Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2016
- 426 pagina's
- Uitgeverij: De Bezige Bij
Flaptekst
Hoe weet je wat voor mens je bent als je nooit een oorlog hebt meegemaakt? Die vraag houdt Abel Kaplan, voormalig schrijver, al zijn leven lang bezig. Pendelend tussen de twee liefdes van zijn leven stuit Kaplan tijdens een nachtelijke dwaaltocht op een verlaten schoolgebouw. Hij hoort hulpkreten, maar durft niet in te grijpen. Wanneer vervolgens een gepeste jongen bescherming bij hem zoekt en Kaplans vriendin Judith hem het oorlogsdagboek van haar vader overhandigt, dringt het tot hem door: de geschiedenis is springlevend, en het is hoog tijd om zijn plek erin op te eisen. In De laatste oorlog, dat even licht als dwingend van toon is, gaat Abel Kaplan de confrontatie aan met vragen die relevanter zijn dan ooit.
Eerste zin
Twee mensen, een man en een vrouw, vierentwintig en tweeëntwintig jaar oud, bevroren in het kunstlicht. Tot dan toe had hun samenzijn bestaan uit nachten en ochtenden, uitslapen en wakker worden, ze lachten en stoeiden en zoenden, de herhaling was bedwelmend.Samenvatting
Opm. vooraf: in het dikke boek gebeurt er niet heel veel, maar er wordt wel veel informatie verstrekt. Die hoeft niet altijd in deze samenvatting te worden opgenomen.
Deel I (Hoofdstuk 1-27: blz. 7-224)
In 2013 is Abel Kaplan 49 jaar. Hij leeft gescheiden van zijn twee jaar jongere vrouw Eva, van wie hij de achternaam heeft overgenomen en behouden. Ze hebben elkaar in 1986 tijdens hun studie ontmoet: Abel studeerde geschiedenis en Eva kunstgeschiedenis; aanvankelijk was er sprake van een leuke relatie, maar ze waren uit elkaar gegroeid o.a. omdat Eva kinderloos bleef. Nu hebben ze een regeling getroffen waarbij Abel af en toe als partner optreedt, wanneer Eva op een officiële gelegenheid iemand naast zich wil hebben. Eva heeft een baan als Directeur fondsenwerving bij het Concertgebouw en is redelijk bekend en succesvol. Abel heeft een baantje als administratieve kracht op een islamitische school. Hij had daarvoor bedrog moeten plegen door te ontkennen dat hij Joods was. Hij had opgeschreven dat hij moslim was. Hij voelt dat wel als een teken van verraad. Overigens was hij eerst docent geschiedenis, wat geen al te groot succes was. Daarnaast vindt hij zich een schrijver: hij is er nog steeds op uit om dat Ene Grote Boek te schrijven. Maar hij kampt momenteel met een "writers block."
In 2002 was duidelijk geworden dat Eva door een aandoening aan haar eierstokken nooit een kind zou kunnen krijgen. Het lijkt er tijdens het feestje op alsof Eva een nieuwe vriend heeft. Deze Duyf wordt in het nieuwe schooljaar dat op punt staat te beginnen de nieuwe baas van Abel. Wanneer hij boos van het feestje wegrijdt, komt hij terecht in een buurt waarin een geheimzinnig schoolgebouw staat van waaruit hulpkreten komen. Er is ook politie op de been. Later kan hij dat gebouw helemaal niet meer terugvinden, wat op zich mysterieus genoemd kan worden. Is het een spookgebouw?
In het nieuwe schooljaar trekt Abel zich meteen het lot aan van een brugklassertje dat gepest wordt. De jongen heet Ibrahim, maar Abel noemt hem Abraham. Hij weet niet zo goed hoe hij in die zaak moet handelen en legt het voor aan zijn tweede vriendin Judith. Met haar heeft hij ook een seksuele relatie. Het lijkt voor de lezer een heel leuke vrouw, maar Abel is ook in deze relatie een twijfelaar.
Hij ontfermt zich steeds meer over Abraham, en schrijft een brief met een klacht over de pesters aan zijn nieuwe rector Duyf, maar die reageert helemaal nergens op. Abel geeft de jongen ook een paar gymschoenen die hij heeft "geleend" van de afdeling gevonden voorwerpen op school. Hij wil zich als een vader voor de jongen gedragen. Dat wordt dus min of meer een substituut voor het kind dat hij zelf met Eva niet gekregen heeft.
De synagoge waar Judith werk heeft, wordt beklad met hakenkruisen. Judith en Abel maken de boel weer schoon. De oorlog komt nu in allerlei opzichten dichterbij. In de oorlog was de eerste vriend van Abels moeder door een noodlottig toeval omgekomen: hij was door een toevallige kogel in een tram gedood. Ze was later met diens broer getrouwd en dat was de vader van Abel. Inmiddels zijn z'n beide ouders overleden. Abel droomt nog wel eens van hen.
Abel vraagt zich af hoe heldhaftig hij zelf zou zijn geweest als hij de oorlog had meegemaakt. Judith vertelt hem ook dat haar vader (die ook Abel heet) tijdens de oorlog een dagboek heeft bijgehouden. Hij zat gevangen in het concentratiekamp Auschwitz: ze heeft het originele dagboek in haar bezit. Abel neemt het boek mee, maar kopieert het helemaal en gaat er daarna in lezen. Hij krijgt het idee de inhoud te gebruiken voor zijn nog te schrijven Grote Roman. Hij begint het dagboek te herschrijven. Eigenlijk vervalst hij dus het werk van een ander. Tegelijkertijd beeldt hij zich in dat hij ook iets gemeen heeft van de hoofdpersoon die immers hetzelfde heet. Zo beginnen voor Abel Kaplan werkelijkheid en fictie door elkaar te lopen. Hij geeft Judith wel het originele dagboek terug. Ze weet niets van de kopie die hij gemaakt heeft.
Judith heeft intussen het mysterieuze gebouw gevonden dat Abel in het begin van de roman had aangetroffen. Het is een oud schoolgebouw waarin de politiek Roma-zigeuners heeft opgeborgen. Per 1 januari 2014 komt er nieuwe regelgeving voor immigranten en de regering wil daar greep op hebben. Roma's (o.a. veel Roemenen) zijn dan vrij in de EU om te gaan en te staan. Judith zegt om Kaplan te motiveren dat de vervolging van Joden en zigeuners in de vooroorlogse jaren ook zo begonnen is.
De pesterijen tegenover Abraham nemen steeds ergere vormen aan. Zo hebben medeleerlingen zelfs zijn haar weg geschroeid. Duyf doet nog steeds niets. Maar op een zekere dag ziet hij Abraham niet meer. Duyf heeft hem van school verwijderd. Kaplan is boos en vernielt een fiets van een andere leerling. Dat wordt op camera's vastgelegd en hij wordt daarna met onmiddellijke ingang geschorst. Hij zegt daarover niets tegen Judith en Eva. Ook gooit hij een stenen Laaf door de ramen van het Concertgebouw. Wel wil hij Eva een bezoek brengen, maar zijn directeur Duyf is bij haar. Hij wilde haar een jurk brengen die hij al die jaren voor haar bewaard had. Het komt tot een woordenwisseling en Abel gaat weg. Hij laat een taxichauffeur twee hoertjes regelen. Het zijn twee jonge Roemeense meisjes. Maar hij heeft zelf geen seks met hen en betaalt hen voor een seksueel spel met henzelf.
Daarna licht hij een journaliste Maaike in over wat er in het schoolgebouw gebeurt. Ze regelt met wat kennissen chaos en Kaplan neemt in de uitgebroken paniek uit het gebouw een jongen mee naar zijn appartement.
Deel II (hoofdstuk 1-23 blz. 227-427)
Abel biedt de jongen als het ware een onderduik aan. Daarvoor gelden dus ook de regels van de oorlog. Regel 1: maak zo weinig mogelijk mensen deelgenoot van het feit.
Abel gaat weer lezen in het dagboek van Judiths vader en herschrijft de tekst. Ook daar in Auschwitz heeft de oude Abel zich over een jongen ontfermd. Hij praat over de aanwezigheid van de Duivel in het kamp, een man die erger is dan de kamparts Mengele. De jongen die ook al Abraham wordt genoemd, is dankbaar voor de hulp van de oude Abel.
Met de zigeunerjongen communiceren valt niet mee. Kaplan heeft hem Abraham II genoemd. Regel 2: onzichtbaarheid is een groot goed. Hij bleekt het haar van Abraham II. Daardoor lijkt hij Hollands. Toch stelt zijn onderbuurman Kuiper hem vragen over de vreemde geluiden die hij hoort. De klanken die Abraham uitstoot, herkent hij als de geluiden van de hoertjes. Hij gaat dus op zoek naar een boekje met Roemeense woorden.Ook koopt hij een Playstation 2 voor hem. Hij moet immers de tijd doden. De Romaknul raakt er zelfs een beetje aan verslaafd. Ook lijkt de onderduikjongen niet erg dankbaar oor zijn onderdak. Hij verstopt later de Play Station en dan pakt de jongen zijn laptop. Maar Abel wil juist het door hem gekopieerde manuscript digitaliseren. Vlak voor oudjaar 2013 maakt Judith kennis met de ontvluchte Roma. Ze wordt meteen door hem als een lieve moeder gezien. Ze bakt oliebollen voor hem, ze steken vuurwerk af en het lijkt wel een gezinnetje. Abel is er wel een beetje jaloers op dat Judith beter met de Romajongen kan opschieten dan hij.
Ook de publicatie van het boek heeft hij nog steeds hoog staan op zijn verlanglijst. Hij zoekt contact met een bekende professor Stolk die hij wil paaien om samen het boek uit te geven. Hij moet hem het dagboek laten zien. Stolk heeft goede connecties met uitgeverijen en Abel krijgt zelfs een voorschot van 5000 euro. Hij kan die hard gebruiken, want hij heeft geen baan meer. Hij herschrijft zijn bladzijden in de bibliotheek. Judith weet nog niets van zijn plan. Op televisie ziet Abel een documentaire waarin de voiceover vraagt aan de kijker wat die zou hebben gedaan als er een bezetter het land zou binnenvallen. Judith verwijt Abel dat hij nog steeds te veel vastzit aan de oorlog. Je moet ook als Jood weer gewoon een nieuw leven onder ogen zien.
Wanneer hij professor Stolk weer ontmoet, vraagt die naar de authenticiteit van het dagboek, Er zijn namelijk meer schrijvers geweest die de boel gefantaseerd hebben. Hij is natuurlijk bij Abel aan het goede adres, want die is in feite het dagboek aan het herschrijven, maar ook aan het vervalsen. Er is nog een ander gevaar voor Abel. Er is namelijk een politiebericht verspreid met de mededeling dat er een Romajongen is verdwenen. Abel vertelt haar nu ook wat hij met haar vaders dagboek aan het doen is; ze vindt het niet leuk. De Holocaust mag geen verzinsel zijn.
Stolk neemt contact op met Abel en zegt dat de kleindochter van ene Heydrich in Rotterdam op bezoek komt. Abel vindt dat hij naar haar toe moet. Heydrich is een oorlogsmisdadiger. Hij krijgt nu de kans om de oorlog te wreken. Hij maakt inderdaad contact met haar en na een boel drank is ze welwillend genoeg het bed met hem te delen. Maar hij wil haar pijnigen, deze Maria Himmelreich, en hij neemt haar op brute wijze anaal. Daarna doucht hij en vertrekt. De volgende dag biecht hij het wel op aan Judith. Ze besluit bij Abel weg te gaan en vraagt via een briefje nog wel of hij goed voor de Romajongen wil zorgen.
Het wordt nog erger voor Abel. Op de televisie ziet hij dat Stolk is ontmaskerd als iemand die het ook niet nauw neemt met de waarheid. Stolk wordt op non actief gezet en hij moet zijn medewerking aan het boek ontzeggen. Abel besluit zonder Stolk door te gaan en het laatste deel van het dagboek toch te herschrijven. Als de politie bij zijn buurman binnenvalt, heeft Abel het wel gezien. Hij gaat naar zijn oude school waar hij ontslagen is en steekt de administratie in brand. Zo kunnen er geen bewijzen tegen iemand worden gevonden. (ook zo'n oorlogshandeling) Daarna gaat hij naar Eva's huis. Hij ziet een sportauto en denkt dat die van Duyf is. Hij bekrast de motorkap, maar de auto is niet van Duyf. Hij is dichtbij zijn Eva en ze hebben nog een keer seks met elkaar. Ze bekent dat hij altijd haar grote liefde is geweest. Maar nu is het voorbij.
Abel gaat naar huis en hij neemt Abraham II mee. Hij is van plan hem naar Roemenië te brengen. Eerst doen ze nog een adres aan dat Judith heeft doorgegeven. een oude man doet open: is het soms de vader van Judith die het kamp heeft overleefd? Het zou kunnen want kort daarop werpt Abel het manuscript op straat. Het boek zal er dus niet komen. Ze gaan naar Maastricht en willen vandaar uit naar Duitsland. Net over de grens valt de auto stil en zullen ze een oplossing moeten bedenken. Abel gaat iemand bellen.
Personages
Abel Kaplan
Abel Kaplan is eigenlijk het enige belangrijke personage in de roman. Om verdubbeling van de gegevens te voorkomen wordt hier verwezen naar de informatie over de hoofdpersoon onder het kopje "Thema."
Eva Kaplan
Eva is de vrouw die gescheiden leeft van Abel, omdat ze hem geen kinderen kon schenken en zelf ook carrière wilde maken. Ze hebben ene bijzondere omgangsregeling getroffen. In de loop van de roman zie je wel dat Eva steeds meer afstand neemt van Abel. Ze heeft zelfs een nieuwe vriend. Aan het einde heeft ze nog een keer seks met Abel, als een soort compensatie voor het verleden. Eva is een zelfstandige, zelfbewuste vrouw.
Judith Citroen
Judith wordt afgeschilderd als een prettige verschijning, maar wel één die zich ook laat manipuleren door Abel. Zij moet doen wat hij wil. Ze is goedig, stelt hem zelfs het originele manuscript van haar vader ter hand in het volste vertrouwen dat hij dat zal teruggeven. Ze lijkt meer bij het Jodendom betrokken dan Eva.
Duyf
Duyf de nieuwe vriend van Eva die ook Abels schooldirecteur is, komt niet sympathiek over. Hij reageert niet op de mails van Abel over de pesterijen op school. Er is een duidelijke rivaliteit tussen hen tweeën. Zodra hij de kans krijgt, schorst hij Abel. Die neemt wel wraak door een deel van de school in brand te steken en zijn auto te bekrassen (typisch voor loser Abel is dan dat het zijn auto niet is)
Quotes
"Terwijl hij de zes schuldige letters opschreef, vond hij een woord voor zijn gevoel. Verraad,. Op dat moment, het ijzingwekkende moment van het tekenen, bij het krassende geluid van de vulpen, beseft hij het. Hij had zijn Joodsheid zojuist voor altijd de rug toegekeerd. Binnen deze muren zou Abel Kaplan moslim zijn. Hij was een Jood die overliep naar een ander geloof, een goj, een deserteur. De weinige geboden, die hij nog eerbiedigde, verloren direct alle waarde." Bladzijde 52
"De oorlog was de enige gelegenheid in de wereldgeschiedenis geweest waarbij de twee ware gedaanten van de menselijke ziel waren geopenbaard: de kant die leefde op vernietiging en de kant die leefde op hoop en vrijheid. Uiteindelijk waren dat de enige echte kleuren waarmee de oorlog kon worden aangeduid. Zwart en wit." Bladzijde 109
""Je hoeft het niet te vertellen, hoor", zei hij wetend dat een dergelijke opmerking vaak het tegendeel bewerkstelligde. "Goed, er is een boek", begon ze. "Een belangrijk boek. Het dagboek van mijn vader." En op dat moment begon de oven te piepen en veerde Judith als uit een lichte trance op." Bladzijde 142
""Wat zich hier om de hoek bevindt is een schoolgebouw vol Roma. Zigeuners, vastgehouden door de politie. In het kort: op 1 januari 2014 verandert de internationale wetgeving. De politiek is bang dat hordes Roma ons zullen overspoelen. Of die angst nou op waarheid berust of niet, onze werkelijkheid wordt gevormd door de tegenmaatregelen, door acties." " Bladzijde 217
"Eindelijk, zei hij tegen zichzelf, bevatte zijn leven de grootheden die hij altijd had nagestreefd. De jongen die Kaplan om praktische redenen Abraham II had gedoopt - in het dagelijks taalgebruik verviel de numerieke toevoeging- liet zich zoals gehoopt goed verstoppen in de kleine nis achter de kledingkast. Eerst had Kaplan de nis ontdaan van stof." Bladzijde 227
Thematiek
Zin van het bestaan / zin van het levenAbel Kaplan weet als hij 49 jaar is en min of meer in een midlifecrisis verzeild is geraakt niet wat hij zou doen als er ineens een oorlog zou uitbreken. Zou hij de held uithangen, zou hij laf zijn? Ook hoe hij verder moet met zijn relaties weet hij eigenlijk niet. met Eva is het over en ze hebben nog wel wat verplichtingen tegenover elkaar. met zijn vriendin Judith weet hij niet hoe hij verder moet. Toch probeert hij wel de held uit te hangen. Op school wordt een jongetje gepest en hij steekt zijn nek uit voor het jongetje. Hij wil de rector inschakelen, maar die doet niets. Als de jongen van school moet, wordt hij boos en vernielt hij eigendommen. Dat komt hem op een schorsing te staan. Weer een zekerheidje minder. Dan krijgt hij weer een kans om de held uit te hangen,Hij neemt een Romazigeuner in huis en wil hem verborgen houden tot de grenzen in Europa open gaan. Bovendien krijgt hij de kans een Grote Roman te schrijven als hij het dagboek van Judiths vader in handen krijgt. Hij gaat het herschrijven en hij verandert feiten. Op dat moment beginnen voor Abel fictie en werkelijkheid door elkaar te lopen, omdat in het kamp de oude Abel ook een jongen in bescherming heeft genomen. Het zijn allemaal momenten en daden waarop Abel zich kan bezinnen op zijn situatie in de wereld. Volgens zijn vriendin is hij teveel in de oorlog (maar ook in het verleden) blijven hangen en moet hij zijn blik meer op de toekomst gericht houden. dan neemt hij het besluit om Abraham II terug te brengen naar Roemenië, maar loser als hij is, komt hij symbolisch niet verder dan Duitsland. Hij blijft opnieuw in het verleden steken.
Motieven
Wraak
Wraak hoort bij oorlog en is een oorlogshandeling. Uit wraak op wat directeur Duyf heeft gedaan gooit hij een Laaf door de ruiten van het Concertgebouw, molt hij een fiets van een leerling en zet hij aan het einde van de roman een flinke kras op de motorkap van de sportauto van Duyf. De ultieme wraak is echter de ruwe wijze waarop hij in Rotterdam seks heeft met de kleindochter van een Duitse kampbeul.
Tweede wereldoorlog
Abel Kaplan gaat min of meer gebukt onder de naweeën van de Tweede Wereldoorlog, Zijn vader is de broer van de man op wie zijn moeder echt verliefd was. Maar die werd door een verdwaalde kogel gedood. Telkens wordt Abel geconfronteerd met het jood zijn en de oorlog. Hij leeft in het besef dat hij ook niet weet wat hij in de oorlog gedaan zou hebben als de bezetters het land zouden zijn binnengevallen. Zou hij een held zijn geweest of een loser? Dat is wel de belangrijkste reden dat hij de Romajongen onderdak of onderduik verschaft. Hij verbergt hem in een nis in zijn appartement en hij verft zijn haar blond. Dat doet toch ook wel sterk denken aan de geschiedenis van Anne Frank.
Pesten op school
Abraham I wordt door zijn klasgenootjes op de islamitische school erg gepest. het begint met kleinigheden, maar aan het einde heeft men zelfs zijn haar weg geschroeid. Abel probeert iets aan het pesten te doen door alles in mails en brieven aan zijn directeur te schrijven, maar die onderneemt geen actie.Op den duur wordt Abraham van school verwijderd.
Liefdesrelatie: problemen/echtscheiding
Eva en Abel leven gescheiden van elkaar, al hebben ze een speciale regeling getroffen dat Abel af en toe als partner komt opdagen bij feesten en partijen. Toch zijn ze min of meer van elkaar gescheiden en Abel wordt nog steeds boos als ze een nieuwe vriend heeft. Die jaloezie geeft aan dat hij nog steeds aan haar denkt en van haar houdt. dat beïnvloedt mede zijn relatie met Judith Groen. Uit de verhaalgegevens lijkt dit voor de lezer een ideale vrouw voor Abe te zijn, maar hij is een twijfelaar en hij gaat niet vol voor haar. Hij vervalst het dagboek van haar vader ter verhoging van zijn eigen glorie en hij biecht haar aan het einde ook op dat hij overspel heeft gepleegd met de Duitse. Dat is voor haar de druppel en ze verdwijnt uit zijn leven (in ieder geval uit het boek)
Overspel
Abel heeft nog steeds een relatie met Judith als hij naar Rotterdam vertrekt om daar de kleindochter van een Duitse kampbeul te ontmoeten. Hij heeft zich voorgenomen met haar naar bed te gaan. Dat lukt door middel van veel drank. Hij besluit haar op ruwe wijze te verkrachten. Eerder was hij bijna over de schreef gegaan, toen hij uit woede over Eva's nieuwe vriend een taxichauffeur twee hoertjes liet regelen. Maar in die situatie bleef het alleen bij kijken.
Discriminatie
De discriminatie is op diverse manieren aanwezig in de roman. De Roma's worden o.a. door de regering gediscrimineerd. ze worden als crimineel beschouwd en daarom apart gezet in een schoolgebouw. Op 1 april 2014 zou namelijk de internationale regelgeving worden herzien en men vreesde grote aantallen zigeuners uit het Oostblok.
Kinderloosheid
Eva Kaplan kan geen kinderen krijgen en dat is een belangrijke oorzaak voor de problemen die ze in hun huwelijk hebben.
Motto
Motto deel I:
"Absolutley wie zinj heir!"
Deze spreuk komt in dit deel voor op een spandoek dat bij een kraakpand van buitenlandse illegalen hangt.
Motto deel II:
"There 's no business like Sjoa business."
Een cynische uitspraak waarmee wordt bedoeld dat aan de Jodenvervolging geld kan worden verdiend. Dat geldt in deel II bijvoorbeeld voor Professor Stolk die de waarheid naar zijn hand heeft gezet. Maar ook voor Abel die het dagboek van Abel Citroen vervalst om er een roman van te maken.
Titelverklaring
Abel Kaplan heeft de Tweede Wereldoorlog niet meegemaakt, maar hij wil toch eigenlijk wel een oorlogsdaad verrichten. In het begin zijn die pogingen die niet erg heldhaftig, bijvoorbeeld een stenen beeld (Laaf) gooien door de ramen van het Concertgebouw, (en hard weglopen) maar in deel II krijgt zijn streven een diepere dimensie. Hij verbergt de Roma-zigeunerjongen voor zijn belagers: hij laat hem als het ware onderduiken (in een nisje, wat sterk doet denken aan Anne Frank) Ook neemt hij seksueel wraak op de kleindochter van een kampbeul. Hij voert dus zijn privé-oorlog als aangenomen Jood.
Helemaal op de laatste bladzijde van de vuistdikke roman wordt de titel ook letterlijk in de tekst opgenomen: ...... hier gaat Abel Kaplan, de laatste overlevende van de laatste oorlog." (blz. 427)
Structuur & perspectief
De dikke roman (ruim 400 bladzijden) is onderverdeeld in twee delen.
Deel I heeft een korte proloog uit 1988 en daarna wordt meteen overgeschakeld naar 2013. Dit deel van het verhaal bestaat uit 27 ongetitelde en chronologisch gerangschikte hoofdstukken waarin Abel Kaplan zijn eerste "verzetsdaden" pleegt.
In het tweede deel dat 23 ongetitelde hoofdstukken hoofdstukken telt, heeft Kaplan zijn daden gesteld: hij biedt een Roma-jongen 'Abraham" onderdak en hij begint aan een oorlogsboek n.a.v. het dagboek van Judiths vader. Dit deel eindigt in 2014.
Het perspectief berust op de korte proloog na (die alwetend aandoet) volledig bij de personale verteller Abel Kaplan (49 jaar oud) wiens gedachten, angsten en overwegingen we van binnenuit kunnen meebeleven.
Decor
Het decor van de roman is Amsterdam. Dit past goed bij de Joodse identiteit die het verhaal via Kaplan, Eva en Judith meekrijgt. Even wijkt Abel aan het einde van de roman een dagje uit naar Rotterdam om daar seks te hebben met de kleindochter van een kampbeul. Op de achtergrond speelt als symbolisch decor het vernietigingskamp Auschwitz mee, omdat hij het dagboek van de vader van Judith aan het herschrijven is voor zijn roman.
De tijd die beschreven wordt, is vooral tussen september 2013 en voorjaar 2014. Er is sprake van een chronologische roman. De terugblikken zijn dermate klein dat de lezer niet het idee heeft dat de chronologie van de gebeurtenissen doorbroken wordt.
Stijl
Het taalgebruik van Heerma van Voss is helder en duidelijk. De lengte van de zinnen wisselt hij af. Hij gebruikt geen al te moeilijke woorden in zijn verhaal. Ook zijn metaforen zijn gemakkelijk te volgen.
"Overal gingen mannen die hem niet bevielen en vrouwen die hij niet aansprak op in soortgelijke groepjes, als zeeanemonen die zich vastzogen aan gesteente. En iedereen liet weer los, " (blz. 16)
De derde naam, Kaplan, was als dierbaar littekenweefsel. (blz. 16)
Slotzin
Terwijl hij zijn vinger naar de telefoon bracht, nog altijd niet wetend wie hij zou willen bereiken, wendde hij zich tot de jongen: "Straks kot iemand jou ophalen. Ik laat je niet in de steek. We wachten samen. Degene die komt zal weten wat te doen. Alles komt goed."Hij zweeg even en vroeg toen: "Vertrouw je me?"Beoordeling
Daan Heerma van Voss kan schrijven, laat daar geen misverstand over bestaan. Dat hij schrijverstalent bezit, laat hij ook zien in zijn laatste roman "De laatste oorlog." Qua stijl valt er nauwelijks iets op zijn roman aan te merken. Heerma van Voss is een geboren verteller en dat blijft toch één van de topkwaliteiten van een schrijver.
Maar je kunt ook teveel informatie geven in een boek. Ik heb me in het begin echt door de brei van gegevens moeten worstelen. Ik vroeg me vaak af of het nuttige gegevens waren die ik aan het lezen was. Was er niet veel overbodig? Ja, denk ik nu nog steeds. Voor mijn gevoel begint de roman pas na 150 bladzijden en had de schrijver er beter aan gedaan de roman veel korter te maken. Natuurlijk raak je op een bepaald moment in de ban van het verhaal, maar de kans bestaat dat lezers voor die tijd al zijn afgehaakt. Dat is jammer, want het thema dat de schrijver behandelt is interessant genoeg.
Zou je nu bij het uitbreken van een oorlog een held of een loser zijn? Abel Kaplan voert zijn laatste oorlog in onze samenleving. En dat gegeven is alleszins de moeite waard. Zeker ook in relatie tot het actuele vluchtelingenprobleem. Om die reden kun je het boek ook goed combineren met andere (en soms klassieke) boeken over de nawerking van de Tweede Wereldoorlog. De boekenkasten staan er vol mee.
Een paar voorbeelden:
Harry Mulisch - Het stenen bruidsbed ( een klassieker)
Maaike Boonzaaier - Joodse buren (2015)
Ad Fransen - Vaderskind (2015)
Anne Neijzen - Zoutberg (2015 en erg leesbaar voor scholieren)
Leoni Jansen - Geheim (2013)
Maar ook de beroemde klassieker van W.F. Hermans "De donkere kamer van Damocles "kun je combineren met "De laatste oorlog." Is Henri Osewoudt held of antiheld?
Recensies
"In se is ‘De laatste oorlog’ een liefdesverhaal. Maar dan wel één dat meer en meer bedolven wordt onder problematieken als de oorlogsherdenking en het Roma-beleid. Uit de combinatie van alle elementen spreekt zo’n rijke ambitie, en zo’n oeverloze stroom verhalen, dat we zeker zijn dat er nog heel wat lezenswaardigs uit zijn jonge pen zal vloeien. " http://www.cuttingedge.nl...g%E2%80%99
" De laatste oorlog is een opeenvolging van scènes, de een overtuigend, de ander minder – maar ondanks de aardige vondsten die erin opduiken, vormen die maar geen dwingend verhaal. Veel stukken hadden geschrapt kunnen worden zonder het geheel geweld aan te doen. Dat geldt misschien wel over het hele eerste deel, dat bovendien wemelt van de kunstmatige constructies. Neem Kaplans dienstverband op een islamitische school. Dat is nogal een stap voor een man die het liefst joods wil zijn (en zich islamkritisch opstelt). " http://www.nrc.nl/handels...fd-1576359
"De roman was meer in evenwicht geweest als Heerma van Voss scherper had gekozen, een zwaartepunt had aangebracht. Hij had genoeg materiaal, getuige de 432 pagina's. Zo zijn er meer zwaktes - de proloog probeert te geforceerd de spanning op te voeren, het laatste deel doet een wel erg groot beroep op het toeval. En toch, juist die grote greep maakt indruk. Eindelijk een personage dat hándelt, in plaats van verlamd toe te kijken, grotesk en tragisch tegelijk. De laatste oorlog is een fabel in clair-obscur over hoe mensch te zijn in onzekere tijden." http://www.volkskrant.nl/...~a4229799/
"In De laatste oorlog, de nieuwe roman van Daan Heerma van Voss, stuit de bijna 50-jarige Abel Kaplan op een schoolgebouw waar Romavluchtelingen worden vastgehouden. Kaplan bevrijdt een jongen en neemt hem in huis als onderduiker. Onbewust begint Kap- lan de oorlog na te spelen. En dan zijn er ook nog eens twee grote liefdes in zijn leven." http://www.dvhn.nl/plus/I...12489.html
Geschreven door Cees
Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Leraar Nederlands zijn vond ik veel leuker dan directielid spelen.
Ik vond het destijds mijn 'missie' om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met onbekende en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van aantrekkelijke en/of spannende boeken enthousiast maken. Passages die interessant zijn, kun je als docent voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat, kan ook een stimulans voor je keuze zijn. En vergeet niet dat je van je medeleerlingen ook kunt horen welk boek ze leuk gevonden hebben.
Ik heb tot nu ( 1 januari 2025) 1500 boekverslagen gemaakt, waarvan vrijwel de meeste Zeker-Weten-Goed-verslagen zijn. Er staan bovendien vragen over de inhoud aan het einde van het verslag, zodat je kunt controleren of je je het boek begrepen hebt.
Bij Scholieren.com probeer ik zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Elke maand ontvang ik boeken van diverse uitgeverijen die hun schrijvers uit 'hun fonds' onder de aandacht willen brengen.
Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers op de leeslijst te accepteren.
Lezen is leuk, maar bokverslagen maken doe je meestal niet voor je lol. Ikzelf vond dat vroeger namelijk helemaal niet leuk. Ik kocht daarom ook alle uittrekselboeken die te koop waren. (Bijvoorbeeld Literama (Ne) Apercu (Da), Survey (En), Der Rote Faden(du) ) Nu maak ik zelf boekverslagen voor scholieren.com.
Nog een welgemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert. Daar is natuurlijk helemaal niks mee.
REACTIES
1 seconde geleden