Samenvatting le petit Nicolas N = Nicolas A = Alceste

Hoofdstuk 1 De schoolfotograaf komt
Heel de klas mag op de foto. De foto wordt gemaakt onder rekenen. Agnan, het lievelingetje van de juf, zegt dat hij het jammer vindt dat de foto onder rekenen wordt gemaakt, want hij houdt van sommen maken. Eudes, een sterke jongen uit de klas, wil hem daarom een stomp tegen zijn neus geven, maar dat doet hij niet omdat Agnan een bril heeft. Dat was best wel bijzonder. De fotograaf wil de groep in drie rijen zetten: de 1e op de grond, de 2e bij de juf en de 3e op kistjes. N zit naast A op de grond. A is erg dik en hij eet de hele dag. Hij eet nu ook en knoeit op zijn broek. Daarom moet hij in een andere rij, want dan kun je niet zien dat hij geknoeid heeft. Hij ruilt met Eudes. Die wil dat niet en geeft A een stomp op zijn neus. Dan maken ze een mooie foto. Rufus doet nog een oude zak om zijn hoofd en roept: help, ik ben een spook. Dan zien ze de juf aankomen en iedereen gaat snel op zijn plaats staan, behalve Rufus, want die ziet het niet. Hij krijgt een draai om zijn oren en een tik op zijn hand.

Hoofdstuk 2 De cowboys
N heeft vriendjes uitgenodigd die bij hem cowboy komen spelen. Allemaal hebben ze hun verkleedkleren aangetrokken. Ze gaan ruziemaken want niemand wil boef zijn. Pa komt eropaf en speelt boef. Hij wordt aan de boom gebonden.

Hoofdstuk 3 De invaller
De juf is ziek en er is een invaller, Bouillon. Hij heeft een grote snor. Als iets hem niet aanstaat, zegt hij: kijk me in mijn ogen! Hij vraagt wie de beste leerling van de klas is. Dat is Agnan. Die gaat nu voor de klas staat en op zijn kameraden passen. Bouillon gaat weg. Agnan begint met lesgeven en dan komt Clotaire naar voren, die vraagt: ben je gek? Bouillon komt weer binnen en die zegt: goed zo, Agnan, ik stond achter de deur te luisteren en je deed het goed. Dan gilt iemand en Bouillon komt terug. Die vraagt wat er aan de hand is en iedereen geeft elkaar de schuld en Agnan begint te huilen. De directeur wordt erbij gehaald.

Hoofdstuk 4 Het voetbal
A. nodigt iedereen uit om te gaan voetballen. Agnan wordt scheidsrechter, want niemand wil bij hem in de partij. Rufus’ pa is agent en hij heeft een fluit bij zich. Hij wil die alleen niet aan Agnan geven, dus dan wordt Rufus wel scheidsrechter. Dan gaan ze een baas van iedere partij zoeken. Maar dat wil iedereen zijn. Geoffroy zegt: ik mag het zijn want mijn pa is het rijkst. Eudes zegt: ik mag het zijn want ik ben het sterkst. Als je niet naar mij luistert geef ik je een stomp op je neus. Ondertussen zit A. steeds maar te eten. Ze gaan beginnen en Eudes vraagt waar de bal is. Oh, zegt A. Die heb ik thuis laten liggen.

Hoofdstuk 5 De inspecteur
De juf is zenuwachtig want de inspecteur komt. Agnan is bang en stoot zijn inktpot om. Hij draait zijn bank om en hoopt dat de inspecteur de inktvlek niet zal zien. De inspecteur komt binnen en gaat op Agnans tafel leunen. Hij vraagt waarom zijn tafel zo staat. Dan zitten de handen van de inspecteur helemaal onder de inkt. Hij is niet boos. Dan gaat ze les geven en ze vraagt aan Agnan hoe het verhaal vanden vos Reynaerde ook al weer ging. Agnan let altijd goed op en kan goed leren, daarom geeft de juf hem een beurt. Hij begint te vertellen. De inspecteur zegt: stop, jij meisje daar achterin, vertel jij het verhaal eens. Clotaire weet het niet en begint te huilen. Ondanks alles is de inspecteur tevreden en geeft veel complimentjes.

Hoofdstuk 6 Rex
Uit school komt N. een verdwaald hondje tegen. Hij geeft het hondje een stuk chocola. N. neemt het hondje als verrassing mee naar huis. Zijn ma is er absoluut niet blij mee. Ze zegt dat ze de hond niet wil omdat je er allerlei ziektes van kunt krijgen. Daarom wordt Rex door de dokter onderzocht. Hij is helemaal gezond. Rex bijt een stuk bekleding uit de stoel en dan wordt ma heel boos. Daarom mag Rex niet in huis blijven en gaat hij in het hondenhok in de tuin. Daar bijt hij in de begonia’s en dan wordt ma weer boos. Dan komt er een man in de tuin en die zegt: Kiki, kom eens hier,tegen pa zegt hij: ik was met mijn hond een wandeling aan het maken, toen was Kiki opeens weg. Ik wil hem terug. Hij pakt de hond en loopt weg, (Deze man noemde de hond dus Kiki, de naam Rex hand N. verzonnen.)

Hoofdstuk 7 Djodjo
Er komt een nieuwe jongen in de klas met rood haar, sproeten en blauwe ogen .Hij komt om Frans te leren. Hij heet George, maar ze spraken het allemaal anders uit en daarom noemden ze hem Djodjo. Agnan wantrouwt altijd alle nieuwelingen. Hij gaat vechten met Eudes.

Hoofdstuk 8 Het mooie boeket
Na schooltijd gaan N. en A. naar de bloemenwinkel en kopen een supergroot boeket bloemen voor de ma van N. omdat die jarig is. Dan komen ze Geoffroy, Clotaire en Rufus tegen. Die willen de bloemen graag. Dan komt Eudes ook nog. Die wil de bloemen afpakken en dan gaan N. en Eudes vechten. N. is de bloemen kwijt. Dan komt hij Joachim tegen. N. vraagt aan Joachim of hij de bloemen gezien heeft. Joachim heeft ze gezien op een passerende auto. Hij fietst de auto zo hard mogelijk achterna. Dan komt hij een verfrommeld bosje brengen. N. geeft ze aan zijn ma en begint heel hard te huilen. Ma is er gelukkig toch heel blij mee.

Hoofdstuk 9 Het rapport
De rapporten worden uitgedeeld. Bij N. staat er op dat hij soms verstrooid is. Bij Agnan staat er op dat hij een ijverige leerling is. Verder gebeurt er niet zo veel bijzonders. Iedereen die een slecht rapport heeft, durft bijna niet naar huis.

Hoofdstuk 10 Louisette
Ma heeft een vriendin en die komt op bezoek. Ze neemt haar dochtertje Louisette mee om met N. te gaan spelen. N. heeft daar geen zin in want hij vindt meisjes niet leuk want ze willen alleen met de poppen spelen en ze huilen veel. Ma zegt dat hij aardig moet doen tegen Louisette en dat hij een goede indruk op haar moet maken. N. doet zijn mooiste kleren aan. Louisette is erg knap en heel verwaand. Ze heeft hele mooie ogen, maar het is een kreng. Als ze komt, zeggen ze eerst de hele tijd niks tegen elkaar. Dan moet N. van zijn ma zijn speelgoed laten zien. Louisette zegt dan N. eruit ziet als een aap en ze geeft heem een draai om zijn oren. N. trekt haar aan haar vlecht en zij geeft hem een schop tegen zijn enkel. Hij wil haar een draai om haar oren geven, maar beheerst zich. Dan gaan ze voetballen en Louisette schiet de bal door het raam van de schuur. Dan gaat ze heel schijnheilig bij de bloemen kijken, zodat de moeders heel boos worden op N.

Hoofdstuk 11 We gaan repeteren voor de minister
De directeur gaat vertellen dat de minister op school komt en dat ze hem een onvergetelijke ontvangst willen geven. Er wordt een plan verzonnen: ze gaan een liedje zingen: La Marseillaise en daarna mogen drie leerlingen een bos bloemen geven. Eerst gaan ze het leid oefenen o.l.v. Vanderblergue, de muziekjuf. De directeur wordt boos op A., want die zingt niet mee omdat hij een croissantje aan het eten is. Eudes, Agnan en N. M de bloemen geven.

Hoofdstuk 12 Ik rook
A. zegt tegen N. dat hij mee moet komen. Dan haalt hij een sigaar tevoorschijn. N. stelt voor om niet bij zijn huis te gaan roken, maar op een braakliggend terrein. Ze komen er in door een plank die ontbreekt in de heining. Daar spelen ze vaak. Er is daar ook een oude kapotte auto. Ze hebben alleen geen lucifers, die gaan ze halen bij de tabakswinkel. De dame vertrouwt hen niet, dus krijgen ze geen lucifers mee. Op de stoep vinden ze lucifers. Ze gaan weer terug naar het braakliggend terrein en gaan in de auto roken. A. neemt een trekje en hoest heel erg. N. ook. Dan gaan ze door hun neus roken. Ze komen ziek thuis. Einde: De pa van N. mag niet meer in huis roken als N. er is.

Hoofdstuk 13 Klein Duimpje
De directeur gaat met pensioen. Ze gaan een feest houden met een prijsuitreiking. Elke klas gaat iet leuks doen. De klas van N. gaat het stukje van Klein Duimpje en de Gelaarsde Kat opvoeren. De juf geeft Agnan de hoofdrol, nl. Klein Duimpje. De juf wil a. de rol van de Gelaarsde Kat geven omdat hij zoveel eet, maar A. heeft er geen zin in om Agnan op te eten. Dan wordt Maixent het. Ze gaan oefenen, maar dan gaan ze ruziën en de juf wordt boos. Ze krijgen straf: ze mogen het stukje niet spelen op het feest.

Hoofdstuk 14 De fiets
N. wil een fiets, maar pa wil dat niet: vaak zijn kinderen onvoorzichtig. Compromis: als N. bij de 10 besten van de klas zit met rekenen, dan krijgt hij een fiets. Als hij uit school komt, is er een verrassing: een rode fiets in de schuur. Pa gaat de fiets even proberen en dan lacht de buurman hem uit. De fiets is nl. veel te klein voor pa. De buurman gaat ook op de fiets. Hij valt met fiets en al in de begonia’s. Pa en de buurman gaan een wedstrijd houden wie ’t hardste kan. Als de buurman geweest is, gaat pa. Hij blijft wel heel lang weg. Dan komt hij: gescheurde kleren, bloedneus, kapotte fiets. Hij was tegen een vuilnisbak aangefietst.

Hoofdstuk 15 Ik ben ziek
N. is ziek. De dokter komt, hij is aardig en kaal. A.l komt op bezoek. Hij heeft chocola meegenomen voor N., maar die mag niet, want hij is ziek. Dan eet A. ze alleen op. A. moet naar huis van ma. Als hij weg is ziet ma dat A. overal chocola aan heeft gesmeerd (dekbed, haar, pyjama). Ze gaat huilen. Alles wordt schoongemaakt en N. gaat in bad. Als N. later in bed ligt, wil hij tekenen. Hij sluipt uit zijn bed en haalt stiekem tekenspullen van pa’s bureau. Maar de vulpen lekt. Als ma binnenkomt, zit heel zijn bed onder de inkt. Ze gaat weer huilen. ’s Avonds komt de dokter. Hij zegt dat N. beter is en dat ma er slecht uit ziet.

Hoofdstuk 16 We hebben hard gelachen
A. en N. gaan spijbelen. Ze rennen hard weg van school. Ze gaan naar het braakliggende terrein. Dan zegt A.: op school hebben ze nu het speeluurtje. N. gaat huilen. Hij wilde ook knikkeren. Dan krijgen ze ruzie: A. zegt dan N. dan niet met hem mee had moeten gaan. N. zegt dat het de schuld van A. is omdat die het verzonnen heeft. Als N. thuiskomt is ma bleek, ze was heel ongerust. De vriendjes op school zijn jaloers.

Hoofdstuk 17 Ik ga met Agnan om
N. wil graag met zijn vriendjes gaan zwemmen, maar ma heeft afgesproken dat hij bij Agnan gaat eten en spelen omdat Agnan dan een goed voorbeeld voor hem zal zijn. Agnan heeft bootjes voor in bad en laat het bad vollopen. Hij gaat met zijn hand in het water en maakt golven. Alleen zijn horloge kan niet tegen water en gaat stuk. Dan laat Agnan zijn wereldbol zien. N. denkt dat je daar wel mee kan overgooien. De bal komt tegen de spiegel en die is aan stukken. Agnan laat zien hoe je scheikundige proefjes moet doen. Dat gaat mis: veel rook. Agnans brillenglazen zijn zwart. Dan komt Agnans ma binnen. Ze gaat huilen. Ze belt de ma van N. en zegt dat ze hem op moet komen halen. Hij mag niet meer met Agnan spelen.

Hoofdstuk 18 M. Bordenave houdt niet van de zon
M.B. is de meester die op hen past tijdens het speeluurtje. Als het regen mogen de kinderen niet naar buiten. N. snapt dat niet want hij kan zich in de regen ook vermaken. Eudes wil Rufus een neusstomp geven, dan doet Rufus een stap achteruit en knalt tegen A. op. A. eet een broodje met jam, dat op de grond valt en dan gaat A. huilen. Eudes en Rufus moeten in de hoek gaan staan.

Hoofdstuk 19 Ik ga naar huis
N. loopt weg en hij denkt zich in dat hij als hij over een paar terugkomt heel rijk is en een dure auto en een vliegtuig heeft. A. zal dan spijt hebben dat hij niet meegegaan is en iedereen zal over hem praten. Hij gaat naar Clotaire en vraagt of hij de fiets mag lenen. Ze doet de deur dicht. N. belt opnieuw aan en nog een keer. Hij legt uit dat hij weggaat om geld te verdienen en vraagt of hij haar fiets dan mag kopen. Dat wil ze wel. Hij gaat naar de speelgoedwinkel en vraagt of de man zijn speelgoed wil kopen, maar dat wil hij niet. Dan gaat N. naar huis en zegt tegen zichzelf dat hij morgen weer weg gaat lopen.