Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2013
- 313 pagina's
- Uitgeverij: Podium
Flaptekst
Wanneer Elsa op haar vakantieadres van de politie hoort dat haar vader is vermoord, neemt ze het eerste vliegtuig terug naar Nederland. Haar vriend en zoontje laat ze achter in Zuid-Frankrijk. Terug in Amsterdam ontdekt zij dat haar vader, een emeritus hoogleraar middeleeuwse schriftcultuur, op het spoor was van de ontrafeling van een groot staatsgeheim, waarvan het uitlekken onvoorstelbare gevolgen zou hebben. Al snel blijkt dat Elsa zelf verdacht wordt van de moord.
Dan besluit ze door te gaan waar haar vader gebleven is. Met hulp van Robin, een studente met een bijbaan in de archieven van de universiteit, en Maarten van Eck, de beroemde televisieprofessor, probeert ze een antwoord te vinden op een aantal belangrijke vragen.
Wie heeft haar erin geluisd? Is de politie wel te vertrouwen? Wat hebben de geschriften van Cicero ermee te maken? En wie is toch de mysterieuze IV? Op de hielen gezeten door politie én moordenaars, volgt er een ijzingwekkende achtervolging van 24 uur door Amsterdam, via de duinen bij Heemskerk naar Zuid- Frankrijk. Elsa concludeert in wanhoop: gisteren rond deze tijd was er nog niets aan de hand.
Eerste zin
Joost Doorman is als eerste wakker. Zonlicht stroomt door de kier tussen de gordijnen door de slaapkamer binnen. Ze zijn in Frankrijk, in het vakantiehuis van de familie van Elsa.Samenvatting
Deel I
Elsa Ruys, (28) een bekende en mooie wiskundige (ze is gek van getallen) hoort via de telefoon dat haar vader is vermoord en ze moet meteen terug naar Nederland komen. Ze is in Zuid-Frankrijk op vakantie met haar relatie Joost en haar kindje Lars. Ze neemt direct het vliegtuig en wordt op Schiphol afgehaald door een man die beweert van de politie te zijn. Maar dat is achteraf helemaal niet het geval. Ze laten haar in de auto een beeldje zien dat gebruikt is bij de moord op haar vader, maar zo krijgen de mannen haar vingerafdrukken op het beeldje. In de auto krijgt ze ook een briefje van haar vader te zien dat een eerste aanwijzing geeft naar een adres. Ze moet naar het Februariplein. Daar woont een studente van haar vader, Robin (aanwijzing 1: alpha). Elsa speelde altijd met haar vader via dergelijke raadseltjes. Ze gaat naar het Februariplein en daar woont inderdaad een meisje Robin dat haar vader kent.
Ze hebben ineens door dat de mannen die haar van Schiphol zijn komen ophalen, niet van de politie zijn en Elsa schakelt nu zelf de politie in om te vertellen dat haar vader is vermoord. Ze gaat met Robin naar het adres waar haar vader woonde. De politie komt er ook aan en ze ziet dat hij vermoord is, maar omdat ze zelf gebeld heeft, wordt ze meteen door de politie (John Hart) verdacht. Met Robin vlucht ze dan weg uit het huis, maar ze worden met een helikopter gevolgd. In het kantoor van haar vader heeft Elsa een nieuwe aanwijzing van haar vader gezien (aanwijzing bèta). Ze melden zich daarom bij Ans Kahn, de directrice van de Nederlandsche Bank, die heel vroeger een relatie heeft gehad met haar vader Marcus. Ze is gebeld in de nacht van zijn dood met de vraag of ze iets wilde opbergen op een heel veilige plaats. De wetenschapper heeft blijkbaar iets heel belangrijks ontdekt. Maar er is ook iets anders aan de hand. Ze staat op het punt de laan uitgestuurd te worden door de minister-president. Het is crisis en haar wordt het een en ander verweten.
Robin denkt te weten wat het is, dat de vader van Elsa opgeborgen wilde zien. Ze heeft in een Middeleeuws handschrift van Cicero een losse pagina (die daar niet in thuishoorde) ontdekt. Via mevrouw Kahn worden ze in contact gebracht met Maarten van Eck, een wetenschapper die zijn ziel heeft verkocht aan de televisie: hij wordt steeds gevraagd in praatprogramma’s en hij lijkt in een aantal opzichten op de bekende tv-deskundige Maarten van Rossem. Ze gaan naar de Universiteitsbibliotheek om een en ander te kunnen controleren, maar ze worden nu door twee groepen achtervolgers in de gaten gehouden: de politie en de groep mannen van wie ze de identiteit niet kennen, maar waarbij ene Jacob hoort. Die staat weer in contact met een geheimzinnige leider Vier.
Van Eck weet te melden dat de losse pagina een zogenaamde Thorbecke-brief is, waarin de oud-staatsman die onze Grondwet in de negentiende eeuw schreef een aantal ideeën over het koningschap had ontwikkeld die verdonkeremaand waren in de tijd van de idiote Koning Willem III. Het is allemaal erg verrassend. Waarom zou Ruys zich daarmee hebben beziggehouden?
Een onverwachte explosie dicht in de buurt bij de bieb maakt een einde aan deel I. De belagers van Elsa van het eerste uur (Jacob en partners) hebben dat op hun geweten: ze hebben een zwarte Mercedes laten ontploffen.
Deel II
De ravage in de buurt is groot en er zijn enkele gewonden te betreuren. Van Eck vertelt Robin en Elsa verder over de inhoud van de Thorbecke-brief. De staatsman had enkele ideeën over het koningschap, die de toenmalige Koning Willem III (een idiote man) niet welgevallig waren: o.a. over het morganatisch huwelijk. Dat houdt in dat er een bepaling in de grondwet zou komen waarin het de koning zou zijn toegestaan te trouwen met iemand van een lagere afkomst. Dat wilde koning Willem III niet. Thorbecke werd daarom in die tijd tegengewerkt en zelfs bedreigd, weet Van Eck te melden. De documenten moeten veilig worden gesteld en daarom zoeken ze weer contact met Ans Kahn. Die woont in een afgelegen huis in de duinen bij Heemskerk. Ans heeft diezelfde middag te horen gekregen dat ze niet ontslagen zal worden en wil dat met Elsa vieren door whisky met haar te drinken. Ze heeft al aardig wat op en Elsa vraagt haar de Thorbecke-brief in de kluis op te bergen. Dan blijkt dat Ans meer van alles af weet. Waarschijnlijk is ze bewerkt van bovenaf in ruil voor het houden van haar baan. Ze richt een pistool op Elsa, maar uiteindelijk schiet ze na een worsteling in haar eigen been. Elsa belt 112 voor haar en ze wordt weer herenigd met Maarten van Eck en Robin. Die hebben intussen informatie over een derde aanwijzing (de gamma) in het plot: iets met een steen, wat een edelsteen blijkt te zijn die gebruikt is bij oorjuwelen van het Koninklijk Huis. Er is er één verdwenen. Intussen zien de leden van de geheime groep agenten onder leiding van IV (je kunt halverwege deel II opmaken dat dit Willem IV zou kunnen zijn, oftewel Willem-Alexander) dat het de verkeerde kant opgaat. John Hart zit niet langer op het spoor om Elsa van de moord op haar vader te verdenken. Die moet worden uitgeschakeld en een telefoontje naar de leidinggevende van John zorgt ervoor dat hij even buiten dienst wordt gesteld. Hij wordt zogezegd verdacht van seksuele intimidatie van zijn collega Mirjam.
Van Eck zoekt informatie op zijn iPhone en zo komt Elsa erachter dat het verdwenen kroonjuweel voor haar een bekend voorwerp is. De politie volgt echter de mobiele telefoons. Aan het einde van deel II komt de mededeling dat Ans Kahn de schietpartij niet heeft overleefd. Zij is dus het tweede slachtoffer in het complot IV.
Deel III
De zaken beginnen anders te lopen dan Vier heeft gedacht. Maarten van Eck heeft een theorie door de kennis die hij heeft van het koningshuis dat een van de oorjuwelen terechtgekomen is bij een bastaard kind van de Oranjes. En ze hebben intussen een vierde aanwijzing: De Nieuwe Aarde (DNA) ligt onder de Zwijger. Als ze het DNA van een van de Oranjes zouden kunnen bemachtigen, kunnen ze bewijzen dat Els Ruys een afstammeling is van het koningshuis. In eerste instantie denken ze dan dat ze naar Delft moeten gaan om in de Grafkelder in de Nieuwe Kerk het DNA te onderzoeken van een van de Oranjes. Er is namelijk een klein kistje waarin wat lichaamsdelen zijn dat apart is begraven (aanwijzing Delta). Maar er is maar één persoon die toestemming kan geven tot de grafkelders en dat is de burgemeester van Delft. Gelukkig is dat is een oude bekende van Maarten van Eck, die ze daarom midden in de nacht gaan opzoeken. Dan blijkt uit zijn verhaal dat Marcus Ruys enkele maanden daarvoor ook al toegang heeft verkregen. Hij zou anders bekend maken dat de burgemeester een homofiele voorgeschiedenis heeft. Dat weet Maarten van Eck ook en die wil het op dezelfde manier doen. Maar dan heeft Elsa ineens door dat ze helemaal niet in Delft moeten zoeken. Hun zomerhuisje in Frankrijk heet namelijk ook Maison Taciturne (De Zwijger) en dat huisje is al heel lang in bezit van de familie. Daar zal onder de grond de oplossing zijn verborgen: een zakje met DNA-overblijfselen van de Oranjes.
Intussen hebben ook Vier en zijn handlangers (Jacob) in de gaten dat ze naar Zuid-Frankrijk moeten verkassen. Bij toeval ziet de op een zijspoor gezette John Hart een Zwarte Mercedes die sterk lijkt op de ontplofte auto van deel I wegrijden uit het landhuis in de Maartendijkse Bossen. Hij besluit de Mercedes in zuidelijke richting te volgen. Er ontstaat nu een ware tocht naar Zuid-Frankrijk: maarten, Elsa en Robin in de auto van haar stiefvader, Vier en Jacob in de Mercedes en de achtervolging door John Hart. Intussen maakt Maarten van Eck contact met ene Michiel van het praatprogramma waarin hij vaak optreedt: hij beweert hot news te hebben: er is en nieuwe Van Gogh ontdekt. Michiel heeft veel weg van Matthijs van Nieuwkerk.
Als Elsa met haar reisgezelschap in haar huisje aankomt, is Joost erg verrast. Ze zoeken nu naar een laatste aanwijzing waarin iets wordt aangegeven waar het gezochte DNA zal zijn verborgen. De laatste aanwijzing is omega. Er is in het huisje een tegel met dat teken en wanneer ze die optelt, vinden ze inderdaad een kistje waarin overblijfselen o.a. verdorde huid zitten. Maarten brengt het live in de uitzending bij Michiel. Op het moment dat ze het zakje met de overblijfselen willen tonen, staat Vier oftewel Prins Willem-Alexander in de kamer.
Dat is ook live te zien zonder dat de prins het weet. John Hart (die in de buurt van het huisje is) wordt gebeld door Mirjam, die inderdaad het lek bij de politie naar de elitegarde is. De prins wil het zakje met de overblijfselen hebben, maar Robin weigert het af te geven. Dan wordt ze bedreigd met een pistool. Ineens is John Hart aanwezig die ook een pistool heeft. Van Eck heeft het pistool van Ans Kahn nog in zijn bezit en zo lijkt er een status quo. Jacob die op Paleis Soestdijk is opgegroeid en weet wat zijn beschermende rol is, valt als er een kogel wordt afgevuurd op het bovenbeen van Willem-Alexander voor hem in de bres. Hij wordt dodelijk geraakt. Willem-Alexander ziet zijn kans schoon en grijpt de overblijfselen van zijn voorvaderen uit handen van Robin. Hij vlucht weg in zijn Mercedes, maar wordt onderweg gestopt door auto’s van de Franse politie. Dan is er ineens een explosie: ook deze Mercedes gaat de lucht in: met Vier en het bewijsmateriaal erbij. Het is uiteraard wereldnieuws: de Nederlandse kroonprins heeft zelfmoord gepleegd.
De volgende dag komen Maarten, Elsa en Robin weer live in de uitzending bij Michiel. Maar op een bepaald moment wordt het beeld weggedraaid. Dat is het beeld dat de komende tijd op internet te zien zal zijn. Het beeld van een land dat door dit incident veranderde.
Personages
Elsa
Elsa is een jonge, slimme wiskundige. Ze heeft een oude, wijze vader met wie ze altijd raadseltjes oploste. Natuurlijk gaat ze meteen na de melding van de moord op haar vader naar Nederland. Via de postume aanwijzingen, die hij haar geeft in een soort codetaal, komt ze erachter dat niet de politie haar grootste vijand is, maar een elitegarde van het Koninklijk Huis. Als ze de laatste aanwijzing goed doorheeft, beseft ze dat het geheim in haar eigen zomerhuisje ligt. Daarmee is de queeste voltooid. Ze keren terug en Prins Willem-Alexander zorgt voor een geweldige apotheose. Het blijft daardoor ook onduidelijk of ze werkelijk de afstammeling van de Oranjes was.
Robin
Robin is een jonge studente die nauw heeft samengewerkt met Marcus Ruys, zij is de ontdekker van de Thorbecke-brief. Ze helpt Elsa bij de zoektocht naar het grote geheim, net zoals de andere Robin in het Batman-verhaal zijn baas helpt. Ze is snel, slim en dapper, zeker aan het einde van het verhaal.
Maarten van Eck
Maarten van Eck is de wetenschapper die zijn lot verbonden heeft aan populaire praatprogramma’s op de televisie. Hij doet sterk denken aan Maarten van Rossum. Hij heeft veel kennis van het Koninklijk Huis en hij denkt dat Elsa Ruys een afstammeling van de Oranjes is. Door zijn contacten met de televisie wordt de live-uitzending van het gewelddadige slot van het plot wereldnieuws. Hij is homoseksueel vinden Robin en Elsa op een simpele manier uit en hij gebruikt dat gegeven in zijn relatie tot de burgemeester van Delft.
John
John is een gewetensvolle rechercheur die later ook wel door heeft dat Elsa nooit de dader van de moord op haar vader kan zijn. Hij heeft haar wel op het eerste gezicht verdacht. Wanneer hij haar onschuld ventileert, wordt dat door zijn collega Mirjam doorgespeeld naar Vier. John wordt van de zaak afgehaald, maar zoals zo vaak in deze verhalen, blijft hij eigenwijs zijn eigen plan trekken en wordt hij aan het einde nog belangrijk als hij in de Provence ten tonele verschijnt wanneer Willem-Alexander de overblijfselen wil hebben.
Jacob
Jacob is de trouwe vazal van de prins. Hij is opgegroeid in het paleis waar de oude Koningin Juliana en Prins Bernhard erg aardig voor hem waren. Nadat hij een vies zaakje had opgeknapt toen er inbrekers waren in het paleis, kon hij toetreden tot de elitegarde die rondom de leden van het Koninklijk Huis een rol speelt. Hij doet trouw wat de prins van hem vraagt en hij offert zich aan het einde op als hij de kogel die John Hart afvuurt, wil opvangen.
Quotes
"‘En hij vond Emma?’ Klopt, Duits, eenenveertig jaar jonger en helemaal klaar om voor nageslacht te zorgen. Maar Willem III was dankzij wat venijnige geslachtsziektes in de paar jaar daarvoor inmiddels zo onvruchtbaar als een dood paard. Althans dat is het vermoeden. En daarom werd er door het hof en de regering iemand gevonden die in het diepste geheim Emma wilde bezwangeren. Een lakei of een vriend." Bladzijde 220
"Op het moment dat hij wil weglopen voelt hij zijn eigen telefoon trillen in zijn broekzak. Het nummer is geblokkeerd. ‘John Hart’, zegt hij. De stem van een Amsterdamse collega. ‘Het ziekenhuis belde. Kahn heeft het niet gehaald. ‘Wat bedoel je?’ ‘Ze is tien minuten geleden overleden.’ ‘Christus’, zegt Hart." Bladzijde 226
"IV – zijn eerste codenaam wordt consequent doorgevoerd als het om het Leger gaat- kwam binnen een week met deze nieuwe locatie. Paleis Soestdijk voldeed niet meer nadat Bernhard was overleden en er niemand weer woonde. Bovendien werd het plan opgevat om het paleis binnen een aantal jaar open te stellen voor publiek. Daarom werd de organisatie van de elitegarde verplaatst naar landgoed Rustenhoven." Bladzijde 250
"Haar vader bedoelde niet deze zwijger. Ze weet het zeker. De zwijger die hij bedoelde was ver van Delft, van het Vondelpark en ver van het appartement aan het Victoriaplein. De zwijger die hij bedoelde stond in Le Muy in de Provence: de zwijger waar het Marcus Ruys om was te doen was hun familiehuis. Maison Taciturne." Bladzijde 272
Thematiek
QueesteHet verhaal heeft de drie klassieke kenmerken van de Middeleeuwse queeste (vgl. de Arthurromans.) - Het begint en eindigt namelijk op dezelfde plek (het vakantiehuis in Zuid-Frankrijk). - Daarna gaat de hoofdpersoon op zoek naar de waarheid en zij doet dat op vreemde bodem (in dit geval terug naar Amsterdam). De hoofdpersoon moet allerlei moeilijkheden overwinnen (o.a. vluchten voor politie en de handlangers van Willem-Alexander, bedreigd worden door Ans Kahn, bedreigd worden door de elitegarde). Steeds krijgt de hoofdfiguur nieuwe aanwijzingen om achter het grote raadsel van haar opdracht te komen. - Uiteindelijk is de afloop van een queeste altijd goed: het kwaad wordt gestraft: Willem-Alexander maakt Maxima weduwe.
Motieven
Whodunit
De thriller is natuurlijk in eerste instantie een whodunit. Wie heeft de vader van Elsa Ruys vermoord? Zij gaat op zoek naar de daders. Uiteindelijk wordt duidelijk wie achter de moord steekt.
Fantasie en werkelijkheid
Lubach bevindt zich met deze inhoud op de grens tussen fictie en fantasie. We noemend dit motief (ook wel genre) “faction” (een combinatie van fictie en facts: verbeelding en feiten). De grote man in de Nederlandse literatuur is daarin Tomas Ross.
Vader-dochterrelatie
Het is duidelijk dat Elsa en Marcus een goede dochter-vaderrelatie hebben en dat zij er alles aan zal doen om de adres van de moord op haar vader te achterhalen. Ze zijn allebei ontzettend slim en scheppen er plezier in om elkaar met aanwijzingen raadsels op te geven. Dat vormt de clou van het verhaal.
Familiegeheim
De Oranjes doen er alles aan om de informatie over het verleden te verzwijgen. Niets voor niets heet hun grote familievoorman Willem de Zwijger. Het geheim nemen ze liever mee in hun graf: letterlijk gezien door Willem-Alexander
Vals beschuldigd
Een bekend motief in thrillers. De verteller wordt vals beschuldigd en doet alles om zijn/haar onschuld te bewijzen. Ze krijgt daarbij meestal hulp van anderen: in dit geval van Robin en Maarten van Eck. Dat stelt haar in staat haar onschuld te bewijzen.
Heden en verleden
Motief dat op de achtergrond een belangrijke rol speelt. Van Eck verzamelt informatie over de leden van het Koninklijk Huis in de 19e eeuw. Er zouden afstammelingen in de bastaardlijn van de Oranjes zijn.
Trivia
Na drie romans schreef Arjen Lubach zijn eerste literaire thriller, gewoon omdat hij daar veel zin in had. Dat betekent niet dat hij meteen thrillerauteur zal worden. Eigenlijk was het een beetje een experiment.
Titelverklaring
IV verwijst naar een personage in de thriller die met Vier wordt aangeduid en de opdrachtgever is van de mannen die achter Elsa Ruys aan zitten. Het blijkt uiteindelijke een verwijzing naar koning Willem IV te zijn oftewel Willem-Alexander.
Structuur & perspectief
De thriller wordt onderverdeeld in drie delen. Deze worden op hun beurt weer onderverdeeld in kleine hoofdstukken die weliswaar geen titel hebben, maar wel steeds een aanduiding hebben waarin wordt aangegeven waar dit hoofdstuk zich afspeelt. Dat heeft vaak ook weer te maken met het vertellende personage.
Er zijn namelijk diverse personale vertellers in deze roman die elkaar vrijwel elk hoofdstuk afwisselen: de belangrijkste vertellende personages (allen in de o.t.t. vertellend) zijn Elsa Ruys (dochter van een wetenschapper), Ans Kahn (directrice Nederlandsche Bank), Jacob (een geheime beveiligingsagent) en John Hart (politierechercheur).
Het lijkt echter alsof de schrijver dat af en toe vergeten is, wanneer er een ineens een zin met een auctoriale verteltrant te lezen valt.
Vgl. “Op een moment dat Van Eck zijn browser opent en iets intypt, gaat er op een computer in Amsterdam een venster open.” (blz. 207)
Decor
Elsa krijgt te horen dat haar vader vermoord is en ze vertrekt meteen met het vliegtuig (erg snel geregeld, kun je zeggen) naar Nederland. Daar valt ze van het ene avontuur in het andere. Een ruime dag later krijgt het verhaal in Zuid-Frankrijk zijn beslag.
Uit tekstgegevens kun je als lezer opmaken dat het verhaal in de zomer van 2012 speelt. Er worden op een zeker moment in het verhaal namelijk gegevens uit een stamboom van de familie Ruys vermeld. De oude Marcus Ruys is geboren in 1929 en in het krantenbericht over zijn dood wordt verteld dat hij 83 jaar is geworden. Het is dan 2012. Ook wordt er steeds gesproken over een hete zomer, zowel in Frankrijk waar Els met Joost op vakantie was, als in Nederland, maar een vakantiemaand wordt niet genoemd.
[Arjen Lubach besluit zijn thriller met de mededeling dat hij het verhaal heeft geschreven in Rome in de zomer van 2012.]
De decors die een rol spelen zijn:
- Het vakantiehuisje in Zuid-Frankrijk waar Els en Joost met hun kind Lars vakantie vieren. Het huisje draagt de mooie naam Maison Taciturne (Huis De Zwijger);
- Amsterdam waar haar vader woont (en is vermoord) en waar Elsa wordt opgejaagd door een elitegarde;
- Het huis in de duinen bij Heemskerk waar Ans Kahn woont;
- Het pand Kibubu Vastgoed in de Maartendijkse Bossen, waar Vier op en prachtig landgoed zijn handlangers ontmoet en opdrachten geeft.
Stijl
De stijl van de thriller wordt voornamelijk bepaald door het razendsnelle tempo waarin het verhaal aan de lezer wordt voorgeschoteld. Uiteindelijk vindt alles plaats op een en dezelfde dag: een bijna klassiek gegeven. Ook houdt hij zich aan de kenmerken van de queeste: het begin en het einde op dezelfde plaats (Zuid-Frankrijk) avonturen op vreemd gebied en een bevredigende afloop. Het tempo wordt vooral veroorzaakt door de snelle wisseling van decors en vertellers.
In zijn stijl karakteriseert Lubach ook de kroonprins door hem mededelingen te laten doen over andere personages, zijn vakantiewoning in Mozambique die niet doorging en de toespelingen op de troonsafstand van zijn moeder.
Slotzin
Dit is het beeld dat bijblijft, dat een miljoen keer op internet wordt bekeken, dat de volgende weken in de kranten zal staan. Het is het bevroren beeld dat het icoon wordt van het moment waarop het land veranderde.Beoordeling
Arjen Lubach heeft met zijn eerste thriller een nieuwe weg ingeslagen. Hij heeft bovendien een verhaal bedacht dat een beetje doet denken aan de thrillers met een geheimzinnige achtergrond die over grotere belangen gaat. Je denkt dan al meteen aan de Davinci Code van Brown. Daarmee wil ik niet beweren dat het boek meteen al dat hoge niveau heeft. Maar wat wel grappig is aan deze thriller dat niet meteen alles wat je leest voorgekauwde, hapklare brokken stof zijn en dat je ook zelf kunt nadenken over de aanwijzingen die de personages krijgen. Dat geeft het boek zeker een extra dimensie. Uiteindelijk had ik op tweederde van het verhaal wel door dat achter de geheimzinnige IV onze eigen kroonprins stak, die op dat moment ook al ludiek een voorspellende zin over de abdicatie van zijn moeder in huis had. Inderdaad treedt die op 30 april 2013 af.
Die aanwijzingen aan de lezer tillen het niveau van de roman wel uit boven het gemiddelde van de Nederlandse thrillerschrijfsters van dit moment: Simone, Suzanne, Saskia, Loes en Marion. Liever trouwens dat Lubach een thriller probeert dan Marion Pauw een roman op stelten zet. Lubach heeft bovendien een moderne queeste geschreven die aan de drie klassieke kenmerken van de middeleeuwse queeste voldoet (geen toeval gezien de inhoud van de thriller).
De stijl van Lubach is sterk, hier en daar licht-ironisch en voortdurend heb ik me tijdens het laatste deel afgevraagd of de schrijver wilde testen hoe ver hij kon gaan in het “belachelijk maken” van het leden van het Koninklijk Huis. Maar misschien zal de nieuwe koning er uiteindelijk ook wel over kunnen glimlachen.
Daarmee zit Lubach op de grens tussen fiction en fantasy en dat noemen we tegenwoordig wel faction. Zijn grote voorbeeld in de Nederlandse literatuur is Tomas Ross, die ook vaak over leden van het Koninklijk Huis een thriller met waarheidsgetrouwe elementen schrijft (vgl. het in 2012 verschenen werk “Onze vrouw in Tripoli” waarin Mabel Wisse Smit een rol speelt. Het is niet gek om beide boeken op je lijst te zetten als je van dit soort literatuur houdt.
Het niveau van deze thriller is zeker geschikt voor de literatuurlijsten van havo en vwo en kan dan meetellen voor een waardering van twee punten.
Recensies
"Behalve de vaart in de thriller, die vrij klassiek is opgebouwd als zoektocht, is te prijzen dat Lubach er een intelligente queeste van heeft gemaakt. Bij de oplossing van het raadsel is Cicero van belang, evenals de liberale politicus Thorbecke en zijn er talloze historische verwijzingen die te maken hebben met het fundament van ons staatsbestel" http://www.tzum.info/2013...lubach-iv/
"Complotthriller, faction, allemaal van toepassing - maar de grote, knallende finale, die steeds duidelijker in zicht komt, heeft een wat potsierlijke kant: \'ach god, hij toch niet\'. Hoewel anderen er misschien liever het etiket \'hilarisch\' op zouden plakken. Kan ook. Ongegeneerd hilarisch." http://www.volkskrant.nl/...02/IV.html
"Net als Tomas Ross vaak doet in zijn misdaadromans bedrijft Lubach in IV faction: hij mengt historische feiten met fictie. Welke feiten, daar komt de lezer geleidelijk achter. Want als een ervaren thrillerauteur geeft Lubach informatie op gedoseerde wijze prijs. Wat over de historische basis van IV wel prijsgegeven kan worden zonder het leesplezier te bederven: het gaat om een precair onderwerp. Veertig jaar geleden zouden over dit boek mogelijk Kamervragen zijn gesteld. Net als Tomas Ross vaak doet in zijn misdaadromans bedrijft Lubach in IV faction: hij mengt historische feiten met fictie. Welke feiten, daar komt de lezer geleidelijk achter. Want als een ervaren thrillerauteur geeft Lubach informatie op gedoseerde wijze prijs. Wat over de historische basis van IV wel prijsgegeven kan worden zonder het leesplezier te bederven: het gaat om een precair onderwerp. Veertig jaar geleden zouden over dit boek mogelijk Kamervragen zijn gesteld.Alleskunner Lubach bewijst met IV dat hij ook een spannend boek kan schrijven. Hij weet zijn complottheorie te verpakken in een vlotlezende pageturner, waar de vergelijking met de auteur van The Da Vinci Code vrijwel direct om de hoek komt kijken. Lubachs boek bevat veel ingrediënten van Browns bestsellerrecept." http://www.nrclux.nl/iv-a...t/1073437/
"Is de hoeveelheid actie in het boek ook niet over the top? De verteller van het verhaal realiseert zich dat ook: ‘Er lijkt geen grens te zijn aan hoe krankzinnig deze dag kan worden.’ Dit staat op ongeveer tweederde van het boek en dan moet er nog heel wat gebeuren. De ontknoping bewijst dat er inderdaad geen grens zit aan die krankzinnigheid. Heeft Lubach IV in ernst geschreven of is het een sterk staaltje ‘zo-schrijf-je-een-thriller’? En kijken hoe ver je dan kunt gaan?" http://recensieweb.nl/rec...wste-boek/
Geschreven door Cees
Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Ik vond het destijds mijn taak om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met nieuwe en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van leuke en/of spannende boeken enthousiast maken. Stukken die interessant zijn, voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat. Ik heb nu ruim 1460 verslagen gemaakt, waarvan een heleboel Zeker-Weten-Goed-verslagen. Er staan vragen over de inhoud aan het eind om je te laten zien of je het boek begrepen hebt.
Bij Scholieren.com probeer ik daarom zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers ook op de leeslijst te zetten. Uittreksels maken vond ikzelf vroeger helemaal niet leuk. Ik kocht daarom ook uittrekselboeken. (Bijvoorbeeld Literama, Apercu, Der Rote Faden) Nu maak ik zelf boekverslagen voor scholieren.com. Nog een gemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert.
REACTIES
1 seconde geleden
Yvette van
Yvette van
Inderdaad zeker weten goed dit verslag. Echt alles staat erin. Ik hoop dat de maker ook De Camino van Anya Niewierra gaat lezen en een verslag maakt ;-)
11 maanden geleden
AntwoordenCees
Cees
Hallo Yvette,
Het is wonderlijk je bericht.
Vanmorgen heb ik het uitgebreide verslag van De Camino op onze site gezet.
Heel goed en spannend boek.
Enne, alles staat er weer in ( haha)
11 maanden geleden