Verschijnen voor de rechter
Jeugdcriminaliteit is dalende, volgens de statistieken. Toch mocht ik afgelopen week even ruiken aan het bestaan van een badboy pur sang. Ik moest namelijk voor de rechter verschijnen.
Waarom ik voor moest komen? Nou, dat zit zo. Zo’n anderhalf jaar geleden bedachten ik en twee vrienden in beschonken toestand dat het een goed idee was om 'n aantal verkeersborden uit de grond te halen en mee te nemen.
Na die paar glaasjes alcohol hadden we echter niet meer helemaal door dat achter ons twee agenten stonden. Wat er toen plaatsvond herinner ik mij in flitsen. Er werd in ieder geval om m'n ID gevraagd en daarna vlogen de boetes me om de oren. Ergens ver weg echode de som van 122 euro nog na.
Hoger beroep
De volgende dag vond ik mijzelf verslagen terug in bed. Angstig verwachtte ik de boete. Maar de dagen werden weken en de weken werden maanden. En nog steeds was daar geen boete. Ik vergat de strafbeschikking en pakte mijn leven weer op.
Was ik te naïef geweest? Misschien wel, want een kleine anderhalf jaar na het voorval kreeg ik dan toch post. 122 euro wegens baldadigheid op een donkere avond in juni 2013. Even overwoog ik om de boete ‘gewoon’ te betalen. Al snel besloot ik anders; ik tekende hoger beroep aan. 122 euro hou ik namelijk liever in eigen zak en ik had per slot van rekening toch niets te verliezen.
Betoog in de rechtszaal
Via de post kreeg ik het verzoek om op 12 november voor de rechter te verschijnen. Ik had geen last van zenuwen en was ook totaal niet bang. Ja, ik zie er verdomde goed uit met een stropdas om, maar dat was niet de reden van mijn vroegtijdige stemming van euforie. Ik had me goed voorbereid en had eigenlijk niets te verliezen; dat was de reden dat ik totaal geen last had van knikkende knieën toen ik om negen uur stipt de rechtbank betrad.
Links zat de Officier van Justitie, in het midden de dienstdoende rechter en rechts iemand waarvan ik de functie nog steeds niet weet. Na een aantal standaard vragen beantwoord te hebben, kreeg ik de kans om mijn betoog te houden.
Lesje geleerd
Ik begon te vertellen dat ik absoluut fout zat toen ik tig maanden geleden dat verkeersbord verplaatste. Ik vertelde ook dat ik destijds beschonken was en nu al elf maanden niet meer drink. De kans op herhaling is dus bijna nul. Ik vervolgde mijn verhaal door te vertellen dat ik ook op schoolniveau mijn leven heb gebeterd: drie jaar geleden deed ik nog mavo, dit jaar hoop ik mijn vwo-diploma te halen. Mijn betoog sloot ik af met de conclusie dat door de geruime tijd die er tussen het plegen van het feit en het binnenkomen van de strafbeschikking (anderhalf jaar!) geen sprake meer was van een vergeldende maatregel. Of in normale, niet-rechtbank-taal: ik had mijn lesje al wel geleerd, ook zonder 122 euro boete.
Twee jaar voorwaardelijk
Het driekoppige publiek had ademloos geluisterd naar mijn stemgeluid dat door de microfoon schalmde. Althans, dat dacht ik. Al snel herpakte de Officier van Justitie zich. Maar ik had mijn punt gemaakt, dus ik was tevreden. De officier stelde voor om de boete voorlopig kwijt te schelden, maar ze voegde er wel twee jaar voorwaardelijk aan toe. Als ik dus de komende twee jaar weer een overtreding zou maken zou ik deze boete alsnog moeten betalen. De rechter ging akkoord met het voorstel en ik vervolgens ook. En zoals het gaat in elke rechtszaak krijgt de verdachte altijd het laatste woord. Maar ik maakte geen theatrale opmerking of wijsneuzerig commentaar. Nee, ik bedankte de rechter nederig. En daarmee was de kous af.
1 seconde geleden
K.
K.
Mooi verhaal!
Over die onbekende man: dat is de griffier, die zit tijdens een rechtszitting altijd links (voor de kijker rechts) van de rechter. Hij draagt net als de rechter een zwarte toga. De griffier bereidt de zaken voor en maakt tijdens de zitting een verslag van wat er allemaal gebeurt en gezegd wordt. Vaak schrijft de griffier ook het vonnis van de rechter uit.
10 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
lekker belangrijk uitslover
9 jaar geleden