Verslag tekstbestudering: samenvatting, analyse en interpretatie:
Voorwerk, praktische gegevens:
Eventuele ondertitel: Roman van een zender.
Uitgeverij: Wolters-Noordhoff, uitgegeven met een licentie van Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. Plaatsnaam: Groningen. Jaar van uitgave: 1998. Eerste jaar van uitgave: 1934. Druk: staat niet vermeld. ISBN: 9001 55019 3. Opdracht: Aan mijn rector en zijn staf.
Samenvatting: De Bree is een leraar Nederlands, die vanaf november les gaat geven op de school van Bint. Hij werkt thuis aan een studie over Anna Maria van Schuurman, en gaat naar de school voor afleiding en om meer met de werkelijkheid in contact te komen. De favoriete klas van Bint, 4D, had namelijk de vorige leraar Nederlands, Van Fleer, weggepest. Er heerst een streng regime of de school van Bint, orde en tucht zijn belangrijk. De Bree krijgt vier klassen die hij ziet als wezens. Hij noemt ze “de grauwe”, “de bruine”, “de bloemenklas” en “de hel”. Aan klas 4D, “de hel” verklaart De Bree direct de oorlog, om zo problemen te voorkomen. Met andere klassen heeft hij die niet. Zijn tactiek werkt inderdaad, want met de korte bevelen die hij geeft werkt de klas het beste. Tegen de kerstvakantie kwam de klas via woordvoerder Steijd vragen of hij vrede wilde, maar zijn antwoord was nee. Als de rapportvergadering plaatsvindt hebben de leraren het over Van Beek. De jongen verdient een onvoldoende, omdat hij niet genoeg presteert, maar hij had gedreigd dat als hij een slecht cijfer zou halen, hij zichzelf van kant zou maken. De leraren zijn niet onder de indruk en geven hem het slechte cijfer, waardoor Van Beek radeloos in de gracht springt en in een gasthuis aan pneumonie overlijdt. Bint voorspelt de leraren na de vakantie moeilijkheden omtrent Van Beek. Na de kerstvakantie breekt er inderdaad een opstand uit onder de leerlingen, aangezet door Jérôme Fléau en m.b.v. de conciërge. De opzet wordt neergeslagen door “de hel”. Dit had Bint namelijk met “de hel” afgesproken. De conciërge wordt ontslagen, Fléau van school verwijderd en “de hel” wordt beloond. Tijdens het jaarlijkse reisje dat met Pasen gemaakt wordt, is “de hel” verdeeld over Remigius en Nox. Het toeval zorgt er echter voor dat Remigius vervroegd vader wordt en dat De Bree mee gaat met een helft van “de hel”. Ze gaan via Bergen op zoom naar België en dan door naar Noord-Frankrijk. Tijdens de reis wordt Te Wigchel ziek, hij hoest de longen a.h.w. uit zijn lijf, en twee leerlingen Heiligenleven en Punselie verdwijnen een dag spoorloos. Ze hebben de originele route gefietst, die gepland stond, maar waar vanwege de hoest van Te Wigchel van afgeweken was. Er waren examens op school voor de 5e klassen. Tijdens de examenuitreiking wankelt Bint even (De Bree zag het opeens. Bint stond doodstil, hij schommelde even naar voren, naar achteren. Hij was een blad, overgevoelig voor de zwakke luchtstroom, die de mens ontgaat. Een stalen wil, maar geen stalen lijf. Pag. 66). De Bree weigert in eerste instantie een herbenoeming, omdat het de bedoeling was geweest om slechts dit schooljaar vol te maken. Later denkt hij nog eens terug over het afgelopen jaar en bedenkt zich dan. Hij stuurt een briefje naar Bint waarin hij meldt nog een jaar op zijn school vol te maken. Bij het begin van het nieuwe jaar is Bint verdwenen en staat Donkers op zijn plaats als directeur. Bints’ vertrek had te maken met de dood van Van Beek. Of de spanningen hem te veel zijn geworden, of de druk van een of andere arbeidsinspectie wordt niet geheel duidelijk. “De hel”, de voormalige 4D is nu 5C geworden. Door te zien wat voor een volwassen kerels (met uitzondering van Schattenkeinder, een lomp maar volwassen meisje) het waren geworden, doet De Bree zo goed dat hij met Bints’ systeem wil blijven werken. De Bree probeert tot twee maal toe Bint te spreken te krijgen, maar slaagt hier niet in. Dan wordt hem duidelijk dat Bint wil dat de school door moet gaan zoals het voorgaande jaren ging met zijn ziel in de school, en De Bree gaat met nog meer wilskracht dan anders al vroeg op weg naar school.
Analyse en interpretatie:
Titel- en ondertitelverklaring: Bint is de directeur van de tuchtschool. Hij heeft vijf jaar geleden een regime voor de school bedacht dat maatschappelijke reuzen kweekt. Zij gehoorzamen omdat hen dat is aangeleerd. Men zal spreken over leerlingen van de school van Bint, zo redeneert hij zelf. Het is een strenge man die zo zijn principes heeft, maar wel stellig gelooft in de werking van zijn leer. De ondertitel, Roman van een zender, slaat op de directeur Bint en de leraar Nederlands De Bree. Bint heeft een systeem bedacht om leerlingen te laten gehoorzamen, De Bree leert van deze ideeën en neemt er veel van over. Zo wordt Bint de zender (de drager van het idee: stalen tucht) en De Bree de ontvanger.
Motto: Er is geen motto in het boek aanwezig.
Genre: Het boek is een korte psychologische schoolroman, omdat het boek op de eerste plaats gaat over een school, en de gedachten en de gevoelens van de hoofdpersonen erg belangrijk zijn. “Bint” wordt ook wel tuchtroman genoemd.
Idee, thema en motieven: Het thema van het boek is naar mijn mening geestelijke weerbaarheid. Ik bedoel daarmee dat de mens in de periode waarin het boek afspeelt, tussen de Eerste en de Tweede wereldoorlog in, rond de economische crisis van gekheid niet wist bij welke groep zij zich wilde aansluiten, of hoe zij zich wilde gedragen. Het nationaal-socialisme kwam op, en veel mensen sloten zich zonder er bij na te denken aan bij deze partij, in de hoop op meer welvaart. Bint probeert via tucht maatschappelijke reuzen te kweken, die niet bang zijn in de maatschappij, wat hem voor een groot deel is gelukt, want de saamhorigheid is ontzettend hoog in zijn favoriete klas.
Enkele belangrijke motieven in het boek zijn: Probleem van de opvoeding. De leerlingen zouden, volgens het systeem alleen luisteren als aan hen korte bevelen gegeven zouden worden. Het schoolleven in een grote stad. Verwording/verval/degeneratie/ontmenselijking (leerlingen worden als monsters aangeduid: gorilla, diepzeemonster e.d. Chaos en verwildering. In “de hel” heerst een zekere chaos in die zin dat iedereen doet wat hij wil maar ze wel verbonden zijn met elkaar. Ze gedragen zich als beesten en reageren op korte bevelen. Spanning tussen angst en tucht. De leerlingen en de leraren zijn ondergeschikt aan Bint, en zijn systeem. Deformatie van de werkelijkheid, duivels/monsters (vgl. het schilderij van Jeroen Bosch in het museum). Rebellie/weerspanningheid (“de hel”). Het feit dat de Nederlandse leraar De Bree steeds meer op de dictatoriale schooldirecteur Bint gaat lijken. Reizen (schoolreis). Tijdens de paasvakantie maken de klassen reisjes. Iedere klas gaat ergens anders heen. Ik denk dat de schrijver wel een achterliggend idee heeft gehad, namelijk dat tucht niet het middel is om kinderen tot volwassenen te maken, omdat je ze er bang mee maakt, ze vormen geen eigen mening en komen vroeg of laat tegen het systeem in opstand. Ook denk ik dat de schrijver voor ogen gehad heeft, dat als iemand echt in een systeem gelooft diegene er ook helemaal door geobsedeerd van kan raken.
Opbouw, structuur en spanning:
De gebeurtenissen worden verteld in de volgorde waarin zij plaatsvinden. Er is geen sprake van sprongen terug in de tijd, al denkt De Bree één maal terug aan Van Beek, een leerling die zelfmoord pleegde. De vakanties gaan voorbij zonder er bij stil te staan en zijn dus kleine sprongen vooruit in de tijd. Er is slechts een verhaallijn, en dat is het verhaal gezien door de ogen van de Nederlandse leraar De Bree, over de tuchtschool. De spanning in het boek wordt naar mijn idee het grootst op het moment dat tijdens het schoolreisje er twee leerlingen van “de hel” zijn verdwenen. Zij blijken de originele route te hebben gefietst, i.p.v. de ingekorte route. Als De Bree in spanning is, zit de lezer toch ook wel een beetje te denken waarom de leerlingen verdwenen zijn. Verder zijn er in het boek geen echte spanningsmomenten. De schrijver probeert niet via uitstel en vertraging de spanning op te voeren. Het gehele tafereel met de verdwenen leerlingen beslaat slechts 1,5 bladzijden, en is absoluut niet langdradig. Het verhaal begint als De Bree op weg is naar zijn eerste dag op de school waar hij gaat les geven. Het verhaal eindigt ook op deze school, als De Bree na het vertrek van de voormalige directeur Bint weer terug naar school gaat. Met de ideeën van Bint in zijn gedachten, probeert hij Bints ziel in de school terug te vinden. Er is geen sprake van cyclische opbouw. De Bree begint als leraar Nederlands op een school, neemt de ideeën van de school over en eindigt als leraar met een nieuwe methode. De cirkel is dus niet rond.
Personages: Bint is de oude, rietmagere directeur (met een grauwe sik) van een middelbare school. Hij heeft vijf jaar geleden een nieuw systeem bedacht waar orde en tucht moeten zorgen voor maatschappelijke reuzen. Met de reuzen bedoelt hij dat zij niet bang zijn voor de maatschappij, en dat er een hoge mate van saamhorigheid is. Hij haat namelijk de bandenloosheid en de verwildering van de tijd waarin hij leeft. Aan het einde van het verhaal verdwijnt Bint. Zijn opvolger Donkers zegt dat zijn vertrek te maken heeft met de zelfmoord van Van Beek. Mij wordt niet helemaal duidelijk of hij ontslag genomen heeft, omdat hij de zelfmoord niet kon verwerken, of dat hij ontslagen is door hogerhand, omdat zijn systeem nogal wat opschudding veroorzaakt. Het laatste lijkt me overigens het meest voor de hand liggende. Bint is een man met principes. Zijn dochter woont bij hem in huis met haar twee kinderen nadat haar man zich na het maken van een enorme schuld van kant had gemaakt. De schuld betaalt hij voor haar af, zijn hele leven lang.
De Bree is de opvolger van Van Fleer, die is weggepest door de leerlingen uit 4D. Hij is leraar Nederlands die direct bij de eerste les aan 4D, “de hel”, de oorlog verklaart. De Bree is een rustige pijprokende man, die een jaar wat afleiding wil en meer in contact wil komen met de werkelijkheid en daarom gaat lesgeven. Thuis bij zijn hospita is hij bezig met een studie over Anna Maria van Schuurman. De Bree zijn eerzucht is zijn wetenschap, hij leeft bijna aseksueel. De Bree kan zich goed vinden in het systeem van Bint, en treurt wanneer deze de school verlaat. Hij probeert nog in contact met Bint te komen, maar dit lukt hem niet. Dan komt de gedachte bij hem op, dat de ziel van Bint in de school verder leeft, en zijn bijgetekende periode begint hij daarom met meer goede zin dan anders.
Bint en De Bree zijn de belangrijkste personages, verder zijn er nog: 4 klassen met leerlingen uit sociaal zwakke milieus: 1. De grauwen zijn goedaardig, arbeidzaam, kleurloos en slecht. Ze willen graag mee, graag leren, maar omdat De Bree denkt dat de klas kan omslaan in rebellie en tuchteloosheid is hij (onnodig) streng voor hen. In deze klas zit de leerling Van Beek, die zelfmoord zal plegen vanwege zijn slechte rapportcijfer. 2. De bloemen halen heel verschillende resultaten. De bloemen zijn vredig, rustig. In deze klas zitten o.a. de twee meisjes Kret, Stientje en Mabelle, en Jérôme Fléau, een jongen die m.b.v. de conciërge voor een opstand zorgt na de dood van de leerling Van Beek. 3. De bruinen (o.a. 2 bruine jongens) gaf De Bree graag les. Ze liepen voor met alles en wilden graag leren. Omdat de klas zich bewust was van haar knapheid, was De Bree bang voor hoogmoed. 4. De hel is de lievelingsklas van de directeur Bint. Zij zitten in klas 4D. Zij functioneren goed met het nieuwe systeem, en verwerven hierdoor eliterechten. Enkele namen uit de klas: “Whimpysinger, De Moraatz, Neutebeum, Nittikson, Surdie Finnis, Te Wigchel, Kiekertak, Taas Daamde, Peert, Punselie, Bolmikolke, Klotterbooke, Ten Hompel, Heiligenleven, Van der Karbargenbok, Steijd, Voorzanger (een schaakspelende Jood). De hel telt slechts 1 meisje, Schattenkeinder.
Verder zijn er nog enkele leraren die bij naam genoemd worden: Remigius was hoog en tenger en had een donker, warm en helder mensenoog en een veroverende handdruk. Hij rookt sigaretten, (in het boek wordt hij vader van een zoon). Remigius en De Bree praatten wel eens in het boek. Keska, aan wie De Bree direct een hekel had, was een vreselijke prool met een vuil gebit, een natte lach van oor tot oor en een klamme hand. Hij had een put boven in zijn hoofd. Donkers, is een kleine rode sterke met grijsblond stoppelhaar. Hij is effen, stil en beslist. Hij heeft een geweekte hand van een wasvrouw en is plaatvervangend directeur. Zijn zuurstaande mond laat zien dat hij een pijproker is. De Conciërge is een groot, bleek kalf met een gezwollen kalfskop en in zijn borstkas zit een groot, koud kalfshart dat heel langzaam tikt. Hij heeft dikke vingers. Hij is mollig en heeft een wit gezicht. Remigius denkt dat de zwarte schoonmaakster die door Bint is aangenomen, een beroerd schepsel, is aangenomen als provocateur voor de conciërge, die op school woont. Bint denkt namelijk dat de conciërge met de leerling Fléau heult (wat later ook zo blijkt te zijn) maar er zijn nog geen bewijzen. Later in het verhaal, als de conciërge is ontslagen, zijn molligheid is verdwenen, hij ouder lijkt en in lompen loopt, komt hij aan de deur van De Bree bedelen. De Bree ziet dat de zwarte schoonmaakster bij hem is, en weigert iets te geven. De enige lerares To Delorm is energiek en onknap. Haar mond is te wijd en te dun, maar beweeglijk en intelligent. Nox is een vierkante, gekleed in het zwart. Hij heeft een somber oog en een lange zwarte snor. Ridderikhof is een voos mens, vroeg oud en met puilogen die door zijn oogleden werden tegengehouden. Hij had dun grijzend haar in een kuif en leek te vriendelijk voor de school. Hij had gele handen van het roken. Hij ziet er ziekelijk uit, maar zijn stalen wil weet de klas en zichzelf eronder te krijgen. Talp blijkt een vreemde, hij is volkomen evenwichtig en weet dat ook van zichzelf. Hij is de enige die poseert. Hij heeft zowel ambitie als achtergrond. Hij heeft respect in klassen, niet vanwege tucht, maar vanwege een druk die hij oplegt.
Je leert de personen kennen door wat De Bree van hen vertelt, en door de gesprekken die er gevoerd worden, tussen de betreffende persoon en De Bree.
Tijd: Het verhaal speelt zich af rond de tijd waarin het is geschreven, 1934. Dit is de tijd van de economische crisis, armoede is dan ook te merken (het enige meisje uit 4D, “de hel” heeft slechts flarden van boeken, volledig versleten, en de ontslagen conciërge en schoonmaakster bedelen aan de deur omdat ze geen steun krijgen). 1934 is ook de tijd van het opkomend nationalisme. Het was Bints’ doel om de leerlingen van zijn school er voor op te leiden niet bang te zijn in de maatschappij waarin korte bevelen gegeven worden. “De hel” zou dan ook perfect functioneren in de maatschappij.
De vertelde tijd is ongeveer een schooljaar. De Bree mist namelijk het eerste deel van het schooljaar, omdat hij toen nog aan zijn eigen studie werkte, en pas gevraagd wordt als zijn voorganger Van Fleer is weggepest. De rest van het schooljaar geeft hij les als leraar Nederlands, en na een heroverweging besluit hij toch het volgende jaar in te gaan, waarvan het begin in het boek nog wordt beschreven.
Er is over het algemeen een continu tijdsverloop al gaan schoolvakanties voorbij zonder dat er bij stil wordt gestaan.
De verteltijd is ongeveer 1,5 uur. Het boek telt slechts 76 bladzijden, maar ik heb er in verhouding lang over gedaan omdat ik de taal moeilijk vond.
Er is geen opvallend verband tussen de vertelde tijd en de verteltijd. Er wordt ongeveer een schooljaar beschreven in 76 bladzijde, niet echt veel, en die heb ik in niet al te lange tijd uitgelezen. Er gebeurt niet bijster veel in het boek, en het is ook niet langdradig.
De tijdsvolgorde in chronologisch. Er is een terugblik, namelijk als De Bree terugdenkt aan de leerling Van Beek, die zelfmoord heeft gepleegd. Er is een soort blik vooruit als De Bree denkt hoe de leerlingen zich over 10 jaar in de maatschappij zullen gedragen.
Over het algemeen is sprake van vision avec.
Perspectief en vertelsituatie: Het verhaal is geschreven in hij-perspectief. De ene keer is Bint de hij, de andere keer De Bree. Er is echter maar een verhaallijn, en dat wordt gezien door de ogen van Bint. Perspectiefwisseling vindt niet plaats.
Ruimte: Het verhaal speelt zich af in een schoolgebouw, van een middelbare school, waarschijnlijk in een grote stad (omdat op weg naar school eerst door de armoewijken gelopen moet worden, door De Bree, “waar het stadsplan slecht was”). Het gebouw is koud, kil en verlaten. Er wordt slechts aan enkele klassen les gegeven (4 afdelingen vierde, en 3 afdelingen vijfde klas), omdat de wethouder het niet eens is met het systeem waar mee les gegeven wordt. Als excuses vanwege het niet meer mogen toelaten van leerlingen zegt de wethouder dat het gebouw te oud is. “De hel” krijgt heel toepasselijk les in een van de kelders van de school. De lerarenkamer is rokerig, maar wel gezellig. De klassen gaan met Pasen allemaal op kamp, en tijdens het kamp verblijven zij in goedkope hotels. “De hel” fietst door België en Noord-Frankrijk heen. Het weer is erg belangrijk is het boek. Ondanks dat het boek korte zinnen kent wordt er een sfeer mee geschept die duidelijk aangeeft hoe De Bree zich er bij voelt. Bijvoorbeeld: “Novemberochtend. De wind danste lomp om de hoeken”. Er wordt een kille sfeer beschreven, De Bree begint aan zijn eerste schooldag.
Taalgebruik en stijl: Het taalgebruik in “Bint” vond ik moeilijk, waarschijnlijk omdat het ouderwets was. De zinnen zijn kort en wekken een bepaalde sfeer op. Er worden veel bijvoeglijke naamwoorden gebruikt die ook bepalend zijn voor de sfeer. De gesprekken die in het boek plaatsvinden zijn vaak kort. Er wordt veel gebruik gemaakt van beeldspraak; leerlingen worden vergeleken met beestachtige wezens en de conciërge met een dik, lomp kalf. De zinnen verder waren zuinig en beknopt maar hadden wel hun uitwerking.
De auteur: Ferdinand (Johan Wilhelm Christiaan Karel Emiel) Bordewijk (1884-1965) wordt geboren op 10 oktober 1884 in Amsterdam. Aan het Hoge Westeinde, een school met een ouderwetse tucht, wordt hij leerling op het gymnasium. Hij studeert rechten in Leiden en promoveert in 1912 tot doctor. Een jaar later wordt hij beëdigd als advocaat en gaat hij werken bij een advocatenkantoor in Rotterdam. In 1914 trouwt Bordewijk met Johanna S.H. Roepman. Uit dit huwelijk wordt een dochter en een zoon geboren. Zijn echtgenote krijgt bekendheid als componiste van orkest- en koorwerken, beiaardmuziek en de opera “Rotonde”. Onder het pseudoniem Ton Ven maakt hij in 1916 zijn debuut als schrijver met de gedichtenbundel “Paddestoelen”. Hij hield zijn leven en werk verder strikt gescheiden. Van 1918 tot 1920 doceert Bordewijk handelsrecht aan de Handelsschool in Rotterdam. Bij een bombardement in maart 1945 worden al zijn bezittingen vernield en verhuist de familie tijdelijk naar Leiden. Uiteindelijk wordt een woning gevonden in Scheveningen. Hij schreef van 1946 tot 1955 letterkundige kronieken in het Utrechtsch Nieuwsblad. In 1947 wordt hij voorzitter van de Ereraad voor Letterkunde, die oordeelt over het gedrag van schrijver in de Tweede Wereldoorlog. Collaborateurs worden veroordeeld tot een publicatieverbod. Vanaf 1949 werkt Bordewijk voor de gemeente als juridisch adviseur mee aan diverse saneringsprojecten. In 1953 ontvangt hij de P.C. Hooftprijs en een jaar later wordt hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. In 1957 ontvangt Bordewijk de Constantijn Huygengsprijs voor zijn totale oeuvre. In 1965 overlijdt hij op tachtigjarige leeftijd in Den Haag. Gebruikte pseudoniemen zijn: Emile Mandeau en Ton Ven. Zijn werk varieert van poëzie en romans tot novelles en korte verhalen.
Andere werken dan “Bint” zijn o.a.:
“Fantastische vertellingen” (1910-1923-1924). “Blokken” (1931). “Knorrende beesten” (1931). “Rood paleis” (1936). “Karkater” (1938) Dit boek werd verfilmd door regisseur Mike van Diem en ontving in 1998 een Oscar voor de beste buitenlandse film. “Noorderlicht” (1948). “De doopvont” (1952) (1955). “Bloesemtak” (1955). “De zigeuners” (1960). “De Golbertons” (1965).
In Bordewijks’ werk staat de tucht of zelftucht vaak centraal, als middel om angst, chaos en desintegratie de baas te worden.
REACTIES
1 seconde geleden
K.
K.
de tangens staat er niet in
17 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Erg veel thanxxxxxx voor je uittreksel ik heb er veel aan gehad.. Hij was echt vet goed!!!
Groetjes,
Li-ekke
23 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
het is zo'n beroerd uittreksel dat het cijfer wat ik er op kreeg een 4.3 was
23 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
dan moet je t ff in je eige woordjes zetten enzo, je kan niet alles zomaar overnemen.
9 jaar geleden
W.
W.
Supergoeie samenvatting van Bint!
23 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Bedankt voor het uittreksel.
Ik moest van dit boek een uittreksel van internet halen voor nederlands. Maar er moest wel veel informatie in staan. Ik heb er veel aan gehad.
Anique 4 Havo
23 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
ik vind het absoluut geweldig.
23 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
bedankt voor je uittreksel!!!!
groeten kus Rob
23 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
Htt verslag is echt heel goed...ik heb er veel aan gehad!
bedankt!
:-D
23 jaar geleden
AntwoordenV.
V.
bedankt je hebt me echt uit de nood geholpen thanxxxxxxxxx
22 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
he jessica bedankt voor u héééél goed werkske over bint. Ik moest dit boek lezen voor school, maar begreep sommige dingen niet goed, dus ben ik naar verslagen komen zien. algoe dat er zo'n mensen zijn zoals u he.
bedankt Kristof,xxx
22 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
good man
22 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Beste Jesica,
ik heb veel aan je verslag gehad ""thanks''
groetjes richard
21 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
geweldig!!!!!!!!!!!!
20 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
Superverslag!!
heel veel aan gehad
bedankt
20 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
ik heb heel veel aan je uitreksel van bint
19 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Wauw! Dit is echt het allerbeste boekverslag dat ik ooit op internet ben tegen gekomen! (oke dat zegt niet veel want de meesten zijn verschrikkelijk slecht) maaar thumbs up, hij is écht heel goed!
19 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
Aah fijn, nu snap ik het boek tenminste beter!
13 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
Yup, een stuk makkelijker te begrijpen zo :)
Heel goed, bedankt!
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Dit uittreksel is zó goed dat onze docente Nederlands (5HAVO) ons als huiswerk meegaf deze uit te printen en mee naar de klas te nemen. Respect aan de originele schrijver!
12 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Als je het slecht vind dan maak je zelf toch lekker een betere...
10 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
het is niet karkater maar karakter
10 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Heel erg bedankt.. ik was het boek vergeten te lezen voor me toets en heb dankzij deze samenvatting gewoon een 6 gehaald
Heeeell erg bedankt
10 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
Scholieren.com, super bedankt voor alle 'zeker weten goed' boek verslagen. Ik waardeer jullie werk heel erg. Enorm handig voor mijn mondeling VWO 6!
9 jaar geleden
AntwoordenZ.
Z.
daar gebruik ik m ook voor
9 jaar geleden
J.
J.
super goed
8 jaar geleden
Antwoorden