1. Complete titelbeschrijving. Auteur: Berend Nijenhuis. Titel: De tornado. Plaatsnaam: Kampen. Jaar van verschijning: 1956. Druk: vierde druk.
2. Motivatie boekkeuze en verwachting voor het lezen: Ik had het boek een paar jaar geleden al een keer gelezen, en ik wist dat het een heel mooi, maar wel een beetje vreemd boek was. Ik was van plan om deze keer een boekverslag te maken van een boek van na 1910, en daarvoor vond ik dit boek wel geschikt.
3. Samenvatting:
De pesthoeve Vergy Maulveau koopt ergens in een klein dorp een grote boerderij, de pesthoeve genoemd, want het spookt er. In de Tweede Wereldoorlog werd daar gevochten, een kasteeltje in de buurt veranderde in een ruïne. Uit enkele zinnen blijkt dat Vergy eerder zo’n hoeve heeft gehad. Deze tweede boerderij betekent voor hem de terugkeer van een ideaal; ze is net als hij: sterk en onbuigzaam. Om die eerste hoeve hangt een pijnlijk mysterie. Het is moeilijk personeel voor de boerderij te vinden. Men is bang voor de pesthoeve. Maar Vergy dwingt Saren, een gevaarlijk sujet, bij hem te komen werken door hem knock-out te slaan en hem zijn geweer af te nemen. Dit was niet zo slim van hem, want sindsdien zint Saren op wraak. De verzekering weet dit en weigert de hoeve in de brandverzekering te doen. De tweede die komt werken is Ezen, een 56-jarige ‘zindelijke, tengere buitenman met God in zijn ogen’. Ezen is een gelovig man met een sterk verlangen naar de nieuwe aarde, waar hij geen last meer zal hebben van zijn zwakke lichaam. Daar zal hij spitten en niet moe worden. Ezen en Vergy zijn elkaars tegenpolen. Ezen is ‘een symbool van Godsvertrouwen’, Vergy vecht tegen God. Maar deze tegenpolen hebben een grote sympathie voor elkaar. Ezen bezit een bepaalde mate van helderziendheid. Hij weet dat Vergy al eerder zo’n hoeve bestuurde. Ook de tweede hoofdpersoon, Jakob Kladak, heeft iets meegemaakt wat hem voor de rest van zijn leven heeft beschadigd. Kladak is de dorpsdominee, een verbitterd man die niet van zijn boeren houdt. Ezen doorziet ook hem: ‘Als hij preekt is hij helemaal hulpeloos. Hij moet het geloof met zijn nagels van de Bijbel afkrabben.’
Majade Op een nacht hoort Vergy het spook schreeuwen. Hij gaat er met zijn geweer op af en ontdekt bij de ruïne van het kasteel een krankzinnige soldaat, achter gebleven uit de oorlog. Vergy neemt hem mee, maar het grijpt hem zo aan dat hij zich bedrinkt. In een gesprek met Kladak noemt hij de naam ‘Majade’. De hoeve gaat nu bloeien. Het spookverhaal is opgelost, zodat men de boerderij niet meer schuwt. De ongure Saren vertrekt en wordt brandwacht. Enige tijd later krijgt Vergy bezoek van een jonge vrouw die zich voorstelt als Ilze Zarmut. Ze is de zuster van de krankzinnige soldaat en ze wil weten waar haar broer geleefd heeft. Vergy schrikt hevig als hij haar ziet. Nadat ze door een voorbijrijdende auto is aangereden, wordt ze gewond de hoeve binnengedragen. ‘’Majade’, fluisterde Vergy, ‘Majade.’’ Blijkbaar herinnert Ilze hem aan iemand die hem dierbaar was. Later in het boek blijkt Majade zijn vrouw geweest te zijn, die bij een tornado, zeven jaar geleden, om het leven kwam. De eerst hoeve van Vergy werd toen verwoest. Ilze word op de hoeve verpleegd en ze herinnert Vergy sterk aan die pijnlijke episode in zijn leven. Op een dag haalt hij een lieve, oude, witte merrie naar de hoeve. Kosja heet ze. Ezen voelt aan dat het een gevaarlijk dier is, hoewel het de zachtheid zelve is. Vergy is woedend als Ilze – die inmiddels aan het opknappen is – een ritje op Kosja maakt. Hij wordt daardoor opnieuw wreed herinnerd aan Majade. Hij kan het niet verdragen dat zij op Majades paard rijdt. De zaak wordt nog ingewikkelder als Ilze verliefd raakt op Vergy. Maar ook dominee Kladak blijkt verliefd op haar te zijn. Die liefde is voor Kladak een teken van hoop dat hij het ‘na de ramp’ niet bij God verbruid heeft. Als hij echter merkt dat Ilzes liefde op een ander gericht is, verliest hij zijn hoop weer. De ramp die hij meemaakte – hij zag vanaf een kansel de vleugel van een gevulde kerk instorten – stempelt opnieuw zijn leven negatief. In abstracte schilderijen getuigt hij van ‘een boodschap van verdriet en verderf’. ‘Van dit doek naar de preekstoel – dat lijkt me een lange weg,’ zegt Ilze. Intussen wordt Ilze geplaagd door nieuwsgierigheid en liefde. Ze wil weten welk geheim Vergy verbergt. Op een nacht dringt ze zijn kamer binnen en vindt in een koffer vele herinneringen aan Majade, waaronder een foto van Majade op Kosja. Als ze weer op weg is naar haar eigen kamer, tuimelt Vergy bemodderd en bebloed binnen. Hij heeft Saren gedood, die terug is gekomen om de boerderij in brand te steken. De dood van de trouwe Ezen grijpt diep in in de levens van de hoevebewoners. Hij sterft onder een gekantelde tractor. Zijn laatste gefluisterde woorden tegen Ilze zijn: ‘Dood de witte merrie.’ Wanhopig maar vastberaden voert Ilze deze opdracht uit en verlaat de hoeve. Maar op het laatste moment keert ze terug, want Vergy is gearresteerd op beschuldiging van moord op Saren.
De rechtszaak Tijdens de rechtszaak wordt Vergy’s verleden uit de doeken gedaan. Vlak voordat de tornado, zeven jaar geleden, toesloeg, haalde hij de witte merrie van Majade uit zijn hoeve. Daarna ging hij terug om samen met Majade onder de instortende muren te sterven. De reden van dit besluit: röntgenfoto’s hadden uitgewezen dat Majade ongeneeslijk ziek was. In het instortende gebouw kwam alleen zij om het leven, hij stierf niet. Veroordeeld tot bestaan leefde hij verder. Toen hoorde hij van de specialist dat er röntgenfoto’s verwisseld waren; Majades ziekte was niet ongeneeslijk geweest. Vanaf die tijd voelde hij zich haar moordenaar. Tijdens de rechtszaak komt Vergy tot de overtuiging dat God hem wil straffen. Hoewel hij Saren niet met opzet gedood heeft, verdedigt hij zich niet. Hij wil opgehangen worden, om te boeten voor Majades dood. Maar Ilze voorkomt dit. Zij weet door haar getuigenis voor de rechtbank vrijspraak voor Vergy te krijgen. Tegenover Kladak bekent hij dat hij van Ilze is gaan houden, maar hij wil ‘t niet. Hij wacht op het oordeel. Hij wil God niet nog eens de kans geven een geliefde te vernietigen.
De tweede tornado Kort daarna komt de tweede tornado. Vergy ziet daarin Gods vernietigende toorn. Zo ondergaat ook Jakob Kladak het natuurgeweld: hij vlucht de hoeve binnen om God te ontmoeten in de vernietiging, zoals eerder bij het instorten van de kerkvleugel. Hij is moe van alle ellende op de wereld en vervloekt als Job zijn geboortedag. Maar dan wordt hij bang, hij bidt om vergeving, smeekt om de bekering van Vergy en om het bezit van Ilze. Als een oudtestamentische profeet staat hij op de hoevezolder te bidden. Terwijl de tornado langs de hoeve trekt zonder haar te vernietigen, barst Ilze tergen Vergy uit en verwijt hem dat hij zeven jaar lang een dode heeft vertroeteld en dat de pest niet in de hoeve zit maar in hem zelf. ‘En toen God je een andere vrouw stuurde, haalde jij Kosja. En op Kosja dacht je mij te vergeten.’ Het is de inleiding op hun wederzijdse liefdesverklaring. Daarop gaat Kladak weg uit het dorp. Hij kreeg Ilze niet, nu ontvlucht hij voor de tweede keer als een Elia zijn werk. Ongelovig zit hij in de trein te overwegen dat het behoud van de hoeve toeval is geweest. Toch keert hij, door een wonderlijke symbolische gebeurtenis, terug naar zijn dorp.
4. Verdieping:
Tijd: - Fabel/sujet: De fabel en sujet zijn in dit boek niet hetzelfde. Je komt langzaam aan meer over het verleden van Vergy te weten. - Volgorde: Het boek is niet helemaal chronologisch. Over de gebeurtenis met Majade en ook andere gebeurtenissen uit het verleden kom je al lezende steeds meer te weten. - Continu: Het verhaal is niet continu en ook vindt er tijdsverdichting plaats. - Vooruitwijzingen/terugverwijzingen: Er komen vooral geregeld terugverwijzingen in het boek voor, maar ook enkele vooruitwijzingen. - Verteltijd/vertelde tijd: De verteltijd is 311 pagina\'s. Je doet er ongeveer 2,5 uur over om het te lezen. De vertelde tijd is heel moeilijk uit het boek op te maken. - Historische tijd: Het verhaal speelt zich een paar jaar na de Tweede Wereldoorlog af.
Ruimte: Het is nogal onduidelijk waar de roman speelt. De plaats of het land wordt niet genoemd. Het dorp ligt in heuvelachtig terrein, in een land dat de juryrechtspraak, de eed op de bijbel en de doodstraf door ophanging kent, en er leven raven in het wild. Misschien ligt het dorp in Frankrijk. De naam van Maulveau wijst en die richting, maar er zijn ook Engelse en Oost-Europese namen: Woolky, Kladak, Zarmut. Waarschijnlijk heeft Nijenhuis de plaats vaag willen laten om aan te geven dat de problemen die hij aansnijdt, overal voorkomen. Het gaat om het probleem: de angst van de mens die van God vervreemd raakt, de eenzaamheid van de mens die gekneusd is door lijden.
Structuur: - De geleding: Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel heeft acht hoofdstukken, het tweede deel heeft dertien hoofdstukken en het derde deel heeft er vijf. Door heel het boek heen worden vrij veel witregels gebruikt. - Samenhang: De samenhang in dit boek wordt vooral veroorzaakt door herhalingen. De Tornado gaat over het probleem van het lijden. De hoofdfiguren zijn Christenen, maar ze wankelen tussen geloof en ongeloof, tussen opstandigheid en twijfel. Ze willen wel zonder God, maar ze raken Hem niet kwijt. Vergy staat met gebalde vuist tegenover God. hij daagt God uit door een tweede hoeve te kopen die sprekend lijkt op zijn verwoeste hoeve. Hij doet alles om de boerderij tot bloei te brengen. De kranten worden uitgenodigd om over de verdwijning van het spook te schrijven, want dan zal hij wel personeel kunnen krijgen. Terwille van zijn hoeve scharrelt Vergy tussen de politieke partijen in het dorp door. Hij is blij met de dood van Saren, want dan kan de hoeve in de brandverzekering. Toch zal de tweede hoeve niet gelijk aan de eerste kunnen worden. Vergy mist Majade. Hij koestert haar nagedachtenis. Daarom haalt hij Kosja naar zijn huis. Vergy wil met zijn tweede hoeve op herhaling om God uit te dagen maar die herhaling loopt hem uit de hand, wanneer Ilze op de boerderij komt. Zij lijkt op Majade, maar juist dat kan Vergy niet verdragen. Nijenhuis heeft zich hier op glad ijs gewaagd met dit herhalingsmotief. Herhalingen kunnen verdacht veel lijken op goedkoop toeval er komt zelfs een tweede tornado die de tweede hoeve bedreigt. Toch is Nijenhuis aan het gevaar van het goedkope toeval ontsnapt. Dit komt niet alleen door de sterke verteltrant, maar vooral doordat het in zijn roman niet in de eerste plaats gaat om de gebeurtenissen, maar om het probleem van het lijden en het Godsbestuur. Met behulp van al die herhalingen krijgt de roman iets van een breed uitgebouwde gelijkenis, van een mythe met een verbeeldingskracht die de gewone werkelijkheid te boven gaat. Kladak is uit zijn vorige gemeente weggevlucht, nadat er vele doden vielen onder een instortende galerij, onder wie drie kinderen. Hij stond op het moment van de ramp te preken over de liefde Gods. Deze gebeurtenis scheept hem niet alleen op met een trauma (hij durft niet meer onder een galerij te zitten), maar ook met twijfel en ongeloof. Zijn schilderijen stralen angst uit. Ezen bidt voor hem en profeteert: \'Eens zal hij overwinnen, de raven zullen hem navliegen.\' Het bijbelse beeld van de raven herinnert aan Elia, ook een profeet op de vlucht. De raven redden hem. Op de voorlaatste bladzijde van de roman, als Kladak vol twijfel in de trein zit om voor de tweede keer een gemeente te ontvluchten, ziet hij bij een stationnetje een raaf vliegen. Hij schrikt. Die raaf herinnert aan een symbool. \'Hij kraste, wiekte een paar maal om de paal heem en ging toen op de gepunte top van een paal zitten.’ Op dit moment identificeert Ezen zich met de raaf. Hij wil zich niet overgeven aan een rustpunt, hoe klein ook. Hij wenst een twijfelaar te zijn. Dus probeert hij de raaf met handgeklap te verdrijven. Maar de raaf blijft rustig zitten kijken naar de man die in zijn handen klapt. Kladak wordt er wanhopig van, want nu zal hij \'zijn hele leven niet weten of hij de vogel verjaagd had.\' Dus springt hij uit de trein, slaat over de kop, krabbelt op en ziet de spoorlijn waarover hij gekomen is: \'een lang glinsterend spoor dat over de heuvels heen naar de hemel leek te voeren als een draad van zilver.\' Het is een keerpunt voor Kladak. Hij kiest voor \'de richting vanwaar hij gevlucht was. Hij liep moeilijk. Hij hinkte.\' Net deze laatste woorden van de roman schuift zich een ander beeld over dat van de raven heen: Jakob die bij Pniël met God vocht en die een moeilijke overwinning behaalde: mank aan zijn heup ging hij hinkend het beloofde land binnen. Nijenhuis suggereert aan het einde van \'De tornado\' dat er voor Kladak nog mogelijkheden zijn (hij keert terug), dat er een bovenaards perspectief is (het lichtende spoor). Kladak is nog steeds eenzaam, hij heeft Ilze lief maar zal haar niet krijgen. Een happy end kun je dit niet noemen, maar wel een einde met tekenen van hoop: de raaf en het hinken. Kladak heeft niet voor niets dezelfde voornaam als de man bij Pniël. Behalve herhalingen komen er ook verschillende spiegelbeelden voor. Bij de eerste tornado gaat Vergy de hoeve binnen om met Majade te sterven. Bij de tweede verhindert hij Ilze om naar de hoeve te gaan en ontloopt hij ook zelf het gevaar. Dit is een teken van de verandering in hem. Bij de tweede tornado is het Kladak die de vernietigende God zoekt in de boerderij. Maar ook hij holt naar buiten. Beiden ontdekken dat God geen vernietiger wil zijn, maar een hersteller. Nijenhuis verwerkt zo het motief van de verzoening in zijn roman. Hiermee staat Nijenhuis naast èn tegenover het existentialisme van zijn tijd. De tornado verscheen voor het eerst in 1956. Het existentialisme van Sartre veroverde in die tijd de Nederlandse literatuur. In romans werd geschreven over en vanuit uitzichtloosheid en eenzaamheid. Nijenhuis geeft vooral in de wanhoop van Kladak een beeld van zijn tijd. Af en toe beschrijft hij zuiver-existentialistische situaties. In de pauze van de rechtszitting luistert Ilze naar de gesprekken van mensen in een cafetaria. Het zijn mensen die elkaar haten en van deze haat leven. \'Daar zitten er vier in de hel,\' zegt ze. Dit beeld lijkt rechtstreeks ontleend te zijn aan het toneelstuk \'Huis clos\' (Met gesloten deuren) van Sartre, waarin de andere, de naaste, \'de hel\' genoemd wordt. - Verhaallijnen: Er komt in het boek één verhaallijn voor. - Begin van het verhaal: Het begin van het verhaal is in medias res.
Personages: - Hoofdpersonen: *De hoofdpersonen zijn Vergy Maulveau en Jakob Kladak. - Bijfiguren: *Ilze Zarmut en haar broer het \'spook\' *De burgemeester en Woolky de kruidenier, elkaars tegenstanders *Ezen, Saren, Vaderis en Juffrouw Radek, die op de boerderij werkten *Majade, de vorige vrouw van Vergy. - Karakter/type: De meeste personages in het boek zijn types, Vergy is misschien als karakter te beschouwen.
Vertelwijze: De vertelwijze in het boek is de alwetende vertelsituatie.
Verklaring titel: De twee boerderijen die Vergy bezat zijn beide geheel of gedeeltelijk verwoest door een tornado. Vandaar de titel.
Thema en motieven: * Thema: Het thema in het boek is het probleem van het lijden. * Motieven: Vergy en Kladak lijden onder de gebeurtenissen die ze in het verleden meegemaakt hebben.
Spanning: Het boek is zo geschreven dat je wel verder móet lezen. Vooral de dialogen die in het boek staan zijn heel goed geschreven. De gesprekken zijn levendig en humoristisch. De dialoog tussen de aanklager en de baron is een voorbeeld van Nijenhuis\' geestige taalkracht. Hij houdt ervan iets plechtigs te vergelijken met iets banaals. \'Op het groene laken van het biljart dreef zijn hoge hoed als een pan in een eendensloot.\' Nijenhuis heeft in \'De tornado\' kwistig gestrooid met bijfiguren, vaak prachtige types doe het hoofdgegeven ondersteunen. De kruidenier Woolky en de burgemeester van het dorp zijn onvergetelijke figuren. De figuur van Ezen is haast iets te mystiek. Zijn paranormale begaafdheid is volledig acceptabel, maar hij fungeert te veel als een soort bovennatuurlijke beschermer. Ik vond dat je vooral aan het eind van het boek de spanning voelde. De spanning bereikt zijn hoogtepunt als de tweede tornado de boerderij verwoest.
Biografische gegevens auteur: Berend Nijenhuis is op 16 november 1914 geboren. Hij heeft een tijd in het concentratiekamp in Amersfoort gezeten, waardoor er veel oorlog in zijn boeken zit. Waarschijnlijk heeft hij zijn hele leven een oorlogsprobleem meegedragen. Hij heeft in veel plaatsen gewoond, waaronder Heerenveen, Vught, Den Bosch, Arnhem en Overveen. Nijenhuis was een man met veel plannen. Waren ze allemaal doorgegaan, dan zou hij een plank vol romans hebben nagelaten in plaats van in 20 jaar het sobere aantal van zeven. De laatste tien jaren van zijn leven studeerde hij in de bibliotheek te Arnhem om daarmee zijn gebrek aan scholing te vergoeden. Hij was vrijgezel. Hij voelde zich een fundamenteel eenzame, die niet aarde in de maatschappij. Op zijn grafsteen staat Ps. 23 gebeiteld. Nijenhuis verraadt zich in een of meer van de figuren in zijn boeken. Hij heeft veel romans geschreven al stierf hij al op 57-jarige leeftijd en kwam hij pas laat tot schrijven. In 1925 verscheen zijn eerste roman: \'Dossier 333\'. Daarna verschenen nog: \'De laatste wagon\', \'De tornado\', \'Tok, tok, tok, alweer geen ei\' en \'Inspecteur Reijnoldi en zijn arrestante\'. Op nieuwjaarsdag 1972 is hij overleden.
Genre: \'De tornado\' is een spookverhaal, een oorlogsroman, een liefdesroman en een satire over dorpspolitiek.
5.Uitgewerkte reactie op het boek
Eerste reactie van mezelf na het lezen van het boek: Ik vond het een heel interessant boek. Ik was er ook best van onder de indruk. Het slot had ik nooit zo verwacht.
Tweede reactie van mezelf na het maken van het verslag: Mijn mening is niet echt veranderd. Als je al die achtergronden, structuur enz. nagaat, dan krijg je wel nog meer bewondering voor de schrijver.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
ilze zarmut is ook de hoofdpersoon van dit boek, omdat die ook een geheim met zich mee draagt net als vergy en ds.
15 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
Ik vond het een uitstekend verslag en ik heb er veel aan gehad bij m'n boekbespreking.
Er zit alleen een klein foutje in:
Je hebt het af en toe over de tweede tornado die de tweede boerderij van Vergy verwoest heeft.
Dat is niet zo want er wordt gezegd dat hij er langs is gegaan. Verder is alles perfect.
Groet peter
22 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
6 jaar geleden
W.
W.
mooi verslag hoor Willemien!!! Groetjes Bertine
22 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Hoi,
Ik heb "de Tornado" ook gelezen voor school. Ik zit in vier VMBO. Ik vond het wel een moeilijk boek. Daar houd ik over het algemeen wel van eigelijk. Maar na het lezen van jou verslag, was het een stuk duidelijker geworden. Ik vond het een heel goed verslag.
Dankje dat je het op scholieren.com heb gezet.
groetjes Marianne
21 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
wat een rotverslag
21 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
ehj,
Je boekverslag is heel bruikbaar.
Bedankt daarvoor.
Mlzs johan
20 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
he gaaf man deze samenvatting heb ik echt helemaal niks aan........maar toch leuk geprobeerd. Want je moet wat met je leven..!!
19 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
hej Willemien, mag ik misschien weten waar je die biografie van b.Nijenhuis vandaan hebt, want ik kan niets over hem vinden
19 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Bij de biografische gegevens begin je onzin uit te kramen.
Eerst zeg je dat hij máár sobere 7 boeken heeft geschreven. Later en zeg je dat hij veel boeken gedaan heeft.
Vervolgens zeg je dat hij laat begon met schrijven terwijl 11 in mijn ogen jong is.
10 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
je zegt dat Ilze Zarmut een bijfiguur is maar op de achterkant van het boek staat dat ze een hoofdpersoon is.
9 jaar geleden
Antwoorden