I.M.
Zakelijke gegevens:
Titel: I.M.
Auteur: Connie Palmen
Uitgeverij: Prometheus
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1998
Druk: 2e druk
Bladzijden: 312
Genre: autobiografische roman
Eerste reactie: Ik vond het een heel mooi boek om te lezen, Tijdens het lezen van het boek raakte ik geïntrigeerd door Connie en Ischa en al hun dialogen. Toen ik het boek uithad was ik ontroerd door de dood van Ischa en de manier waarop Connie dat verwerkt. In het begin had ik een beetje het gevoel dat het langdradig was, maar hoe verder ik las, hoe mooier ik het vond worden.
Verdieping:
Titelverklaring: De titel I.M. staat voor meerdere dingen: Ischa Meijer, In Memoriam en In Margine. Hieruit blijkt dat het een eerbetoon en gedenksteen van een geliefde aan een geliefde is. In dit verband is de tweede betekenis het belangrijkste: het boek gaat niet in de eerste plaats over Ischa Meijer, het is niet primair een biografische schets, maar een poging zijn persoon en leven te gedenken vanuit het perspectief van degene die zijn laatste jaren van nabij heeft meegemaakt en die in het besef van zijn definitieve afwezigheid verder leeft en schrijft. En hierdoor is er nog een vierde betekenis: het in het engels uitgesproken I’m: ik ben. In tegenstelling tot de dode geliefde bestaat degene die achterblijft in het pijnlijke besef dat zij nog wel tot het rijk der levenden behoort. In Margine betekent ‘op de rand (van de bladzijde)’ dit slaat op dat beide personen tijdens het lezen van het boek aantekeningen maakten in de kantlijn van het boek.
Samenvatting: In margine: De Amsterdamse schrijver Connie Palmen ontmoet journalist Ischa Meijer voor de eerste keer in februari 1991. Zij is uitgenodigd voor een interview in zijn radioprogramma omdat haar eerste roman net uitgebracht is. Het is onmiddellijk duidelijk dat de twee voor elkaar in de wieg zijn gelegd en er bloeit een liefdesrelatie op. Ook van hem komt toevallig bij dezelfde uitgever net een nieuw boek uit, zijn eerste bundel Dikke Man-colums. Het gerucht van hun verhouding verspreidt zich snel en zij kan tot haar eigen verbazing geen minuut meer zonder zijn nabijheid. Hij komt over als een beminnelijke man met een gebruiksaanwijzing; hij heeft humor en houdt van chansons en lekker eten; hij is rad van tong, intelligent, gevoelig, egocentrisch en gul tegelijk en ergert zich aan alles wat lijkt op pretentie. Haar leven veranderd radicaal door de vrijwel gelijktijdige verschijning van haar succesvolle eerste boek en haar ontmoeting met de eerste man die ze werkelijk lief heeft. In deze periode denkt ze vaak na over de betekenis van fictie, werkelijkheid, schrijven en haar jeugd en veel van wat ze hem daarover verteld, duikt vroeg of laat, soms met slecht kleine wijzigingen, in zijn columns op, wat zij niet altijd op prijs stelt. In april gaan ze samen voor het eerst naar Amerika voor een paar weken, naar Californië. Het is haar eerste reis naar het verre westen en ze verwonderd zich over de vertrouwdheid van die wereld en hoezeer de cultuur die ze daar aantreft vol herkenning is. De reis brengt de twee geliefden dichter bij elkaar; zij raakt nog overtuigder dat hij de eerste man is met wie ze wil en kan samenleven. Kort na hun terugkeer in Amsterdam vliegen ze opnieuw de oceaan over, dit keer voor een week New York, waar hij moet zijn voor een reportage over hotels. Hij kent de stad op zijn duimpje en geniet ervan om zijn geliefde alles te laten zien. Zij was er al eens eerder, maar dat verblijf bleek toen geen succes omdat het vriendje dat ze ging opzoeken niet veel belangstelling meer voor haar had. Terug in Nederland leert Ischa haar familie beter kennen en hij kan het goed met ze vinden, vooral met haar moeder. De eerste zomer van hun relatie gaan ze voor de derde keer naar Amerika en deze keer voor 2 maanden. Ze reizen door Texas, New Mexico, Colorado, Utah, Nevada en opnieuw Californië. Soms blijven ze een week op een plek om vooral te lezen of te schijven. Ze is opnieuw geïmponeerd door Amerika, maar hij heeft het land aan het einde van hun verblijf voorlopig wel even gezien. Zijn Dikke Man-column verschijnt inmiddels dagelijks in de krant. En zij leert nu ook zijn familie kennen, tenminste voor zover hij daar contact mee heeft. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij als kind met zijn joodse ouders in een concentratiekamp gezeten. Zijn relatie met hen is in de loop der tijd echter zodanig verstoord geraakt dat zij willen geen enkel contact meer met hun kinderen. In de zomer van 1992 gaan Connie en Ischa enkele weken naar Frankrijk, ook al heeft zij niet met het land. Zij denkt na over haar nieuwe roman en hij wil een boek over zijn vader schrijven, al is tegelijkertijd huiverig om dat te doen. Naarmate de twee geliefden langer bij elkaar zijn, wordt steeds duidelijker hoe ze in de wereld staan, hoe ze verschillen in hun angsten en visies en hoezeer ze desondanks volledig aan elkaar gewaagd zijn. Voorjaar 1993 is Amerika opnieuw hun reisdoel, Florida dit keer, waar hij in een rustig hotelletje aan een boek over zijn vader wil schrijven, maar meer dan aantekeningen en enkele aanzetten krijgt hij niet op papier. Kort na hun terugkeer in Amsterdam vernemen ze dat zijn moeder is overleden en valk daarna ook zijn vader. Mee vanwege het verbroken contact is het een pijnlijke zaak. Na het nieuws van de dood van zijn vader, een bekende letterkundige, heeft de zoon wel onmiddellijk een kort herdenkingsartikel klaar, dat anoniem in de krant wordt gepubliceerd. Hij stort zich vervolgens op zijn werk: voor een commerciële tv-omroep gaat hij een interviewprogramma maken. Om de presentatie van de Amerikaanse vertaling van haar eerste roman luister bij te zetten, gaat Connie voor een week alleen naar New York, maar ze mist haar partner enorm. Iets later overkomt haar in Duitsland hetzelfde en gaat ze eerder naar huis terug. In het najaar vliegen ze samen nog voor een lang weekend naar New York, waar ze besluiten om het volgende jaar weer voor langere tijd op vakantie te gaan. In de loop van het jaar wordt zij verschillende keren geconfronteerd met de dood of ziekte van vrienden en bekenden. De bestemming van hun reis in de zomer van 1994 is Florida en het Amerikaanse zuiden, terwijl ze eind augustus opnieuw naar New York gaan, dit keer met Ischa’s dochter Jessica en rond de jaarwisseling nog een keer. Tijdens die laatste reis leest hij geboeid het manuscript van haar nieuwe roman. Het is koud in New York, maar ze zijn er van overtuigd dat 1995 een goed jaar zal worden. Later zal zij die dag van de terugkeer op de derde januari, wanneer hij haar vertelt altijd een beetje te treuren om het einde van de reis, aangrijpen als een laatste moment van onwetendheid en onschuld. In Memoriam: Door Ischa’s plotselinge dood op Valentijnsdag 1995 heeft zij voor het eerst het gevoel een verleden te hebben. Ze is die ochtend naar Limburg afgereisd voor een begrafenis en haar vader is degene die haar de onheilsboodschap brengt. In de weken na Ischa’s dood is het verlies ondraaglijk, maar in kleine dingen vindt zij weer enig houvast. Dan sterft amper 3 maanden later ook haar vader na een kort ziekbed en kan ze de twee vormen van rouw, om haar geliefde en de toekomst, om haar vader en het verleden, niet meer van elkaar onderscheiden. Toch maakt de rouw om het verlies van de vader het verdriet om haar partner minder zwaar. Geleidelijk komt ze weer vaker onder de mensen en in november geeft ze een groot feest om haar 40ste verjaardag niet zomaar voorbij te laten gaan. Vlak voordag ze het eerste jaar zonder haar geliefde voorbij is pakt ze de pen weer op, om over hem te schrijven.
Vertelsituatie: Het vertelperspectief is helemaal geschreven vanuit Connie Palmen, dit beklemtoont het autobiografische karakter van het boek. Het is een ikroman waarin de verteller en het vrouwelijke hoofdpersonage met elkaar samenvallen. Daarbij valt op hoeveel de ene kijk op de handeling centraal staat. Er komen vrijwel geen andere visies van anderen om Ischa’s leven aan bod, zijn verleden blijft schimmig en wordt alleen behandeld voor zover de verteller ermee in aanraking komt door de gebeurtenissen in het heden. Wanneer wel eens een oordeel van een ander over hem opduikt in de roman, zoals bijvoorbeeld zijn psychiater of van de moeder van de ikpersoon, dan gaat het vrijwel uitsluitend om een positieve karakterisering. Die anderen figureren echter zozeer op de achtergrond, dat er feitelijk sprake is van een boek met slechts 2 personages, de ikpersoon en haar partner. Zij bestaan binnen het domein van de roman als een van de buitenwereld afgeschermde eenheid.
Onderzoek naar de verhaaltechniek Tijd: Het verhaal speelt in de periode van 1991 tot 1996. De roman kent grotendeels een chronologisch verloop. Het boek bestaat uit 2 delen: In margine, waarin de tijd waarin ze samen waren beschreven wordt en In Memoriam, waarin de tijd word beschreven waarin Ischa er niet meer is. Ruimte: Op meer dan de helft van de bladzijden van de roman speelt het verhaal zich af in Amerika, terwijl minder dan een halfjaar van de vier jaar durende relatie uit Amerikaanse reizen bestaat. De keuze om zoveel aandacht aan die reizen te besteden vloeit ongetwijfeld voort uit het feit dat juist in die andere omgeving de relatie op meest intieme wijze gestalte kon krijgen. Personages: Connie Palmen: Zij is de schrijfster van het boek en alles wordt ook vanuit haar perspectief verteld. Connie is schrijfster en is in het boek bezig met “De Vriendschap”. Ze komt uit een gelukkig Limburgs gezin en is gek op haar familie. Ze houdt intens veel van Ischa Meijer met wie zijn een hartstochtelijke relatie heeft. Ze is een round character . Dat betekent dat zij van binnenuit beschreven wordt zodat de lezer bekend is met haar gedachten en gevoelens. Bovendien maakt ze een psychologische ontwikkeling door. Van beginnend schrijfster, die haar eerste media hype meemaakt, verandert ze in een vrouw die zich volledig verliest in haar grote liefde, en die na zijn dood alleen verder moet zien te gaan; een levenservaring rijker. Ischa Meijer: Journalist en columnist. Hij is Joods en heeft een zeer moeilijke jeugd gehad; in de Tweede Wereldoorlog overleefde hij samen met zijn ouders het concentratiekamp Bergen-Belsen. Hij houdt intens veel van Connie maar hij heeft meerdere verslavingen zoals vreemdgaan en roken, hier wil hij ook graag mee stoppen maar dat lukt hem niet. Hij is meerdere keren gescheiden en heeft een dochter en een zoon uit een vorige relatie. Hoewel de lezer regelmatig geconfronteerd wordt met zijn gedachten en gevoelens, is er toch geen sprake van een round character . Het is namelijk altijd door \'de ogen\' van de ikfiguur, waardoor de lezer kennisneemt van de gedachten en gevoelens van Ischa; nooit direct. Bovendien maakt hij geen psychologische ontwikkeling door. Aan het begin van de relatie is hij dezelfde persoon als aan het eind, eenzaam en hakend naar aandacht. Hij waardeert de liefde en warmte van Connie enorm maar hij kan haar toch niet trouw zijn. Wat dat betreft blijft hij vervallen in zijn oude \'verslaving\': vrouwen gebruiken en ze even hard weer laten vallen. Louis Tas; de psychiater van Ischa. Hij komt amper in het verhaal voor, behalve in de flashbacks en verhalen van Ischa, maar toch is hij zeer belangrijk voor Ischa; hij ziet hem als de persoon waar hij het meest van heeft geleerd. Ischa bezoekt hem elke woensdag. Dr. Jakob Meijer en Liesje Meijer-Voet; de ouders van Ischa. Zij komen ook amper in het verhaal voor, behalve in flashbacks en verhalen van Ischa, maar toch zijn zij zeer belangrijk in het verhaal. Ischa heeft namelijk nog dagelijks moeite met de manier waarop zijn ouders hem opgevoed en behandeld hebben. Je zou kunnen zeggen dat hij er een trauma aan over heeft gehouden. Zijn ouders negeerden zijn bestaan volkomen en een ieder die het in hun huis over één van de kinderen had, werd linea recta naar de voordeur verwezen.
Thematiek en motieven De roman behandelt een liefdesgeschiedenis en hoe daaraan door de dood een abrupt einde aan komt. Het is daarnaast een verbeelding van de liefde als abstractie; de beschreven liefde fungeert als idee, als iets waarvan de grondvormen altijd hetzelfde zijn. Maar het boek kan evengoed gelezen worden als een verslag van 5 jaar uit het leven van Connie Palmen. Er wordt beschreven hoe haar leven sinds de publicatie van haar eerste roman is verlopen, hoe zij verliefd wordt op een journalist, hoe zij samen genieten van de reizen door Amerika, hoe zij werkt aan haar tweede roman en hoe zij zich in het eerste jaar na zijn dood door het leven slaat. De vele inzichten, bespiegelingen en zelfkarakteriseringen in het verhaal hebben lang niet allemaal betrekking op de relatie of de geliefde en dit benadrukt de autobiografische inzet van de roman. Dit biografische karakter komt meerdere malen aan de orde, vooral waar het gaat om de relatie tussen fictie, filosofie en werkelijkheid. Zo wordt in de roman betoogd dat ook het abstracte, filosofische denken in hoge mate autobiografisch is, evenzeer gericht op inzicht in het eigen leven als op het begrip van het leven in het algemeen. Fictie is niet zozeer tegengesteld aan de werkelijkheid, maar het maakt er deel van uit. Zoals een timmerman op basis van zijn vakkennis een tafel kan maken om aldus iets aan de werkelijkheid toe te voegen, zo kan een schrijver een tekst, een fictie scheppen als zijn of haar bijdrage aan de werkelijkheid. In dit creatieve proces fungeert zowel de literatuur als het eigen leven als bron van vakkennis. Een cruciale passage in dit verband is de volgende: ‘Je eigen leven is doordesemd van thema’s, abstracte ideeën, van verhalen die al eerder verteld zijn, als je het er maar in ziet. Ik gebruik mijn leven niet voor de literatuur. Het werkt andersom. De literatuur bestaat uit levens als de mijne en ik zie welke fictie doorwerkt in mijn leven, omdat ik die erin kan en wil zien. Hoe abstracter ik mijn leven beschouw, hoe beter ik in staat ben het oude verhaal erin te herkennen, of elementen van bestaande verhalen en thema’s. Niemands leven dat ik beter ken dan de mijne. Ik ben erbij en ik kijk ernaar. Ik kijk ernaar met een blik die door de filosofie en de literatuur gevormd is. Zodra je abstraheert van de werkelijkheid, hou je iets anders over dan de werkelijkheid. Een drama, een komedie, een variant op Faust, een filosofisch traktaat, ideeën’. In deze opvatting is dus ook een autobiografische tekst of een boek als I.M. niet zozeer de waarheid, maar een abstractie, een fictie.
Achtergrond Connie Palmen is op 25 november 1955 geboren in St. Odiliënberg, een dorpje met een klooster in de buurt van Roermond. Als kind was ze zeer gevoelig voor alles wat met God en de kerk te maken had. Ze wilde aanvankelijk priester worden en, toen ze merkte dat dat voor vrouwen niet was weggelegd, non. De rol van God werd, toen ze wat ouder was en een boek over het existentialisme las, overgenomen door Jean-Paul Sartre. Later raakte ze in de ban van het gedachtegoed van de filosoof Foucault. Na de middelbare school ging ze in Roermond studeren aan de Pedagogische Academie. Toen ze 22 was, vertrok ze naar Amsterdam waar ze Nederlands en later ook filosofie studeerde. De studie Nederlands voltooide ze in 1986 cum laude met een doctoraalscriptie over de roman “In Nederland” van Cees Nooteboom. Twee jaar later rondde ze de studie filosofie af met een scriptie die ze in 1992 publiceerde onder de titel “Het weerzinwekkende lot van de oude filosoof Socrates”. Onderwerp is de relatie tussen filosofie en literatuur en meer specifiek de (on)mogelijkheid van de taal om de waarheid uit te drukken. Socrates staat daarbij voor degene die slechts de waarheid wil zeggen, maar in de loop van de geschiedenis is gebruikt voor allerlei \'waarheden\'. Het werk van Connie Palmen, I.M., is voor het eerst in februari 1998 gepubliceerd. Dit is precies drie jaar na de dood van een van de hoofdpersoon van dat boek: Ischa Meijer.
Beoordeling: Ik vond I.M. een heel mooi boek. Vooral het In Memoriam vond ik heel intrigerend, ik zat er zelf bijna bij te huilen. Vooral in het begin vond ik het boek een beetje langdradig, dit omdat er veel monologen in voorkomen, maar op een gegeven moment ging ik het boek wel waarderen en kreeg ik ook meer plezier met het lezen van het boek. Ik vond het ook wel fijn om een keer een boek te lezen waar geen andere betekenis achter zat, het is gewoon een verhaal over wat de schrijfster in 5 jaar heeft meegemaakt. Hierdoor kon ik heel ontspannen lezen en had ik niet het gevoel dat ik overal iets achter moest zoeken. Het lijkt me nu ook wel leuk om De vriendschap te lezen en de columns van Ischa Meijer. Op een of andere manier boeit Ischa Meijer me wel, ook omdat ik voor ik het boek las toevallig een deel van een documentaire over hem gezien heb en omdat ik hem nu beter heb leren kennen in I.M., ik had het gevoel dat het een rare en nare man was, maar dit gevoel is door dit boek wel weggenomen.
REACTIES
1 seconde geleden