Primaire Gegevens:
Titel: Davita’s harp
Auteur: Chaim Potok.
Land: VS
Vertaler: Peter Sollet
Uitgever: BZZôH
Jaar 1e druk: 1986
Gelezen druk: 9e (1992)
Aantal Blz.: 354
Samenvatting;
Boek 1 “Davita’s harp”gaat over het meisje Ilana Davita Chandal. Het beschrijft het verhaal van haar leven van de leeftijd van 6 tot ongeveer 13 jaar. Davita’s vader Michael Chandal komt uit een christelijke familie. Maar toen hij ouder werd deed hij niets meer aan zijn geloof. Behalve met zijn zus Sarah, die verpleegster is, heeft hij verder dan ook geen contact meer met zijn ouders. Davita’s moeder, Channah Chandal, kwam uit een kleine stad uit Polen waar zij door haar moeder en grootvader joods werd opgevoed. Haar vader was altijd weg van huis. Ze studeerde in Wenen, daar verloor ze ook haar geloof. Nadat haar moeder was overleden was ze naar Amerika vertrokken. Daar ontmoette ze Michael en ze trouwden na een poosje. Beiden werden aanhangers van het communisme. Het communisme is tegen alle geloof en toen Davita werd geboren werd zij dan ook zonder geloof opgevoed en mét de communistische ideeën van haar ouders. Doordat haar ouders veel communistische bijeenkomsten hadden in huis, die gepaard gingen met pittige discussies en veel lawaai, moesten ze wegens geluidsoverlast vaak verhuizen. Zo had Davita in haar jonge jaren in zoveel huizen gewoond dat ze niet meer weet in welke. Wel herinnert ze zich nog dat die huizen vaak ongezellig en koud waren en ook de omgeving was vaak sober. Maar wat ze altijd meenamen als ze verhuisden was de grote deurharp die warme, zachte muziek maakte als er iemand naar binnen of naar buiten ging. Ook was een groot schilderij met paarden aan het strand boven het bed van haar ouders een vast meubilair. Davita weet veel meer over het communisme en Spanje dan haar klasgenootjes. En omdat haar ouders communisten zijn en zij ook nog eens joods is, wordt ze geplaagd op school en heeft ze het er niet naar haar zin. Een schoolvriend van haar moeder, uit de tijd dat ze nog in Wenen woonde, kwam bij de familie Chandal logeren. Deze man, Jakob Daw, is een groot schrijver en vertelt Davita vaak verhalen over een zwart vogeltje en zwarte en grijze paarden. Deze verhalen begint ze steeds beter te begrijpen als ze ouder wordt. In de zomer zit Davita altijd met haar ouders in een huisje aan zee. Dit ervaart ze altijd als de zonnige tijden in haar leven. In één zo’n zomer ontmoet ze de joodse jongen David Dinn, die bij zijn oom en tante logeert. Hij moest daar tot rust komen, want zijn moeder is overleden. Zijn vader, Ezra Dinn, is een neef van Channah. In die zomer bouwt Davita heel veel zandkastelen na die ze in boeken over het onrustige Spanje had gezien. Ze volgt David een keer als deze naar de synagoge gaat om kaddiesj te zeggen voor zijn overleden moeder. Dit wordt altijd elke sabbat voor een overleden familielid/naaste opgezegd. Ze vindt het fijn in de synagoge en komt zo meer over het joodse geloof te weten.
Boek 2 Als ze terug komen van zee verhuizen ze weer. Nu naar een joodse buurt. Ze komen boven de joodse familie Helfman te wonen. Ook woont ze nu dicht bij David en zijn vader in de buurt. Ze speelt nu vaak met Ruthie Helfman en komt zo ook meer in contact met de joodse gewoonten. Op en dag volgt ze meneer Helfman als deze de synagoge in gaat. Weer ervaart ze dat gevoel als van zomer. Ze gaat vaker naar de synagoge en probeert wat Hebreeuws te leren. Ondertussen is in Spanje de burgeroorlog uitgebroken. Haar vader die journalist is wordt ernaar toe gestuurd. Ook Jakob Daw is erheen gegaan. Na een poosje komt Michael gewond terug. Tante Sarah komt hem dan verplegen. Zodra hij weer aangesterkt is gaat hij weer terug naar Spanje. Ze krijgen nu regelmatig bericht van Michael. Maar dan horen ze op een dag dat hij bij het bombardement in Guernica gedood is toen hij probeerde een non te redden. Davita en haar moeder houden zich goed en huilen niet. Als dan op een avond Jakob Daw er is laat Davita eindelijk haar tranen de vrije loop. Jakob blijft een paar weken, maar omdat hij communist geweest is, (Jakob wou nadat hij die gruwelijke oorlog had meegemaakt niets meer met het communisme te maken hebben) krijgt hij geen visum van de Amerikaanse regering. Op een dag wordt hij opgehaald door de politie en als blijkt dat Ezra Dinn, die advocaat is, niets meer voor hem kon doen wordt hij op een schip naar Europa gezet. Niet lang daarna stort Davita in. Ze wordt door meneer Dinn naar tante Sarah gebracht. Zij heeft een mooie boerderij aan zee. Daar verzorgt tante Sarah haar, vertelt haar verhalen over Jezus en komt ze tot rust. Als ze weer naar huis gaat is ze weer beter. Davita heeft het op school niet naar haar zin. Ze wordt geplaagd en ook de leraren zijn niet aardig. Daarom mag ze nadat ze zovele malen is weggelopen, naar dezelfde joodse school als Ruthie en David zitten.
Boek 3 In het begin heeft ze het op deze nieuwe school wat hebreeuws betreft een beetje moeilijk, maar ze is intelligent en leergierig, en al gouw zit ze op haar eigen niveau. Channah vind een andere man, een zekere meneer Carter. Davita vindt hem niet aardig en is dan ook helemaal niet blij als ze hoort dat haar moeder met hem gaat trouwen en dat ze dan naar Chicago gaan verhuizen. Ze hebben er vaak ruzie over en vervreemden van elkaar. Haar moeder stopt dan met het aanhangen van het communisme als Rusland een non-agressie pact met Duitsland sluit en wordt zwijgzaam en in zichzelf gekeerd. Davita gaat nog steeds naar de synagoge en leert er meer bij. Ze zegt nu ook kaddiesj voor haar overleden vader. Dit baart nogal opzien omdat normaal alleen mannen dit doen. Intussen heeft Davita’s moeder een brief van meneer Carter gekregen dat hij toch liever niet wil trouwen. Channah stort dan in en wordt naar het ziekenhuis gebracht. Als ze weer thuis komt gaat het nog niet goed met haar en brengt meneer Dinn haar naar tante Sarah’s boerderij, waar deze haar verzorgt. Als haar moeder na 1 ½ maand terugkomt is ze weer helemaal de oude. Ze gaat zelfs met Davita mee naar de synagoge. Ook gaat ze steeds meer met Ezra Dinn om. Als ze gaan trouwen komen haar nieuwe vader en David bij hen inwonen. De Harp verhuist naar Davita’s kamer. Die zomer gaan ze weer op vakantie naar zee. Davita bouwt nu geen kastelen meer. Als ze terugkomen horen ze dat Jakob is overleden. Channah gaat nu kaddiesj zeggen voor Jakob en ook deze keer was niet altijd iedereen er mee eens. Met Davita gaat het goed op school. Ze verdiept zich steeds meer in het joodse geloof en de Tora. David wint de Talmoed prijs en wordt Bar Mitswe. Dankzij haar goede schoolprestaties krijgt Davita als ze in de hoogste klas zit de prijs voor Engels en de Bijbelprijs. Maar de Akiwa prijs voor de beste student van de school wordt haar onthouden omdat ze een meisje is. Dit zou niet goed zijn voor de reputatie van de school. De jongen die na haar de beste was, Reuven Malter, (hoofdpersoon uit een ander boek van Potok) weigert dan ook de prijs op zo’n oneerlijke manier te krijgen. De prijs gaat dan naar een andere jongen. Davita is zwaar teleurgesteld. Davita krijgt een zusje, Rachel. Het eerste wat ze doet is haar de verhalen te vertellen van Jakob Daw. Over de grijze paarden en de vogels. Zo wil ze de verbeelding levend houden.
Thematiek, motieven: Het thema van dit boek is een meisje die haar achtergrond ontdekt en ervaart hoe het is om vrouw te zijn in de joodse cultuur, en de geschiedenis van het communisme en de Spaanse Burgeroorlog. In dit boek zijn veel motieven. O.a. de deurharp, het schilderij met de paarden, het communisme en Spanje, de zwarte vogel uit het verhaal van Jakob Daw die op zoek is naar de muziek van de wereld, en het verhaal over het grijze paard en de witte en zwarte paarden, de grijze vogel van Guernica en de zandkastelen die Davita bouwt op het strand in Sea Gates. Ook Baba Yaga, een heks uit een verhaal van Davita’s moeder die kinderen wil grijpen, is een motief. Baba Yaga staat voor angst, het zwarte vogeltje voor hoop. Tante Sarah is ook een soort motief en staat voor liefde. Het schilderij met de paarden hoort bij Davita’s vader en de deurharp bij Davita.
Structuur: Het boek is chronologisch geschreven, maar maakt vaak tijdsprongen van soms wel een paar maand. Het boek is in de ikvorm geschreven. Davita is deze ik-persoon. Het boek is verdeeld in verschillende boeken, namelijk boek 1, boek 2 en boek 3. Deze boeken zijn weer onderverdeeld in zeven hoofdstukken.
Personages:
Davita: Zij is de hoofdpersoon van dit boek. Davita ontwikkelt zich tot een intelligent jong meisje. Door haar achtergrond en de idealen van haar ouders heeft ze veel te verwerken t.o.v. andere kinderen van haar leeftijd. Deze verwerking doet ze d.m.v. haar fantasie. Het proces van volwassenwording houdt bij Davita in dat ze zich steeds meer voor het joodse geloof gaat interesseren. Eerst is die belangstelling nog intuïtief, wanneer ze voelt dat bidden haar zorgen verlicht, of wanneer ze bij hun joodse buren in aanraking komt met hun manier van leven. Daarna, als Davita op een joodse school zit, gaat ze veel bewuster op zoek naar haar wortels door het bestuderen van de joodse geschriften. Een figuur die haar in het bijzonder aanspreekt is de geleerde Akiva (- ---+/- 50 tot 132 n. Chr.), die streed voor gerechtigheid voor arme mensen.
Michael en Channah Chandal: Zij zijn de ouders van Davita. Beiden zijn door een gebeurtenis in hun leven overgestapt op het communisme en zijn zeer fanatiek. Bij de bijeenkomsten die ze daarvoor altijd houden wordt hun mening zeker geteld. Toch beletten ze Davita niet in haar speurtocht naar haar wortels, het joodse geloof. Ze komen niet echt over als ouders die veel bezig zijn met hun kind. Michael is vaak weg voor zijn werk. Channah toont zich niet echt een moederfiguur. Ze wordt dit pas als ze trouwt met Ezra Dinn. Als ze met deze man trouwt heeft ze het communisme afgelegd.
Tante Sarah: Zij is de zus van Davita’s echte vader. Ze is een oprecht christin en probeert dit ook aan Davita mee te geven. Tante Sarah is een verpleegster en werkte zo eerst als zendelinge in Ethiopië. De eerste keer dat ze in het boek voorkomt is als Channah na de geboorte en sterfte van hun zoontje een infectie krijgt en ernstig ziek wordt. Zij wordt dan verzorgd door tante Sarah. Als dan de Spaanse Burgeroorlog uitbreekt gaat ze daar naar het front om de zwaargewonden te verzorgen. Maar telkens als er iets is bij Davita thuis dan staat ze voor hen klaar. Als Michael ziek is verzorgt ze hem, toen Davita ingestort was na de dood van haar vader en het vertrek van Jakob verzorgde ze haar in haar boerderij. Nadat Channah ook was ingestort werd deze ook door tante Sarah verzorgt.
Jakob Daw: Hij is een schoolvriend van Davita’s moeder uit de tijd dat ze samen studeerden in Wenen. Hij heeft veel last van zijn gezondheid. Dit komt doordat hij toen hij soldaat was tijdens de eerste wereldoorlog veel gas heeft binnengekregen. Jakob schrijft veel verhalen met een diepere achtergrond. Hij geeft Davita zijn liefde voor verhalen mee. Ook bij Jakob was het joodse geloof bekend maar ook hij deed er niet meer aan. Hij was in het begin een communist maar nadat hij de gruwelen van de Spaanse burgeroorlog heeft gezien gelooft hij er niet meer in. Hij mag echter niet in Amerika blijven wonen en dus moet hij weer per schip naar Europa. Daar sterft hij enkele maanden later vanwege zijn slechte gezondheid.
Ezra Dinn: Hij is weduwnaar en een orthodoxe jood. Ezra is een neef van Channah. In het begin van het boek leer je hem kennen als een lange statige hoffelijke man. Hij is tegen het communisme. Als er bij Davita thuis problemen zijn omtrent een woning en later over een verblijfsvergunning voor Jakob helpt hij hen. Later trouwt hij met Davita’s moeder.
David Dinn: Hij is de zoon van Ezra Dinn. Hij wordt later Davita’s stiefbroer. David kan heel goed leren. Hij heeft zijn moeder verloren en heeft hier erg veel verdriet over. Davita kijkt heel erg tegen hem op. Ze kunnen goed met elkaar opschieten en praten veel samen. Samen delen ze dan ook het verdriet dat ze allebei een ouder hebben verloren.
Tijd en plaats:
‘Davita’s harp’ begint in het Amerika van de jaren dertig. Europa heeft de eerste wereldoorlog al een tijdje achter de rug.
In Amerika is door verschillende omstandigheden de beurs ingestort. Veel mensen zijn hierdoor hun baan kwijtgeraakt en er heerst in veel gezinnen een zekere armoede. In het verleden was al gebleken dat dit vaak een goed klimaat is om het communisme in een land aan te laten wakkeren. Dit was ook het geval in Amerika. Het communisme steekt hier ook de kop op. Er zijn mensen die het communisme gaan aanhangen, maar er zijn ook velen die er niets van moeten hebben. Zelfs de regering laat mensen die in Amerika om asiel vragen liever terugkeren naar het woelige en gevaarlijke Europa als er sprake is van ook maar enige verbintenis met het communisme. Het politieke en sociale klimaat is intoleranter geworden.
Op de achtergrond van ‘Davita’s harp’ leven de gebeurtenissen in en om de Spaanse Burgeroorlog, en het communisme.
Het boek speelt zich voornamelijk af in New York, maar ook in het zeeplaatsje Sea Gate.
Over Chaim Potok
De schrijver Chaim Potok, (eigenlijk heet hij Herman Harold Potok) is geboren op 17 februari 1929 in New York. Hij groeide op in de Bronx in New York. Hij was de oudste zoon in het gezin Potok. Zijn ouders waren orthodox-joodse immigranten uit Polen. Hij werd dan ook opgevoed in orthodoxe traditie.
In 1950 behaalde Potok op de Yeshiva Universiteit de graad Engels. Hierna studeerde Chaim in 1954 af aan het JTS in New York in de Hebreeuwse literatuur.
In de periode van 1955 tot 1957 heeft Potok gediend als legerrabijn in de landen Korea en Japan tijdens de Koreaanse oorlog.
Daarna heeft hij de opleiding tot “conservatieve”rabijn gevolgd. Dit laatste is vergelijkbaar met liberaal-joods. In 1965 promoveerde hij.
Chaim Potok was leraar aan verschillende scholen zoals de Universiteit van Pennsylvania, Bryn Mawr College en de Johns Hopkins Universiteit.
Potok was ook Rabbi en daarnaast een joods wetenschapper van hoog aanzien. En was hij jarenlang hoofdredactuer van The Jewih Publication Society.
Hij las veel boeken, de engelse schrijvers Evelien Waugh, James Joyce en Ernest Hemingway waren zijn grote voorbeelden. Zij hadden een onvergetelijke indruk op hem achtergelaten. Zijn leraren op zijn joodse school waren niet er niet zo blij mee dat Chaim in plaats van de Talmoed te bestuderen literaire boeken aan het lezen was. Als resultaat daarvan illustreren de boeken van Potok vaak de conflicten tussen de spirituele en seculiere werelden. Potok ziet zichzelf als een schrijver. In een interview met de Philadelphia Inquirer in 2002 zegt hij: “Ik wist dat ik schrijver zou worden, dat ik zou schrijven van binnenuit de traditie. En dat betekende dat ik de traditie van binnen naar buiten moest kennen. En dat ik de traditie moest kennen zonder dat ik erdoor verblind werd.” Hij heeft in zijn leven dan ook meerdere boeken geschreven. Zijn eerste boek, The Chosen, werd gepubliceerd in 1967 en was Potok’s meest bekende roman. Het kreeg de Edward Lewis Wallant Award. Het vervolg hiervan, the Promise, werd gepubliceerd in 1969 en won the Atheneam Prize. Zijn volgende romans, My name is Asher Lev (1972) en In the Beginning (1975) spelen zich in hetzelfde milieu af. Na 5 romans, schreef Potok zijn eerste non-fictie boek, Wanderings: Chaim Potok’s Story of the Jews. Dit boek volgt de joodse historie terug naar de familie van Abraham, 4 000 jaar geleden. Potok heeft ook de violist Isaac Stern geassisteerd bij het schrijven van diens autobiografie, My first Seventy-nine Years. Verder schreef hij nog The book of lights (1981), Davita’s Harp (1985), The gift of Asher Lev (1990), The troop teacher (1992), The canal (1993) en de golom’s hand (1995)
Zijn familie was het er niet mee eens dat hij wou gaan schrijven. Zodoende hebben ze hem er ook niet toe aangemoedigd. In 2000 werd er kanker bij de schrijver geconstateerd. Hij stierf op 23 juli 2002 in zijn huis in de voorstad Merion in Pennsylvania. Hij liet zijn vrouw Adena Sarah van 44 jaar achter, samen met dochters Rena en Naama en zoon Akiva.
Literatuur in de VS en Nederland. Het boek is in 1985 uitgekomen in de Verenigde Staten. Zijn boeken waren echter in Nederland veel bekender. Ze werden populair onder lezers van allerlei geloven. Meningen over de werken van Chaim Potok: Sommigen prezen Potok’s romans omdat ze op deze manier een goed overzicht kregen op de joodse cultuur. Velen krijgen een onvergetelijke kennismaking met de wereld met het chassidisme. Wat veel lezers diep geraakt heeft, is de sfeer van geborgenheid, de warmte van de chassidische gemeenschap, de gezellige sjabbatmaaltijden, de vurige discussies over talmoedpassages. Wat ook op prijs wordt gesteld in bijvoorbeeld Davita’s Harp is, dat Potok in zijn boek ruimere aandacht heeft voor de ideeën en levenswijze van niet-orthodoxe Amerikaanse joden. Bij Davita’s Harp kun je dit heel goed merken. Ze gaan niet naar de synagoge en branden bijvoorbeeld ook geen kaarsen e.d. Ze hebben een heel andere manier van leven dan de joodse mensen die onder hen wonen. Nog een waardering is dat Chaim Potok zijn boeken heel realistisch heeft geschreven. Als je daarnaast ook nog de boeiende geschiedenis van het joodse volk neerzet die Potok in zijn boeken weergeeft weet hij heel terecht een breder publiek te interesseren voor de leefwijze en het culturele erfgoed van zijn volk. Ook actuele en meer algemene problemen krijgen een plaats in het werk van Potok. In Davita’s harp is er veel aandacht voor het probleem over het communisme rond de Spaanse Burgerloorlog en aanwakkerende communisme in Amerika door de slechte economische situatie. Rond de tijd dat dit boek werd uitgegeven was er sprake van de Koude Oorlog. Bovendien is het communisme wel vaker in Amerika onderwerp van gesprek. De literaire kritiek daarentegen vond Potok’s werk te simplistisch. Ondanks dat prezen ze Potok wel om zijn rijkgeschakeerde beschrijvingen van de joodse wereld. Ook vonden ze dat het in Potok’s boeken er vaak sprake van is dat de hoofdpersonen in de romans vrijwel zonder uitzondering briljante leerlingen zijn. Het wordt op den duur eentonig om slechts te lezen over de jeugd van veelbelovende joden. Ze zijn jong, joods en Amerikaans; toch kunnen het niet allemaal ‘winners’ zijn.
Ik vind het moeilijk om dit te vergelijken met Nederlands literatuur, omdat het nog maar 1 boek is wat je gelezen hebt kun je minder zeggen, en ik zag ook niet veel verschillen tussen Nederlandse literatuur en dit boek.
Waardering: Ik vond het onderwerp wel interessant, je leert er zo heel veel over, omdat het uit de ogen van een jong meisje wordt geschreven, dan wordt het makkelijk uitgelegd, ook moeilijke woorden die Davita aan haar moeder vraagt om uit te leggen, snap je dan beter. Zo leer je dus eigenlijk een heleboel over de geschiedenis van het communisme en de Spaanse burgeroorlog. Ook over het jodendom leer je meer. Ik vond het met geschiedenis nooit leuk om het over het communisme te hebben, maar door dit boek is het op makkelijke manier uitgelegd en vond ik het niet erg om het erover te hebben. Ik denk dat het boek goed, maar kort, beschrijft hoe het communisme en de Spaanse burgeroorlog in elkaar zitten, ook de gebruiken van de joden leer je. Het werd wel oppervlakkig behandeld, omdat het uit de ogen van een jong meisje werd beschreven, maar toch had het wel wat diepgang, doordat Davita doorvraagt als ze iets niet snapt. Ik denk dat het belangrijkste in het boek is hoe Davita zich ontwikkeld, d.m.v. de omgeving. Er komt veel in voor wat langs elkaar heenloopt, maar toch is het nog heel goed te begrijpen. Ik vond het boek wel leuk om te lezen, maar niet echt dat het zo bijzonder spannend ofzo was, het was een beetje normaal. Het is allemaal wel heel geloofwaardig, dit komt vooral omdat de geschiedenis vooral in het boek voorkomt, en het joodse geloof. Toen Davita’s vader overleed vond ik het wel raar dat ze zich zo groot probeerden te houden. De afloop vond ik mooi, doordat Channah en Ezra trouwden kreeg je weer een huiselijke sfeer.
De personen kwamen wel levensecht over, ik kon me we een beetje verplaatsen in Davita, maar niet helemaal, omdat ze veel jonger is. Ik herkende mij niet in Davita, maar ik heb ook een heel ander leven, ik vond haar zelfs wel eens zielig, omdat ze al vrij jong redelijk zelfstandig moet zijn.
Ik vond het verhaal wel makkelijk om te lezen, dit komt omdat het uit de ogen van Davita is geschreven en zij nog jong is. Ik vond de verhalen van Jacob Daw vaag, en begreep er niets van, dat vond ik ook niet erg leuk om te lezen.
Het taalgebruik was dus makkelijk, en als er moeilijke woorden gebruikt werden vroeg Davita om uitleg, hierdoor werd het dus wel weer makkelijk. Er kwamen wel dialogen voor, die werden heel natuurlijk weergegeven. Ik vond het een mooi boek om te lezen, en niet moeilijk geschreven. Maar ik zou niet meer boeken van Chaim Potok gaan lezen.
REACTIES
1 seconde geleden