einde, zijn overpeinzing en woordenwisseling met een oudere man, die de jeugd veroordeelt. Alsof jonge mensen persé minder mee hoeven te hebben gemaakt dan oude mensen. Mutz zegt ook een (nu) bekende waarheid: \'de jeugd ís niet goed of slecht. Ze is zoals de tijd waarin zij leeft!\' (vrij vertaald). Mooi.
Tijd en ruimte
Het verhaal speelt zich af op en rond een brug in een kleine Duitse stad. De tijd waarin het verhaal speelt is van eind april tot begin mei 1945. De overpeinzing van begin en eind is 10 jaar later.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
Er staat dat er 7 jongens zijn op het begin (begin tweede alinea) maar dat zijn er 8
18 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
Op de achterkant van het boek staat: 7 Sechzehnjährige, dus het zijn wel 7 jongens en geen 8
13 jaar geleden
Antwoorden