Antoni Plàcid Guillem Gaudí Cornet. Antoni Plàcid Guillem Gaudí Cornet (Reus (Spanje), 25 juni 1852 – Barcelona, 10 juni 1926), was een Spaanse architect. Hij ontwierp rond 1900 een aantal markante gebouwen en andere objecten in Barcelona en daarbuiten, waarvan de Sagrada Família de bekendste is. Hij wordt beschouwd als een van de grondleggers van de organische architectuur en als een van de grote genieën van de Jugendstil (Jugendstil of art nouveau is een kunststroming die tussen 1880 en 1914 op verschillende plaatsen in Europa opkwam ). Zijn werk valt onder de Art Nouveau/Jugendstil. In Catalonië word deze stijl het Modernisme català genoemd.
Zijn jeugd en studie. Gaudí werd in 1852 in de Catalaanse plaats Reus geboren, vermoedelijk in een niet meer bestaand huis op Carrer de Sant Joan 4. Zijn vader, Francesc Gaudí i Serra, was een (niet bepaald rijke) kopersmid. Gaudi was de 5e en jongeste zoon van Francesc Gaudí i Serra. Al vroeg was hij aangetrokken door de natuur, de vormen, kleuren en geometrie ervan. Al vanaf zijn kindertijd leed Gaudí aan reuma. Gaudi gaat op 11-jarige leeftijd naar de Collegi de les Escoles Píes in Reus, in het oude klooster van Sant Francesc om er middelbaar onderwijs te volgen. Hij schijnt geen briljante leerling te zijn geweest, maar was wel opmerkelijk goed in geometrie. In 1865 In dit jaar (pas 13 jaar oud) maakt Gaudi tekeningen voor het tijdschrift \"El Arlequin\". Hij raakt bevriend met Toda, met wie hij samenwerkt aan een ontwerp van de rekonstruktie van het klooster van Poblet (in 1835 was dat gedeeltelijk verwoest). Uit deze tekeningen blijkt voor het eerst zijn voorliefde voor de natuur en de middeleeuwse kunst. Op zijn zeventiende vertrok hij naar Barcelona om er architectuur te studeren. Om in zijn levensonderhoud te voorzien had hij bijbaantjes bij verschillende architecten in de stad. Gaudí was geen bijzonder goede student, maar viel wel op door zijn eigenzinnigheid. Zo tekende hij bijvoorbeeld eens \"voor de sfeer\" een volstrekt irrelevante lijkwagen op een bouwtekening. In 1854 waren de oude stadsmuren neergehaald en de stad barstte uit haar voegen. In de tweede helft van de negentiende eeuw verviervoudigde de bevolking zich en ook economisch ging het hen voor de wind. Zo\'n situatie verheft het bewustzijn en dus ook het culturele leven. De rijken omgaven zich graag met kunstenaars en dichters. Niet zelden woonde men onder één dak. Voor een architect was dat natuurlijk een ideale uitgangspositie. Daarom was het misschien geen wonder dat Gaudí bijna al zijn werken in Barcelona schiep.
Op 15 maart 1878 studeert Gaudi af als architect. Ook leert hij in dit jaar Eusebio Güell kennen, de man die later zijn belangrijkste klant en tevens zijn beschermheer zal worden. Rond die tijd, was de Europese architectuur toen erg open. Het sobere en strakke Neoclassicisme had plaats gemaakt voor de Romantiek. Bij Romantiek was er veel meer plaats voor gevoel en was er veel waardering voor de vroegere bouwstijlen, niet alleen voor de Romeinse en Griekse. Eén van de bouwstijlen die ook in de belangstelling stond was de Gotiek. Bij zijn diploma-uitreiking in 1878 zei de directeur Elie Rogent: \"He aprobado a un loco o a un genio\", we hebben een dwaas in ons midden, of een genie. Opvallend is dat Gaudí, die zich later altijd tamelijk sjofel kleedde, in deze tijd een dandy was, dat wil zeggen buitengewoon veel aandacht aan zijn uiterlijk besteedde. Niettemin leefde hij eigenlijk alleen voor zijn werk. Hij is nooit getrouwd, hoewel het gerucht gaat dat hij rond 1884 een keer verloofd was.
Gaudi’s eerste werken. In de tijd dat Gaudí afstudeerde, was er in de Europese architectuur sprake van een grote openheid. Het strakke en sobere Neoclassicisme van bijvoorbeeld de Parijse Arc de Triomphe had plaats gemaakt voor de Romantiek, waarin meer plaats was voor gevoel en waarin er waardering was voor alle bouwstijlen uit het verleden, niet alleen de Romeinse en Griekse. Spanje was enigszins geïsoleerd van de rest van Europa, maar ook hier werd het werk van John Ruskin (John Ruskin (8 februari 1819 - 20 januari 1900) was een Brits criticus die vooral bekend werd door zijn werk als kunstcriticus en sociaalcriticus )gelezen, die in 1853 schreef: \"Het ornament is de oorsprong van de architectuur\". Het werk van Gaudí is uitzonderlijk rijk geornamenteerd. De eerste bouwprojecten van Gaudi: Casa Vicens te Barcelona die een Moorse invloed vertoont met een overvloedig gebruik van tegels en ijzerwerk. De Moorse invloeden blijven sterk, maar Gaudi ontwikkelt steeds meer zijn eigen stijl waarin bepaalde aspecten geaccentueerd en gedramatiseerd worden. Aanpassing van vormen aan de natuur, gecombineerd met een uitbundig expressionisme, dat is misschien de beste omschrijving. Vanaf 1884 begint Gaudi opdrachten voor Eusebi Güell uit te voeren, zoals de paviljoenen te Pedalbres en het Paleis Güell in een zijstraat van de Ramblas.
Casa Vicens In Gaudí\'s jonge jaren ging het de stad Barcelona zeer voor de wind. De rijke burgers omringden zich graag met kunstenaars en Gaudí begaf zich ook in deze intellectuele kringen. Hij ontwikkelde een niet-kerkelijke houding en was ook begaan met de arbeiders. Een van de bouwstijlen die weer in de belangstelling stonden, was de Gotiek. Gaudí bezocht bijvoorbeeld het door Eugène Viollet-le-Duc herschapen Carcassonne en de kathedraal in Tarragona. De interesse voor de Gotiek had echter ook een politieke achtergrond. Catalonië bloeide economisch, maar werd politiek overheerst door Kastilië (Madrid). Onderwijs in het Catalaans was bijvoorbeeld verboden. Gaudí, die fervent Catalaans was, was lid van de Centre Excursionista, een groep jongeren die plaatsen uit het verleden van Catalonië bezocht. Gaudï sprak zo veel mogelijk Catalaans, ook als dat dan voor anderstalige bouwvakkers eerst vertaald moesten worden.
Casa Milà, schoorstenen Net als Viollet-le-Duc was Gaudí er niet voor om de architectuur uit het verleden klakkeloos over te nemen; zij diende vooral als inspiratie. Het gevolg was wel dat Gaudí in zijn leven slechts één keer een prijs kreeg, voor het relatief conventionele Casa Calvet. Hij schijnt onder deze miskenning geleden te hebben. De faam van Gaudi breidt zich uit en hij krijgt meer opdrachten, o.a. dankzij Eusebi Güell. In 1892 maakt Gaudi een ontwerp voor de katholieke missies in Tanger en voor het eerst verschijnen de spilvormige klokkentorens die later het beeld van de Sagrada Familia zullen gaan domineren, een element dat waarschijnlijk van Afrikaanse oorsprong is.
Vreemd genoeg kreeg Gaudí al voordat hij naam had gemaakt een grote opdracht. In 1881 kocht een vereniging in Barcelona een stuk grond, waarop zij een kerk en bijbehorend complex wilden laten bouwen ter ere van de Sagrada Família (de Heilige Familie: Jozef, Maria en hun kind Jezus). De opdracht ging eerst naar Francisco de Paula del Villar, voor wie Gaudí in zijn studententijd had gewerkt. Deze trok zich echter al snel na het begin van de werkzaamheden terug. Joan Martorell, ook een bekende van Gaudí en qua Neogotiek de belangrijkste Catalaanse architect, zou de leiding overnemen, maar weigerde. Waarom de onbekende Gaudí in 1883 de opdracht kreeg, is niet geheel duidelijk. In datzelfde jaar begon de bouw van Casa Vicens. Het is een combinatie van baksteen en natuursteen, maar opvallend zijn vooral de tegels die de buitenkant van het huis grotendeels bedekken. De geometrische patronen die ze vormen, doen denken aan Arabische bouwwerken en Gaudí heeft zich hiervoor dan ook laten inspireren door de Moorse architectuur in Spanje. Het huis, waarvan hij ook het interieur ontwierp, is echter een combinatie van vele stijlen. Zo zitten er op het balkon van een hoektoren Rafaël-achtige engeltjes en is de eetkamer een voorbeeld van Jugendstil.
Gaudi’s latere werk Zoals vermeld kon de overheid Gaudí\'s werk zelden waarderen, maar er waren genoeg anderen die dat wel deden, zoals textielmagnaat Eusebi Güell i Bacigalupi en bisschop Joan Bautista Grau i Vallespionós. Güell was een typische Maecenas, iemand die kunstenaars in zijn huis ontving en hen ondersteunde. Op het moment dat de zakenman Gaudí leerde kennen, had deze nog weinig gepresteerd. Güell baseerde zijn waardering vooral op de ontwerpen die hij tijdens de Wereldtentoonstelling had gezien. Voor Güell realiseerde Gaudí diverse objecten, waaronder het Palau Güell. Ook dit huis is een combinatie van vele stijlen. Gaudí gebruikte hier voor het eerst, onder meer in de gietijzeren poorten, de parabool en kettinglijn als vorm, iets wat in zijn latere werk steeds terugkomt. Ook de bizarre torentjes op het dak vallen op. De jonge architect trok met dit gebouw voor het eerst de aandacht van de pers. Aan het begin van de 20e eeuw creëerde Gaudí het Parc Güell. Behalve de gebouwen ontwierp hij veel van de mozaïeken. Hiermee toonde hij zich aanhanger van de stelling van Ruskin dat een architect ook de schilderkunst en de beeldhouwkunst moest beheersen. Het park was oorspronkelijk overigens bedoeld als woonwijk, maar van die sociale bedoeling kwam weinig terecht.
Gaudí\'s belangrijkste werk is de kathedraal Sagrada Familia, gebouwd in opdracht van conservatieve katholieken. In 1914 besloot Gaudí, die op latere leeftijd niet meer sterk tegen de kerk gekant was -integendeel, alleen nog maar aan de Sagrada Familia te werken. Soms ging hij zelf langs de deuren om geld op te halen voor de bouw ervan en in zijn laatste jaren woonde hij zelfs op het bouwterrein. Aan de kerk wordt tot op de dag van vandaag gebouwd.
Voor Gaudí echter bestond de natuur uit krachten die onder de oppervlakte werken. De oppervlakte was voor hem slechts de uitdrukking van deze innerlijke krachten. Zo onderzocht hij het gedrag van blokken steen onder grote druk. Hij plaatste ze onder een grote hydraulische pers, en kijk, de stenen barsten niet met een grote scheur van boven naar onder, maar ze dijen in het midden uit. Dit was het verschijnsel dat volgens Gaudí de oude Grieken al hadden ingezien, want zij maakten hun zuilen in het midden iets sterker dan aan de uiteinden.
Ter onderscheid van de architecten van zijn tijd werkte hij niet aan het tekenbord. Hij was altijd op de bouwplaats te vinden, praatte met de arbeiders, overlegde, ontwierp en verwierp. Zijn tekeningen geven de indruk van impressionistische schetsen, niet van constructietekeningen. Gaudí experimenteerde voor hij bouwde. Voor de gewaagde boogconstructies van de kerk in de Colònia Güell ontwierp hij een model uit touw, waaraan aan de uiteinden zandzakjes met een verschillend gewicht, dat overeenkwam met de belasting die de zuilen en pijlers volgens de berekeningen moesten dragen, hingen. Daarmee kreeg hij een soort op de kop gezet model waarvan het beeld alleen maar omgedraaid hoefde te worden om de structuur van het latere bouwwerk voor ogen te hebben. Die manier van werken is tegenwoordig, tientallen jaren na het eerste experiment, niet ongebruikelijk. De arbeiders vroegen dikwijls hoe dat moest houden, maar het hield
Gaudí twijfelde niet aan de waarde van zijn architectuur voor de toekomst. Toen hem gevraagd werd of de Sagrada Familia een van de grote kathedralen zou zijn, antwoordde hij: \"Nee, het is de eerste van een hele nieuwe serie.\" Deze voorspelling is in ieder geval nog niet uitgekomen.
Gaudí heeft een totaal eigen stijl die met niets te vergelijken, wel is het zo dat hij ideeën opdoet uit andere kunststromingen zoals de gotiek of de Mudéjarstijl (Mudéjar was een soort mengvorm van de Spaanse en de Moorse bouwkunst). Hij stond aan de wieg van het modernisme en ook haalde hij zijn ideeën uit de avant-garde stroming. Gaudí is een duizendpoot en haalde overal zijn ideeën vandaan, haalde veel dingen uit boeken maar ook door simpel door Barcelona te wandelen. Hij heeft heel veel dingen ontworpen maar veel van die werken zijn helaas niet verwezenlijkt.
Overlijden De laatste 12 jaren van zijn leven wijdde Gaudi zich volkomen aan de bouw van de Sagrada Familia. In zijn persoonlijke leven lijkt hij zich steeds meer af te keren van het aardse en zich te wenden tot het geestelijke wat duidelijk doorwerkt in de bouwwerkzaamheden aan de kathedraal. Op 7 juni 1926 werd Gaudí tijdens een wandeling aangereden door een tram. Hoewel hij erg bekend was, kenden weinigen hem van gezicht. Taxichauffeurs weigerden het sjofel geklede slachtoffer naar het ziekenhuis te brengen. Drie dagen later overleed hij. Zijn begrafenis op de 12e was een belangrijke gebeurtenis: de rouwstoet was wel een kilometer lang. Hij ligt begraven in de crypte van de Sagrada Familia.
Gaudi’s Materialen, constructie en werkwijze. Vergeleken met de architecten van zijn tijd was Gaudí opvallend praktisch ingesteld. In plaats van veel tijd achter de tekentafel door te brengen, was hij vaak in de weer met schaalmodellen om bijvoorbeeld de sterkte van een constructie te testen. Zijn bouwtekeningen waren vaak schetsen, dus weinig exact. Pas tijdens de bouw ontwikkelde hij veel van zijn ideeën, vaak na overleg met de arbeiders. Omdat hij over zijn theorieën en principes vrijwel niets op papier zette, werd hij na zijn dood relatief weinig nagevolgd. Het was ook niet makkelijk om Gaudi\'s werk voort te zetten. Naar onze (huidige) normen, werkte Gaudi met een erg kleine veiligheidsmarge, te klein zelfs. Huidige architecten kunnen zijn indrukwekkende werk dan ook maar moeilijk navolgen. Gaudí\'s gebouwen maken een extravagante indruk, maar hij gebruikte vooral relatief goedkoop en lokaal beschikbaar materiaal, zoals baksteen. Voor zijn mozaïeken werden vaak scherven gebruikt die afval waren van firma\'s in keramiek.
Bronnen en referenties: • Molema, Jan (2005), Gaudí: constructie van verleiding, Rotterdam: Episode Publishers. ISBN 90-5973-021-6 • Zerbst, Molema, Jan (2005), Gaudí: constructie van verleiding, Rotterdam: Episode Publishers. ISBN 90-5973-021-6 • R. (2002), Antoni Gaudí, Keulen: Taschen. ISBN 3-8228-2186-1. • Boek: Gaudi de biografie, door: Gijs van Hensbergen • Boek: Anton Gaudi, constructie van verleiding. Door: J. Molema • http://www.gaudiclub.com/ingles/i_vida/i_vida.html
REACTIES
1 seconde geleden