Grote klassen worden niet verboden. Veel partijen in de Tweede Kamer zien het niet zitten om een maximum te stellen aan het aantal leerlingen per klas. Dat bleek gisteren tijdens een debat in de Tweede Kamer over klassengroottes.

Veel leraren zijn bezorgd over de zogenoemde 'plofklassen'. Volgens hen zijn grote klassen niet goed voor de kwaliteit van het onderwijs. Om die reden verzamelde de vakbond Leraren In Actie vorig jaar bijna 47.000 handtekeningen. Daarmee hoopten ze met de politiek af te kunnen spreken dat een klas nooit meer dan 24 leerlingen mag tellen. Door de vele handtekeningen die Leraren In Actie had verzameld, kwam het onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer te staan, die er dus gisteren over debatteerde.

Situatie kan verschillen

Maar de meeste partijen voelen er niets voor om een grens in te stellen. Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs zegt erop te vertrouwen dat schoolleiders de juiste afwegingen maken als het gaat om klassengroottes. Ook omdat de situatie per school of per klas kan verschillen.

"Natuurlijk willen mensen kleinere klassen", zegt Dekker. "Ze willen ook allemaal lagere belastingen. Er staat hier geen geldmachine." Volgens de staatssecretaris valt het bovendien allemaal wel mee met de plofklassen.

Onderzoek

Eind vorig jaar deed Scholieren.com samen met EenVandaag nog onderzoek naar klassengroottes. Daaruit bleek dat een meerderheid van de leerlingen dacht beter te presteren in een kleine klas.

Ruim 40 procent gaf aan dat er momenteel te veel leerlingen in zijn of haar klas zitten om goed onderwijs te krijgen.

Het grootste probleem van een grote klas is dat er te weinig aandacht is voor individuele leerlingen. Daardoor zou het onmogelijk zijn om goed onderwijs te geven. Ook voor leraren neemt de werkdruk toe als de klas groter wordt.