Hortus tentoonstelling \'vleesetende planten onder de loep\' Cellen en DNA
Antwoorden op de zes microscopieopdrachten
Opdracht 1 Plantenweefsel bestuderen
Geen vragen
Opdracht 2 Waterpest
1. Waaraan kun je zien dat dit een plantaardige cel is?
De cel heeft een celwand, dit heeft een dierlijke cel niet. Ook zie je bladgroenkorrels, dit heeft een dierlijke cel ook niet.
2. Hoeveel cellagen heeft het waterpestblaadje?
Uit 2 cellagen. De blaadjes hebben geen opperhuid, maar dit hoeft ook niet want ze zitten in het water en kunnen daardoor ook niet uitdrogen (de opperhuid beschermt de plant tegen uitdroging).
3. Beschrijf wat er gebeurt in de waterpestcellen na het toevoegen van KNO3.
De omgeving van de cel heeft een grotere osmotische waarde dan de cel zelf. Het milieu waarin de cel zich verkeert is dan hypertonisch. Hierdoor gaat het water de cel uit. De cel krimpt en laat los van de celwand. Dit wordt plasmolyse genoemd.
Opdracht 3 Uienvliesje
1. Waaraan kun je zien dat dit plantaardige cellen zijn?
De cellen hebben een celwand, wat een dierlijke cel niet heeft.
2. Waarom zie je geen bladgroenkorrels in deze preparaten?
Een ui doet niet aan fotosynthese en heeft dus geen bladgroenkorrels nodig om licht op te vangen, want dat hebben ze niet nodig.
Opdracht 4 Tomaat
1. Waaraan kan je zien dat je te maken hebt met een plantencel?
Aan de celwand en aan de chloro –en chromoplasten wat een dierlijke cel niet heeft.
2. Wat is de functie van de gekleurde celorganellen?
Ze zorgen voor kleur van in dit geval de tomaat. Dit trekt insecten aan en zorgt dat zaden worden verspreid. De chloroplasten zorgen voor de opvang van licht, en zo voor de fotosynthese.
Opdracht 5 Aardappel
1. Wat neem je waar als je de druppel jodium hebt toegevoegd?
De zetmeelkorrels in de aardappel worden heel donker.
2. Waaraan kan je zien dat je te maken hebt met een plantencel?
Aan de celwand en aan de amyloplasten die niet voor komen in een dierlijke cel.
3. Wat is de functie van de ‘’bolletjes’’?
De amyloplasten (‘bolletjes’) zorgen voor de opslag en vorming van zetmeelmoleculen.
Opdracht 6 Wangslijmvlies
1. Waaraan kun je zien dat dit een dierlijke cel is?
De cel heeft geen celwand en chloro –en/of chromoplasten.
2. Welke onderdelen van de cel worden door de jodiumoplossing gekleurd?
Celmembraan en de celkern.
3. Wat neem je waar?
Doordat gedestilleerd water een lage osmotische waarde heeft, gaan alle cellen die met het water in aanraking komen kapot. Je ziet dus niks meer.
Hortus tentoonstelling microscopie
6.6
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
Super! Echt heel goed, nu snap ik het ook veel beter. Bedankt.
13 jaar geleden
Antwoorden