Gekuch. Geritsel van boterhamzakjes en chocoladerepen. Nog meer gekuch. Een nerveuze rochel. Als de wijzer précies half twee aangeeft, klinken de verlossende woorden: "Jullie mogen de examenboekjes openen. Succes."
Paniekerig geblader door boekjes. Klikkende pennen. Maar dan ineens is er slechts stilte.
Niet omdat iedereen plots is opgehouden met lawaai maken, maar dankzij een geniale klasgenoot. "Ik zou oordoppen gebruiken", zei hij, "dan hoor je alleen nog maar je eigen ademhaling."
Daar zit ik dan. Drie uur lang naar mijn eigen ademhaling te luisteren. Ineens begrijp ik niet meer dat sommige mensen zeggen dat je moet mediteren om tot rust te komen voor een examen: het examen zelf is één grote meditatiesessie.
Tot rust
In de examenzaal kom je tot rust. Je mag drie uur lang niets zeggen. Je zit aan een tafel zonder etui of mobiele telefoon (geef toe: onrustzaaier numero uno) met geen andere afleiding dan je eigen ademhaling.
Sinds mijn allereerste herinnering (peuterspeelzaal, onbezorgde examenloze kindertijd) is er geen enkel moment geweest dat ik drie uur achter elkaar bewust stil ben geweest om naar mijn eigen ademhaling te luisteren.
Meer geluiden
Maar in de examenzaal blijkt mijn meditatie niet zo waterdicht als ik dacht. Van buiten hoor je inderdaad niets, maar mijn lichaam produceert méér geluiden dan alleen mijn ademhaling. Als ik mijn boterham met kaas opeet, klinkt dat als een trein die zich op volle snelheid tegen een muur rijdt. Probeer het maar eens.
Maar ondanks de inwendige herrie blijkt zo’n urenlange toets best uit te zitten. Sterker nog: ik verlaat de zaal relaxter dan toen ik binnenkwam. Met oordoppen in is een examen dus net een meditatiecursus. Alleen jammer dat je niet moet vergeten daadwerkelijk je examen te máken – da’s wel zo handig voor je ontspanning op de lange termijn.