Donorschap
Wat is donorschap eigenlijk? Als men het heeft over donor zijn, bedoelt men het afstaan van organen en weefsels na de dood. Het gaat om de vitale organen: hart, nieren, lever, longen en alvleesklier. Zonder deze organen kan een mens absoluut niet leven. Onder weefsels die bruikbaar zijn na de dood vallen: huid, botweefsel (inclusief pezen en kraakbeen), hoornvliezen, hartkleppen en bloedvaten. De kwaliteit van leven van patiënten gaat er enorm op vooruit, wanneer deze mensen een orgaantransplantatie hebben ondergaan. Het is echter moeilijk om aan deze organen te komen. Organen of weefsels zijn niet zomaar in een fabriek te maken, zelfs niet met de huidige wetenschap en technologie. De enige optie die overblijft, is dus bestaande organen te transplanteren naar de zieke patiënt. Wanneer er een orgaan uit een dier wordt gehaald, wordt dit vrijwel meteen afgestoten door het afweersysteem van de patiënt. Echter, wanneer het donororgaan wordt betrokken uit een mens, kan met medicijnen het afweerstelsel van de ontvanger van de organen zo worden onderdrukt, dat het donororgaan niet meteen wordt afgestoten. Voor veel zieken is het transplanteren van een menselijk orgaan of weefsel toch de enige kans op een genezing. Omdat de vraag naar donororganen veel groter is dan het aanbod, is er een voortdurende discussie over dit vraagstuk aan de gang. De wetgeving kan veranderd worden in bijvoorbeeld een van dat alle mensen die dood gaan per definitie hun organen beschikbaar stellen. Hier ontbrand onmiddellijk een heftige discussie. Er wordt namelijk op heel verschillende wijzen over het onderwerp orgaan- en weefseldonatie gedacht.
Mensen die voor donatie zijn denken er als volgt over. Na de dood zijn je organen nutteloos. Ze liggen in de grond te verrotten, of worden verbrand tijdens de crematie. In beide gevallen heeft niemand er meer iets aan. Wanneer meteen na het overlijden de nog gezonde organen uit het lichaam worden verwijderd, kan een ziek persoon hiermee erg geholpen zijn. Pake voorbeeld netvlies/hoornvlies is door een donatie herstelt, pake kan alles weer goed zien, zijn kwaliteit van zien/leven is verbeterd. Of ze krijgen een grotere kwaliteit van leven. Bv: Nierpatiënten moeten enkele malen per week 4 uur lang aan de nierdialyse liggen. De nieren van deze mensen zijn zo ziek, dat ze hun functie totaal niet meer vervullen. Een apparaat neemt dit over, waardoor het bloed op kunstmatige manier gezuiverd wordt. Wanneer deze mensen een nieuwe nier krijgen, hoeven ze niet meer zo vaak naar het ziekenhuis om die behandeling te ondergaan. Op deze manier is een normale levenssituatie weer mogelijk. Bij sommige ziekten is het namelijk zo erg, dat patiënten overlijden, als er op de korte termijn niet een transplantatie plaatsvindt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij patienten met longkanker.
Na je dood heb je je organen niet meer nodig, maar mensen die erg ziek zijn, kunnen zonder deze organen of weefsels juist niet verder leven. Zo kun je zelfs na je dood van grote betekenis zijn voor andermans leven.
Donoren zijn er niet veel. De wachtlijsten voor allerhande transplantaties zijn erg lang. Door het transplanteren van organen van één overledene kunnen meerdere zieke mensen gered worden. Zo geef je een positieve draai aan een heel treurige gebeurtenis, namelijk jouw dood. Donatie kan op deze manier ook helpen bij het verwerkingsproces van de nabestaanden. De gedachte dat andere mensen worden gered door de dood van hun geliefde, dus dat de dood niet helemaal voor niets is geweest, kan een heel mooi idee zijn en de nabestaanden helpen dit enorme verlies te verwerken.
Ook vanuit religieus opzicht kan men redeneren dat orgaandonatie zelfs meer een plicht dan een keuze is. In elke godsdienst wordt liefde voor je naaste geproclameerd. Het leven aan iemand schenken, is dat niet het ultieme bewijs van naastenliefde?
Gevoelens van solidariteit ten opzichte van de medemens zijn een andere reden om toe te stemmen in het doneren van organen. Het spreekwoord “Wat gij niet wilt wat u geschiedt, doe dat ook een ander niet” kan omgedraaid worden en de betekenis ervan is dan als volgt: Wanneer jij straks ongeneeslijk ziek wordt, wil je toch ook heel graag geholpen worden, ook al is dit met een orgaan wat afgestaan is door iemand die al dood is. Als je dit van jezelf weet, is het dan niet meer dan logisch, dat jij ook je organen ter beschikking stelt?
Mensen die tegen donatie zijn kunnen er als volgt over denken. Ik ben erg vaak ziek, dus ze hebben toch niks aan mij. Ik ben niet geschikt voor orgaandonatie. Dit is onwaar, want veel ziekten zijn niet overdraagbaar op de ontvanger van het orgaan of weefsel. Ook voor iemand die regelmatig medicijnen gebruikt, is het zinvol om toestemming te geven voor donatie. Bij donatie gaat het immers om meerdere organen en weefsels. Als door medicijngebruik of ziekte een bepaald orgaan of weefsel is aangetast, blijven er nog wel andere organen en weefsels over die wel gebruikt kunnen worden. Een uitzondering hierop vormt het hepatitis a en b en het HIV virus. Dit is na de dood nog wel overdraagbaar. Voor de laatste bestaat er geen betrouwbare test om uit te maken of een donor een drager is van het virus. Door middel van het vragen aan de nabestaanden of er mogelijk veel wisselende seksuele contacten hebben plaatsgevonden, wordt getracht uit te vinden of iemand mogelijk besmet zou kunnen zijn. Vanuit religieus opzicht zijn er ook standpunten te bedenken die zich niet kunnen verenigen met donatie: wat gebeurt er met mij na mijn dood? Veel godsdiensten hechten waarde aan de integriteit of onschendbaarheid van het lichaam, ook na het overlijden. Dit vanuit het idee dat we het lichaam slechts in beheer hebben, niet in bezit en dat we het niet mogen beschadigen. Het is begrijpelijk dat mensen vanuit godsdienstige overtuigingen nee zeggen, omdat je niet in een gezond lichaam mag snijden. Maar mag een ziek lichaam dan niet hersteld worden door een gezond lichaam die na de dood toch geen functie meer heeft? En is het niet beter dat in ieder geval ëën leven wordt gered, dan dat ook nog de patiënt overlijdt? Als namelijk degene die al is overleden niet organen afstaat, zal de patiënt misschien ook wel overlijden omdat die niet de benodigde organen heeft gekregen. Ook wederopstanding en reïncarnatie spelen een rol. Mensen die hierin geloven, staan hun ijn organen niet af voor donatie om het volgende. Ze denken dat ze komen te overlijden, ze dan weer terugkomen op aarde in een andere gedaante. (Reïncarnatie) Als ze iets zouden afstaan voor donatie, dan zijn ze bang dat ze in hun volgende leven iets zullen missen (lichamelijk) omdat ze niet al hun organen meer hebben. Bij reïncarnatie echter gaat namelijk alleen je ziel over. Je komt terug in een andere gedaante. Dus de oude organen vergaan aan de aarde en bij je volgende geboorte krijg je een nieuw lichaam. Waarom zou je dan niet die oude organen doneren aan iemand die zonder dat orgaan nodeloos zal sterven?
Het betoog gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
Echt een super betoog Karin. Ik heb geen commentaar maar wou je alleen effe bedanken. Oke de mazzel Stephan.
23 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
Hé Ingrid, iemand uit onze klas heeft precies dit betoog gedaan, en hij heeft er nog een goed cijfer voor gekregen ook, dom hé.
Klaas Nekeman (5 VWO)
23 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Beste Ingrid,
Wat een prachtig betoog heb je geschreven. Je hebt heel mooi duidelijk gemaakt wat het belang van donor zijn is. Ook heel goed dat je het begrip hersendood zo duidelijk omschreven hebt.
Ik kwam je verhaal tegen omdat ik graag wat op het internet wilde zetten over het onderzoek dat wij uitvoeren. Dit gaat onder andere over de invloed van hersendood op de kwaliteit van de organen.
groeten
22 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Ik vond het een ECHT goede en intereesante betoog, het heeft echt indruk op mij gemaakt.
22 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
Chappeau, Chappeau... Prachtig gerschreven!... Maakte veel indruk en handig voor maatschappijleer. Merci beaucoup madame/monsier. Mes meilleurs salutations. Au revoir, mon ami.
7 jaar geleden
Antwoorden