Hindoeisme

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 3e klas vwo | 2689 woorden
  • 8 februari 2003
  • 63 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
63 keer beoordeeld

Begrippen ADVAITA Indiase term met als betekenis \'niet-twee-eenheid\', filosofisch weergegeven door \'monisme\'. Advaita, zoals onderricht door Sjankara, betekent dat Waarachtig Zijn van zichzelf is, het eeuwige Brahman, Één-alleen, niet veranderend en onveranderd, onverdeeld en zonder onderdelen. De \'veelheid\' van de dingen bestaat door maya, schijn of illusie. Verandering berust slechts op een woord; zij is louter en alleen een naam.

In de Vedanta-filosofie wordt min of meer opzettelijk het woord \'één\' voor het hoogste zelf niet gebruikt, omdat het woord en de idee \'één\' als tegenpool aan de ene kant \'veel\' heeft en aan de andere kant \'geen\'. De basis van de Vedanta is dat het hoogste zelf noch één noch veel is, het is, zoals men zegt, niet-tweevoudig en dat wordt weergegeven door het woord advita.

A is een ontkenning net als nee. Dvita komt van dva, dat hetzelfde betekent als het Latijnse duo, twee. Advita wil dus zeggen niet-tweevoudig. (E.W.) ASURA: Een ieder die zich niet aan de regels van de schriften houdt en wiens enige levensdoel eruit bestaat voortdurend van werelds vermaak te genieten. Hoe meer hij hecht aan de materie, hoe demonischer hij wordt en hoe heviger hij het bestaan van God, de Allerhoogste Persoon, ontkent. ATMAN In de hindoemystiek het Zelf of de Ziel. In de Mandoekya Oepanisjad kent het Zelf vier toestanden: het wakend leven van het naar buiten gerichte bewustzijn; het dromend leven van het innerlijk bewustzijn; het slapend leven van het stille bewustzijn; het ontwaakte leven van het kosmisch bewustzijn, Atman in zijn gehele zuiverheid. De monistische mystiek van het hindoeïsme is verbonden aan de stelling Brahman is alles en Atman is Brahman; het is de verwerkelijking van de identiteit tussen het Zelf en het Goddelijke. Volgens de hindoeïstische opvatting het werkelijke, onsterfelijke zelf van menselijke wezens. In het boeddhisme wordt het bestaan van een atman ontkend: noch binnen, noch buiten de fysieke en mentale verschijningsvormen is er iets te vinden dat als een onafhankelijke, onvernietigbare essentie bestempeld kan worden. AVATARA (letterlijk: degeen die neerdaalt) God, een van Zijn volkomen expansies (openbaring) of een van Zijn vertegenwoordigers, die uit de geestelijke wereld is \'neergedaald\' in het stoffelijk universum om er de beginselen der religie te herstellen. (S.P.) In de hindoeïstische mythologie de neerdaling van een godheid op aarde in menselijke gestalte. In algemene zin, de incarnatie of vleeswording van een godheid. (K.A.) Mother Meera: \'I have come to say that all paths are as good as each other and all lead to the Divine, and that therefore the various believers should respect each others ways. For example, Muslims, Christians, Hindus, Buddhists, and other religious people can believe and follow their own faith, but should not hate or fight others faith. People who follow any path can come to me - I help them to remember the Divine, and give them peace and happiness when they are in trouble.\'

Who is Mother Meera? She is the living Incarnation of the Divine Mother. What is an Incarnation? An incarnation is the Divine in human form come on earth to help humanity to know and realize the Divine. What is the difference between Mother Meera and the Divine Mother? Their Will is identical and their Consciousness is One. There is no difference. What is the Divine Mother and what is Her work? The Divine Mother is the Force and Consciousness that sustains Creation. She is worshipped under many names and in many cultures and She has been worshipped throughout history in many forms. But behind every form and every name, She is One, Eternal and Omnipotent. She is Transcendent and stands above all Her creations in the silence of the Absolute; She is the breath and power of all creation; She is in every part of creation forever. The work of the Divine Mother is the transformation of humanity into God, of time into Eternity, of matter into Divine Matter. Her work is a work of transformation, and it has no end. Sai Baba: Voor de Moslims is hij Allah, voor de Christenen God, voor de Hindoes Visjnoe en voor de Joden Jahwe. Sai Baba zegt alle religies in zich te verenigen. Hij is gekomen om de mensheid te helpen op het juiste pad te brengen in deze tijd van verwarringen. Sai Baba werd geboren in Puttiparty op 23 November 1926. Op zijn viertiende jarige leeftijd riep hij zichzelf uit als een Avatar, een God die een menselijke gedaante aanneemt. Hij veranderde zijn naam in Sathya Sai Baba wat waarheid heilige vader betekend, en hij is een incarnatie van Sri Shirdi Sai Baba een Indiase heilige die leefde van 1838 tot 1918 en nog altijd populair is in India. Sai Baba zegt dat alle andere Goden en profeten door hem gezonden zijn. Sai Baba voorspelt dat hij op 96 jarige leeftijd zijn lichaam zal verlaten. En weer na acht jaar opnieuw zal incarneren in Prema Sai Baba. BHAKTI: liefdevolle overgave en dienst
Rudolf Otto: \'Bhakti is geloof van liefde doordrongen dat zich in verering uitwerkt.\' BRAHMAN In de hindoemystiek de Geest van het universum, transcendent en inherent. De monistische hindoemystiek kan beknopt worden weergegeven als de verwerkelijking van de identiteit tussen het Zelf in de mens, Atman, en het Goddelijke. Brahman: \'Brahman is alles, en Atman is Brahman\'. Voor Ramanoedja en anderen is er een eenheid zonder identiteit. DHARMA: 1- \'Religie\' - de natuurlijke en eeuwige functie van het levend wezen: het naleven van de wetten die door God zijn ingesteld en Hem met liefde en toewijding dienen. 2- Andere naam voor verschillende religieuze, maatschappelijke en persoonlijke plichten (svadharma\'s) van de mens. GEEST: Fijnstoffelijk element, veelal \'de zesde zin\' of \'het zesde zintuig\' genoemd, in de betekenis dat hij prikkels welke via de vijf zinnen binnenkomen ontleedt, toelaat of afstoot. GEESTELIJK EGO: De werkelijke identiteit van het levend wezen; een andere benaming dus voor het woord ziel. INTELLIGENTIE of verstand: 1- Stoffelijke of materiële intelligentie: het vermogen om gegevens welke in de geest worden ontvangen te beoordelen en op deze wijze zowel de natuur als het functioneren van de stoffelijke energie te analyseren. 2- Geestelijke intelligentie (buddhi): de oorspronkelijke intelligentie van het levend wezen, waardoor het in staat is te begrijpen hoe alles (met inbegrip van het betrokken levend wezen zelf) in relatie staat tot God, de Allerhoogste Persoon. Door déze intelligentie ontdoen we ons van materialistische levensopvattingen. JAPA: Het individueel chanten van de heilige namen van God. Moeder Meera: Japa is the repetition of the name of that in which we believe. Japa is essential. Japa is not simple words -- each divine name is full of divine vibrations. These surround us and protect us and penetrate both our bodies and our whole inner being. Remembrance of the divine name gives immediate peace and happiness and turns us from the worldly to the Divine. There is no special and limited time for japa. It is very good to do japa all day. If this is not possible then remember whenever it is possible. We can practice japa during all activities. It is easier to remember when we do physical work without mental work. This japa helps us to purify our consciousness and make our sadhana easy. How should we say japa? Mother Meera: Simply just say it. In doing japa, one should not strain or try to achieve something specific. One should try to be sincere and have love of God. The power immediately follows whether you are aware of it or not. Iedere lettergreep van een goddelijke naam, zoals Krishna of Jezus, heeft bepaalde trillingen die de atmosfeer veranderen. KARMA: Natuurwet volgens welke alle activiteit, of ze nu goed of slecht is, hoe dan ook haar gevolgen heeft. KRSNA: De oorspronkelijke naam van God, de Allerhoogste Persoon, in Zijn oorspronkelijke geestelijke gedaante; betekenis: \'de Al-aantrekkelijke\'. Krsna-bewustzijn: Het kennen van Krsna of de omstandigheid dat men zich van Hem bewust is, Hem kent, op Hem mediteert, voor Hem arbeidt, Zijn roem verkondigt enz. LICHAAM, stoffelijk of materieel: Het \'tijdelijk\' gewaad dat de gebonden ziel omhult. MAYA (letterlijk: hetgeen niet is; begoocheling) Hindoeterm voor onwerkelijkheid, de stroom van fenomenen, soms weergegeven als \'illusie\'. De term wordt ook gebruikt voor de kracht waarmee de Brahman de wereld schiep, en zodanig een bemiddelaar tussen Brahman en de wereld, of mythologisch zijn gade. Aangezien het zelf in zijn uiteindelijke essentie een met Brahman is, zal de ziel haar ware zelf vinden in onthechting van maya. MAYA-VADA De overtuiging (de leer) dat de wereld schijn (illusie) is.

HET OPLICHTEN VAN DE SLUIER Aanschouw je Vriend, de Christus die aan jouw zijde staat. Hoe heilig en prachtig is Hij! Jij dacht dat Hij gezondigd had, omdat je de sluier der zonde over Hem geworpen hebt om Zijn lieflijkheid te verbergen. Toch reikt Hij jou nog steeds vergeving aan, opdat jij Zijn Heiligheid deelt. Deze \'vijand\', deze \'vreemdeling\' biedt jou nog steeds verlossing aan als Zijn Vriend. De \'vijanden\' van Christus, de aanbidders van de zonde, weten niet Wie zij aanvallen. (T-19.IV.D.14:1-6) Samen zullen we verdwijnen in de Tegenwoordigheid achter de sluier, om niet verloren te zijn maar gevonden; om niet gezien te worden maar gekend. (T-19.IV.D.19:1)

\'We leven in een sfeer van mistroostigheid en wanhoop, maar dat komt doordat onze ogen teneergeslagen zijn en genageld aan de aarde, met al haar fysieke en grofstoffelijke uitingen. Als in plaats daarvan de mens die zijn levensreis aflegt zijn blik zou richten - niet omhoog naar de hemel, die slechts een wijze van uitdrukken is - maar in zichzelf, en zijn waarneming zou concentreren op de innerlijke mens, zou hij al snel ontsnappen aan de kronkelingen van de grote slang van de illusie. Zijn leven zou daardoor van de wieg tot het graf draaglijk en de moeite waard zijn, zelfs in de ergste perioden.\' (H.P.B., Lucifer 1887)

For when I say darkness, I mean a lacking of knowing: as all that thing that thou knowest not, or else that thou hast forgotten, it is dark to thee; for thou seest it not with thy ghostly eye. And for this reason it is not called a cloud of the air, but a cloud of unknowing, that is betwixt thee and thy God. And if ever thou shalt come to this cloud and dwell and work therein as I bid thee, thee behoveth as this cloud of unknowing is above thee, betwixt thee and thy God, right so put a cloud of forgetting beneath thee; betwixt thee and all the creatures that ever be made. Thee thinketh, peradventure, that thou art full far from God because that this cloud of unknowing is betwixt thee and thy God: but surely, an it be well conceived, thou art well further from Him when thou hast no cloud of forgetting betwixt thee and all the creatures that ever be made. As oft as I say, all the creatures that ever be made, as oft I mean not only the creatures themselves, but also all the works and the conditions of the same creatures. I take out not one creature, whether they be bodily creatures or ghostly, nor yet any condition or work of any creature, whether they be good or evil: but shortly to say, all should be hid under the cloud of forgetting in this case. (The Cloud of Unknowing) A BOOK OF CONTEMPLATION THE WHICH IS CALLED THE CLOUD OF UNKNOWING, IN THE WHICH A SOUL IS ONED WITH GOD
Anonymous (14th c. English) MONISME De filosofie dat alles één is, in het hindoeïsme uitgedrukt door de term advaita, non-dualisme

De hindoes vergelijken het lichaam met een rijtuig. Er voor lopen de paarden, dat zijn de zintuigen. Op de bok zit het verstand en ment met de teugels van de emoties. Binnen in het rijtuig zit de koning, de geest. Hij blijft onberoerd zichzelf. Hij is de eeuwige getuige en geheel vrij laat hij het landschap aan zich voorbij trekken. NARRATIEF: verhalend PARAMÃTMÃ (de Superziel): Volkomen expansie van Krsna (Bhagavãn) die leeft in het hart van ieder levend wezen, in elk atoom van de stoffelijke schepping en zelfs tussen de atomen in. Hij vertegenwoordigt het overal plaatselijk aanwezige aspect van de Absolute Waarheid en omvat de tussenfase van de drievoudige doorschouwing van de Heer. (S.P.) PARAMATMAN: Paramatman is oneindig Licht, en is de bron van alles, van het zijn, van kennis, van gelukzaligheid, van vrede, van iedere atman, iedere ziel. Paramatman is in alles, in al het geschapene - aarde, water, vuur, lucht, dieren - ten allen tijde. Maar het licht kunnen we slechts zo nu en dan zien. Het licht heeft de kwaliteit van liefde, genade, kracht, gelukzaligheid, jnana (kennis). Zonder het Licht kan niets bestaan. Het is kleurloos, maar heeft iedere kleur in zich en de kleur en kracht van ieder licht van elk niveau. Het is overal en in alles. Ik ervaar Paramatman als Licht. Gewoonlijk is het wit, maar soms heeft het een kleur. (M.M.) VEDISCHE EPISCHE GESCHRIFTEN: ± 400 vC tot ± 600 nC: de Ramayana, de Mahabharata en het meest beroemde onderdeel daarvan: de Bhagavad Gita. In deze verhalen, die als thema hebben de mythische innerlijke strijd die de mens(heid) steeds opnieuw voert in zijn keuzes tussen goed en kwaad, treden goden op in bijzonder menselijke gedaante en krijgen mensen de gelegenheid, het goddelijke in zichzelf aan te raken.

Mircia Eliade heeft geschreven, dat de Indische godsdiensten zich vooral rondom vier fundamentele concepties, idées forces, concentreren. Deze vier zijn: 1- \'de wet van de universele causaliteit die de mens solidair maakt met de kosmos en hem ertoe veroordeelt om voor onbepaalde tijd wedergeboren te worden\'; dit is de wet van het karma; 2- \'het mysterieus proces dat de kosmos doet ontstaan en in stand houdt.\' Dit is de máya, d.w.z. de begoocheling waardoor de mens gelooft in een blijvend bestaan van de wereld; zolang hij in deze onwetendheid volhardt, zal hij ook aan reïncarnatie onderworpen zijn; 3- de absolute werkelijkheid die zich ergens achter of boven de schijn der dingen moet bevinden, en die met verschillende namen wordt aangeduid; 4- de middelen om uit de begoocheling der onwetendheid bevrijd te worden en deze absolute werkelijkheid deelachtig te worden.

Volgens de grote Indische denker Sjankara (achtste eeuw n. Chr.) is alle verscheidenheid die wij waarnemen gezichtsbedrog en begoocheling (máya) die berust op onze onwetendheid van hoe het in werkelijkheid is. Eigenlijk bestaat enkel het Al-ene. Hij spreekt van \'niet-twee-zijn\' (adwaita). God is niet dit of dat, \'in hem is slechts één ding, hij zelf\'. En daarvan kan men zeggen: \'God is hetzelfde ene, als ik ben.\' Wij zijn met god niet enkel verenigd, maar ten volle één. God is wel \'omkleed met onderscheid, veelheid en stukwerk\', maar dit heeft geen wezenlijk bestaan. Noch Brahman, noch de daarmee identiek zijnde áatman kan men met een naam aanduiden. Het is de onwetendheid (awidaya) die aan de mens het inzicht in deze identiteit verspert. De wezenseenheid tussen god en mens neemt Sjankara volkomen ernstig: \'Daar zij één van wezen zijn, zijn zij niet gelijk. Want gelijkheid staat altijd nog (in verbinding) met onderscheid. Dus moet men ook het aan god gelijk zijn afleggen (om het één met god te bereiken).

Verlossende liefde (in genade verlost te worden) versus bevrijdend inzicht
Kan de mens zichzelf verlossen, of moet hij verlost worden? De leer van de Ténkalais (Zuid India) is die van de \'kattenweg\', die van de Wadakalais (Noord India) die van de \'apenweg\'. Want in gevaar klampt het apenjong zichzelf aan zijn moeder vast en wordt, terwijl deze zichzelf redt, door medewerking meegered. De kat echter neemt haar jongen die in gevaar verkeren in de bek, zonder dat deze zelf iets doen of willen. En zo worden zij gered zuiver passief. Men spreekt van de kat- en de aapschool. De Noordelijke school leert dat men goddelijke genade kan verwerven dankzij goede werken en juist inzicht. Daarentegen zegt de Zuidelijke school dat genade voor geen prijs gekocht kan worden en dat zij vrij en onweerstaanbaar is. Ale hulpmiddelen zijn nutteloos, het komt op de bekering van het hart aan. (vB)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.