Interbellum door Jules Deelder

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Interbellum
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 5028 woorden
  • 20 februari 2003
  • 61 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
61 keer beoordeeld

Boekcover Interbellum
Shadow
Interbellum door Jules Deelder
Shadow
ADVERTENTIE
Een rechtenstudie met betekenis, waar wil jij je hart voor inzetten?

Bij de bacheloropleiding Law in Society aan de VU ontdek je hoe je actuele maatschappelijke thema’s kunt aanpakken met een juridische bril.

1 Beschrijvingsopdracht

J.A. Deelder, Interbellum. Amsterdam 1987 (eerste druk)

Ik heb voor dit boek gekozen, omdat mij de schrijver Deelder wel leuk leek bij de bespreking van de schrijvers waar we een boek van konden kiezen. Interbellum was het enige boek dat ik kon vinden en daarom heb ik daar voor gekozen. En ik had al vaker van Deelder gehoord, maar ik had nog nooit iets uit Deelders werk gelezen en dat was ook een reden voor mij om voor Deelder te kiezen.

Ik vond het wel een leuke gedichtenbundel en het was ook de eerste bundel die ook ooit gelezen heb. Het viel mij niet tegen, omdat hij hele leuke en redelijk te begrijpen gedichten schrijft en ook veel over de oorlog en dat vind ik altijd wel een leuk onderwerp om over te lezen. Ik had echt verwacht dat er in gedichtenbundels met hele moeilijke woorden werd gedicht, maar bij Deelder blijkt dat helemaal niet het geval en dat maakte het ook wel leuk om het te lezen.

Korte samenvatting.

De gedichtenbundel gaat vooral over het verleden zoals de oorlog en de bombardementen op Rotterdam, maar ook zijn eigen belevenissen in zijn vroegere jaren en zijn familie en bekenden, omdat in veel gedichten de verleden tijd wordt gebruikt en hij heeft het dan ook vaak over ‘ik’ en dan vertelt hij over zijn oom Cor, zijn opoe, Wim en zijn vader. Wat hij over zijn vroegere jaren vertelt zijn vaak grappige gebeurtenissen zoals een raar verlopende sollicitatie en een ontmoeting met een lichtende schijf waarmee hij een ruimteschip bedoelt. Over de dood en ziek zijn vertelt hij ook veel in zijn gedichten zoals over zijn dode oom Cor. Ook dicht hij veel over de stad Rotterdam en wat hij daar meemaakt. Dit doet hij waarschijnlijk, omdat hij de nacht burgemeester van Rotterdam is. Hij vertelt dan vooral over de bekende dingen van Rotterdam zoals de Maasbrug en de maasvlakte.

Belangrijkste thema’s.

- De oorlog: hij vertelt veel over de tweede oorlog en dan vooral over de bombardementen op Rotterdam en wat er met Rotterdam in de oorlog is gebeurd. - Rotterdam: hij vertelt heel veel over Rotterdam en dan niet alleen over de oorlog, maar vooral over de zeer bekende dingen die Rotterdam kenmerken zoals de kenmerken die in de korte samenvatting beschreven zijn. - Zijn jeugd: hij vertelt over allerlei gebeurtenissen uit zijn jeugd en over de mensen van wie hij hield. Hierin komen vrolijke en leuke dingen aan bod maar ook de dood en ziektes van zijn familieleden en andere mensen waarvan de relatie tot hem niet bekend is. - De dood: de dood is ook nog aan te wijzen als een apart thema. Hier boven stond de dood ook al genoemd, maar dan in het verband met zijn jeugd en andere gedichten met het thema dood hebben niets te maken met zijn familie en bekenden.

2 Verdiepingsopdracht · De literaire functie

RECLAMEWEZEN

Ooit solliciteerde ik
naar een baan
bij het reclamewezen
in de veronderstelling
dat dit met een dichter
wel raad zou weten
niets bleek minder waar

Als proeve van bekwaam- heid moest ik speciaal
voor detaillisten de voor- delen van plastic ritsen
belichten wat niets te
maken had met dichten

Ik schreef dat plastic
ritsen verre boven metalen
waren te prefereren
met name voor heren
vanwege ’t geringere in- fectiegevaar al bleef
het een pijnlijke affaire
voor wie niet was besneden

Ik vrees dat deze aanpak
in het oog van het
reclamewezen geen genade
heeft kunnen vinden
want tot op heden mocht ik
nooit meer iets vernemen

De tegenstelling die in dit gedicht zit is die tussen vroeger en nu. In de eerste drie strofen vertelde hij wat hij ooit heeft gedaan. Namelijk het solliciteren bij het reclamewezen en een tekst schrijven voor plastic ritsen. Deze drie strofen zijn ook in de verleden tijd geschreven. De vierde strofe daarentegen is in de tegenwoordige tijd geschreven en beschrijft dat hij nog steeds niets heeft gehoord van zijn sollicitatie. Dus of hij wel of niet is aangenomen.

Ook is er sprake van herhaling van woorden. In dit gedicht worden de woorden reclamewezen en plastic ritsen beiden één keer herhaald.

Er is sprake van de literaire functie, omdat de herhalingen terug verwijzen naar de tekst. Namelijk naar dingen die eerder genoemd zijn in dit geval. En de vierde strofe verwijst terg naar wat er in het verleden is gebeurd. Namelijk het solliciteren en het maken van een reclametekst voor het reclamewezen.

· Kenmerken van poëzie

MARINIERSBRUG

De Maasbrug
symbool van on- verzett’lijkheid
leed aan metaal- moeiheid en was
gedoemd – Geen

mariníer die ‘t
stage knagen van
den tijd een halt
toeriep – integen- deel! Reeds rees
uit Rotown’s harte-

bloed een nieuw
symbool ons tege- moet – scharlaken
in de neongloed – De Mariniersbrug
Poort die naar
Heden voert!

De kenmerken van poëzie in dit gedicht zijn:

- Typografie: er wordt maar een deel van de bladzijde gebruikt. In de lengte is maar driekwart van de pagina gebruikt en in de breedte maar een derde deel van de pagina. - Strofen: het gedicht ‘Mariniersbrug’ is opgedeeld in drie strofen en het bestaat uit allemaal korte zinnen met niet meer dan drie woorden. De eerste twee strofen zijn een sextet, omdat ze uit zes regels bestaan en de derde strofe is een septet, omdat die uit zeven regels bestaat. - Ritme: het woord mariníer krijgt een extra accent bij de í. - Enjambement: hij breekt overal in de strofen regels af, met een streepje. Hierdoor krijgen deze woorden meer nadruk. Ze maken je nieuwsgierig naar wat er zal gebeuren. Zoals in het gedicht Mariniersbrug waar de ene zin doorloopt in de volgende strofe: – Geen

mariníer die ‘t
stage knagen van
den tijd een halt
toeriep –

· Stijlfiguren en beeldspraak

Ik kon geen gedichten vinden waarin zowel stijlfiguren als beeldspraak in voorkwamen. In veel gedichten kwamen ook geen van beiden voor. Daarom heb ik gekozen voor een gedicht waar meerdere stijlfiguren aan bod komen en ik heb gekozen voor een gedicht waar vooral veel beeldspraak in voor komt. Het gedicht waar stijlfiguren in voorkomen is het gedicht ‘Voor Ari’ en het gedicht waar beeldspraak in voorkomt is het gedicht ‘Mariniersbrug’ die ik al eerder heb gebruik, maar die ik opnieuw gebruik, omdat de beeldspraak hier duidelijk aan bod komt en in grotere mate dan in de andere gedichten.

VOOR ARI

Lieve Ari
Wees niet bang

De wereld is rond
en dat istie al lang

De mensen zijn goed
De mensen zijn slecht

Maar ze gaan allen
dezelfde weg

Hoe langer je leeft
hoe korter het duurt

Je komt uit het water
en gaat door het vuur

Daarom lieve Ari
Wees niet bang

De wereld draait rond
en dat doettie nog lang

Aanwezige stijlfiguren in dit gedicht

- Tegenstelling: de drie tegenstellingen die in dit gedicht voorkomen zijn goed en slecht in het geval van mensen en de tweede aanwezige tegenstelling is die tussen langer en korter in het geval van het bestaan. De derde tegenstelling is die tussen water en vuur, maar ik weet niet honderd procent zeker of dat ook werkelijk een tegenstelling is.

-Herhaling: in dit gedicht is twee keer sprake van herhaling. De eerste aanwezige herhaling is de herhaling tussen strofe 1 (Lieve Ari Wees niet bang) en strofe 7 (Daarom lieve Ari Wees niet bang). De tweede herhaling is de herhaling tussen strofe 2 (De wereld is rond en dat istie al lang) en strofe 8 (De wereld draait rond en dat doettie nog lang).

MARINIERSBRUG

De Maasbrug
symbool van on- verzett’lijkheid
leed aan metaal- moeiheid en was
gedoemd – Geen

mariníer die ‘t
stage knagen van
den tijd een halt
toeriep – integen- deel! Reeds rees
uit Rotown’s harte-

bloed een nieuw
symbool ons tege- moet – scharlaken
in de neongloed – De Mariniersbrug
Poort die naar
Heden voert!

Aanwezige beeldspraak in dit gedicht:

- Vergelijking zonder als: er zijn in dit gedicht twee vergelijkingen zonder als. De eerste staat meteen in de eerste drie regels van de eerste strofe. De tweede vergelijking staat in de laatste drie regels in de derde strofe. De vergelijking die in de eerste strofe wordt gemaakt is de vergelijking tussen de Maasbrug en een symbool van onverzettelijkheid. De vergelijking, gemaakt in de derde strofe, is de vergelijking tussen de Mariniersbrug en een Poort die naar het heden vloeit. - Personificatie: ’t stage knagen van den tijd is in dit geval de personificatie. De tijd is in dit geval het levenloze gedeelte van de zin terwijl het stage knagen aan iets levens moet worden toegekend, het levenloze krijgt in dit geval dus iets levendigs.

De functionaliteit van deze kunstgrepen in de gedichten is het duidelijk maken van bepaalde dingen in het gedicht. De symbolen in het gedicht Mariniersbrug geven weer hoe de dichter de brug ziet. Met de tegenstellingen over hetzelfde onderwerp zet hij de mensen aan het denken, maar ook vertelt hij dat het niet uitmaakt of je goed of slecht bent want iedereen gaat dezelfde weg. Hiermee zet hij ook weer de mensen aan het denken. De herhaling van ‘wees niet bang Ari’ heeft als functie het herhalen van het wees niet bang dat in het begin van het gedicht staat. Hiermee wordt nog een keer duidelijk dat Ari niet bang hoeft te zijn en weet de lezer ook waarom Ari niet bang hoeft te zijn.

· Taalgebruik en stijl

Het taalgebruik in deze bundel van Deelder wijkt niet veel af van het gewone taalgebruik. Zo gebruikt hij in het grootste deel van de bundel gewone alledaagse zinnen en woorden. Een enkele keer gebruikt hij vreemde woorden en zinsconstructies die moeilijk te begrijpen zijn. Soms gebruikt hij ook nog woorden in de schrijfwijze van vroeger zoals het woord Mensch in het gedicht ‘Wereldbeeld’ of woorden in een Rotterdams dialect zoals hep. Deelder trekt ook vaak twee woorden samen zoals d’onsterfelijkheid in het gedicht ‘Gewetenswaardig’ en het woord istie (in plaats van is die) in de gedichten ‘Fabeldier’ en ‘Voor Ari’. In het gedicht ‘Mariniersbrug’ verkort hij het woord verzettelijkheid tot verzett’lijkheid en in andere gedichten ik voor ‘k en het voor ‘t. Dit alles maakt het lezen van de gedichten vaak iets moeilijker. Dit heeft waarschijnlijk tot doel dat dit belangrijke woorden in het gedicht zijn. Door ze anders te schrijven of twee woorden samen te trekken vestigt Deelder zo de aandacht op die woorden die hij belangrijk acht voor het gedicht. In enkele gedichten in deze bundel zit ook humor. Het gedicht Warm vlees is een gedicht waarvan ik vind dat er humor in zit. Het gedicht gaat als het volgt:

WARM VLEES

Warm vlees
in koelen bloede

zoekt kennis met
broodje tartaar

om samen oud mee
te worden

Uitjes geen
bezwaar

De humor die in dit gedicht zit is dat het als een contact advertentie is geschreven met voorwerpen als personen in plaats van mensen. Ook de laatste strofe waarin gezegd wordt dat uitjes geen bezwaar zijn is wel humoristisch, dit omdat hij daar waarschijnlijk kinderen mee bedoelt.

Het gedicht ‘Regenwolk’ is een gedicht waarin ironie naar voren komt.

REGENWOLK

Grauwe wolk
van vage vorm

zonder vaste
omtrek

die zich soms
verdeelt in

losse flarden
en dan

fracto-nimbus
heet

Hij maakt hiermee het vakjargon van weermannen belachelijk. Hij maakt dit vakjargon belachelijk, omdat hij eerst een doodnormale wolk omschrijft die later door de wind in verschillende wolken wordt opgedeeld en dan opeens een belachelijke Latijnse naam krijgt terwijl het dezelfde wolk nog is in meerdere delen.

Ambiguïteit komt ook in het boek voor en dan vooral in het gedicht ‘Warm vlees’. De ambiguïteit in dit gedicht zit hem in de laatste strofe dat uitjes geen bezwaar zijn. Dit kan erop duiden dat kinderen geen bezwaar zijn. Het verband tussen uitjes en kinderen is dat uien vervelend zijn, net als kinderen wel eens zijn en dat je er de tranen van in je ogen krijgt. Verder kon ik geen ambiguïteit ontdekken in deze bundel.

Kort samengevat is het taalgebruik modern met hier en daar wat ironie en humor en een klein beetje ambiguïteit.

· De opbouw van de bundel

In deze bundel is geen duidelijk aanwijsbare opbouw aanwezig en waarschijnlijk is die er ook helemaal niet. De gedichten met de verschillende thema’s staan niet allemaal bij elkaar. Maar staan willekeurig verspreid door de bundel. Door de twee gedichten ‘Dageraad der bromfiets’ en ‘Made in Japan’ die respectievelijk zeven en zes pagina’s lang zijn zou je de gedichten bundel nog meer iets van een cyclus geven dan een verdeling in afdelingen.

· Uitvoerige behandeling van de thematiek

De thema’s die ik had genoemd waren: - Oorlog - Rotterdam - Zijn jeugd - Dood

Het thema gaat alleen over de tweede oorlog en dan ook alleen over de oorlog in Rotterdam en één gedicht ook over de oorlog in Ede. Het thema oorlog is vooral in Flashbacks. Dus wat hij nu ziet verwijst terug naar de oorlog of heeft in de eerste plaats niets met actieve oorlog te maken zoals het gedicht ‘Vogelperspectief’. Daarin droomde hij over de oorlog en hoe hij de oorlog ziet vanaf de euromast en dat de oorlog eigenlijk best mooi kan zijn.

VOGELPERSPECTIEF

Ik droomde dat het oorlog was
Ik doolde door verkoolde straten
in een regen van granaten

Rook verduisterde de dag
In de Maas kookte het water
Ik beklom de Euromast

Rondom stond de stad in brand
Godallemachtig! Vanuit de lucht
gezien was zo’n oorlog prachtig!

Het gedicht ‘Veld van eer’ is een soortgelijk gedicht maar dan geen droom, maar hij ziet vlagen van wat er is achter gebleven van de oorlog zoals: ‘geur van NSB’ers’, ‘In één dezer tuinen rust Mussert’s gebeente’ en de eerste vier zinnen van de laatste strofe zoals hieronder weergegeven.

Houzee kameraden! -> Groet NSB
Verbleekt en verbeten In zwart uniform en -> Kleur van het pak van de NSB met één hand geheven -> De Hitlergroet.

Het tweede thema is Rotterdam. In de gedichten over Rotterdam vertelt hij veel over de bekende dingen in Rotterdam, maar ook over de stad zelf dat die niet te filmen is en dat het vierkant hoog en hoekig is zoals hij Rotterdam beschrijft in het gedicht ‘Rotown magic’. Dit komt, omdat Rotterdam na de bombardementen in 1940 is gebombardeerd en dus weer opnieuw is opgebouwd. Hierdoor is het zo modern en is er niets meer van het oude stadsgezicht overgebleven zodat filmen dus ook geen zin heeft. De Maastunnel en Maasvlakte komen ook vaak aan bod. Ik zal de gedichten noemen plus de passages waar het in staat: - Stadslicht: De Maastunnel is hiervan een goed voorbeeld - Blodsomløbet: For de fleste Rotterdammeres staar man ved Maasflodens Bred om Natten staar de stille - Mariniersbrug: De Maasbrug symbool van onverzett’lijkheid - Maasvlakte: Het gehele gedicht gaat er over en volgt hieronder

MAASVLAKTE

Waar zee was
heerst land
Water verdronken
in zand

Langs uiterste rand
serene rust van
tankopslag

Door draden kracht
centrale knetterend
boomloze verte
in knalt

brandt Eeuwige Vlam
boven buitenaards
landschap

Van god verlaten
Helicopter- Plat

Een ander bekend symbool dat van Rotterdam wordt genoemd is de Euromast zoals te lezen valt in het gedicht vogelperspectief die bij het thema oorlog hoort.

Het derde thema is zijn jeugd. In deze gedichten vertelt hij wat hij vroeger heeft meegemaakt met familieleden maar ook wat hij op latere leeftijd meemaakte. Dit thema is heel goed te herkennen, omdat hij voornamelijk in de verleden tijd praat en het is geschreven in de ik vorm en er komen familienamen in voor zoals moeder in het gedicht Interbellum: ‘M’n moeder pakt me bij m’n hand en Opoe in het gedicht Lieve Opoe en Wim. Dit gedicht is een brief aan Opoe en Wim en vandaar ook Lieve Opoe en Wim. Maar hij haalt ook herinneringen op in zijn gedichten zoals in het gedicht Vader op zoon, ook weer in de verleden tijd dus het is al gebeurd.

VADER OP ZOON

We liepen door de duinen
Het was een uur of vier
We zagen de ochtend gloren
We waren verschrikkelijk hier

Er werd gen woord gesproken
De stilte was genoeg
We werden opnieuw geboren
We waren in korte broek

M’n vader en ik en m’n vader
We wisten méer dan ooit
dat wij dezelfde waren
en die verandert nooit.

Het laatste thema is dood en leven. Dit thema draait vooral om het doodgaan van bekenden van Deelder. Dit is te herkennen aan een woord zoals ome. Maar hij vertelt ook over de dood van niet nader genoemde personen zoals in het gedicht ‘Sterfportret’ en ‘Dichtung und Wahrheit’.

STERFPOTRET

Vlak voor de dood intrad
hief hij een arm op

en trachtte met z’n vinger
z’n naam in de lucht

te schrijven
maar het mocht niet baten

Hij stierf terwijl hij
in z’n stoel zat

De passage in het gedicht ‘Dichtung und Wahrheit’ omschrijft de dood ook, maar dan in één strofe: ‘Die heeft zichzelf aan z’n lier gehangen.

Het gedicht waar de dood van een familielid aan bod komt is het gedicht ‘Bij de dood van ome Cor’. In dit gedicht beschrijft hij, hoe na de dood van ome Cor, de jongens van Deelder weer samen zijn. Dit samenzijn is in het hiernamaals is in de eerste twee regels van de derde strofe wordt verwoord als: ‘Nu lopen ze rond door het hiernamaals’ en in de laatset twee regels van het gedicht wordt de dood ook concreet genoemd: ‘Het is niet erg om dood te zijn’.

Thema’s Oorlog Rotterdam Zijn jeugd Dood en leven Overige
Gedichten -Tram-Vogel- perspectief-Groeten uit Ede-Veld van eer-Dageraad der bromfiets -Rotown magic-Stadslicht-Blods-omløbet-Mariniers- brug Birds of passage-Maasvlakte -Onder Weert-Reclame- wezen-Poète Oublie -Vader op zoon-Lieve opoe en Wim-Interbellum -Gewetens-vraag-Dichtung und wahrheit-Sterfportret-Last call-Voor AMC-Allwaijs-April in Paris-Bij de dood van ome Cor-Voor Ari -Wereldbeeld-Bokswereld-Regenwolk-Warm vlees-Wonderland-Fabeldier-Birdlore-Flashback-Dodo-George Johnson-Sire van een Koningin-Come back-Made in Japan-Reisgedicht-Made in Lapland-En passant

Deze tabel geeft weer welke gedichten bij ieder thema horen. In de rij ‘overige gedichten’ staan de gedichten die niet bij één van de vier thema’s horen en waarvoor ook geen thema is
Te verzinnen, omdat ze gewoon veel te globaal zijn.

Het mag duidelijk zijn dat de gedichten die in elke categorie genoemd zijn met het thema te maken hebben. Daarom lijkt me het ook niet handig om te vertellen waarom ze bij elkaar horen, want dat is bij de behandeling van de thema’s al duidelijk geworden: de gedichten gaan over het thema!

· Gedichtbespreking

-Gedicht 1-

BIJ DE DOOD VAN OME COR

Ze zijn nu weer samen
de jongens van Deelder
Na Arie en Jaap
kwam Corrie het laatst

Ze hebben op elkaar gewacht
Arie en Jaap en die samen
weer op Corrie
die de jongste was

Nu lopen ze rond door
het Hiernamaals
en drinken een borreltje
op onze gezondheid

Ze lachen en praten en
hebben geen pijn en ze
laten ons weten: Het is
niet erg om dood te zijn

1. Deelder, Bij de dood van ome Cor. De titel roept bij mij dat er iemand is overleden en dat het een soort van gedicht is waarin stond wat er is gebeurd na de dood van ome Cor en dat er herinneringen over ome Cor boven komen. Het lijkt mij een tragisch gedicht als ik de titel lees. 2. Ik vind het een goed gedicht, omdat hij hierin verwoordt dat de dood niet eens zo erg is en dat je iedereen toch weer tegenkomt in het hiernamaals. Hij spreekt ook niet van een hemel, maar echt van een hiernamaals. Hiermee geeft hij aan dat hij niet weet of er een hemel is, maar wel dat er leven is na de dood. Hij schrijft op een hele luchtige manier over de dood en niet zo geheimzinnig en daarom vind ik dit een goed gedicht. 3. - Ze zijn nu weer samen - Nu lopen ze rond door het hiernamaals - Ze lachen en praten en hebben geen pijn - en ze laten ons weten: Het is niet erg om dood te zijn

Ik vind deze zinnen belangrijk, omdat ze de kern van het gedicht weergeven. Ze omschrijven ook perfect het thema dood dat bij dit gedicht hoort.

Het onderwerp is leven na de dood.

4. - De titel betekent dat bij de dood van ome Cor de jongens van Deelder weer samen zijn gekomen. Dus dat ze elkaar weer hebben gevonden. - Ik begrijp alle woorden. - Ik heb geen meerduidige woorden gevonden in het bovenstaande gedicht. - Er is ook geen beeldspraak. - De zinsbouw is heel duidelijk en overzichtelijk. De zinnen zijn heel kort gehouden, maar wel begrijpelijk gebleven. - Het gedicht bestaat uit vier strofen. De verklaring voor deze indeling is dat alle strofen iets anders vertellen. De eerste strofe kun je als een inleiding zien, terwijl de tweede de eerste strofe verder uitlegt. In de tweede wordt het duidelijk hoe ze elkaar ontmoet hebben => door te wachten. De derde strofe vertelt wat de jongens van Deelder doen en de vierde strofe is een soort van conclusie dat het niet erg is om dood te zijn. - De functie van de witregels is in dit geval een soort van hoofdstuk indeling van het gedicht. Hoe de zogenoemde ‘hoofdstukken’ zijn ingedeeld is bij het vorige punt te lezen. - De kunstgreep in dit gedicht is dat het niet chronologisch is verteld. De eerste en tweede strofe zouden omgedraaid moeten worden om het gedicht wel chronologisch te krijgen. Eerst wordt verteld dat de jongens van Deelder samen zijn en in de tweede strofe wordt pas verteld dat ze elkaar pas hadden ontmoet nadat ze op elkaar gewacht hadden. Het wachten gebeurt voor het ontmoeten en dus is het gedicht niet chronologisch, omdat het daar eerst ontmoeten is en dan wachten. Het effect is dat je wilt weten hoe ze elkaar weer ontmoet hebben en dat kom je pas in de tweede strofe te weten, je wordt dus nieuwsgierig gemaakt.

5. In dit gedicht is geen sprake van rijm. De versvorm is dat het gedicht uit vier strofen met allemaal even lange zinnen bestaat en iedere strofe bestaat uit vier regels.

6. Ik blijf erbij dat het onderwerp de dood is en misschien iets anders: het is niet erg om dood te zijn. De thematiek blijft dood. Ik denk dit, omdat het dood zijn overal uit blijkt. Ten eerste al uit de titel maar ook dat dood zijn niet erg is en dat je geen pijn meer hebt.

7. Ik dacht eerst dat een soort van triest gedicht zou zijn waarin ome Cor herinnerd werd, maar dat blijkt totaal het geval niet. Het klopt wel dat het een gedicht is waarin verteld wordt wat er na de dood van ome Cor gebeurd.

8. Ik vond het een goed gedicht en dat komt mede, omdat het niet triest is. Het is zelfs een leuk gedicht om te lezen ook al doet de titel dat niet vermoeden en het komt redelijk overeen met wat ik bij punt twee heb gezegd.

-Gedicht 2-

VOGELPERSPECTIEF

Ik droomde dat het oorlog was
Ik doolde door verkoolde straten
in een regen van granaten

Rook verduisterde de dag
In de Maas kookte het water
Ik beklom de Euromast

Rondom stond de stad in brand
Godallemachtig! Vanuit de lucht
gezien was zo’n oorlog prachtig!

1. Mijn tweede gedicht is van Deelder en de titel is: “vogelperspectief’ (zie vorige pagina.) Ik heb echt geen flauw idee waar het over zou kunnen gaan als ik de titel zie. Het kan iets met wiskunde te maken hebben of dat je iets van boven af ziet.

2. Ik vind het een vreemd gedicht, want wie doet er nu een uitspraak dat de oorlog vanuit de lucht mooi is ook al is het gedroomd. Ik vind het ook raar want de meeste mensen zullen dit gedicht in verband brengen met de bombardementen op Rotterdam in mei 1940.

3. -Ik beklom de Euromast -Rondom stond de stad in brand -Vanuit de lucht gezien was zo’n oorlog prachtig!

Ik vind deze regels het belangrijkste omdat ze het thema en het onderwerp goed weergeven en ten tweede begrijp je de titel ook als je deze zinnen leest. Het thema is oorlog en het onderwerp is dat oorlog in vogelperspectief mooi is.

4. - De titel vogelperspectief verwijst na de laatste anderhalve regel van de laatste strofe. Hierin staat ‘Vanuit de lucht gezien was zo’n oorlog prachtig!’ met ‘vanuit de lucht gezien’ wordt het vogelperspectief bedoeld dat ook vanaf een hogere plaats gezien betekent. - - Ik ken alle woorden die in het gedicht voorkomen. - Het woord Godallemachtig is volgens mij meerduidig. Het godallemachtig kan op ‘mooi’ duiden in het geval van de volgende zin dat de oorlog vanuit de lucht gezien mooi is, maar het kan ook terugverwijzen naar de vorige zin waarin staat: ‘rondom stond de stad in brand.’ Dan krijgt het woord godallemachtig een negatieve kreet. Zoiets als: oh wat erg! - Er is geen sprake van beeldspraak. - De zinsbouw is ook in dit gedicht duidelijk. Er zitten geen onduidelijke grammaticale constructies in het gedicht en daardoor is ook dit gedicht heel duidelijk. - Het gedicht bestaat uit drie strofen. De verklaring voor deze strofen is dat hij in de eerste strofe een soort van inleiding geeft en vertelt wat hij doet: door de straten lopen. In de tweede strofe verteld hij wat hij zoal op straat ziet en in de derde strofe valt het lelijke beeld dat in de eerste twee strofen is geschetst weg en blijkt de oorlog opeens ook een mooie kant te hebben. - De witregels geven aan wanneer de dichter weer iets anders vertelt. Dus eerst wat hij deed, witregel, wat hij zag, witregel en dat de oorlog niet zo lelijk is. - Ik kan geen kunstgrepen in dit gedicht vinden.

5. Er is geen rijm en de versvorm is De versvorm is dat het gedicht uit drie strofen met allemaal even lange zinnen bestaat en iedere strofe bestaat uit drie regels. Dit heeft weinig effect op mij.

6. Het onderwerp is dat oorlog heel erg is, dit wordt duidelijk in de eerste twee strofen, maar als je het vanuit de lucht ziet is het mooi dus ik verander het onderwerp toch in oorlog is erg. Het thema blijft oorlog, omdat dat ook genoemd wordt in de eerste regel van het gedicht en alle eigenschappen van oorlog zoals granaten, verduisterde lucht en verkoolde straten komen in het gedicht voor.

7. Ik gedicht is toch heel anders dan ik had verwacht. Het enige dat klopte was dat hij Rotterdam van boven bekijkt, dat klopt dus met de verwachting die ik had.

8. Ik vind het een goed gedicht. Het afschuwelijke van de oorlog komt toch wel goed naar voren en op een goede manier vertelt hij dat de oorlog vanaf een hoger gelegen plaats er toch wel mooi uitziet. Mijn oordeel is anders, omdat ik het gedicht nu helemaal geanalyseerd heb en het gedicht beter begrijp.

-Gedicht 3-

MAASVLAKTE

Waar zee was
heerst land
Water verdronken
in zand

Langs uiterste rand
serene rust van
tankopslag

Door draden kracht
centrale knetterend
boomloze verte
in knalt

brandt Eeuwige Vlam
boven buitenaards
landschap

Van God verlaten
helicopter- plat

1. Deelder, ‘Maasvlakte’. De titel roept bij iets op dat het gedicht over de haven van Rotterdam gaat en met name over de maasvlakte.

2. Ik vind het een goed gedicht, maar ik moest het gedicht eerst wel een paar keer doorlezen voordat ik hem goed begreep. Ik vind het wel een goed gedicht, omdat het eigenlijk heel goed weergeeft wat de Maasvlakte is en waarvoor het gebruikt wordt.

3. -Waar zee was heerst land -serene rust van tankopslag -brandt Eeuwige Vlam boven buitenaards landschap

Ik heb voor deze zinnen gekozen, omdat ze perfect het onderwerp weergeven en tegelijk de titel. Het onderwerp is de Maasvlakte en het thema Rotterdam, omdat Deelder in al zijn gedichten wat van Rotterdam behandelt en in dit gedicht behandelt hij de Maasvlakte, vandaar dus het thema Rotterdam.

4. - De titelbij dit gedicht is niet zo moeilijk, omdat het hel gedicht over een deel van de Rotterdamse haven gaat. Namelijk over de Maasvlakte en dat is ook de titel van het gedicht. - Ik kende alle woorden - Ik herken geen dubbelzinnige woorden - De beeldspraak in dit gedicht is dat de maasvlakte wordt vergeleken met een buitenaards landschap. Dit betekent dat de Maasvlakte zo gebouwd is en volgepropt met allerlei tankopslagen dat het lijkt alsof je niet op aarde bent, maar op een andere planeet. - De zinsbouw in dit gedicht is redelijk moeilijk en vooral de tweede strofe is moeilijk te begrijpen, omdat die zin heel raar is opgebouwd. Maar de rest van het gedicht is door de rare zinsopbouw ook moeilijk te begrijpen. - Het gedicht bestaat uit 5 strofen, maar de indeling hiervan snap ik niet. - De functie van de witregels is de scheiding tussen de strofen aangeven en dat mag ook duidelijk zijn, maar meerdere functies van de witregels zou ik niet weten. - De kunstgreep enjambement is toegepast en dat heeft op mij het effect dat ik wil weten hoe het gedicht verder gaat, omdat de zin opeens wordt afgebroken en op de volgende regel verder gaat.

5. Er is geen sprake van rijm in dit gedicht en de versvorm is dat het bestaat uit 5 strofen met even lange zinnen en afgezonderd van de eerste strofe die vier regels lang is zijn de andere strofen 3 regels lang. Dit heet op mij geen effect.

6. Het onderwerp is volgens mij niet alleen de Maasvlakte, maar het uiterlijk van de maashaven. Dit denk ik, omdat heel simpel wordt verteld wat er op de Maashaven te zien is. Dit wordt in het hele gedicht verteld. Het thema blijft gewoon Rotterdam.

7. Mijn verwachting dat het over de Maasvlakte gaat is uitgekomen en het kan nog een klein beetje aangepast worden tot: alles wat op de Maasvlakte te zien is.

8. Ik vond het een moeilijk gedicht, maar ik vind dat het wel heel goed de omschrijft hoe de Maasvlakte eruit ziet, aangezien ik dit al vaak genoeg op de televisie heb gezien. Een goed gedicht dus, omdat Deelder de hele maasvlakte in 21 kleine zinnen kan beschrijven en dat vind ik goed. Mijn eindoordeel wijkt niet af van mijn eerste oordeel bij punt twee.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Interbellum door Jules Deelder"