De schrijver vertelt het verhaal. Hij beschrijft de figuren op de manier dat Alice ze ziet. De hoofdpersoon is Alice, een meisje van een jaar of tien. Verder heb je het konijn, de rups, de gravin, de kat, de hoedenmaker, de zevenslaper, de Maartse haas, de koning en de koningin, de fop schildpad en de Griffioen. Het begon allemaal tien Alice met haar zuster op een grasdijkje bij het water zat. Ze zag plotseling een wit konijn met rode ogen langlopen. Ze vond dit niet echt bijzonder. Ze holde het konijn achterna, een konijnenhol in. Ze kwam zo in een andere wereld terecht. Het konijnenhol liep eerst een tijdje rechtuit en boog toen plotseling naar beneden. Zo plotseling dat Alice voorover viel in wat leek een put. Ze viel heel diep de grond in. Beneden aangekomen dronk ze uit een flesje en werd zo klein dat ze met de sleutel door de piepkleine deur aan het einde van de gang kon. Opeens hoorde zij weer voetstapjes, het was het witte konijn. Hij keek om zich heen, alsof hij iets zocht. Inmiddels was Alice aangekomen in een alleraardigst huisje waar een flesje stond met drink mij erop. Ze donk het met de gedachte in haar hoofd dat ze nu wel groter zou worden, wat het was erg saai om klein te zijn. Ze groeide inderdaad en heel wat vlugger dan ze had verwacht. Want het flesje was nog niet half leeg toen haar hoofd al tegen de zoldering stootte en ze moest op haar knieën gaan liggen om niets te breken. Het konijn kwam thuis, het was zijn huisje, en probeerde Alice eruit te krijgen, onder andere door middel van kiezelsteentjes. De kiezelsteentjes veranderden in koekjes en Alice at er eentje. Zo werd ze weer net zo klein als ze eerst was. Ze ging het huis uit en rende het bos in. Daar ontmoette ze de rups. De rups vroeg haar wie ze was, maar dat wist ze niet echt meer. Na wat vaag gepraat waar Alice het fijne niet van snapte gaf de rups haar een raad. Maak je nooit boos. Is dat alles vroeg Alice. Nee, zei de rups. Ik heb nog een raad, sinds je niet meer weet wie je bent mag je de paddestoel hebben. De ene kant maakt je groter, de andere kleiner. Dank u wel zei Alice, maar voordat ze kon vragen welke kant wat deed was de rups verdwenen. Eerst werd ze heel klein en net voordat ze helmaal verdwenen was werd ze weer groot, zo groot dat ze haar schouders niet meer kon zien. Ze Likte aan de paddestoel en werd steeds kleiner, ze ging lopen. En toen ze bij een huisje was gekomen was ze zo\'n dertig centimeter groot. Ze stond bij het huisje terwijl ze dacht wat ze verder zou doen. Toen kwam er plotseling een lakei in livrei het bos uit hollen. Hij rende naar het huisje en klopte op de deur. Deze werd open gedaan door een andere lakei, met de kop van een kikker. De eerste lakei had de kop van een vis. De vislakei overhandigde een grote brief, ongeveer even groot als hijzelf, aan de kikkerlakei en sprak daarbij op plechtige toon voor de hertoging. Het was een uitnodiging van de koningin om croquet te komen spelen. De beide lakeien bogen diep voor elkaar en de deur ging dicht. De kikkerlakei bleef buiten het huis staan. Alice liep op de deur af en klopte. Het heeft geen zin zei de lakei en wel om twee redenen. Ten eerste sta ik aan dezelfde kant als jij en ten tweede, ze horen je toch niet. Alice vroeg de lakei hoe ze toch naar binnen kon komen. De lakei negeerde haar en hield hele verhalen. Alice was hem zo zat dat ze gewoon naar binnen stapte. Door de deur kwam je onmiddellijk in de keuken uit. De hertogin zat in het midden met een baby op haar schoot en er zat ook een kat in de kamer. Het kind huilde verschrikkelijk en de kat grijnsde. Alice vroeg de hertogin waarom haar kat zo grijnsde. Het is een Cyperse kat was het antwoord. Ik wist niet dat katten kunnen grijnzen zei Alice. Alle katten kunnen grijnzen was het antwoord. Nu was Alice boos, nou ik weet toevallig dat ik er eentje heb die niet grijnst zei ze. Dan weet je niet veel zei de hertogin. Alice was nu zo boos dat ze het huis verliet. Alice komt vervolgens terecht bij nog een aantal wonderlijke wezens zoals de Maartse haar, de hoedenmaker en de koningin. Aan het einde van het verhaal geeft de koningin het bevel Alice haar hoofd eraf te hakken. Alle kaarten, die de soldaten van de koningin zijn, komen op haar af. Als ze ze van haar af probeert te schudden wordt ze wakkergeschut door haar zuster. Alice wakker worden… Het probleem dat door het verhaal loop is dat Alice haarzelf en haar huis kwijt is. Ze weet zich geen raad met zichzelf. Ze komt allerlei figuren tegen die ze niet kan plaatsen in haar echte leven.
De schrijfstijl is makkelijk. Het boek is ook bedoeld voor kinderen vanaf tien jaar. Ik denk alleen dat je wel wat ouder moet zijn om het boek te snappen en alle woordspelingen door te hebben. De plaatsen waar Alice komt in haar droom zijn het tegenovergeselde van alles wat zij normaal vindt. Zijzelf veranderd ook steeds, van groot naar klein en weer terug. Ze is een beetje de kluts kwijt en weet niet meer wie ze nu eigenlijk is. De ruimte benadrukt dit, want ze weet ook niet waar ze is en zo is de ruimte net zo onbekend voor haar als haar lichaam voor haar is. Aan het einde van het boek, waar ze wakker wordt, komt ze weer terug is de bekende ruimte en weet ze ook weer wie ze is. Zo komt de ruimte het hele boek overeen met de hoofdpersoon. Omdat het boek een beetje verwarrend kan zijn is het wel rustig dat de ruimte overeenkomt met de gedachtegang van de hoofdpersoon. De schrijver heeft de verhaalfiguren neergezet door middel van uiterlijke kenmerken, innerlijke kenmerken en de handelingen van de verhaalfiguur. Ik zal van een aantal van de hoofdpersonen deze kenmerken geven.
- Alice
Ze is een meisje van een jaar of tien en heeft een oudere zus. Ze is gekleed in typische meisjes kleren, rok, strik in het haar, enz. Van haar achtergrond weet de lezer niets, behalve dat ze een oudere zus heeft. In het boek is ze heel verward en weet ze niet wat ze met zichzelf aanmoet. Ze denk heel er logisch. Hierdoor raakt ze niet in paniek en doet de dingen gewoon.
Alle andere hoofdpersonen vind ze maar raar en ongewoon. Toch vindt ze het niet gek als een baby een varken wordt en een konijn kan praten. Ze vindt sommige ongewone dingen gewoon en andere weer heel ongewoon. Je kan niet met haar meedenken omdat je nooit weet hoe ze zal reageren.
- De koningin. De koningin is wel de meest mallote persoon in het verhaal. Als ze niet tevreden is laat ze de persoon die daarvoor zorgt onthoofden met een simpel kop eraf. Haar man, de koning is onderdanig aan haar en heeft geen eigen mening. Ze ziet er ook dominant uit. Zwart, rood, gele kleding, in de vorm van een massale jurk. Ze kijk nogal boos en streng en leeft zich helemaal uit bij een potje coquetten. Maar als ze aan de verliezende hand is roept ze stop en roep zichzelf uit tot de winnaar. Haar gedachten kun je al helemaal niet volgen, het enige wat je zeker weet is dat ze ervoor zal zorgen dat ze haar zin krijgt. Alle andere hoofdpersonen kunnen haar niets schelen.
Het verhaal begint in de droomwereld van Alice en speelt zich onder andere af in een bos en een kasteel. De plaatsen waar het verhaal zich afspeelt hebben allemaal sterk te maken met een fantasiewereld. De vertelwijze is auctoriaal, de verteller staat boven de verhaalfiguren. Je weet ook de gedachten van de hoofdpersoon, zo weet ik helemaal zeker dat het verhaal auctoriaal is. Het thema is de droom van Alice, alle personen die zij met haar gedachten heeft gemaakt. Het verband tussen de titel en het verhaal is groot, de titel zegt namelijk waar het verhaal over gaat en wat je kan verwachten. Het verhaal is voor het eerst gepubliceerd in 1865. De schrijver heet Charles L. Dodgson, maar hij publiceerde het verhaal onder de naam Lewis Carroll. Hij heeft geleefd van 1832 tot 1898. Hij gaf les in wiskunde te Oxford en schreef boeken over geometrie en algebra. Dodgson was niet getrouwd, maar hij hield veel van kinderen. Zijn vriend had drie dochtertjes waarmee hij vaak uit varen ging. Ze heetten Lorine, Alice en Edith Liddell. Op 4 juli 1862 ging hij weer een boottochtje met hun maken. De kinderen waren dol op verhalen, vooral Alice, die zijn lievelingetje was. Hij begon te vertellen over Alice die in een konijnenhol viel en toen de vreemdste avonturen beleefde. De meisjes vonden het verhaal zo leuk dat hij het opschreef en het Alice cadeau geeft. Als een paar jaar later iemand het verhaal toevallig leest vindt hij het zo mooi dat hij zorgt dat het gedrukt wordt. De schrijver kiest een schuilnaam, Lewis Carroll, zijn voorletters waren C. L. Er worden tekeningen gemaakt door John Tenniel en zo verschijnt het boek. Het boek wordt ook nu nog door vele mensen in vele landen met plezier gelezen en dat zal nog lang zo blijven.
Beoordeling. Heel positief voor mij is dat het zich afspeelt in een onwerkelijke wereld die heel erg echt wordt als je het verhaal gaat lezen. Ook Alice vind ik erg sterk. Ze denkt zo logisch, en toch zo onlogisch. Echt super. Het mooiste gedeelte van het verhaal vond ik het gesprek met de rups, het was een heel verwarrend gesprek en er werd eigenlijk niets besproken. Ik vond dit een heel erg sterk stukje van het verhaal. Er zijn geen verhaalelementen die voor mij een negatieve invloed op het verhaal hebben. Ik heb de film en het toneelstuk van Alice gezien en daar kan je het natuurlijk heel erg goed mee vergelijken. Verder is er het boek Zeeën van tijd, of aan de andere kant van de deur. Dit boek is veel volwassener, maar bestaat ook uit twee werelden. Net zoals het boek Het geheim van de kaarten. Ik droom veel, dagdroom. Dus het verhaal is wel herkenbaar. De zelfgemaakte fantasiewereld met de zelfgemaakte figuren. Het taalgebruik is erg makkelijk. Ik vind het een erg goed boek en raadt het mensen zeker aan om te lezen. Ik denk dat het niet uitmaakt hoe oud je bent. Het gaat erom hoeveel fantasie je hebt. Ik ben blij dat ik dit boek het gelezen. Dit was mijn verslag over \"Alice in wonderland\". Ik heb het met plezier gemaakt. En ik hoop dat u het ook met plezier heeft gelezen. En dat alle informatie erin staat.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
he roos
erg bedankt voor je verslag.
ik kon het goed gebruiken want ik zat erg in tijd nood
erg bedankt.
liefs
kusjes
ik hou van je
marnix
21 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
welk versie van het boek heb je gelezen dat vraagt mn lerares omdat ze zegt dat het verhaal anders is...
19 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
goed gedaan, het is ongeveer mijn taalgebruik!! ik had op jou verslag een 9 gekregen erg bedankt! i<3u very much kisses from me! Pip
12 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
Jowwwwwwwww bedankt sgat!!
12 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Merci! Zeer goed verslag en een handige samenvatting!
8 jaar geleden
Antwoorden