De geruchten door Hugo Claus

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
Boekcover De geruchten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 3249 woorden
  • 24 mei 2002
  • 216 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
216 keer beoordeeld

Boekcover De geruchten
Shadow
De geruchten door Hugo Claus
Shadow
ADVERTENTIE
Hoe blijf jij online in balans?

Media zijn de hele dag om ons heen en dat is niet zonder effecten. Daarom staat de Week van de Mediawijsheid, die vrijdag is begonnen, in het teken van gezond schermgebruik. Hoe deel jij je schermtijd zo in, dat jij je er goed en gezond bij voelt? We vroegen het aan jongeren in deze video van HoeZoMediawijs.nl.

Lees meer

Algemene gegevens:

1. Schrijver: Hugo Claus
2. Titel: De Geruchten
3. Plaats en jaar van uitgave: Amsterdam, 1997
4. Jaar van eerste uitgave: 1996
5. Aantal bladzijdes: 224
6. Genre: Proza

Het boek bevat de volgende motto’s:

‘Tis all in pieces, all coherence gone: All just supply and all relation.’ John Donne
La Démarche des Belges, folle et lourde

Charles Baudelaire

Ik denk dat je deze motto’s het beste als volgt kan vertalen: ‘Het is helemaal aan stukken, de hele samenhang is weg: Heel precies waargenomen en verhaald.’ De gedragingen van de Belgen, raar en zwaar.

Ik denk dat het eerste motto de structuur van het boek weergeeft, het boek is verdeeld in 54 stukken, de samenhang is soms een beetje weg. Wel zijn de hoofdstukjes gedetailleerd geschreven, dat zou de tweede zin van het eerste motto kunnen bedoelen. Het kan ook zijn dat het eerste motto met Tis all in pieces, all coherence gone verwijst naar de dorpsgemeenschap, deze gemeenschap valt uit elkaar doordat er een mysterieuze ziekte uitbreekt. Met de tweede zin wordt dan bedoeld dat er gebeurtenissen door personages uit het dorp zijn waargenomen, en die personages vertellen dit verder in het dorp, natuurlijk in eigen woorden, waardoor er geruchten ontstaan. Ik denk dat met het tweede motto bedoeld wordt dat de Belgen in dit verhaal zich een beetje raar gedragen tegenover andere mensen. De geruchten gaan er bij de mensen van het dorp in als koek, terwijl feiten er maar mondjesmaat in gaan.

Inhoud

Samenvatting.

Het is 1966, het verhaal gaat over René Catrijsse die drie jaar niets meer van zich heeft laten horen en dan plotseling weer terug keert naar zijn ouderlijk huis in Alegem. Hij is in 1963 als soldaat vertrokken naar Afrika. René is erg ziek, zegt heel erg weinig, houdt zich afzijdig en gaat vaak naar Charlie, een mededeserteur en vriend, die in een gesloten bestelbus in het Letebos woont. Niemand mag weten dat hij terug is in het dorp, want René is eigenlijk gevlucht, en het leger mag niet weten waar hij is, maar met de klanten die in de drankenwinkel van de Catrijsses komen is dat onmogelijk. De hond, Georges, van Félicien merkt als eerste dat René terug is. René knijpt Georges’muil dicht, blaast in zijn gezicht en laat hem dan gaan. Félicien merkt aan zijn hond dat René weer terug is en vertelt dit aan de gasten van \"De Doofpot\". Na enkele dagen is heel het dorp op de hoogte van de terugkomst van René. Op een Avond wil Noël wat aan René vragen en ziet dan dat de rug van René helemaal vol zit met bulten en over die bulten zit een netwerk van ongenezen kerven. Noël lijdt sinds een fietsongeluk aan concentratie- en geheugenstoornis. Hij is verliefd op Julia Rombouts. Charlie en René zijn van plan naar Oostende te rijden om naar De Kap te gaan, hun bevelhebber in Kongo, die ook gedeserteerd is, want De Kap heeft enkele diamanten waar René en Charlie een deel van krijgen. Maar René is nog te zwak en Charlie wil dat René naar een specialist gaat. Dan beginnen er mensen te overlijden aan mysterieuze ziektes, de eerste is Georges, de hond van Félicien. De tweede is Fernand Bossuyt, de knecht van de school, de derde de postbode, daarna sterft Lucie. Daarna wordt Hubert van Hoof, correspondent van \"Het belang van Waregem\" en verzekeringsagent, vermoord door Charlie, Hubert was namelijk naar het Letebos gegaan om te kijken of René en Charlie er nog waren. Hij ziet René in de bestelbus liggen en denkt dat René dood is. Als Charlie verschijnt wordt hij door Charlie op het hoofd geslagen met een koekenpan. Charlie en René gooien hem in de Leie. In de dagen daarna wordt er in het dorp nergens anders meer over gepraat dan over de sterfgevallen. Als eenmaal het gerucht is ontstaan dat René misschien wel eens de veroorzaker van dit verhoogde aantal sterfgevallen zou kunnen zijn, sinds René terug is zijn de verschijnselen namelijk ontstaan, wordt dit gezien als een feit, en al snel is René de zondebok van het dorp. Hierom mijden steeds meer klanten de winkel van de Catrijsses, wordt zelfs de voorgevel van de winkel besmeurd met vier hakenkruizen van teer. Alma besluit om de hakenkruizen op de gevel te laten zitten. Ze doen haar denken aan de Tweede wereld oorlog, waar ze in Eschwege verpleegster is geweest, en waar ze Hém, de Duitsgezinde arts, de biologische vader van René, heeft ontmoet en veertien dagen een relatie mee gehad heeft. Vanwege deze ziektes mag Julia niet meer met Noel (Rene\'s broertje) omgaan, maar ze blijven elkaar toch zien. Charlie heeft van René gehoord dat Eerwaarde Heer Lamantijn een Daf 55 heeft, Charlie wil deze stelen om naar Oostende te rijden, maar hij wordt gesnapt door de Eerwaarde. De E.H. echter laat Charlie zijn auto mee nemen en Charlie belooft de auto op een bepaalde plek voor de E.H. achter te laten. De Eerwaarde vertelt de dag hierna in de kerk een pastorale parabel over moeder die een zoon heeft die aan een besmettelijke ziekte lijdt en alle mensen in zijn omgeving doet sterven. De moeder moet kiezen tussen haar zoon of de mensen. Na deze parabel valt de Eerwaarde en overlijdt ter plekke. Als Alma hoort dat de autoriteiten een onderzoek gaan doen tegen René besluit ze ten einde raad om naar Hém te gaan. Ze vraagt Hém gebruik te maken van zijn connecties zodat er geen onderzoek tegen René zou komen en René niet opgesloten zou worden. Hém schrijft namens Alma een brief naar de Minister van Buitenlandse Zaken Henri Spaak in het perfect Frans. Op een dag komt Julia Noël ophalen voor een ritje op haar Vespa. Noël is er echter niet, maar René kan haar wel even gebruiken, want hij wil graag naar meester Arsène. Julia brengt hem naar Arsène en René voert met de meester een gesprek. René verwijt het de meester dat de meester hem in zijn opvoeding heeft geremd door op een opvallende wijze René in de klas te negeren, precies wanneer hij om aandacht vroeg. Hierna gaat René naar Julia die bij het kanaal bij de melkfabriek op hem wacht. Hij ontmaagdt haar daar bij het kanaal. Op een andere dag wordt Adhemar, de knecht van senator De Cantillon (ook wel de nertsenkoning genoemd), dood aangetroffen omringd door nertsenlijkjes. Dat maakt De Cantillon woedend. In het kasteel van De Cantillon wordt een vergadering gehouden waarin wordt besloten dat de bron van het kwaad (René dus) drooggelegd moest worden. Aan Blaute, een ex-commissaris die vroeger ook op al René joeg, wordt de praktische afwerking van de zaak Catrijsse overgelaten. René en Julia gaan samen tien dagen naar Oostende. René gaat daar naar De Kap om zijn deel van de diamanten op te halen. Op de tiende dag in Oostende ontvangt René een gecodeerde brief van De Kap. In de brief staat dat René om acht uur op het schip Marina moet zijn om de opbrengsten van de diamanten te verdelen. Tijdens deze bijeenkomst vraagt De Kap waarom Alma een brief heeft geschreven aan Henri Spaak, waarin zij in perfect Frans schrijft dat haar zoon niets mag overkomen, omdat zij anders zekere personaliteiten in het gedrang kan brengen. René zegt eerlijk niets hiervan af te weten. René zegt aan De Kap dat hij de ene helft van zijn opbrengt aan Julia wil nalaten en de andere helft aan zijn familie. De Kap heeft hier geen zin in en wil het geld zelf houden. Hierom vermoordt De Kap René met een mes. Op het eind van het verhaal trouwt Noël met Alice Rombouts en heeft Prof. Maereback een parasiet gevonden en onschadelijk weten te maken, die de veroorzaker van de verschijnselen was. De verschijnselen zijn verdwenen. Het dorp is gered. Julia is naar Amsterdam verhuisd. Alma moet verhuizen omdat de brouwer de drankenhandel aan zijn neef wil overlaten.

Chronologie.

Het verhaal is niet geheel chronologisch, zo zijn er hoofdstukken die terug in de tijd gaan, bijvoorbeeld het hoofdstuk Alma Toen. In dit hoofdstuk bevindt Alma zich in Eschwege in Duitsland, waar ze als verpleegster werkzaam is in een Duits kamp. Het is dan nog oorlog, maar er wordt tussen haakjes verteld dat het dan nog veertien dagen duurt voor de Amerikanen komen. Of het hoofdstuk Marie. In dit hoofdstuk wordt verteld hoe René’s rug in Afrika door een apin, die Marie heet, verminkt wordt. Dit is terug in de tijd, want René was allang terug in België en had toen hij in België aankwam al (nog steeds) die verminkte rug. Ik denk dat Hugo Claus het verhaal niet chronologisch heeft geschreven omdat hij het slot wat wilde uitstellen, de hoofdstukken die terug in de tijd gaan zitten dan ook allemaal na het hoogtepunt.

Afspeeltijd.

Het verhaal speelt zich af in 1963-1966 en een paar hoofdstukjes speelt zich af aan het eind van de tweede wereldoorlog (rond mei 1945, om preciezer te zijn). Hoe ik tot de conclusie ben gekomen dat het verhaal zich rond 1963-1966 afspeelt zal ik hieronder uitleggen door middel van een aantal punten: - In begin/ eind april 1945 was Alma Moens bevrucht door Hém, een Duitse soldaat, het is dan 14 dagen voordat de Amerikanen komen. (Ik neem dan aan dat de Amerikanen tussen eind april 1945 en 7 mei 1945 Eschwege bevrijden.) - Heel kort hierna trouwt ze met Dolf Catrijse, want ze is dan nog niet zo lang zwanger. Als René na  acht maanden wordt geboren (het is dan januari/ februari 1946), weet Dolf dus niet beter dan dat René zijn eigen zoon is. - René is denk ik 17 als hij als soldaat naar Afrika gaat en 20 als hij terugkeert naar zijn geboortedorp. - In datzelfde jaar bezoekt ze Hém. Ze vertelt Hém dat René zijn zoon is en vraagt Hém of hij met zijn connecties, de Minister van de Staat wil bellen, om te vragen of ze René niet opbrengen, ondervragen en in een cel stoppen. - Hém schrijft namens Alma een brief aan Paul Henri Spaak, de Minister van Buitenlandse Zaken, waarin hij (namens Alma) schrijft dat René niets mag overkomen, anders zou zij zekere personaliteiten, waarvan zij de namen niet wil vrijgeven, in het gedrang kunnen brengen. - Paul Henri Spaak is van 1961-1966 in België de Minister van Buitenlandse Zaken geweest, dus moet René in 1966 teruggekeerd zijn naar zijn geboorteplaats en toen dus 20 jaar oud geweest zijn. - Nog enkele dingen die kenmerkend zijn voor deze periode zijn de Solex (een fiets) en de Vespa (een scooter)

Verhaaltijd/ leestijd.

De verhaaltijd van het verhaal is ongeveer een half jaar, het begint bij de eerste dag dat René is teruggekeerd naar zijn geboorteplaats tot een aantal weken na de dood van René. Het kan ook iets korter of langer zijn, (er worden in het chronologische verhaal geen data gegeven, alleen in de hoofdstukken die terug in de tijd gaan wordt wel eens een data genoemd) maar het verhaal duurt uiterlijk een jaar want René komt in 1966 thuis en bijna aan het eind van het verhaal wordt de brief aan Paul Henri Spaak geschreven en dat moet nog in 1966 zijn geweest. De leestijd van het boek is acht/ negen uur, tenminste zolang heb ik erover gedaan. Ik wil hier wel bij zeggen dat ik het een verschrikkelijk ingewikkeld boek vind om samen te vatten, ik ben letterlijk meer dan 48 uur bezig geweest met dit boekverslag!

Ruimte.

Afspeelplaats.

Het verhaal speelt zich af in België, in het West-Vlaamse dorpje Alegem, in de buurt van Waregem. In Alegem zijn het huis en de winkel van de Catrijses, het huis en de kerk van de Eerwaarde Heer Lamantijn, De Doofpot (een kroeg), het Letebos (vooral de plek waar de door Charlie en René gestolen bestelbus staat), de kamer van Julia en de straat Er zijn ook flashbacks naar de koloniale oorlog in Kongo. Het verhaal speelt zich ook een klein gedeelte van het boek af in Oostende, waar De Kap verblijft en waar René Julia tien dagen mee naar toeneemt. René wordt in Oostende vermoord.

Personen.

Karakter van de hoofdpersonen.

René Catrijsse: René is de zoon van Hèm en Alma, broer van Noël. René denkt dat Dolf Catrijsse zijn vader is. Vroeger was René een zenuwpees, een kwaadaardige, gevaarlijke jongen. René is in 1946 geboren en is in 1963 als soldaat naar Afrika gegaan, in 1966 is hij gevlucht uit Afrika terug naar zijn ouderlijk huis. René heeft een vriend Charlie, mededeserteur uit Afrika, die leeft in een gestolen bestelbus in het Letebos. Men denkt dat hij een infectie (blauw) heeft meegenomen uit Afrika, want sinds hij weer in Alegem is sterven er heel veel mensen aan een mysterieuze ziekte. Hij vrijt met Julia en gaat samen met haar tien dagen naar Oostende. In Oostende bezoekt René De Kap (een gedeserteerde bevelhebber uit Kongo) op de Marina (een schip). René wordt door De Kap met een mes vermoord. Innerlijk van René: Hij bekommert zich om zijn moeder en zijn broer Noël, hij wil dat ze het na zijn dood ook nog goed hebben. René gezien vanuit andere personen: verwilderde, uitgebluste man, een huursoldaat, een deserteur uit de koloniale oorlog. René lijkt op zijn moeder. Noël Catrijsse: Noël is de zoon van Alma en Dolf, broertje van René en lijkt op zijn vader. Noël bespeelt de banjo en mondharmonica. Noël heeft in zijn jeugd een fietsongeluk gehad en sindsdien lijdt hij aan concentratie- en geheugenstoornissen. Hij is verliefd op Julia, maar trouwt uiteindelijk met Julia’s zus Alice. Hij werkt voor de firma Bijttebier. Hij wil dat René met rust gelaten wordt, hij wil best voor René dood gaan, hij steekt door zijn beide handen een schroevendraaier om het dorp wat minder over René te laten praten. Alma Moens: Alma is de echtgenote van Dolf Catrijsse, moeder van René en Noël, in de Tweede wereldoorlog was zij verpleegster in Duitsland. Ze werd in Eschwege door Hém bevrucht. Twintig jaar later bezoekt ze Hém weer, ze vraagt aan Hém of hij voor uitstel kan zorgen voor het onderzoek tegen René. Dolf Catrijsse: Echtgenoot van Alma, vader van René en Noël. Julia Rombouts: Dochter van Hedwig Rombouts en zus van Alice Rombouts. Ze werkt bij de salon Jeanine, is 22 jaar, maagd en heeft blond haar en weegt 48 kilo. Ze wordt ontmaagd door René voor wie ze al die jaren maagd is gebleven. Ze zingt bij De Karakollen in Waregem. Zij mag door de geruchten die er zijn over René ook niet meer om gaan met Noël. Wij: Algemeen personage in De Doofpot, hier verkondigen zij mening over de geruchten die in het dorp afspelen. Wij sluit ook het boek af, en verteld hoe het met enkele personages verder gaat. Edmond Staelens: Postbode, ziet op een ronde René en Charlie in het Bos, gaat bij Lucie langs, zijn dertien jaar oude meesteres, om haar een brief uit Duitsland te brengen en sterft vier dagen hierna. Lucie sterft ook een paar dagen later. Fernand Bossuyt: knecht van de school, heeft van Meester Arsène de opdracht gekregen de vloer van de school te boenen met Fenol, Lucie komt uit haar laatje een reep chocolade halen en daarna is hij dood. Hubert van Hoof: Verzekeringsagent, vegetariër, 32 jaar, correspondent bij Het Belang van Waregem. Hij vertelt aan Eerwaarde Heer Lamantijn dat René terug is. Hij gaat op zoek naar Charlie en René, maar wordt door Charlie gezien, vermoord en in de Leie gegooid. Marie: Apin in Afrika, verminkt Renés rug.

Thema.

Het boek De Geruchten bevat twee thema’s, het eerste thema is: een moeder die moet kiezen tussen het leven van haar zoon of het leven van haar dorpsgenoten. Het tweede thema is: de reactie van het volk op de (terug-)komst van een soldaat en een mysterieuze ziekte.

Motieven.

De motieven in dit boek zijn blauw, schuld, en noodlotsgedachte. Tekstfragment bij het motieven blauwen noodlotgedachte: “Men herkende de postbode voornamelijk aan zijn kepie, de kleur van zijn rond gezicht was lichtblauw. ‘Het is niet zo goed belicht,’ zei Van Hoof voorzichtig. ‘Vanwege dat blauw? Hij was zo. Zelfs zijn speeksel was blauw.’ Zij had een andere kleurenfoto bij zich. ‘Ge kunt kiezen als ge wil, met of zonder kepie.’ Op de kepieloze foto stond een hemelsblauwe striem getrokken over het voorhoofd, een vingerbreedte hoger dan de wenkbrauwen. Blauwe plukjes haar kleefden aan de kale schedel. Ook zijn oorlellen waren blauw.” De kleur blauw geeft in het boek aan dat de persoon ziek is en dood zal gaan (=het noodlot). Het blauw is niet van de slachtoffers af te krijgen, wat ze ook proberen. Tekstfragment bij het motief schuld (een pastorale parabel vertelt door E.H. Lamantijn): “In twee dagen tijd ligt het erf van die mensen vol doden en kermende stervenden. Nu stelt zich de vraag: Wat moet de moeder doen? Mag het monster verder zijn dodelijke adem over zijn evennaasten blazen tot de vernietiging landelijk, wereldlijk, planetair toeslaat. Of moet men discreet, zo hygiënisch en afdoende mogelijk de bron van het onheil dempen, het kwaad in de kiem smoren? Ik ga verder. Moet de moeder zelf die in zekere zin zelf deze ramp in de persoon van haar zoon op de wereld heeft gebracht, niet het besluit nemen dat hem in de eeuwige duisternis stort.” Het motief schuld zit hierin verwikkelt doordat de moeder een schuldgevoel heeft over het door haar ter wereld gebrachte onheil.

Titelverklaring.

De titel van het boek is De Geruchten, en staat voor de geruchten die ontstaan doordat sinds René, een zoon van de Catrijsses die als soldaat in Afrika heeft gevochten in een koloniale oorlog, terug is er opeens heel veel mensen overlijden.

Mijn mening over het boek.

Ik vind De Geruchten een soms spannend en een soms humoristisch en een soms treurig boek. Ik vind het een soms spannend boek omdat de vraag of René de oorzaak is van de sterfgevallen telkens lijkt te gaan worden beantwoord, maar uiteindelijk telkens niet wordt beantwoord. Dit wekte bij mij de spanning op om verder te lezen en te kijken of verderop wel deze vraag wordt beantwoord. Nu ik het boek uit heb is nog steeds niet duidelijk of René daadwerkelijk de oorzaak van de verschijnselen is. Het is dus een soort De donkere kamer van Damocles, waar men ook niet te weten komt of Dorbeck werkelijk bestaat. Ik vind het een soms humoristisch boek omdat een personage met zichzelf de spot drijft. Ik vind het een soms treurig boek omdat een personage veel te verduren heeft. Ik vond De Geruchten een fijn en gemakkelijk boek om te lezen. Maar als je mij vraagt of ik het boek iemand zou aanraden te lezen om er later een boekverslag van te maken, dan zeg ik nee, het is namelijk een moeilijk boek om samen te vatten omdat er heel veel personages in voorkomen, het boek heel veel kleine, soms totaal van elkaar losstaande hoofdstukjes (54!!) bevat en een zeer wisselend perspectief heeft. Ik vind De Geruchten wel een heel origineel boek, met zijn vele personages, hoofdstukjes en perspectieven. Ik heb nog nooit eerder een boek als De Geruchten gelezen, het was dan ook wel een uitdaging om van dit boek een boekverslag te maken. Het verklaren van een wisselend perspectief had ik nog nooit hoeven doen, en het uitleggen van een motto was
mij ook niet bekend, zeker niet als het twee motto’s zijn, elk in een andere taal.

REACTIES

E.

E.

Julia wordt ontmaagd door Noël, niet door René

18 jaar geleden

C.

C.

in het boek is dat ook wel niet zo duidelijk. Er is de scène aan het meer, maar voor mij was het niet compleet duidelijk of Julia daar echt ontmaagd werd. René likt wel later in Oostende bloed van haar dij.

6 jaar geleden

E.

E.

bedankt voor de samenvatting. Kzag er zo tegenop om De Geruchten samen te vatten, maar dankzij uw hulp krijg ik het toch nog misschien op tijd af!!!
THANK YOU
XXX
ESTER

21 jaar geleden

J.

J.

hey ESTER xxx

5 jaar geleden

Z.

Z.

stoer uitreksel over De geruchten

20 jaar geleden

J.

J.

pannenkoeken zijn lekker

5 jaar geleden

W.

W.

danku, je was een grote hulp. Ik heb aan jou mijn diploma te danken!!

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De geruchten door Hugo Claus"